Stadsnieuws Visscherij ONZE IIITIFKUK HERMAN NYPELS' DE STROOPER. voldoet aan Waar gaan we heen Vriidafl 16 October 1936 Wiener Sangerknaben. «De Rozenkrans". Uitspraak scheepsongeval a.b. Hr. Ms. Gelderland. Burgerlijke Stand van Den Helder Heldersche Courant Kovacs Lajos voetbalt tegen de Heldersche Courant* Tweede Blad ZEGER HOUTER, Banketbakker KANAALWEG 130 - Tel. 107 VANAF HEDEN IEDER E N ZATERDAG SAUCIJZENBROODJES RAGOUTBROODJES KOOPT NU- HET IS UW VOORDEEL KLEDINGMAGAZIJNEN EIGEN COUPEUR - EIGEN ATELIERS Licht op voor alle voertuigen FEUILLETON. DOOR PETER BARON inschrijving handelsregister van 613 October 1936. Nieuwe zaken 5 Den Helder, p Hossen, Javastraat 78a, Kruidenierswaren en Manufacturenhandel. W^jzig'nSen, nen Helder: D Kort, Zuidstraat 75, Bierbottelarij, Limo- padefabriek en Wijnhandel; nieuwe eigenaar. Zooals wij reeds eerder hebben vermeld, komt het beroemde koor der Wiener Sanger knaben op zijn tournée door Nederland ook weer onze stad bezoeken. Aan de bemoeiingen der Casino-directie, piaar niet minder door het fenomenale succes hij hun optreden in het vorige seizoen alhier, hebben we het te danken dat dit wereldbe roemde knapenkoor tot een tweede optreden in onze plaats was te bewegen. De avond is vastgesteld op Zondag 25 October. Heden avond wordt door de K.R.O. vanuit Maastricht bet programma der Wiener Sangerknaben uit gezonden, met medewerking van het Sted. Orkest van Maastricht. De uitzending is van 9,15 tot 10 uur. een tweede kovacs-avond. Een enthousiast auditorium. In onze courant van gisteren gaven we reeds een uitvoerig verslag van de eerste der beide Kovacs Lajos-avonden, maar dank zij de geweldige populariteit van dit ensemble kunnen we niet nalaten, waar 't dezen twee den avond betreft, hierop nog even terug te komen. Om te beginnen was er een uitver kochte Casinozaal en een publiek, dat popelde van belangstelling in de komende dingen. En dat het in zijn hooge verwachtingen niet is teleurgesteld, bleek wel uit het hartelijke ge- applaudiseer, dat herhaaldelijk opklonk. De voetbalmatch, die gisterenmiddag tusschen de Kovacs-leden en het personeel van onze courant werd gehouden en die in een zege voor de „Kovacs mannen" endigde, bleek een punt te zijn, wat op het programma moest worden ingelascht. De dirigent zelf zorgde voor de woorden, terwijl Bob Scholte dit heu gelijke feit even aan „mevrouw zijn echt- genoote moest telefoneeren". We kunnen niet nalaten hieronder de woorden te laten volgen: Hallo, Hallo, Mien, Ja ik, ben er nog Mien. Of er wat is gebeurd vandaag? Ons voetbalteam 65 gewonnen. Een bal kreeg Ludwig op zijn maag, Maar 't ging heel best, Mevrouw m'n echtgenoote Het ging vandaag op 't veld O.Ké. Eerst wou het niet men moest eerst [even wennen, Maar daarna liep ons alles mee. Eerst hadden wij een achterstand Tegen de lieden van de krant, Maar na de rust werd het eerst spel Mijn lieve Mien, als ik vertel, Hoe Markman in zijn doeltje springt, Hij keept nog beter, dan hij zingt. De Song Singers, die zijn ook best, Wat zij niet schoten, schoot de rest. Dat was een match, mevrouw m'n [echtgenoote. Gewonnen wsrd vijf tegen zes. Overbodig te vertellen, dat deze op geestige wijze voorgedragen song er bij het publiek in ging. Trouwens zoo was de heele avond. Een vlotte afwerking en een geestige afwisseling. Een aardige attentie was er nog voor Greta Burbach, onze oud-stadgenoote, tevens een lieve sopraan. Zij kreeg n.1. van haar baker een aardige bloemenmand. r— 950ste opvoering. Niet minder dan voor de 12e maal komt het mooie werk „De Rozenkrans", naar de be roemde roman van Florence Ravelay in Den Helder. En ook dezen keer weer verwacht de Casino-directie een grooten toeloop voor dit prachtvolle tooneelspel, dat reeds zooveel volle zalen heeft getrokken. De voorstelling wordt gegeven door het le rangs gezelschap „De Vereen. Schouwspelers", dir. Pierre Mols. De hoofdrollen zullen worden vertolkt door de gevierde artisten Eny de Leeuwe en Pierre Mols. „De Rozenkrans", het stuk dat eerstdaags zijn 1000ste opvoering gaat beleven, blijkt nog altijd zijn groote aantrekkelijkheid te hebben gehandhaafd en er zijn zelfs tal van tooneel- liefhebbers welke dit zeer boeiende en voor treffelijk gespeelde tooneelstuk tot 2 3 maal toe hebben gezien. Grooter reclame is er voor een tooneelstuk niet denkbaar. De marine-raad deed gisteren uitspraak be treffende het ongeval op 15 Juli 1936 tijdens de marine-manoeuvres aan boord van Hr. Ms. pantserschip „Gelderland" gebeurd, waarbij de matroos M. van Dijk bij het looden, in de Roompot over boord is gevallen en verdronken Het onderzoek in deze kwestie had plaats in de openbare zitting van den raad op 23 September j.1. Het is gebleken, dat bij het opzetten van het stuurboords-loodingsbordes, een werk, dat door de matrozen Wilms en Van Dijk verricht werd, verzuimd is een pen, welke de verbin ding tusschen stut'en stang van het hekwerk vormt, te bevestigen. Om in het gemis hiervan te voorzien, heeft Wilms het einde van een loodmat om de stang gewonden en de stevigheid er van ge probeerd. Geen van beiden had een lijf seizing om. Bij het looden heeft deze verbin ding zich echter begeven en is van Dijk over boord gevallen en verdronken. De raad is van oordeel, dat dit ongeval te wijten is aan een zeer ongelukkigen samenloop van omstandigheden. Er hebben tekortkomingen plaats ge had, doch deze zijn niet alleen bij Wilms te vinden en voorzoover dit wel het geval is, zijn zij verklaarbaar en begrijpelijk. Door een ongewonen gang van zaken degenen, die de uitvoering der orders moesten controleeren, waren met andere werkzaam heden bezig was een factor geschapen, waardoor de gebrekkige wijze van optuigen van het bordes niet tijdig werd ontdekt. Was bovendien matroos Van Dijk voorzien geweest van een lijfseizing, of had hij be hoorlijk kunnen zwemmen, dan zou hij hoogst waarschijnlijk niet verdronken zijn. Zelfs nu heeft het weinig gescheeld, of hij was nog gered. De raad wijst er dan ook op, dat nu weer eens duidelijk aan het licht is getreden, dat er steeds op moet worden gelet, dat allen, die buitenboordswerk verrichten van een lijfsei zing behooren te worden voorzien. van 15 October. GETROUWD: A. L. H. Bergwerff en E. M. Henrich. BEVALLEN: J. DeelstraHam, z.; C. P. C. SijmonsCaesar, d. OVERLEDEN: Wed. W. van der Ven— Oudeboom, 88 jaar. In Staatsblad no. 776 komt het crisisbesluit voor betreffende de landbouwcrisiswet en o.a. de bepaling omtrent de maaswijdte der netten van 7)4 cm. Deze maatregel gaat in op 1 Januari 1937 en vermeldt, dat de schepen, die aan de treil- visscherij deelnemen en daarvoor een uitvaart- certificaat hebben, slechts aan boord mogen hebben netten van de genoemde maaswijdte. Uitgezonderd daarvan zijn de visscherij op makreel en sprot. Alleen degenen, die als georganiseerden staan ingeschreven bij de Visscherij-Centrale mogen handel drijven in zeevisch. Certificaten van uitvaren worden gegeven aan die vaartuigen, welke na 1 Januari 1934 aan de treilvisscherij hebben deelgenomen. Het „Dagblad voor IJmuiden" meldt, dat door den voortdurenden overvloedigen aan voer van visch de prijzen voor verschillende vischsoorten Woensdag begonnen te dalen. Vooral de makreel en haring werden goed- kooper, zoodat de booten, die met groote vangsten aan de markt kwamen, nauwelijks bevredigende besommingen verkregen. Dat is wel telkens het geval; zoodra er wat veel aanvoer is, gaan de prijzen zakken. Men kan zich afvragen: als er, zooals vaak wordt beweerd, meer aanvoer van visch moet komen, omdat de handel daaraan behoefte heeft, er dan zoo spoedig een zoodanig teveel is, dat de prijzen sterk omlaag gaand beeld toonen. Men beweert, dat er een tekort aan rondvisch is, waarnaar de consumenten in het algemeen vragen en bepleit dan een grooter contingent van buitenlandsche visch. Nu is, dunkt ons, makreel een rondvisch, die wat smakelijkheid betreft, zeker de vergelijking met schelvisch kan doorstaan. Dan rijst de vraag waarom de consument geen genoegen met makreel zou nemen, indien er geen schel visch naar zijn zin is te krijgen. Misschien is makreel nog te weinig bekend bij het publiek en is het slechts gewoon die in ge- rookten toestand te gebruiken. Maar wanneer men gewoon is geraakt om makreel ook ge stoofd of gekookt teconsumeeren, dan mee- nen we, zal het meerendeel dier consumenten geen bezwaar meer maken. Wij althans vinden makreel een voortreffe lijk vischgerecht en de prijs is thans van dien aard, dat het voor den vischgebruiker met niet al te breede beurs meest geen over wegend bezwaar zal opleveren zich dat ge recht op tafel te doen zetten. In dit opzicht zou de propaganda nog wel wat kunnen verrichten,, zoodat het minder noodig zou blijken om telkens weer aan te dringen op een grooter toevoer van buiten landsche visch. Maar wanneer er iets tot stand zal komen, hetwelk reeder en handel bevredigen kan, dan zal er een vergelijk tusschen deze beide groe pen moeten komen. Heeft de handel behoefte aan een bepaalde vischsoort, goed: laat de reeder er voor zor gen, maar ook die moet dan eenige garantie hebben van besomming. Aan de Oostkust van Engeland is het licht van Sheernes gewijzigd. Het witte schitterlicht van Queensbrough Spit is gewijzigd in een onbewaakt rood schit terlicht met een periode van 10 sec., zichtbaar 2 zm„ hoogte boven water 28 voet. Het tijde lijke witte vaste licht is gedoofd. Ondanks de mindere prijzen kwamen ver schillende loggers toch tot besommingen ruim boven hun gewone gemiddelde uitgaande. Er waren er weer, die boven de duizend gulden uitkwamen en ook boven 600.en 900.En dit resultaat kan als zeer bevre digend worden beschouwd. De wulkenprijs is de laatste dagen heel wat teruggeloopen. Was die verleden week nog ongeveer 20.per baal, thans is die onge veer 14. Toch blijven de aanvoeren tamelijk beperkt, zoodat het niet aan te ruimen aanvoer kan liggen. Waarschijnlijk dat de mindere koop kracht in België er mee in verband staat. De heeren nemen de overwinning mee. Stampvolle tribune en een enthousiast publiek. Bob Scholte... „de MeUeker". Blokker... die z'n dag niet had. (Van onzen nlet-deskundigen verslaggever). Gistermiddag heeft op het Helder-terrein plaats gevonden de aangekondigde kamp der kampen, geleverd tusschen een elftal gerecru- teerd uit technisch en administratief personeel van de Heldersche Courant en... de band van Kovacs Lajos. Zoo geviel het, dat wij, vrijwel besefloos van iedere voetbalwetenschap, terreinwaarts togen, aangezien collega sportredacteur de captain- rol van het plaatselijk team op zich genomen had. Met zekeren schroom arriveerden we en ge dachten heimelijk het feit, dat dit de derde maal was dat we in de laatste 12 jaar een wedstrijd zagen. Eens was het AjaxHelder en een andere keer AtlasSparta. Bij de laatste werd gevochten, zoodat er een hiaat ontstond van 10 jaar... Het was koud op het Helder-terrein gister middag, en af en toe zelfs héél koud, zoodat we niet goed begrepen hoe het ter wereld mogelijk was, dat zich een tot barstens toe gevulde tribune aan ons oog vertoonde. Men zat als één compacte massa samengedrukt en was reeds bezig met de elftallen, zij het on gezien, aan hevige critiek bloot te stellen. Er was muziek van de HRCO, en velen zon gen mee, hetgeen prettig aandeed. In de kleedkamers. Alvorens onder te gaan in het tribune-volk, hebben we een bezoek aan de kleedkamers gebracht. Bij Kovacs was de stemming grandioos en op onze vraag of men overwinnings-adspira- ties koesterde werd ons toegevoegd dat het minstens zooiets als 200 zou worden. Voorts ontdekten wij veel mannelijk négligé en was het curieus zoo nuchter zelfs Kovacs Lajos- lingen er in hun ondergoed uitzien. Bob Scholte in een jaeger onderhemd, met een ge stikt borstje is iets wat te denken geeft... Voorts deed men wat onwennig met voet balschoenen en verdeelde op geheimzinnige wijze de onderlinge functies. Aan den anderen kant was men iets stiller, doch zoo mogelijk nog zekerder van de victorie. Ook hier oncharmante lange onderbroeken, met en zonder bandjes, dikke wolletjes en zoo voorts, en ook hier het geven van de aller laatste instructies. Vrijdag 16 October. Show-boat (ligplaats Binnenhaven)8.30 Concert K.R.O. Zeevaartschool, 8 u. - Lezing Heldersche Weer- en Sterrekundige Kring. Zaterdag 17 October. Casino, 8.15 u. Zanguitvoering „Morgen rood". Militair Tehuis, Spoorstraat, 8 u. Propa ganda-vergadering Dem. Jongeren Vereeni- ging (oprichting). Zondag 18 October. Casino, 8.15 u. Tooneelvoorstelling „De Roozekrans". In de tribune, krakend onder de alles overtreffende lading, was het een enthousias me van belang, evenals aan de lijntjes. Men zag daar jonge knapen, stil ter schoolbank ontsloopen om getuigen te zijn van het komend heroiek festein. Voorts oude moeders, groot vaders en vrienden en familieleden der spelers. En tenslotte een heele categorie van menschen die nog nimmer in hun leven op een voetbal veld geweest waren maar dit niet wilden missen. Het spel gaat beginnen. En zoo, om twee uur precies, ving deze wed. strijd aan, de mannen van Kovacs in zwarte broeken en blauwe shirts, de anderen in dito broeken en oranje hemdjes (van „Helder" ge leend, zooals ons dat verteld werd...). Voor beide, het veld opstormende ploegen, ging een gejuich op, doch voor de jazzband menschen was het het machtigst. Waaruit weer eens blijkt hoe populair ze zijn... Dan k[jkt scheidsrechter Bremer, zóó van achter de nietmachine gesneld, op z'n klokje en vangt het spel aan. We hadden aanvankelijk plannen gehad bij dezen wedstrijd eens goed op te letten en er wat van te leeren. Wat beteeken je tenslotte in dezen tijd indien je niet weet van een „hens" is, wat een „ofsijt" en wat een „penantie"! Dat alles wenschten wij op dezen middag te leeren, en meer nog. Evenwel... aanvankelijk bleek ons, dat deze ploegen alles behalve saamhoorigheidsgevoel bezaten. Er werd wat getrapt en achter den gedraafd, zonder dat wij perspectief in het kan liggen...) Critiek. Aller aandacht was gevestigd op de heeren, die anders kweelen van poesta's en liefde bij maanlicht, die de schoonste melodieën toove- ren uit trekharmonica's, die de drum beran- selen en op saxofoons zuigen. Het was een wonderlijk samenraapseltje. En de tribune spaarde geen critiek. Al binnen 5 minuten was vastgesteld, dat „Bob" (Scholte) een „melleker" was dat Willy, een reus van een man, met een superbe buik en wit-mollige knieën „een bul" was. Voorts was er een „kerel met meidehare" en ging het gerucht dat de midvoor gluton aan z'n schoenen gesmeerd had om bal-vast te zijn... Maar ook de mannen van de krant werden niet gespaard. Zoo kon men kreten hooren als „Heiiiii Blokker... is 't koud bove...??" (het geen duidde op 's jongemans opvallende lengte) en bij het treuzelen van den sport- Vrijdag 16 Oct. 17.33 uur 21) Hoe zit dat?" Onder veel verontschuldigingen herstelde u zijn vergissing. "Nou, met een beetje braune olie, die je kunt afwasschen, die kost twopence, en de 00gkap, die kost een shilling, zal niemand je kennen. Ik reken vijf shilling voor de schilde ken en vijf shilling voor deposit. Moet ja op mÜn spullen passen, Clem. Het krijt is in begrepen. Die doos, als je die erbij wilt heb- ben> is extra." Clem stemde met die voorwaarden in en Sfrg zich verkleeden. Toen hij weer te voor- Schijn kwam, droeg hij de treurige overblijf selen van drie pakken, een vuile das en een grijzen hoed, die zijn oogen, waarvan er één met een oogkap bedekt was, overschuwde. ^tjn anders nogal bleek gezicht was wat don- erder gemaakt, en een paar penseelstreken 0Ver de wenkbrauwen en de noodige schadu- ^®n onder de oogen maakte hem vrijwel on herkenbaar. Hij enterde een bus en liet zich naar Oxford Street brengen. Daar ging hij telefooncel binnen en belde Larry op. Toen j Larry's stem hoorde antwoorden, wist hij meteen alles, wat hij weten wilde, namelijk, dat Larry thuis was. Maar als hij nu ineens afbelde, zou hij Larry's argwaan kunnen op wekken. „Spreek ik met mevrouw Carlyle Smith?" vroeg hij listig met een diepe bas en grin nikte bij Larry's beleefde ontkenning. Vijf minuten later betrok hij zijn post in Bruton Street, zoo dicht bij Larry's flat als hij maar durfde, en teekende het onvermij delijke brood. Het^eerste uur had hij schik in het nieuwe van zijn toestand, maar toen be gon het vervelend te worden. Larry scheen niet van plan uit te gaan. De gedachte, dat zijn broer waarschijnlijk voor een uitstekend maal zat, terwijl hijzelf zich met een paar sandwiches tevreden moest stellen een artistieke toetst, die Lou aangeraden had droeg er bovendien toe bij om Clem's onge mak te vergrooten. Toen er vier uren ver streken waren, was de toestand ondragelijk geworden. Clem hield van gezeligheid en van een praatje, en tot nu toe had hij slechts enkele woorden kunnen wisselen met een postbode, die als zijn meening te kennen gaf, dat „je hier niet veel zult krijgen, maat; de lui hier hebben het wel, maar alleen, omdat ze het houden". Wat de waarheid was. Toen Clem bij het einde van het vijfde uur den oogst bekeek, voelde hij zich erg teleurgesteld. Het begon ook al langzamerhand donker te worden en vermoeid pakte hij zijn schilde rijen samen. Peinzend keek hij naar de ver lichte ramen van Larry's flat. Zou zijn broer mischien in het geheel niet uitgaan? Die mogelijkheid maakte hem zijn baantje tegen, wat hij karakteristiek uitdrukte in een paar vloeiende superlatieven. Op hetzelfde moment ging echter het licht in Larry's kamer uit. Clem pakte haastig zijn boeltje bijeen en wachtte, totdat Larry het huis verlaten had en ver genoeg uit de buurt was. Toen ging hij naar het huis en begon zich bezig te houden met het slot van de deur, dat na een paar seconden bezweek. Clem richtte zich op. „Dat moest je niet doen, Clem," zei een bekende stem achter hem. „Je kunt drie maanden krijgen voor den eersten keer." XV. Zoodra Clem haar had verlaten, ging Bar- bara naar de garage en onderwierp haar twoseater aan een nauwkeurig onderzoek. Mortoren waren Barbara's eenige liefhebberij en eigenlijk ook het eenige pleizier, dat zij ooit gekend had. Het was een prachtige morgen en Barbara vroeg zich af, of zij niet naar de stad moest om een en ander te gaan koopen, dat on ontbeerlijk was voor haar bestaan. En toen zij niets in dien geest kon vinden, besloot zij dan toch maar onverwijld iets te gaan koopen, en reed met een vJartje naar Lon den. De snelle rit kleurde haar wangen licht rood en vulde haar hart met pleizier in het leven, en in het bekoorlijke landschap van Kensington vergat zij spoedig de schaduwen van dien morgen. Toen zij de High Street in reed, draaide menige man zich om, teneinde dat aardige meisje in haar vlotten wagen na te kijken. Den morgen bracht zij door met winkelen en een keurige lunch vernieuwde haar ijver om koopjes op te scharrelen. Zoo werd het theetijd en met een langzamen rit langs het Embankment, waar ze stopte om naar de oude grijze rivier te kijken, keerde ze terug naar Oxford Street en inspecteur Keating. Hij wachtte haar op vóór „Bacchus" en zij zag heel goed de waardeerende bewonde ring, waarmee hij haar hielp uitstappen. Hij had een tafeltje in een box gereserveerd, van waar zij de beweging op den dansvloer konden gadeslaan. Er waren rozen op tafel en hij had zich klaarblijkelijk alle moeite ge geven bij de keuze van spijzen en wijn. Bar bara, die met vrouwelijke scherpzinnigheid de symptomen uitlegde, zooals ze uitgelegd moesten worden, glimlachte; en vond hem over 't geheel iets meer dan een aardigen kameraad. Genoeglijk luisterde zij naar zijn nogal langzame, zakelijke stem, als hij ha<Cr verschillende beroemdheden aanwees. -'Hier een sportieven Noor, daar een beroemden schrijver, en op den dansvloer een lid vaS den diplomatieken dienst, dia -danste met een bekende vrouwelijke dokterfTenslotte vestigde hij haar aandacht op een schraal jonkman, met opmerkelijk overvloedig haar en opmer kelijk weinig kin, die in vervoering rond- zweefde met en vrouw van tweemaal zijn leeftijd. „Dat is de laatste van de gekke Steyning's," zei Keating, „en een neef van je." Barbara keek belangstellend toe. „De naam komt me bekend voor," meende ze. „Dat zal wel. Het is de naam van je moeder." Daar keek Barbara van op. „Steyning?" vroeg ze, en lachte om haar verwarring te verbergen. „U ziet, ik weet van mijn moeder erbarmelijk weinig. U hebt haar gekend, is het niet?" „Iedereen kende Ellie. Ze was de eenige Steyning, die niet krankzinnig stierf. Als zij lang met Ralph had moeten leven, zou zij anders wel krankzinnig geworden zijn." Hij vroeg haar verlof te rooken een hof felijkheid, die ze niet van Keating verwacht zou hebben en bood haar zijn koker aan. „Ik verbeeld me, dat ik den naam onlangs nog gehoord heb," zei ze peinzend, terwijl hij haar sigaret aanstak. „De Earl van Steyning is de vorige week gestorven. In een gekkenhuis. Het heeft in alle kranten gestaan. Alle Steyning's sterven krankzinnig." „Dank u. Ik ben er een afstammeling van in rechte lijn. Ben ik ook familie van den over leden Earl?" „Je grootvader." Barbara dacht even na. „Maar ik herinneren me den naam in ver band met 't tooneel," zei ze. „Dat kan. Je moeder de Ellie Steyning was actrice, voor zij Ralph ontmoette, en een beroemde nog wel." „Aristocraat en actrice gaat anders niet al te best samen, dunkt me." „Toch wel. De helft van den tegenwoordigen adel is op de planken geweest, en de andere helft zou ook wel gewild hebben, maar was er te leelijk voor." Zij zat een poosje zwijgend te rooken en staarde uit het raam in ed breede straat, waar het allengs donker werd. Ze begon zich af te vragen, wat de inspecteur met zijn voort durende oplettendheden voor had, en of hij nog over liefde zou beginnen, zoolang zij daar zaten. Maar hij scheen door zijn eigen ge dachten in beslag genomen. „Waar denkt u over?" vroeg Barbara, toen de stilte haar te lang duurde. Keating keek op en kwam tot de werkelijk heid terug. „Over een oud spreekwoord," zei h[j plagend. „De weg naar het hart van een vrouw leidt door den zak van een man." „Een vrouw? Hoe spannend. Wie is de ge lukkige?" „JÜ- Maar niet al te gelukkig. Me dunkt, dat het zoowat tijd is, dat je je anker licht en uit Reigate wegzeilt." ,,'t Is een haven in den storm," zei Barbara en haalde de schouders op.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5