Stadsnieuws
Visscherij
ONZE IIITIFKUK
HERMAN NYPELS'
DE
STROOPER.
voldoet aan
Waar gaan we heen
Vriidafl 16 October 1936
Wiener Sangerknaben.
«De Rozenkrans".
Uitspraak scheepsongeval
a.b. Hr. Ms. Gelderland.
Burgerlijke Stand van Den Helder
Heldersche Courant
Kovacs Lajos voetbalt
tegen de
Heldersche Courant*
Tweede Blad
ZEGER HOUTER, Banketbakker
KANAALWEG 130 - Tel. 107
VANAF HEDEN
IEDER E N ZATERDAG
SAUCIJZENBROODJES
RAGOUTBROODJES
KOOPT NU-
HET IS UW VOORDEEL
KLEDINGMAGAZIJNEN
EIGEN COUPEUR - EIGEN ATELIERS
Licht op voor alle voertuigen
FEUILLETON.
DOOR
PETER BARON
inschrijving handelsregister
van 613 October 1936.
Nieuwe zaken 5
Den Helder,
p Hossen, Javastraat 78a, Kruidenierswaren
en Manufacturenhandel.
W^jzig'nSen,
nen Helder:
D Kort, Zuidstraat 75, Bierbottelarij, Limo-
padefabriek en Wijnhandel; nieuwe eigenaar.
Zooals wij reeds eerder hebben vermeld,
komt het beroemde koor der Wiener Sanger
knaben op zijn tournée door Nederland ook
weer onze stad bezoeken.
Aan de bemoeiingen der Casino-directie,
piaar niet minder door het fenomenale succes
hij hun optreden in het vorige seizoen alhier,
hebben we het te danken dat dit wereldbe
roemde knapenkoor tot een tweede optreden
in onze plaats was te bewegen. De avond is
vastgesteld op Zondag 25 October. Heden
avond wordt door de K.R.O. vanuit Maastricht
bet programma der Wiener Sangerknaben uit
gezonden, met medewerking van het Sted.
Orkest van Maastricht. De uitzending is van
9,15 tot 10 uur.
een tweede kovacs-avond.
Een enthousiast auditorium.
In onze courant van gisteren gaven we
reeds een uitvoerig verslag van de eerste der
beide Kovacs Lajos-avonden, maar dank zij
de geweldige populariteit van dit ensemble
kunnen we niet nalaten, waar 't dezen twee
den avond betreft, hierop nog even terug te
komen. Om te beginnen was er een uitver
kochte Casinozaal en een publiek, dat popelde
van belangstelling in de komende dingen. En
dat het in zijn hooge verwachtingen niet is
teleurgesteld, bleek wel uit het hartelijke ge-
applaudiseer, dat herhaaldelijk opklonk. De
voetbalmatch, die gisterenmiddag tusschen
de Kovacs-leden en het personeel van onze
courant werd gehouden en die in een zege
voor de „Kovacs mannen" endigde, bleek een
punt te zijn, wat op het programma moest
worden ingelascht. De dirigent zelf zorgde
voor de woorden, terwijl Bob Scholte dit heu
gelijke feit even aan „mevrouw zijn echt-
genoote moest telefoneeren". We kunnen niet
nalaten hieronder de woorden te laten volgen:
Hallo, Hallo, Mien,
Ja ik, ben er nog Mien.
Of er wat is gebeurd vandaag?
Ons voetbalteam 65 gewonnen.
Een bal kreeg Ludwig op zijn maag,
Maar 't ging heel best,
Mevrouw m'n echtgenoote
Het ging vandaag op 't veld O.Ké.
Eerst wou het niet men moest eerst
[even wennen,
Maar daarna liep ons alles mee.
Eerst hadden wij een achterstand
Tegen de lieden van de krant,
Maar na de rust werd het eerst spel
Mijn lieve Mien, als ik vertel,
Hoe Markman in zijn doeltje springt,
Hij keept nog beter, dan hij zingt.
De Song Singers, die zijn ook best,
Wat zij niet schoten, schoot de rest.
Dat was een match, mevrouw m'n
[echtgenoote.
Gewonnen wsrd vijf tegen zes.
Overbodig te vertellen, dat deze op geestige
wijze voorgedragen song er bij het publiek in
ging. Trouwens zoo was de heele avond. Een
vlotte afwerking en een geestige afwisseling.
Een aardige attentie was er nog voor Greta
Burbach, onze oud-stadgenoote, tevens een
lieve sopraan. Zij kreeg n.1. van haar
baker een aardige bloemenmand.
r—
950ste opvoering.
Niet minder dan voor de 12e maal komt het
mooie werk „De Rozenkrans", naar de be
roemde roman van Florence Ravelay in Den
Helder. En ook dezen keer weer verwacht de
Casino-directie een grooten toeloop voor dit
prachtvolle tooneelspel, dat reeds zooveel volle
zalen heeft getrokken. De voorstelling wordt
gegeven door het le rangs gezelschap „De
Vereen. Schouwspelers", dir. Pierre Mols.
De hoofdrollen zullen worden vertolkt door
de gevierde artisten Eny de Leeuwe en Pierre
Mols.
„De Rozenkrans", het stuk dat eerstdaags
zijn 1000ste opvoering gaat beleven, blijkt nog
altijd zijn groote aantrekkelijkheid te hebben
gehandhaafd en er zijn zelfs tal van tooneel-
liefhebbers welke dit zeer boeiende en voor
treffelijk gespeelde tooneelstuk tot 2 3 maal
toe hebben gezien. Grooter reclame is er voor
een tooneelstuk niet denkbaar.
De marine-raad deed gisteren uitspraak be
treffende het ongeval op 15 Juli 1936 tijdens
de marine-manoeuvres aan boord van Hr. Ms.
pantserschip „Gelderland" gebeurd, waarbij de
matroos M. van Dijk bij het looden, in de
Roompot over boord is gevallen en verdronken
Het onderzoek in deze kwestie had plaats
in de openbare zitting van den raad op
23 September j.1.
Het is gebleken, dat bij het opzetten van
het stuurboords-loodingsbordes, een werk, dat
door de matrozen Wilms en Van Dijk verricht
werd, verzuimd is een pen, welke de verbin
ding tusschen stut'en stang van het hekwerk
vormt, te bevestigen.
Om in het gemis hiervan te voorzien, heeft
Wilms het einde van een loodmat om de
stang gewonden en de stevigheid er van ge
probeerd. Geen van beiden had een lijf
seizing om. Bij het looden heeft deze verbin
ding zich echter begeven en is van Dijk over
boord gevallen en verdronken.
De raad is van oordeel, dat dit ongeval
te wijten is aan een zeer ongelukkigen
samenloop van omstandigheden.
Er hebben tekortkomingen plaats ge
had, doch deze zijn niet alleen bij Wilms
te vinden en voorzoover dit wel het geval
is, zijn zij verklaarbaar en begrijpelijk.
Door een ongewonen gang van zaken
degenen, die de uitvoering der orders moesten
controleeren, waren met andere werkzaam
heden bezig was een factor geschapen,
waardoor de gebrekkige wijze van optuigen
van het bordes niet tijdig werd ontdekt.
Was bovendien matroos Van Dijk voorzien
geweest van een lijfseizing, of had hij be
hoorlijk kunnen zwemmen, dan zou hij hoogst
waarschijnlijk niet verdronken zijn. Zelfs nu
heeft het weinig gescheeld, of hij was nog
gered.
De raad wijst er dan ook op, dat nu weer
eens duidelijk aan het licht is getreden, dat
er steeds op moet worden gelet, dat allen, die
buitenboordswerk verrichten van een lijfsei
zing behooren te worden voorzien.
van 15 October.
GETROUWD: A. L. H. Bergwerff en E. M.
Henrich.
BEVALLEN: J. DeelstraHam, z.; C. P.
C. SijmonsCaesar, d.
OVERLEDEN: Wed. W. van der Ven—
Oudeboom, 88 jaar.
In Staatsblad no. 776 komt het crisisbesluit
voor betreffende de landbouwcrisiswet en o.a.
de bepaling omtrent de maaswijdte der netten
van 7)4 cm.
Deze maatregel gaat in op 1 Januari 1937
en vermeldt, dat de schepen, die aan de treil-
visscherij deelnemen en daarvoor een uitvaart-
certificaat hebben, slechts aan boord mogen
hebben netten van de genoemde maaswijdte.
Uitgezonderd daarvan zijn de visscherij op
makreel en sprot.
Alleen degenen, die als georganiseerden
staan ingeschreven bij de Visscherij-Centrale
mogen handel drijven in zeevisch.
Certificaten van uitvaren worden gegeven
aan die vaartuigen, welke na 1 Januari 1934
aan de treilvisscherij hebben deelgenomen.
Het „Dagblad voor IJmuiden" meldt, dat
door den voortdurenden overvloedigen aan
voer van visch de prijzen voor verschillende
vischsoorten Woensdag begonnen te dalen.
Vooral de makreel en haring werden goed-
kooper, zoodat de booten, die met groote
vangsten aan de markt kwamen, nauwelijks
bevredigende besommingen verkregen.
Dat is wel telkens het geval; zoodra er
wat veel aanvoer is, gaan de prijzen zakken.
Men kan zich afvragen: als er, zooals vaak
wordt beweerd, meer aanvoer van visch moet
komen, omdat de handel daaraan behoefte
heeft, er dan zoo spoedig een zoodanig teveel
is, dat de prijzen sterk omlaag gaand beeld
toonen. Men beweert, dat er een tekort aan
rondvisch is, waarnaar de consumenten in het
algemeen vragen en bepleit dan een grooter
contingent van buitenlandsche visch. Nu is,
dunkt ons, makreel een rondvisch, die wat
smakelijkheid betreft, zeker de vergelijking
met schelvisch kan doorstaan. Dan rijst de
vraag waarom de consument geen genoegen
met makreel zou nemen, indien er geen schel
visch naar zijn zin is te krijgen. Misschien
is makreel nog te weinig bekend bij het
publiek en is het slechts gewoon die in ge-
rookten toestand te gebruiken. Maar wanneer
men gewoon is geraakt om makreel ook ge
stoofd of gekookt teconsumeeren, dan mee-
nen we, zal het meerendeel dier consumenten
geen bezwaar meer maken.
Wij althans vinden makreel een voortreffe
lijk vischgerecht en de prijs is thans van dien
aard, dat het voor den vischgebruiker met
niet al te breede beurs meest geen over
wegend bezwaar zal opleveren zich dat ge
recht op tafel te doen zetten.
In dit opzicht zou de propaganda nog wel
wat kunnen verrichten,, zoodat het minder
noodig zou blijken om telkens weer aan te
dringen op een grooter toevoer van buiten
landsche visch.
Maar wanneer er iets tot stand zal komen,
hetwelk reeder en handel bevredigen kan, dan
zal er een vergelijk tusschen deze beide groe
pen moeten komen.
Heeft de handel behoefte aan een bepaalde
vischsoort, goed: laat de reeder er voor zor
gen, maar ook die moet dan eenige garantie
hebben van besomming.
Aan de Oostkust van Engeland is het licht
van Sheernes gewijzigd.
Het witte schitterlicht van Queensbrough
Spit is gewijzigd in een onbewaakt rood schit
terlicht met een periode van 10 sec., zichtbaar
2 zm„ hoogte boven water 28 voet. Het tijde
lijke witte vaste licht is gedoofd.
Ondanks de mindere prijzen kwamen ver
schillende loggers toch tot besommingen ruim
boven hun gewone gemiddelde uitgaande.
Er waren er weer, die boven de duizend
gulden uitkwamen en ook boven 600.en
900.En dit resultaat kan als zeer bevre
digend worden beschouwd.
De wulkenprijs is de laatste dagen heel wat
teruggeloopen. Was die verleden week nog
ongeveer 20.per baal, thans is die onge
veer 14.
Toch blijven de aanvoeren tamelijk beperkt,
zoodat het niet aan te ruimen aanvoer kan
liggen. Waarschijnlijk dat de mindere koop
kracht in België er mee in verband staat.
De heeren nemen de overwinning
mee. Stampvolle tribune en een
enthousiast publiek. Bob Scholte...
„de MeUeker". Blokker... die z'n
dag niet had.
(Van onzen nlet-deskundigen verslaggever).
Gistermiddag heeft op het Helder-terrein
plaats gevonden de aangekondigde kamp der
kampen, geleverd tusschen een elftal gerecru-
teerd uit technisch en administratief personeel
van de Heldersche Courant en... de band van
Kovacs Lajos.
Zoo geviel het, dat wij, vrijwel besefloos van
iedere voetbalwetenschap, terreinwaarts togen,
aangezien collega sportredacteur de captain-
rol van het plaatselijk team op zich genomen
had.
Met zekeren schroom arriveerden we en ge
dachten heimelijk het feit, dat dit de derde
maal was dat we in de laatste 12 jaar een
wedstrijd zagen. Eens was het AjaxHelder
en een andere keer AtlasSparta. Bij de
laatste werd gevochten, zoodat er een hiaat
ontstond van 10 jaar...
Het was koud op het Helder-terrein gister
middag, en af en toe zelfs héél koud, zoodat
we niet goed begrepen hoe het ter wereld
mogelijk was, dat zich een tot barstens toe
gevulde tribune aan ons oog vertoonde. Men
zat als één compacte massa samengedrukt en
was reeds bezig met de elftallen, zij het on
gezien, aan hevige critiek bloot te stellen.
Er was muziek van de HRCO, en velen zon
gen mee, hetgeen prettig aandeed.
In de kleedkamers.
Alvorens onder te gaan in het tribune-volk,
hebben we een bezoek aan de kleedkamers
gebracht.
Bij Kovacs was de stemming grandioos en
op onze vraag of men overwinnings-adspira-
ties koesterde werd ons toegevoegd dat het
minstens zooiets als 200 zou worden. Voorts
ontdekten wij veel mannelijk négligé en was
het curieus zoo nuchter zelfs Kovacs Lajos-
lingen er in hun ondergoed uitzien. Bob
Scholte in een jaeger onderhemd, met een ge
stikt borstje is iets wat te denken geeft...
Voorts deed men wat onwennig met voet
balschoenen en verdeelde op geheimzinnige
wijze de onderlinge functies.
Aan den anderen kant was men iets stiller,
doch zoo mogelijk nog zekerder van de
victorie.
Ook hier oncharmante lange onderbroeken,
met en zonder bandjes, dikke wolletjes en zoo
voorts, en ook hier het geven van de aller
laatste instructies.
Vrijdag 16 October.
Show-boat (ligplaats Binnenhaven)8.30
Concert K.R.O.
Zeevaartschool, 8 u. - Lezing Heldersche
Weer- en Sterrekundige Kring.
Zaterdag 17 October.
Casino, 8.15 u. Zanguitvoering „Morgen
rood".
Militair Tehuis, Spoorstraat, 8 u. Propa
ganda-vergadering Dem. Jongeren Vereeni-
ging (oprichting).
Zondag 18 October.
Casino, 8.15 u. Tooneelvoorstelling „De
Roozekrans".
In de tribune, krakend onder de alles
overtreffende lading, was het een enthousias
me van belang, evenals aan de lijntjes. Men
zag daar jonge knapen, stil ter schoolbank
ontsloopen om getuigen te zijn van het komend
heroiek festein. Voorts oude moeders, groot
vaders en vrienden en familieleden der spelers.
En tenslotte een heele categorie van menschen
die nog nimmer in hun leven op een voetbal
veld geweest waren maar dit niet wilden
missen.
Het spel gaat beginnen.
En zoo, om twee uur precies, ving deze wed.
strijd aan, de mannen van Kovacs in zwarte
broeken en blauwe shirts, de anderen in dito
broeken en oranje hemdjes (van „Helder" ge
leend, zooals ons dat verteld werd...).
Voor beide, het veld opstormende ploegen,
ging een gejuich op, doch voor de jazzband
menschen was het het machtigst. Waaruit
weer eens blijkt hoe populair ze zijn...
Dan k[jkt scheidsrechter Bremer, zóó van
achter de nietmachine gesneld, op z'n klokje
en vangt het spel aan.
We hadden aanvankelijk plannen gehad bij
dezen wedstrijd eens goed op te letten en er
wat van te leeren. Wat beteeken je tenslotte
in dezen tijd indien je niet weet van een
„hens" is, wat een „ofsijt" en wat een
„penantie"! Dat alles wenschten wij op dezen
middag te leeren, en meer nog.
Evenwel... aanvankelijk bleek ons, dat deze
ploegen alles behalve saamhoorigheidsgevoel
bezaten. Er werd wat getrapt en achter den
gedraafd, zonder dat wij perspectief in het
kan liggen...)
Critiek.
Aller aandacht was gevestigd op de heeren,
die anders kweelen van poesta's en liefde bij
maanlicht, die de schoonste melodieën toove-
ren uit trekharmonica's, die de drum beran-
selen en op saxofoons zuigen.
Het was een wonderlijk samenraapseltje.
En de tribune spaarde geen critiek. Al binnen
5 minuten was vastgesteld, dat „Bob"
(Scholte) een „melleker" was dat Willy, een
reus van een man, met een superbe buik en
wit-mollige knieën „een bul" was. Voorts
was er een „kerel met meidehare" en ging het
gerucht dat de midvoor gluton aan z'n
schoenen gesmeerd had om bal-vast te zijn...
Maar ook de mannen van de krant werden
niet gespaard. Zoo kon men kreten hooren als
„Heiiiii Blokker... is 't koud bove...??" (het
geen duidde op 's jongemans opvallende
lengte) en bij het treuzelen van den sport-
Vrijdag 16 Oct.
17.33 uur
21)
Hoe zit dat?"
Onder veel verontschuldigingen herstelde
u zijn vergissing.
"Nou, met een beetje braune olie, die je
kunt afwasschen, die kost twopence, en de
00gkap, die kost een shilling, zal niemand je
kennen. Ik reken vijf shilling voor de schilde
ken en vijf shilling voor deposit. Moet ja op
mÜn spullen passen, Clem. Het krijt is in
begrepen. Die doos, als je die erbij wilt heb-
ben> is extra."
Clem stemde met die voorwaarden in en
Sfrg zich verkleeden. Toen hij weer te voor-
Schijn kwam, droeg hij de treurige overblijf
selen van drie pakken, een vuile das en een
grijzen hoed, die zijn oogen, waarvan er één
met een oogkap bedekt was, overschuwde.
^tjn anders nogal bleek gezicht was wat don-
erder gemaakt, en een paar penseelstreken
0Ver de wenkbrauwen en de noodige schadu-
^®n onder de oogen maakte hem vrijwel on
herkenbaar. Hij enterde een bus en liet zich
naar Oxford Street brengen. Daar ging hij
telefooncel binnen en belde Larry op. Toen
j Larry's stem hoorde antwoorden, wist hij
meteen alles, wat hij weten wilde, namelijk,
dat Larry thuis was. Maar als hij nu ineens
afbelde, zou hij Larry's argwaan kunnen op
wekken.
„Spreek ik met mevrouw Carlyle Smith?"
vroeg hij listig met een diepe bas en grin
nikte bij Larry's beleefde ontkenning.
Vijf minuten later betrok hij zijn post in
Bruton Street, zoo dicht bij Larry's flat als
hij maar durfde, en teekende het onvermij
delijke brood. Het^eerste uur had hij schik in
het nieuwe van zijn toestand, maar toen be
gon het vervelend te worden. Larry scheen
niet van plan uit te gaan. De gedachte, dat
zijn broer waarschijnlijk voor een uitstekend
maal zat, terwijl hijzelf zich met een paar
sandwiches tevreden moest stellen een
artistieke toetst, die Lou aangeraden had
droeg er bovendien toe bij om Clem's onge
mak te vergrooten. Toen er vier uren ver
streken waren, was de toestand ondragelijk
geworden. Clem hield van gezeligheid en van
een praatje, en tot nu toe had hij slechts
enkele woorden kunnen wisselen met een
postbode, die als zijn meening te kennen gaf,
dat „je hier niet veel zult krijgen, maat; de
lui hier hebben het wel, maar alleen, omdat
ze het houden". Wat de waarheid was. Toen
Clem bij het einde van het vijfde uur den
oogst bekeek, voelde hij zich erg teleurgesteld.
Het begon ook al langzamerhand donker te
worden en vermoeid pakte hij zijn schilde
rijen samen. Peinzend keek hij naar de ver
lichte ramen van Larry's flat. Zou zijn broer
mischien in het geheel niet uitgaan? Die
mogelijkheid maakte hem zijn baantje tegen,
wat hij karakteristiek uitdrukte in een paar
vloeiende superlatieven. Op hetzelfde moment
ging echter het licht in Larry's kamer uit.
Clem pakte haastig zijn boeltje bijeen en
wachtte, totdat Larry het huis verlaten had
en ver genoeg uit de buurt was. Toen ging
hij naar het huis en begon zich bezig te
houden met het slot van de deur, dat na een
paar seconden bezweek. Clem richtte zich
op.
„Dat moest je niet doen, Clem," zei een
bekende stem achter hem. „Je kunt drie
maanden krijgen voor den eersten keer."
XV.
Zoodra Clem haar had verlaten, ging Bar-
bara naar de garage en onderwierp haar
twoseater aan een nauwkeurig onderzoek.
Mortoren waren Barbara's eenige liefhebberij
en eigenlijk ook het eenige pleizier, dat zij
ooit gekend had.
Het was een prachtige morgen en Barbara
vroeg zich af, of zij niet naar de stad moest
om een en ander te gaan koopen, dat on
ontbeerlijk was voor haar bestaan. En toen
zij niets in dien geest kon vinden, besloot zij
dan toch maar onverwijld iets te gaan
koopen, en reed met een vJartje naar Lon
den. De snelle rit kleurde haar wangen licht
rood en vulde haar hart met pleizier in het
leven, en in het bekoorlijke landschap van
Kensington vergat zij spoedig de schaduwen
van dien morgen. Toen zij de High Street in
reed, draaide menige man zich om, teneinde
dat aardige meisje in haar vlotten wagen na
te kijken. Den morgen bracht zij door met
winkelen en een keurige lunch vernieuwde
haar ijver om koopjes op te scharrelen. Zoo
werd het theetijd en met een langzamen rit
langs het Embankment, waar ze stopte om
naar de oude grijze rivier te kijken, keerde
ze terug naar Oxford Street en inspecteur
Keating.
Hij wachtte haar op vóór „Bacchus" en
zij zag heel goed de waardeerende bewonde
ring, waarmee hij haar hielp uitstappen.
Hij had een tafeltje in een box gereserveerd,
van waar zij de beweging op den dansvloer
konden gadeslaan. Er waren rozen op tafel
en hij had zich klaarblijkelijk alle moeite ge
geven bij de keuze van spijzen en wijn. Bar
bara, die met vrouwelijke scherpzinnigheid
de symptomen uitlegde, zooals ze uitgelegd
moesten worden, glimlachte; en vond hem
over 't geheel iets meer dan een aardigen
kameraad. Genoeglijk luisterde zij naar zijn
nogal langzame, zakelijke stem, als hij ha<Cr
verschillende beroemdheden aanwees. -'Hier
een sportieven Noor, daar een beroemden
schrijver, en op den dansvloer een lid vaS
den diplomatieken dienst, dia -danste met een
bekende vrouwelijke dokterfTenslotte vestigde
hij haar aandacht op een schraal jonkman,
met opmerkelijk overvloedig haar en opmer
kelijk weinig kin, die in vervoering rond-
zweefde met en vrouw van tweemaal zijn
leeftijd.
„Dat is de laatste van de gekke Steyning's,"
zei Keating, „en een neef van je."
Barbara keek belangstellend toe. „De naam
komt me bekend voor," meende ze.
„Dat zal wel. Het is de naam van je
moeder."
Daar keek Barbara van op.
„Steyning?" vroeg ze, en lachte om haar
verwarring te verbergen. „U ziet, ik weet
van mijn moeder erbarmelijk weinig. U hebt
haar gekend, is het niet?"
„Iedereen kende Ellie. Ze was de eenige
Steyning, die niet krankzinnig stierf. Als zij
lang met Ralph had moeten leven, zou zij
anders wel krankzinnig geworden zijn."
Hij vroeg haar verlof te rooken een hof
felijkheid, die ze niet van Keating verwacht
zou hebben en bood haar zijn koker aan.
„Ik verbeeld me, dat ik den naam onlangs
nog gehoord heb," zei ze peinzend, terwijl hij
haar sigaret aanstak.
„De Earl van Steyning is de vorige week
gestorven. In een gekkenhuis. Het heeft in
alle kranten gestaan. Alle Steyning's sterven
krankzinnig."
„Dank u. Ik ben er een afstammeling van in
rechte lijn. Ben ik ook familie van den over
leden Earl?"
„Je grootvader."
Barbara dacht even na.
„Maar ik herinneren me den naam in ver
band met 't tooneel," zei ze.
„Dat kan. Je moeder de Ellie Steyning
was actrice, voor zij Ralph ontmoette, en
een beroemde nog wel."
„Aristocraat en actrice gaat anders niet al
te best samen, dunkt me."
„Toch wel. De helft van den tegenwoordigen
adel is op de planken geweest, en de andere
helft zou ook wel gewild hebben, maar was
er te leelijk voor."
Zij zat een poosje zwijgend te rooken en
staarde uit het raam in ed breede straat, waar
het allengs donker werd. Ze begon zich af te
vragen, wat de inspecteur met zijn voort
durende oplettendheden voor had, en of hij
nog over liefde zou beginnen, zoolang zij daar
zaten. Maar hij scheen door zijn eigen ge
dachten in beslag genomen.
„Waar denkt u over?" vroeg Barbara, toen
de stilte haar te lang duurde.
Keating keek op en kwam tot de werkelijk
heid terug. „Over een oud spreekwoord," zei
h[j plagend. „De weg naar het hart van een
vrouw leidt door den zak van een man."
„Een vrouw? Hoe spannend. Wie is de ge
lukkige?"
„JÜ- Maar niet al te gelukkig. Me dunkt,
dat het zoowat tijd is, dat je je anker licht en
uit Reigate wegzeilt."
,,'t Is een haven in den storm," zei Barbara
en haalde de schouders op.