heerlijk Een vroolijke A*V.R*0*~ avond in Casino* Groot succes voor Kovacs Lajos c.s. Een enthousiast auditorium. Verplichte bijdragen van radiocentrales aan de NOZEMA* beide even van smaak W' Losse nummers van de Heldersche Courant 3 cent* Licht op voor alle voertuigen ÏLtjef' °°k n°g m°eten SUan b« dat ^kt. „Dll het „s zi gelegenheid stelde, dit te aanschouwen, dan ook een succes. Jammer alleen was het feit, dat bij de tweede acte in het projectie-apparaat een storing optrad, tengevolge waarvan men een 20 minuten moest stoppen. De jeugd ddn stil te houden is weer een karwij op zich zelf. Gelukkig maar, dat het nogal meeviel. In het kader van de Voltooiingstournee- 1936 heeft de Algemeene Vereeniging Radio Omroep een tweetal avonden in Casino gearrangeerd, waarop de Helder- sche luistervinken de gelegenheid hebben van aangezicht tot aangezicht te komen met velen van hen, die via den aether goede bekenden geworden zijn. Gisteravond heeft onder zeer groote belangstelling Casino was bijkans uitverkocht de eerste van de twee concerten plaats gehad, die hier ter stede gegeven worden. Het is een da verend succes geworden. En welverdiend! Want er is dit jaar wel buitengewone zorg besteed aan A.V.R.O.'s-ambassade! Daar was een programma, zoo copieus, zoo tot in alle détails verzorgd, zoo gevariëerd en zoo interessant, dat men zich geen beteren avond van lichte kunst en onschuldig ver maak kan voorstellen. Als we een vergelijking met voorgaande jaren maken en dan vooral met 1935, dan valt deze wel zeer in het voordeel van deze Vol- tooiïngstournee-1936 uit. Wat was er den ge- heelen avond een vroolijke en opgewekte zaal! Steeds konden we het auditorium er op betrappen, hoe het volkomen opging in dat gene wat op de Bühne ten beste werd ge geven. Men was danig opgetogen, welke ge moedsgesteldheid, talrijke malen, uiting vond in langdurig en hartstochtelijk applaus. Als we nu iets gaan vertellen van het pro gramma, dan beginnen we met te constatee- ren, dat het bestond uit een waren overvloed van goede tot uitstekende prestaties. De ver scheidenheid was wel zoo groot, dat het ons te ver zou voeren alles te mémoreeren wat we te zien en te hooren gekregen hebben. Wij doen daarom enkele grepen uit de massa aan- teekeningen, die we op ons programma en blocnote gemaakt hebben en komen dan van zelf tot die dingen, welke ons het meest ge frappeerd hebben. Het muzikale, het voornaamste deel van het programma was in handen van Kovacs Lajos' ensemble, dat we bij het voor de eerste maal opgaan van het doek, in blakenden welstand aantroffen. De inzet was al dadelijk pakkend. „Tempo! Tempo! in Tijd en Toon", zoo heette het en het prachtige decor en de slagzin „Laat rnjj maar vliegen", waren daarbij uitstekend van toeepassing. Dirigent L^mis Schmidt stap te, in vliegerscostuum gestoken, uit een vlieg tuig en nam voor zijn orkest de plaats, welke hij dien avond bijna niet meer zou verlaten, in. Want vrijwel voortdurend is het orkest op het tooneel geweest: nu eens concerteerde het als „solist", maar vaker nog zorgde het voor het accompagnement bij de vele tooneelistische manipulaties. Het orkest heeft een uitbreiding ondergaan, we zagen enkele nieuwe gezichten naast die van oude getrouwen, als een Boris Lensky, Egbert Veen Jr., Bob Scholte, enz. Ook viel ons een karakterverandering op in dien zin, dat het jazz-element geheel verdwenen is (die wordt tegenwoordig verzorgd door het dans- Verstopping wordt vlug verholpen door Leo- pillen. Sedert 20 jaar een beproefd, zuiver plantaardig laxeermiddel, dat een milde en prompte uitwerking heeft. Leopillen. In doosjes vanaf 20 ct. Bij alle apothekers en drogisten. (Adv.) orkest van Hans Mossel), zoodat men zich nu bepaalde tot het brengen van amusements muziek. In dit genre heeft Kovacs Lajos zijn groote kunnen getoond; in het leiden hiervan bleek hij een onovertroffen meester. Talrijke eigen bewerkingen konden we beluisteren en de interpretatie van bekende melodieën getuig den van een zeer muzikalen leider en knappe vertolkers. Een mooi geheel! Zooals gezegd, Kovacs Lajos en zijn man nen traden veelal begeleidend op. Waaruit dus volgt, dat er anderen waren, die een be- langerijken aandeel in het succes van den avond hadden. En die waren er! Beginnen wij b.v. met „The Song Singers" te signaleeren. Dit heerenquartet (bij hun eerste optreden werden zij begeleid door een eigen pianist) kan wel op een zeer mooien avond terugzien. Zij brach ten een eenvoudig, stemmig lied op een wijze waar ensembles The Revellers, Comedian Harmonists zoo beroemd om geworden zijn. We mochten een buitengewone techniek bij deze vier heeren constateeren en een frappante voordracht. In den loop van den avond zongen zij talrijke liedjes en refreintjes en het een oogstte al meer succes dan het andere. Wij denken b.v. aan het openingsnummer „Mira B.ella", aan het dankbare „Chiribiribin" en vooral qan de vertolking van Mozarts over bekende „Schlafe mein Prinzchen, schlaf ein". De heeren kunnen zich allen beroemen op een mooi geluid, doch met alle respect voor de beide anderen mogen we toch den eersten tenor en den bas als de groote krachten aanduiden. Zij toch beschikken over een opvallende stem; het luisteren naar hun zang is een onverdeeld genoegen. De samenzang klopte tot in de per fectie, ook dan als de kleinste van de vier de zaal deed schateren door zijn grappige esca pades en vroolijke déraillementen. Greta Burbach. Een belangrijk deel van het programma was toevertrouwd aan Greta Burbach, een oud- stadgenoote. Greta Burbach heeft ons telkens weer verrukt met haar heerlijken zang, die parelend en zuiver tot ons kwam. Zij heeft een teere, fijne sopraan en mag zich ook verheu gen over het bezit van een vrij sterk volume. Haar optreden was een doorslaand succes, hoogtepunten waren de „Hofballtanze" en de aria's uit Schubert's „Dreimaderlhaus". Ver melding verdient ook de door haar verzorgde refreinzang in de potpourri van Schlagers die in het laatste nummer door het geheele ensem ble gegeven werd. Het was ongetwijfeld voor allen een groot genoegen met deze jonge, char mante zangeres kennis te maken, vooral ook door de aardige muziek, waarmede zij haar optreden allerliefst wist te accentueeren. Mede door haar optreden belooft het eerste winter- concert van onze Stafmuziek een waar genoe gen te worden! In Guus Markman had zij een waardigen partner, die ettelijke malen het auditorium deed genieten van zijn mooien tenor. Jammer, dat hij als mannelijk zanger niet wat meer volume heeft. Vaak ging zijn geluid verloren in het toch heusch bescheiden gehouden accompagne ment van Kovacs Lajos. Patricia Marshall en haar gracieus rhyth- misch ensemble hebben op meermalen prachti ge wijze het gedeelte verzorgd, dat aan Terp- sichoré gewijd was. Haar creatie in het Menuet van Mozart beteekende voor ons het hoogte punt van den avond. De mise-en-scène was su bliem. Voor ons zagen we een rijk gedrapeerd vertrek, in bezit genomen door een strijkorkest en het genoemde dansensemble. Het geheel was in Rococo-stijl gehouden en was daardoor reeds een lust voor het oog. Doch zoodra zetten de violen en cello's het beroemde menuet in en gaven de vier gratiën zich over aan dien schoonen dans, of er viel een diepe stilte in de zaal. De aanblik was zoo schoon, dat men er stil van werd. Een donderend applaus brak los, toen de laatste klanken verstorven waren en de danseuzes in diepe révérence het vallen van het Wagnerdoek afwachtten. Goed gezien, deze scène in het programma op te nemen! Tal van herinneringen doemen voor ons op nu wij even nadenken, wat wij nog meer van het programma zullen zeggen. We zien weer voor ons, hoe Bob Scholte allen vermaakt met zijn leuke liedjes en met zijn grappig acteeren. Een groot moment beleefde hij, toen hij een gezongen hulde bracht aan Prins Benno. Het publiek klapte zich de handen blauw, toen Bob daar stond, in de eene hand de vlag van Lippe- uit had, floot hij om zijn tevredenheid te be tuigen. „Zoodat Dennis gecrepeerd is, baas." „Dat heb je goed gezien," spotte Jan, en Clem trok een zuur gezicht. „Hoe komen we nou aan ons part?" vroeg hij. „Je gaat vanmiddag naar de stad om Larry's huis te bewaken." „Goed, dat kan." „En als je de gelegenheid krijgt, ga je naar binnen om de flat te doorzoeken." „Ook al," zei Clem geduldig, „maar waar is 't om te doen?" „Om een stukje blauw papier, zooals dit," zei Jan en liet Clem het strookje zien, dat hij van den kolonel gekregen had. „Dat maakt me niks wijzer," gromde Clem. „Waar moet ik zoeken, baas?" „Overal. Aangenomen dat je binnen komt. Je zult niet ver komen, als je op de stoep gaat zitten wachten, tot Larry je herkent. Hij zal je eer door hebben dan een ander." „Niks daarvan. De gooser die er onschul diger uitziet dan ik, als ik op karwei ben, is nog niet geboren." Jan was er niet zoo zeker van. „Ik zou je ln elk geval aanraden, je zoo toe te takelen, dat zelfs je moeder je niet zou herkennen al geloof ik niet, dat ze dat zoo graag zou willen." „Laat maar aan mq over, baas. Heb je een looper?" „Nee, stuur Larry maar een kaartje, dan zal hij de deur wel voor je open laten." Clem grinnikte zacht. „In orde, dat komt terecht." „En kijk goed uit je doppen," vervolgde Jan. „Een zekere mijnheer Brown van White- hall heeft zich definitief hier in de laan ge vestigd. Het zou wel goed zqn, als je hem onderweg kwijt kon raken!" „Die gooser kan me gestolen worden," zei Clem verachtelijk. „Het is de stomste ezel van de heele Yard, en van de Centrale aan den overkant erbij." Jan glimlachte. „Nou, ga je gang dan maar." „Komt terecht," verzekerde Clem en hij maakte zich uit de voeten. Onmiddellijk na de lunch ging hij op stap en detective-sergeant Brown zag een heer naar zich toekomen met een tweed sportpet op en een losse raglan jas aan. Onder de jas kwamen een paar golfkousen uit van een bij zonder patroon, die hem er vrijwel als een van de sportlui uit de omgeving deden uit zien. Vrijwel, maar toch niet heelemaal. Er was iets in de verschijning, dat detective sergeant Brown niet precies kon bevallen. Daarop draaide hij zich om en ging Clem achterna. Clem Wade had het gezelschap van Brown best kunnen missen, hoewel diens aanwezig heid hem. ook niet zoo erg bezorgd maakte. Hij was meer dan verrast, toen hij den Yardman in denzelfden wagen zag stappen, en kwam in de verleiding, den ander met de in 't oog loopende manier, waarop hij zijn vak uitoefende, voor den gek te houden. In Cannon Street zat Brown nog altijd ach ter hem aan en Clem vermaakte zich met telkens de straat over te steken om te zien, hoe dikwijls Brown 't hem na zou doen. Op 't laatst verveelde het hem en hq riep een taxi aan. Hij droeg den chauffeur op, naar de Barbican te rijden en gaf hem op voorhand een halve kroon. „D'r zit een gooser achter me heen," zei hij veelbeteekenend. „Een revolverheld, en ik wil hem afschudden tusschen hier en de Barbican. Als je me onderweg mist, rq dan maar recht door. Begrepen?" De taxichauffeur knikte. Biesterfeld en in de andere het oranje-blanje- bleu. Een geslaagde vondst! Welk een kosten en moeite heeft de organi seerde omroejfvereeniging zich getroost om de vele costuums en decors aan te schaffen. Het is vaak een lust voor het oog. Ja, het is duidelijk, dat men in Hilversum geredeneerd heeft: dit móét inslaan, ten koste wat het kost A.V.R.O.'s trots. Het is niet den heelen avond „tooneel" ge weest. Tot het programma behoorde ook een film, die een prachtig beeld gaf van de groote aanwinst, die de A.V.R.O. door het in het bezit nemen van de nieuwe studio, te boeken ge kregen heeft. Het is niet eenvoudig om een interessante rolprent samen te stellen over een gebouw en de verschillende onderdeelen daar van, maar ook ln deze heeft de A.V.R.O. geen halve maatregelen genomen, want de film werd vervaardigd door Loet C. Barnstijn. Zij mag buitengewoon geslaagd heeten, want op wel zeer suggestieve wijze werd ons veel te zien gegeven van het mooie studiogebouw en het leven daarin. Voor zoover zij niet persoon lijk in Casino aanwezig waren, kreeg men alle A.V.R.O.-kopstukken door middel van deze film te zien en te hooren. Dank zij een uit stekende regie was het een boeiend geheel. Ook tijdens de vertooning van deze film be toonde het publiek zich meermalen enthousiast. Zoo bij Hollander's reportage en vooral ook toen het kinderkoor met Jacob Hamel op het witte doek verscheen. Over dat kinderkoor gesproken: Bob Scholte en Greta Burbach hebben de aanwezigen nog eens extra vermaakt toen zij hen allen tot een „kinder"koor bombardeerden. Hoe gaarne gaven zich de honderden aan deze denkbeel dige verjongingskuur over. Lustig werd er onder leiding van die twee oolijkerds gezon gen van „Jarig Jetje", van „Kijk daar komt de IJsman aan" en van nog meerdere van die overbekende liedekens. En zoo zouden we door kunnen gaan met aardige belevenissen van dezen A.V.R.O.- avond te schetsen. Directeur Willem Vogt was aan wezig. Wij hebben echter nog niet verteld, dat A.V.R.O.'s directeur en grondlegger, de heer Willem Vogt, aanwezig was. Natuurlijk was hij medegekomen om een woord tot de Hel- dersche luistervinken te spreken. Bij zijn ver schijnen werd hij hartelijk toegejuicht. In zijn stemmig speechje begon de heer Vogt met zijn blijdschap er over uit te spreken, dat de burgemeester en vice-admiraal Kruys aan wezig waren. O.m. vertelde hij, dat Den Hel der de eerste groote plaats was, waar de A.V.R.O. met deze nieuwe revue verscheen, welke onderscheiding de luistervinken natuur lijk naar waarde wisten te schatten. Ontegen zeggelijk is de A.V.R.O. bij zeer velen popu lair, doch, zoo zeide de heer Vogt, bij ge legenheden als deze dreigt zij aan haar eigen reputatie ten onder te gaan. Immers men oordeelt: het wordt zóó druk op den avond van Kovacs Lajos, dat we toch geen plaats kunnen krijgen. Dan blijft men weg. En dat is fataal als er nog plaatsen te verkrijgen zijn, zooals het geval is voor het concert van hedenavond. Sprekende over de positie van de A.V.R.O. merkte de heer Vogt o.m. op, dat zij „niet arm is". Er is nog wel wat over gebleven na het bouwen van de nieuwe studio! Doch fataal is het te zeggen, dat de A.V.R.O. rijk genoeg is. Er is een verslapping waar te nemen in de mate van contribueeren. Eens deels moet dit toegeschreven worden aan de crisis, maar ook aan de omstandigheid, dat men oordeelt: de A.V.R.O. is rijk genoeg, ik kan nu mijn beurt van contributiebetalen wel eens een jaartje voorbij laten gaan. Spreker werkte de aanwezigen op om mede te helpen om de stijgende lijn, waarin de A.V.R.O. zich steeds bevonden heeft, te handhaven. Zelden hebben we een avond beleefd, waar op het publiek zich zoo enthousiast betoonde voor alles wat het geboden werd. We hebben dit reeds toegeschreven aan de kwaliteit van het zeer copieuze menu, dat gereserveerd werd. Maar als wij het goed hebben, was er ook nog iets anders, dat die velen tot zulke hartelijke huldebetuigingen moest bewegen. En wij bevonden, dat die moest gelegen zijn in de groote sympathie, in de warme vriend schap, die de luistervinken voor hun omroep koesteren. Wel dikwijls hebben wij 8^°°^ van het „A.V.R.O.-gezin". Mochten wij ooit voor ons zelf gedacht hebben, dat deze u - drukking was geforceerd was, dan is het ons gisteren duidelijk geworden, dat deze zegs wijze niet overdreven is. Warme hulde werd telkens en telkens weer aan de medewerkers van dezen avond ge bracht. Verschillende malen zagen we den heer A. Uithol over het tooneel schrijden om namens de aanwezigen bloemen te overreiken aan de solisten. Louis Schmidt en Bob Scholte werden extra verblijd, nJ. met een mooien krans. Ja, er was groote dankbaarheid btf de luistervinken, die eerst om half twaalf, in feestelijke stemming, huiswaarts togen. Zq zullen niet licht dezen mooien, vroolijken A.V.R.O.-avond vergeten. Twee gulden per aansluiting. In het Staatsblad van 28 September 1936, no. 188, kwam een Koninklijk Besluit voor, dat bijzondere maatregelen bevatte ten aan zien van radiocentrales. In even vrijere ter men gezegd, behelsde dit K. B. o.m. het vol gende: De zorg van de Overheid voor den radio- omroep in Nederland brengt mede het bevor deren van de juiste onderlinge verstandhou ding der in dezen omroep werkzame groepen, met name van de omroeporganisaties en de distributiebedrijven, en het openen van moge lijkheden, dat deze en andere ln den omroep werkzame organen, elk op zijn gebied, op doelmatige en harmonische wijze kunnen medewerken aan de vervolmaking van dezen omroep. Voorts is het in het belang van dit doel naast het van Overheidswege rekening houden met de bestaanseischen, welke in economisch-technisch opzicht voor omroep organisaties en distributiebedrijven gelden, voorzieningen te treffen voor het ter beschik king stellen van gelden, waar zulks voor dat doel als redelijk moet worden erkend. In verband hiermede is artikel 37 van het Radioreglement 1930 gewijzigd. Sub. 1 luidt: De houder van de mach tiging is verplicht een bedrag van 2.— per jaar en per op de inrichting aange brachte aansluiting, waarover het door de inrichting gebodene, naar keuze van den aangeslotene, volledig kan worden ont vangen, ter beschikking te stellen voor de bevordering van de belangen van den Nederlandschen omroep. 2. De gelden, die op deze wijze ter be schikking komen, worden in volgorde van voorrang aangewend: a. ten bedrage van 10 procent, teneinde hieruit den aanleg en de exploitatie van radiodistributie-inrichtingen mogelijk te ma ken in gebiedsdeelen, waar, ondanks de be hoefte aan een radiodistributie, deze zonder nadere geldelijke voorziening niet tot stand kan komen of in stand kan worden gehou den, alsmede teneinde uit dit bedrag voor zulke gebiedsdeelen rechtstreeksche ontvangst voor de radiodistributie-inrichting door mid del van interlocale geleidingen mogelqk te maken. Er volgt dan een opsomming van de be stemming van het restant. In het kort gezegd is dit restant bestemd voor: 50 procent van den huurprijs der zend- inrichtingen, die ter beschikking worden ge steld van de omroeporganisaties; 50 procent van de onkosten, die door de Nozema, aan welk orgaan de inning onder sub 1 genoemde bijdragen van de radio centrales is opgedragen, gemaakt worden voor de buitenlandsche vertegenwoordiging van den Nederlandschen omroep en voor taken, die gerekend kunnen worden te behooren tot het verzorgen van het algemeen omroep- belang; rfUUINETIKET: vol cn zacht ,ic'vy J Losse nummers van de Heldersche Courant zijn, behalve aan ons kantoor, tegen den prjjs van 3 cent, verkrijgbaar by de volgende boekhandelaren en depóts: Boekhandel: Schreuder, Koningstraat. Spruit, Kanaalweg. Duinker, Spoorstraat. Depóts: Minneboo, VischstraaL 't Hart, Schagenstraat. Biegstraten, Corn. Ditostraat. Buis, Molenstraat. Jongkees, Paardenstraat. Smit, Westgracht. Bres, Spoorgracht. Uipkes, Brakkeveldweg. Riedeman, Oranjestraat. Mondfrans, Jonkerstraat. Thijssen, Basstraat. Kramer, Ruyghweg. Heiligenberg, Stakman Bossestraat. 50 procent van de algemeene kosten van de Nozema. Van 25 cent tot 2.per jaar. In afwijking met datgene van artikel 37, dat wij hierboven geciteerd hebben, wordt bepaald, dat de bijdrage voor het jaar 1936 bedraagt 25 cent per aanslui ting, voor het jaar 1937 1.25, voor 1938 1.50 en voor 1939 1.75. Alle volgende jaren zal dan de genoemde 2.per aan sluiting betaald moeten worden. Tenslotte zegt het Koninklijk Besluit, dat de bepalingen ervan op 1 October in werking treden, zoodat de nieuwe verplichting van de radiocentrales vandaag precies veertien dagen loopt. Uit een en ander bljjkt dus, dat o.m. de Heldersche Radio Centrale Onderneming, beter bekend als de H.R.C.O., tengevolge van dit Koninklijk Besluit voor vrij aanzienlijke verhooging van lasten komt te staan. Voor het loopende jaar moet de centrale nog 0.25 voor eiken aangeslotene betalen. De contribu tie bedraagt 40 cents per week voor eiken aangeslotene. Stellen we, het door de Centrale te betalen bedrag aan de Nozema op 2 cent per week voor eiken geabonneerde, (hetgeen wel ongeveer uitkomt als men de 13 weken Donderdag 15 Oct. 17.35 uur „Die andere snuiter lijkt me niet al te snugger, hè?" vroeg hij twijfelachtig. „Nee, maar ik ben 't zooveel te meer. Ooit gehoord van „Buil" Dugan van de Centrale?" „Bedoel je de Yard?" „Nee, New York." Clem toonde een penning, die eertijds aan kapitein Dugan van de New Yorksche politie had behoord, en sprong in de taxi. Toen ze wegreden, loerde hij door 't achterruitje en zag vergenoegd, dat Brown ook een taxi charterde om de vervolging voort te zetten. Onder het rijden bracht Clem eenige noodzakelijke wijzigingen aan in zijn uiterlijk. De raglan jas trok hij uit, waardoor hq een paar beenen onthulde, die niet door een plus four waren bedekt, zooals Brown uit de op zichtige golfkousen had afgeleid, maar door een gewone grijze broek, die netjes boven de knieën opgerold was. Hij bracht ze weer in haar gewoon fatsoen en haalde uit den zak van zijn overjas een opgerolden slappen hoed, waartegen hij zijn twee sportpet verruilde. Tenslotte draaide hij den raglan binnenste buiten, waardoor het een chique blauwe trench-coat werd. In een krant, die hij bij zich had, maakte hij een smalle spleet en daar mee waren zijn voorbereidingen voltooid. Hij keek eens uit en zag, dat ze in Alder- gate Street waren en dat Brown's taxi volg de op een afstand van ongeveer vijftig meter. Hij wachtte nog tot zijn eigen taxi de Barbi can inzwenkte, opende het portier en sprong op den grond. 'n Paar seconden later kwam Brown's taxi ook den hoek om, maar Brown had volstrekt niet in de gaten, dat het heerschap met z'n blauwe jas, dat op het trottoir stond te lum melen en door een spleet in z'n krant naar de voorbijgangers loerde, de man was, dien hij vervolgde. Toen Brown's taxi uit het oog was, liet Clem zijn krant zakken, vouwde ze zorgvul dig op, draaide de Angels Crescent in en ging naar Lou Staam's winkel. Dadelijk kwam ouwe Lou uit het donkere achterkamertje te voorschijn dribbelen. „Een van de jongens, hè?" knutterde hij. „Wat is er van je verlangen, Clem?" „Zeg, kun je me zoo toetakelen, dat m'n bloedeigen zuster me niet zou herkennen?" Lou klakte met de tong, om uit te druk ken, dat hij nog veel meer kon dan zoo'n klei nigheid. „Wat zal het zijn Ik heb de complete blindenmansuitrusting, hè?" HÜ snuffelde wat rond en haalde een oog- scherm, een tinnen kroes en een bordje met het opschrift „geheel blind" uit den rommel. „Dit kun je hebben voor tien shilling! Sixpence de kroes, sixpence het bord en een shilling voor de oogkap. En zeven en zes het hondje. Elke vergunning kost dat. Als ie wacht, zal ik het halen." „Laat maar," grinnikte Clem. „ik moet vlug kunnen opschieten, en dat kan ik niet, als ik met een hond moet optrekken." Lou hoorde de weigering gelijkmoedig aan en het Clem een gedeukte viool zien. „Run je hierop spelen? Je kunt hem goed koop hebben. Vijftien shilling." „Nee, ik ben geen liedjeskramer. Trouwens „Je wilt niet graag staan, hè? Ik heb ook „Ik zou er nogal leuk uitzien in een rol stoel met de halve Yark achter me." Lou dacht een oogenblik na. „Het draagbare orgeltje is uit," overleede hq. Chorley de Neus heeft het. Waarom niet de trottoir-artiest, hè?" hü niet graag staan, hè? Goed, je zit. Heel ge makkelijk. Alleen maar zitten en wachten, tot de poen binnenrolt. Pleizier met profijt." „Dat is goed," knikte Clem. „Maar ik weet van schilderen geen snars." „Niemand van de jongens weet daarvan iets af," grinnikte de oude. „Ik leen jullie ja de schilderijen, voor een shilling per keer, en sixpence het doosje krijtjes. Je kunt toch wel een brood teekenen, hè?" „Zeker, dat zou ik wel klaarspelen." „Fijn. Dan is alles wat je te doen hebt, er onder te zetten: „Gemakkelijk te teekenen, maar moeilijk te bekomen", en dan ben je fertig." Oude Lou scharrelde een pak nogal groote platen op, door ouderdom en slechte behan deling geteisterde overblijfselen van wat nooit meesterwerken geweest waren. „Hier zqn de beauties", klakte hij. „De eerste minister. Zeer natuurlijk. O, zeer goed. De Prins van Walen kun je niet hebben. Die is uit. Erg populair. Al de dames geven two pence voor hem. Geven maar één penny voor den eersten minister." Clem bekeek de „beauties" met de oogen van een kenner. Die dingen passen goed bij mij", gaf hij te kennen. „Als ik met een stukje krijt gPS zwaaien, zou ik het niet veel slechter doen. Wat is dat voor een juffrouw?" Hij wees op een dame met vlammend rood haar en laag uitgesneden japon. „Die? Is ze niet Wunderschön? Hè? Dat is een oude meester. Echt. „Portrüt van een dame". Neem die erbjj, Clem." Clem bromde, deed haastig zjjn keuze en onderzocht ook het doosje krijt. „Zeg Lou," viel hij uit, „er is geen groen y» en die dame heeft een groen ding (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 8