DE WEEKt Texel Stormachtige Zaterdagnacht en Zondag „ONZE VLOOT Concert „Morgenrood Gemeenteraad Het Secretariaat van de Kon. Vereeniging Afdeeling DEN HELDER is voorloopig gevestigd bij N. V. Drukkerij <fc Uitgeverij vh C. DE BOER Jr Koning^tr., Den Helder TeL 50-412 Grieksch stoomschip voor Callantsoog seint om hulp. Door „Utrecht naar de ree gesleept - Hoog water zet de steigers onder water - Hoe de passagiers van de Dokter Wagemaker debarkeerden. de Visscherij SSTs v"160 p"100 "s *2 m S 1836 M '3j»r aanvragen of beroepschriften tuinbouw. raus ra-- IN FEITEN EN FANTASIEËN tZ r' L' Pa'acfle' hoogleeraar in de Hebreeuwsche taal en letterkunde. Burgerlijke Stand van Den Helder Een advertentie in dit blad treft doel! Verdienstelijke uitvoering van de gemengde zangvereenlging. Zaterdagavond heeft in „Casino" de eerste uitvoering in dit seizoen van de Gemengde Zangvereeniging „Morgen rood" plaatsgevonden. Daar veel van het op dit concert ge- bodene ongetwijfeld den toets der critiek met gloed kon doorstaan, kunnen wij ons niet begrijpen, dat de belangstelling voor „Morgenrood" niet meer gedemonstreerd wordt in een grooter opkomst van de zijde van het publiek. De jongsten. Na een kort woord van den voorzitter der vereeniging, waarin deze terecht opmerkte, dat met name het kinderkoor nog wel eenige versterking mocht hebben, werd met het pro gramma aangevangen. Het waren allereerst een tweetal liedjes, welke gezongen werden door het kinderkoor, en wei „Lieve Vogels" van Weeren en „De Leeuwerik" van Worp. Beide nummertjes droegen in vele opzich ten de kenmerken van het „er nog niet- in-zijn". Het haperde hier en daar nog wat, doch reeds in het tweede was dit in mindere mate het geval dan bij het eerste. De onderofdeeling was beter op dreef, en op zeer verdienstelijke wijze werd een vertolking gegeven van het „Lente's Aankomst", „Avondlied" en „Lichtkevertjes". Uit den aard der zaak lag het eene wat beter dan het andere, maar men kon bemerken, dat er degelijk onder leiding van den heer Van der Meij gewerkt was. Het „Avondlied" werd zelfs héél goed gezongen en hierbij klonken de meisjes- en jongensstemmen klaar en helder op. Een goede revanche voor het minder fortuinlijke begin. Hierna volgde een 3-tal liederen van Hen- drika van Tussenbroek, en het was opvallend wat hier de meisjes- en jongensstemmen de den hooren. Daar was enthousiasme te be speuren en eveneens bleek, dat het er goed inzat. Wondermooi zijn deze kleine, zoo sim pel lijkende liedekes, die de fantasie der jeug dige zangers en zangeressen aan het werk zetten en tot 't beste behooren wat de Neder- landsche jeugdzang ons gegeven heeft. De vleugelbegeleiding was daarbij in de wel zeer kundige handen van mevrouw Nymeyer Moorman, die wederom bewees haar taak als begeleidster volkomen te begrijpen. Door Kinderkoor en Onderafdeling werden nog een tweetal nummers ten gehoore ge- hoore gebracht, en het was vooral het eerste, dat nu blijk van zijn kunnen gaf. Er werd goed gezongen, en met name het aloude „Angelus" deed het wonderwel. Tot zoover wat betreft jong-Morgenrood. „Morgenrood". Wat het koor zelve betreft, dat gaf aller eerst Kjerulf's „Bruidsvaart in Hardanger", een lied met bijzonder mooien tekst en het welk verdienstelijk ten gehoore gebracht werd. Hierna volgde een oude bekende van het nog niet vergeten Zangersfeest, „Ons Lied van de Zee". Wederom bekoorde De Hartog's prachtige loflied op de Hollandsche zee en wederom was daar die spontaniteit, welke dit zingen zoo preferabel maakt. Tenslotte bracht „Morgenrood" nog Men- delssohn's „Groet aan 't Woud" en „Zomer morgen van Wettig—Weissenborn. Ook deze laatste nummers bewezen, dat er mogelijk heden in dit koor schuilen. Teleurstellend is het, dat niet meer mannelijke krachten het vrouwelijk materiaal steunen. Tot zoover wat het concert betreft, dat een zeer vlot verloop had. Volgens het programma werd na de pauze nog een „één-bedrijvig bijspel opgevoerd, ge titeld „Zijn Spaansche" en daarna volgde... het traditioneele bal. Met belangstelling zien we uit naar de vol gende uitvoering van deze vereeniging, waar opgevoerd zal worden de kinder-operette „Goudmuiltje". Voorstel tot verhuur van gemeentegrond aan P. de Groot. Bij Raadsbesluit van 3 Mei 1927 werd aan C. G. Jacobsz tot wederopzegging, tegen be taling van een jaarlijkschen huurprijs van 2.50, verhuurd een gedeelte van den grond, kadastraal bekend in sectie C., no. 4749 en een gedeelte van de steeg, kadastraal bekend in sectie C., no. 5750, beide gelegen achter de woning L. van Berkstraat 1, alhier. Aangezien Jacobsz voornoemd sedert dien is overleden en de door hem eertijds be woonde woning in eigendom is overgegaan aan P. de Groot, verzoekt laatstgenoemde thans den hierboven aangeduiden gemeente grond te mogen huren. Hiertegen bestaat geen bezwaar, weshalve B. en W. den Raad voorstellen aan dit ver zoek te voldoen. In September kregen wij een voorproefje van de naderende hefststormen, die als dolle beesten over ons land plegen te gaan en in den nacht van Zaterdag op Zondag is het tweede bedrijf gevolgd. Den geheelen Zaterdag reeds was het niet pluis. De wind wakkerde, zij het slechts lang zamerhand, aan en toen wij des avonds laat nog op den dijk waren en een praatje maak ten met de aldaar ijsberende jutters, bleek, dat men het niet vertrouwde. Daar stond zorg op enkele van die ge baarde koppen te lezen, en men verzekerde ons, dat er „vuil weer" op komst was. Wat „vuil weer" is, weet iedere Nieuwe- dieper opperbest en ook wij vertrouwden het niet. Het floot daar hoog in de lucht en in de schemering der enorme wol kenmassa's, die in fantastische groepen voort joegen. De zee was ruw en de barometer be loofde weinig goeds. Zoo gingen wij den nacht in. Ouderwetsch En het ging er van los, dien Zaterdag nacht en het was het oude spel van wind en water, dat Den Helder speelde. Loeiend brak de Zuid-Wester los en gier de over de daken der huizen, speelde een vernielend spel met niet stabiele dak pannen, trok aan de al lang kaalgewor- den boomen langs de grachten en kreun de om de hoeken der straten. Maar het bleef niet bij harden wind alleen. Want ook het water werd weer ouderwets opgedreven en naarmate de morgen aanbrak en de vloed opzette bleek al spoedig, dat het spannen zou. Gedurende het grootste deel van den nacht was de windsnelheid circa 19 meter per seconde, en hoewel er niet direct sprake was van een sorm, kan men het weer het best kwalificeeren als zeer ruw en buiïg. Naar men ons van het instituut bq den Windwijzer mededeelde, was de grootste windsnelheid dien nacht 24 me ter (dat was te 4.35 uur). De windrichting, aanvankelijk Zuid-West zijnde, schoot in den loop van den nacht uit naar het Westen en was tegen den morgen vrijwel Noord-West. En het water werd op gedreven en toen het eerste morgengrauwen over Den Helder scheerde, stonden de steigers aan den buitenkant al behoorlijk onder water. Schip in nood! Dan komt de tjjding, dat er een schip bui tengaats in nood zit, althans assistentie vraagt. Dat was om half zeven gisterenmorgen. Om dien tjjd ontving de Kustwacht een tele gram van het Grieksche stoomschip „Atlan- ticos", hetwelk de mededeeling inhield, dat het in nood verkeerde en sleepboothulp wenschte. Als positie werd opgegeven 52.50 Noorderbreedte en 4.28 Oosterlengte. Zoo spoedig niet was het bericht binnen of de loodscommissaris, de heer P. C. van Diest, stelde zich in verbinding met den plaatselijken agent van de bergingsfirma Wijsmuller en het duurde geen half uur of de sleepboot „Utrecht" was bemand en kon de haven verlaten. Ook de „Doms Rijkers" ter assistentie uitgevaren. Afschoon de „Atlanticos" alleen sleepboot hulp gevraagd had, besloot de loodscommis saris veiligheidshalve ook de „Dorus Rijkers" naar de plaats waar zich de in nood bevin dende Griek bevond, te zenden. Ook deze ver liet even later de haven. Om 8 uur bereikte men de Grieksche boot. Het bleek, dat deze het zwaar van de hooge zeeën te verduren had, hetgeen te begrijpen is als men weet, dat de „At lanticos" in ballast voer en hoog op het water lag. Ofschoon men dien nacht alles in het werk had gesteld zoo ver mogeljjk uit de kust te blijven, was men deze op den tijd, dat de „Utrecht" naderde, toch tot op 6 mjjl genaderd en wel tusschen de ton van het Schulpengat en de Zuiderhaaks boei, dicht in de nabijheid der gronden. Vlotte verbinding. Alles aan boord van den Griek was reeds in gereedheid gebracht om de sleepbootassis- tentie te ontvangen en toen de eerste lijn over ging, was men zoo fortuinlijk ook direct ver binding te hebben. Door middel van de lijn werd een zware sleeptros overgebracht en zoo ving de terugtocht naar Nieuwediep aan. Het bleek, dat het schip inderdaad geheel in ballast voer, Vrijdag Londen verlaten had met bestemming Amsterdam en een inhoud heeft van 5446 bruto registerton. Daar er geen enkel gevaar meer dreigde, keerde ook de „Dorus Rijkers" naar Nieuwe diep terug, even achter den Griek blijvend, en te ongeveer 10 uur kon het publiek, dat reeds in grooten getale op den dijk aanwezig was, de schepen aan zien komen. Het was een interessant schouwspel, het hoog op de golven liggende schip, met er vóór slechts verbonden door een enkele tros de „Utrecht", die geheel in het niet verzonk bij de afmetingen van zijn sleep. Zwarte rook sloeg over de brug en de masten en herhaal delijk braken de zware golven over der sche pen heen. Pech voor de „Holland". Inmiddels was ook de sleepboot „Holland" van de reederij Doeksen te Terschelling, die de reis binnendoor gemaakt had, verschenen doch arriveerde eerst bij den Griek, toen deze zoo goed als op de ree lag. Voor de „Holland' dus een vergeefsche tocht. Om ongeveer 12 uur werd het anker uitge worpen, en een uur later lagen zoowel de „Holland" als de „Utrecht" weer rustig in de haven, evenals de „Dorus Rijkers", die reeds eerder haar ligplaats weder opgezocht had. Wjj hadden nog even een onderhoud met schipper Coen Bot van de redding boot, die zich na aankomst direct naar den loodscommandant begaf om verslag van zijn bevindingen uit te brengen. De heer Bot vertelde ons, dat het buiten gaats héél slecht was en dat de „Utrecht" juist op tijd gekomen was om hulp te bieden. Ware deze iets later gearriveerd, dan was het niet uitgesloten geweest, dat het met den Griek minder fortuinlijk was afgeloopen. Naar wij later op den dag vernamen, zal het schip zijn onderbroken reis zoo spoedig mogelijk voortzetten. Het heeft in geen enkel opzicht averij gemaakt. as,.- Een voor Den Helder wel zeer interes sante bijzonderheid is het feit, dat de eerste stuurman van de „Atlanticos" in dertijd eveneens eerste stuurman was op het Grieksche stoomschip „Eugenia", dat in 1928 op den dijk voor het Postkantoor sloeg en daar geruimen tijd vastgezeten heeft. Waaruit blijkt hoe klein de wereld is en hoe gevaarlijk de Nederlandsche kust Waaruit blykt hoe klein de wereld is en hoe gevaarlijk de Nederlandsche kust Uit den aard der zaak zag het dien Zondag morgen zwart van het volk op den Dijk en de Buitenhaven. Ten eerste had 't bericht van het schip als een loopend vuurtje zijn ronde door de stad gedaan en ten tweede... was het Zondagmorgen. Welnu, men heeft er van kunnen profitee- ren, op dezen 17den October en men kan het het beste kwalificeeren zooals een oude Jan maat ons zeide: „Het is weer écht ouder wetsch". Ja, ouderwetsch was het welmet de brekers over de pier van Wierhoofd, met de opspuitende fonteinen tusschen de af en toe bloot komende steigerplanken en den loeienden Noord-Wester als begeleidend concert er bij. Op den dam van Wierhoofd was het niet mogelijk dekking te zoeken 'achter de borst wering. Steeds sloegen de golven er schuimend er overheen, evenals op den Dijk. De Buitenhaven zelf bood een triest schouwspel. Alle steigers stonden onder water, hier en daar kramde een vlet er over, en voor de aanlegplaats van de Texelsche boot was het één groote v\jver van zwalpend water. De „Dokter Wagemaker" was belangrijk over tijd, doch toen ze eenmaal binnen was, mocht het publiek al een bijzonder amusant schouwspel meemaken. Er was geen landings terrein meer overgeschoten, zoodat de aan wezige passagiers, zoowel wat het mannelijk als het vrouwelijk deel betreft, aangewezen waren op de schouders en ruggen van het per soneel, dat hen aldus naar drogere regionen bracht. Gelukkig, dat zoowel publiek als „slachtof fers" het nogal van den goeden kant opnamen. Langs den zeedijk van de haven tot Huisduinen lag het als be zaaid met kleine een groote keien, welke door de geweldige kracht van den vloed daar neer geworpen waren. Enkele exemplaren waren zoo groot en zwaar, dat men zich afvroeg of het wel mogelijk was, dat die geweldige ge wichten door het water opgetild en neerge smeten waren, 't Water had tot aan den ring muur gestaan, het was duidelijk aan de achter gebleven sporen te zien. Behalve uit gesteen te bestonden die uit stukken hout, doozen, en wat er al zoo meer door de schepen over boord geworpen wordt. De Zeedijk zag er Zondag morgen vroeg dan ook „vies" uit, maar we zagen reeds spoedig werklieden in actie om onze zeewering een uiterlijk meer in overeen stemming met den Zondag te geven. Zoo oogen- schijnlijk had de Dijk geen schade opgeloopen van het hooge water. Het was druk op den dijk. Velen waren daar om naar het Grieksche schip te kijken, ande ren maakten een wandeling via Huisduinen. Zij die dit gedaan hebben, hebben kunnen genieten van een schoon schouwspel. Het betonnen pad voor Huisduinen, dat naar het strand voert, was onbegaanbaar. Hoog spatte het watei daar over heen, telkens wanneer de brekers tegen het beton beukten. Enkelen trachtten van een „stil" oogenblik te profiteeren om toch het strand te bereiken, doch zij moesten hun moed met een nat pak bekoopen. Inderdaad, op Huisduinen had men een mooi gezicht op de branding. Menigeen zette zich in het paviljoen van de N.V. Zeebad Huis duinen om daar onder het genot van een kop koffie het spel van wind en water gade te slaan. Om tien uur 's morgens was het hoogtij ge weest en tegelijk met het terugloopen van het water nam ook de windkracht belangrijk af. Evenwel, den geheelen verderen dag bleef het nog onstuimig weer, waarbij herhaaldelijk buien losbraken en zeer krachtige windstooten geconstateerd werden. Vermelden wij volledigheidshalve nog, dat men reeds vroeg in den morgen met man en macht aan het werk toog om zandzakken te deponeeren voor den hulpdam, welke is opge steld voor de in verbouwing bevindende sluis bij het Havenkantoor. Men wilde namelijk, in verband met den enormen druk die het hoog opgeloopen water op de den dam uitoefende, geen risico loopen. Natuurlijk bleef het dien middag druk aan den buitenkant en menige johgeman of oudere die bravourstukjes bij de ondergeloopen stei gers wilden uithalen, moest deze heldendaden betalen met een nat pak. Het stemt tot dankbaarheid, dat het vrij zware weer ditmaal geen slachtoffers gemaakt heeftof het moesten de laatste genoemde categorie zijn VERSIERING TORENSTRAAT. Ook eenige bewoners van de Torenstraat hebben het plan opgevat de Torenstraat en Torendwarsstraat te versieren. In den winkel van den heer Duin werd een vergadering be legd, met het verrassend resultaat, dat bijna alle bewoners met het plan hun instemming betuigden. Een bestuur werd gekozen, dat verder de zaak zal regelen. DE „BIRMINGHAM" TERUGGEKEERD. De Nederlandsche motorschoener „Birming- ham", die Zaterdagmiddag de haven verlaten had met bestemming naar Gooll, keerde in den loop van den middag weder ter reede terug in afwachting van gunstiger weersomstan digheden. De haringreeders hebben, volgens De Tele graaf, besloten om de vrije vangst van ver- sche haring niet te doen eindigen met in gang van 15 October, maar met 1 Novem ber. En wel, omdat de uitkomsten van den haringhandel zeer gunstig zijn gebleven. Er wordt steeds voldoende geruimd en de prij zen blijven ook goed. Ook dit optimistische geluid stemt tot groote genoegdoening. Zou er inderdaad een opgang van het be drijf zijn aangebroken? Ook in de crisis-haringbeschikking 1936 valt, al kan dat er natuurlijk niet in opge nomen "worden, iets dergelijks waar te ne men. Moesten de schepen, na een gedane reis, minstens 48 uur in de haven blijven toeven, met ingang van 16 Oct. is deze termijn ge bracht op 2 uur. Hierin ligt, dunkt ons, een erkenning, dat het niet noodig is tot beperking van vangst te komen, zoodat dus geen belemmering in den weg wordt gelegd. TEELTPREMIE VLAS EN KOOLZAAD. STEUNVERGOEDING ERWTEN EN VELDBOONEN. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt het volgende bekend: Voor vlas van den oogst 1936, hetwelk met inachtneming van de te dien aanzien gegeven voorschriften, is verkocht in het tijdvak van 17 Augustus 1936 t.m. 26 September 1936 zal een teeltpremie worden uitgekeerd, overeen komende met een bedrag van gemiddeld 80 per ha. Voor koolzaad van den oogst 1936 hetwelk met inachtneming van de daartoe gegeven voorschriften Uverkocht in het tijdvak van unflüf i tot en met 26 September 1936, zal een teeltpremie worden uitgekeerd deTdre/67O50perehamet Van gemid! De steunvergoeding voor de laagste klasse groene erwten, alsmede voor andere erwten gedenatureerd in het tijdvak van 5 OctobeYtm 10 October 1936, zal l.io per 100 kg bedra gen terwijl voor in datzelfde tijdvak gedenatu reerde erwten van de kwaliteitsklasse C een vnvmlteneïg0eding voor veldboonen, welke d i e^ aan vlagen*!)! "bei^pschrif ter^^dM f" an' ^^nte'n-^en^Fmttcéntolte1 wel het in beriep komen Z erkenni»g. dan van de Centrale hetzii bi. degissing B«™P ta*. h™ taptoe, kovacs en merijntje> Dinsdagavond had, voor het eerst sedert vele maanden, weder plaats onze goede ouwe Heldersche taptoe, geliefd volksvermaak, en specifiek Juttersch in haar diverse uitingen. Het was weer precies als van ouds: wéér de gedragen klanken op den Buitenkant en weer het reuze-feest bij het stadwaarts gaan. Heel jeugdig Den Helder had thuis verstek laten gelden en hotste, danste, schudde en krioelde achter de muzikanten aan, die met roode kou-wangen op hun instrumenten toeterden. En weer liepen de agenten links en rechts van de troep, precies alsof ze er zélf behoor den, met deftige gezichten, witte handschoe nen en slingerende sabels. Ja,... wél is onze taptoe zéér geliefd b(j jong en oud! Niet minder geliefd is Kovacs Lajos en tot twee malen toe hebben de heeren voor een uitverkocht Casino gespeeld. En hoe. Het enthousiasme kende geen grenzen en men brak de zaal af, zooals men dat zegt. Er wa ren schoone juffrouwen en vroolijke jazzers en zelfs de oud-Jutter Willem Vogt verscheen, hetgeen tot stormachtige ovaties van de AVRO-isten aanleiding gaf. Als je al die vreugde, dat enthousiasme, die uitgelaten geestdrift, die vervoering, die ontzaglijke adoratie meemaakt voor een jazz band, dan zou het kunnen gebeuren, dat de argelooze toeschouwer zich afvroeg, waarom het in deze dagen nog alleen maar de jazz is, waarvoor men zich interesseert. Voor al het overige is de belangstelling op sterven na dood en moet men spreken, optreden of spe len voor 100 of in het gunstigste geval 200 menschen. D4n blijven ze thuis. Een zekere eenzijdigheid moeten wij dus in deze wel constateeren, een eenzijdigheid die als symptoom verontrustend voorkomt. Behalve dat Kovacs gejazz't heeft, is er ook ten aanschouwe van een machtig publiek ge voetbald op het Helder-terrein, dat wij ver scheidene malen dien middag hebben zien blozen over zooveel voetbalkundige onkunde. De critiek was dan ook lang niet malseh en het was maar goed dat het Kovacs Lajos was... ook al won hij... Voorts zal men deze week kunnen gaan genieten van ons aller broertje Merijntje Gijzen,het ventje, dat ons in de boeken van De Jong (de welbekende A. M.) gepenseeld is geworden met alle verve die A. M. in de pen had en waarvan wij hopen dat zijn finish ik in overeenstemming zal zijn met het litte raire. Zoo ja, dan zal er wederom een Merijntje- golf over het land trekken (net als een jaar of acht geleden) en zal ieder der bijna 8 millioen Nederlanders weer kunnen snotteren bij de droevige en zich verkneuteren bij de heitere intermezzi, die zoo velen in het werk zijn. Waaruit het nut der film weer blijkt. De veelgesmade... zij bij den Minister, geen recht geeft tot telen of handelen. De ambtenaren van den Centralen Crisis- Contröledienst hebben de opdracht ontvangen, indien zij een overtreding constateeren, een proces-verbaal of een tuchtrechtelijke verkla ring op te maken ook in die gevallen, dat de betrokkene een aanvrage, beroepschrift of request terzake van het feit, waarvoor hij in overtreding is, heeft ingediend. (Adv.). DE STORM. Als gevolg van den sterken Noordwesten wind, werd Zondag de waterstand, nabij het strand, zeer hoog. Het water stond des mid dags tot aan den voet der duinen, zoodat men zich niet op het strand kon begeven. De Texelsche boot heeft den dienst van 7.50 u. van Texel niet kunnen vervullen, omdat de boot te Den Helder niet aan den steiger kon aanleggen. PROMOTIE DS. A. MS. Den 6den November a.s. hoopt de weleerw. heer Ds. Vis, predikant der Doopsgezinde Gemeente Burg—Waal en Oosterend, te Am sterdam in de Gemeentelijke universiteit te promoveeren tot doctor in de theologie. Het proefschrift, dat Ds. Vis hierbij zal verdedigen is getiteld „Messianic Psalm Quotaiions in the New-Testament, a criti- cal study on the New Testament". Het proefschrift is geschreven in het En- gelsch, alleen het korte voorwoord is Hol- landsch. De vertaling geschiedde door mevr. is Visser, de echtgenoote van Ds. Vis. Deze piomitie geschiedt op gezag van den ree or-magnificus, Dr. Lanqueur, hoogleeraar p f6 Jfneeskundc; als promotor treedt op van 17 October 1936. GETROUWD: H. P. Antlnk en C. B. F. Verstegen. BEVALLEN: A. Triest—Vriesman, z.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 8