DE WEEKt
Texel
Stormachtige Zaterdagnacht
en Zondag
„ONZE VLOOT
Concert „Morgenrood
Gemeenteraad
Het Secretariaat van
de Kon. Vereeniging
Afdeeling DEN HELDER
is voorloopig gevestigd bij
N. V. Drukkerij <fc Uitgeverij
vh C. DE BOER Jr
Koning^tr., Den Helder
TeL 50-412
Grieksch stoomschip voor Callantsoog seint om hulp. Door
„Utrecht naar de ree gesleept - Hoog water zet de steigers
onder water - Hoe de passagiers van de
Dokter Wagemaker debarkeerden.
de
Visscherij
SSTs v"160 p"100 "s *2
m S 1836 M '3j»r
aanvragen of beroepschriften
tuinbouw.
raus ra--
IN FEITEN EN
FANTASIEËN
tZ r' L' Pa'acfle' hoogleeraar in de
Hebreeuwsche taal en letterkunde.
Burgerlijke Stand van Den Helder
Een advertentie in dit blad
treft doel!
Verdienstelijke uitvoering van de
gemengde zangvereenlging.
Zaterdagavond heeft in „Casino" de
eerste uitvoering in dit seizoen van de
Gemengde Zangvereeniging „Morgen
rood" plaatsgevonden.
Daar veel van het op dit concert ge-
bodene ongetwijfeld den toets der critiek
met gloed kon doorstaan, kunnen wij ons
niet begrijpen, dat de belangstelling voor
„Morgenrood" niet meer gedemonstreerd
wordt in een grooter opkomst van de
zijde van het publiek.
De jongsten.
Na een kort woord van den voorzitter der
vereeniging, waarin deze terecht opmerkte,
dat met name het kinderkoor nog wel eenige
versterking mocht hebben, werd met het pro
gramma aangevangen.
Het waren allereerst een tweetal liedjes,
welke gezongen werden door het kinderkoor,
en wei „Lieve Vogels" van Weeren en „De
Leeuwerik" van Worp.
Beide nummertjes droegen in vele opzich
ten de kenmerken van het „er nog niet-
in-zijn". Het haperde hier en daar nog wat,
doch reeds in het tweede was dit in mindere
mate het geval dan bij het eerste.
De onderofdeeling was beter
op dreef, en op zeer verdienstelijke wijze werd
een vertolking gegeven van het „Lente's
Aankomst", „Avondlied" en „Lichtkevertjes".
Uit den aard der zaak lag het eene wat beter
dan het andere, maar men kon bemerken,
dat er degelijk onder leiding van den heer
Van der Meij gewerkt was. Het „Avondlied"
werd zelfs héél goed gezongen en hierbij
klonken de meisjes- en jongensstemmen klaar
en helder op. Een goede revanche voor het
minder fortuinlijke begin.
Hierna volgde een 3-tal liederen van Hen-
drika van Tussenbroek, en het was opvallend
wat hier de meisjes- en jongensstemmen de
den hooren. Daar was enthousiasme te be
speuren en eveneens bleek, dat het er goed
inzat. Wondermooi zijn deze kleine, zoo sim
pel lijkende liedekes, die de fantasie der jeug
dige zangers en zangeressen aan het werk
zetten en tot 't beste behooren wat de Neder-
landsche jeugdzang ons gegeven heeft. De
vleugelbegeleiding was daarbij in de wel zeer
kundige handen van mevrouw Nymeyer
Moorman, die wederom bewees haar taak als
begeleidster volkomen te begrijpen.
Door Kinderkoor en Onderafdeling werden
nog een tweetal nummers ten gehoore ge-
hoore gebracht, en het was vooral het eerste,
dat nu blijk van zijn kunnen gaf. Er werd
goed gezongen, en met name het aloude
„Angelus" deed het wonderwel.
Tot zoover wat betreft jong-Morgenrood.
„Morgenrood".
Wat het koor zelve betreft, dat gaf aller
eerst Kjerulf's „Bruidsvaart in Hardanger",
een lied met bijzonder mooien tekst en het
welk verdienstelijk ten gehoore gebracht
werd.
Hierna volgde een oude bekende van het
nog niet vergeten Zangersfeest, „Ons Lied
van de Zee". Wederom bekoorde De Hartog's
prachtige loflied op de Hollandsche zee en
wederom was daar die spontaniteit, welke dit
zingen zoo preferabel maakt.
Tenslotte bracht „Morgenrood" nog Men-
delssohn's „Groet aan 't Woud" en „Zomer
morgen van Wettig—Weissenborn. Ook deze
laatste nummers bewezen, dat er mogelijk
heden in dit koor schuilen. Teleurstellend is
het, dat niet meer mannelijke krachten het
vrouwelijk materiaal steunen.
Tot zoover wat het concert betreft, dat een
zeer vlot verloop had.
Volgens het programma werd na de pauze
nog een „één-bedrijvig bijspel opgevoerd, ge
titeld „Zijn Spaansche" en daarna volgde...
het traditioneele bal.
Met belangstelling zien we uit naar de vol
gende uitvoering van deze vereeniging, waar
opgevoerd zal worden de kinder-operette
„Goudmuiltje".
Voorstel tot verhuur van gemeentegrond
aan P. de Groot.
Bij Raadsbesluit van 3 Mei 1927 werd aan
C. G. Jacobsz tot wederopzegging, tegen be
taling van een jaarlijkschen huurprijs van
2.50, verhuurd een gedeelte van den grond,
kadastraal bekend in sectie C., no. 4749 en
een gedeelte van de steeg, kadastraal bekend
in sectie C., no. 5750, beide gelegen achter
de woning L. van Berkstraat 1, alhier.
Aangezien Jacobsz voornoemd sedert dien
is overleden en de door hem eertijds be
woonde woning in eigendom is overgegaan
aan P. de Groot, verzoekt laatstgenoemde
thans den hierboven aangeduiden gemeente
grond te mogen huren.
Hiertegen bestaat geen bezwaar, weshalve
B. en W. den Raad voorstellen aan dit ver
zoek te voldoen.
In September kregen wij een voorproefje
van de naderende hefststormen, die als dolle
beesten over ons land plegen te gaan en in
den nacht van Zaterdag op Zondag is het
tweede bedrijf gevolgd.
Den geheelen Zaterdag reeds was het niet
pluis. De wind wakkerde, zij het slechts lang
zamerhand, aan en toen wij des avonds laat
nog op den dijk waren en een praatje maak
ten met de aldaar ijsberende jutters, bleek,
dat men het niet vertrouwde.
Daar stond zorg op enkele van die ge
baarde koppen te lezen, en men verzekerde
ons, dat er „vuil weer" op komst was.
Wat „vuil weer" is, weet iedere Nieuwe-
dieper opperbest en ook wij vertrouwden
het niet. Het floot daar hoog in de
lucht en in de schemering der enorme wol
kenmassa's, die in fantastische groepen voort
joegen. De zee was ruw en de barometer be
loofde weinig goeds.
Zoo gingen wij den nacht in.
Ouderwetsch
En het ging er van los, dien Zaterdag
nacht en het was het oude spel van wind
en water, dat Den Helder speelde.
Loeiend brak de Zuid-Wester los en gier
de over de daken der huizen, speelde een
vernielend spel met niet stabiele dak
pannen, trok aan de al lang kaalgewor-
den boomen langs de grachten en kreun
de om de hoeken der straten.
Maar het bleef niet bij harden wind alleen.
Want ook het water werd weer ouderwets
opgedreven en naarmate de morgen aanbrak
en de vloed opzette bleek al spoedig, dat
het spannen zou.
Gedurende het grootste deel van den
nacht was de windsnelheid circa 19 meter
per seconde, en hoewel er niet direct
sprake was van een sorm, kan men het
weer het best kwalificeeren als zeer ruw
en buiïg.
Naar men ons van het instituut bq
den Windwijzer mededeelde, was de
grootste windsnelheid dien nacht 24 me
ter (dat was te 4.35 uur).
De windrichting, aanvankelijk Zuid-West
zijnde, schoot in den loop van den nacht uit
naar het Westen en was tegen den morgen
vrijwel Noord-West. En het water werd op
gedreven en toen het eerste morgengrauwen
over Den Helder scheerde, stonden de steigers
aan den buitenkant al behoorlijk onder water.
Schip in nood!
Dan komt de tjjding, dat er een schip bui
tengaats in nood zit, althans assistentie
vraagt.
Dat was om half zeven gisterenmorgen.
Om dien tjjd ontving de Kustwacht een tele
gram van het Grieksche stoomschip „Atlan-
ticos", hetwelk de mededeeling inhield, dat
het in nood verkeerde en sleepboothulp
wenschte. Als positie werd opgegeven 52.50
Noorderbreedte en 4.28 Oosterlengte.
Zoo spoedig niet was het bericht binnen
of de loodscommissaris, de heer P. C. van
Diest, stelde zich in verbinding met den
plaatselijken agent van de bergingsfirma
Wijsmuller en het duurde geen half uur of
de sleepboot „Utrecht" was bemand en kon
de haven verlaten.
Ook de „Doms Rijkers" ter
assistentie uitgevaren.
Afschoon de „Atlanticos" alleen sleepboot
hulp gevraagd had, besloot de loodscommis
saris veiligheidshalve ook de „Dorus Rijkers"
naar de plaats waar zich de in nood bevin
dende Griek bevond, te zenden. Ook deze ver
liet even later de haven.
Om 8 uur bereikte men de Grieksche
boot. Het bleek, dat deze het zwaar van
de hooge zeeën te verduren had, hetgeen
te begrijpen is als men weet, dat de „At
lanticos" in ballast voer en hoog op het
water lag.
Ofschoon men dien nacht alles in het
werk had gesteld zoo ver mogeljjk uit de
kust te blijven, was men deze op den tijd,
dat de „Utrecht" naderde, toch tot op 6
mjjl genaderd en wel tusschen de ton van
het Schulpengat en de Zuiderhaaks boei,
dicht in de nabijheid der gronden.
Vlotte verbinding.
Alles aan boord van den Griek was reeds
in gereedheid gebracht om de sleepbootassis-
tentie te ontvangen en toen de eerste lijn over
ging, was men zoo fortuinlijk ook direct ver
binding te hebben. Door middel van de lijn
werd een zware sleeptros overgebracht en zoo
ving de terugtocht naar Nieuwediep aan.
Het bleek, dat het schip inderdaad geheel
in ballast voer, Vrijdag Londen verlaten had
met bestemming Amsterdam en een inhoud
heeft van 5446 bruto registerton.
Daar er geen enkel gevaar meer dreigde,
keerde ook de „Dorus Rijkers" naar Nieuwe
diep terug, even achter den Griek blijvend,
en te ongeveer 10 uur kon het publiek, dat
reeds in grooten getale op den dijk aanwezig
was, de schepen aan zien komen.
Het was een interessant schouwspel, het
hoog op de golven liggende schip, met er vóór
slechts verbonden door een enkele tros
de „Utrecht", die geheel in het niet verzonk
bij de afmetingen van zijn sleep. Zwarte rook
sloeg over de brug en de masten en herhaal
delijk braken de zware golven over der sche
pen heen.
Pech voor de „Holland".
Inmiddels was ook de sleepboot „Holland"
van de reederij Doeksen te Terschelling, die
de reis binnendoor gemaakt had, verschenen
doch arriveerde eerst bij den Griek, toen deze
zoo goed als op de ree lag. Voor de „Holland'
dus een vergeefsche tocht.
Om ongeveer 12 uur werd het anker uitge
worpen, en een uur later lagen zoowel de
„Holland" als de „Utrecht" weer rustig in
de haven, evenals de „Dorus Rijkers", die
reeds eerder haar ligplaats weder opgezocht
had.
Wjj hadden nog even een onderhoud
met schipper Coen Bot van de redding
boot, die zich na aankomst direct naar
den loodscommandant begaf om verslag
van zijn bevindingen uit te brengen. De
heer Bot vertelde ons, dat het buiten
gaats héél slecht was en dat de „Utrecht"
juist op tijd gekomen was om hulp te
bieden. Ware deze iets later gearriveerd,
dan was het niet uitgesloten geweest, dat
het met den Griek minder fortuinlijk was
afgeloopen.
Naar wij later op den dag vernamen, zal
het schip zijn onderbroken reis zoo spoedig
mogelijk voortzetten. Het heeft in geen enkel
opzicht averij gemaakt.
as,.-
Een voor Den Helder wel zeer interes
sante bijzonderheid is het feit, dat de
eerste stuurman van de „Atlanticos" in
dertijd eveneens eerste stuurman was op
het Grieksche stoomschip „Eugenia", dat
in 1928 op den dijk voor het Postkantoor
sloeg en daar geruimen tijd vastgezeten
heeft.
Waaruit blijkt hoe klein de wereld is en
hoe gevaarlijk de Nederlandsche kust
Waaruit blykt hoe klein de wereld is en hoe
gevaarlijk de Nederlandsche kust
Uit den aard der zaak zag het dien Zondag
morgen zwart van het volk op den Dijk en
de Buitenhaven. Ten eerste had 't bericht van
het schip als een loopend vuurtje zijn ronde
door de stad gedaan en ten tweede... was het
Zondagmorgen.
Welnu, men heeft er van kunnen profitee-
ren, op dezen 17den October en men kan het
het beste kwalificeeren zooals een oude Jan
maat ons zeide: „Het is weer écht ouder
wetsch".
Ja, ouderwetsch was het welmet de
brekers over de pier van Wierhoofd, met de
opspuitende fonteinen tusschen de af en toe
bloot komende steigerplanken en den loeienden
Noord-Wester als begeleidend concert er bij.
Op den dam van Wierhoofd was het niet
mogelijk dekking te zoeken 'achter de borst
wering. Steeds sloegen de golven er schuimend
er overheen, evenals op den Dijk.
De Buitenhaven zelf bood een triest
schouwspel. Alle steigers stonden onder
water, hier en daar kramde een vlet er
over, en voor de aanlegplaats van de
Texelsche boot was het één groote v\jver
van zwalpend water.
De „Dokter Wagemaker" was belangrijk
over tijd, doch toen ze eenmaal binnen was,
mocht het publiek al een bijzonder amusant
schouwspel meemaken. Er was geen landings
terrein meer overgeschoten, zoodat de aan
wezige passagiers, zoowel wat het mannelijk
als het vrouwelijk deel betreft, aangewezen
waren op de schouders en ruggen van het per
soneel, dat hen aldus naar drogere regionen
bracht.
Gelukkig, dat zoowel publiek als „slachtof
fers" het nogal van den goeden kant opnamen.
Langs den zeedijk
van de haven tot Huisduinen lag het als be
zaaid met kleine een groote keien, welke door
de geweldige kracht van den vloed daar neer
geworpen waren. Enkele exemplaren waren
zoo groot en zwaar, dat men zich afvroeg of
het wel mogelijk was, dat die geweldige ge
wichten door het water opgetild en neerge
smeten waren, 't Water had tot aan den ring
muur gestaan, het was duidelijk aan de achter
gebleven sporen te zien. Behalve uit gesteen
te bestonden die uit stukken hout, doozen, en
wat er al zoo meer door de schepen over boord
geworpen wordt. De Zeedijk zag er Zondag
morgen vroeg dan ook „vies" uit, maar we
zagen reeds spoedig werklieden in actie om
onze zeewering een uiterlijk meer in overeen
stemming met den Zondag te geven. Zoo oogen-
schijnlijk had de Dijk geen schade opgeloopen
van het hooge water.
Het was druk op den dijk. Velen waren daar
om naar het Grieksche schip te kijken, ande
ren maakten een wandeling via Huisduinen. Zij
die dit gedaan hebben, hebben kunnen genieten
van een schoon schouwspel. Het betonnen pad
voor Huisduinen, dat naar het strand voert,
was onbegaanbaar. Hoog spatte het watei
daar over heen, telkens wanneer de brekers
tegen het beton beukten. Enkelen trachtten
van een „stil" oogenblik te profiteeren om toch
het strand te bereiken, doch zij moesten hun
moed met een nat pak bekoopen.
Inderdaad, op Huisduinen had men een
mooi gezicht op de branding. Menigeen zette
zich in het paviljoen van de N.V. Zeebad Huis
duinen om daar onder het genot van een kop
koffie het spel van wind en water gade te
slaan.
Om tien uur 's morgens was het hoogtij ge
weest en tegelijk met het terugloopen van het
water nam ook de windkracht belangrijk af.
Evenwel, den geheelen verderen dag bleef het
nog onstuimig weer, waarbij herhaaldelijk
buien losbraken en zeer krachtige windstooten
geconstateerd werden.
Vermelden wij volledigheidshalve nog, dat
men reeds vroeg in den morgen met man en
macht aan het werk toog om zandzakken te
deponeeren voor den hulpdam, welke is opge
steld voor de in verbouwing bevindende sluis
bij het Havenkantoor. Men wilde namelijk, in
verband met den enormen druk die het hoog
opgeloopen water op de den dam uitoefende,
geen risico loopen.
Natuurlijk bleef het dien middag druk aan
den buitenkant en menige johgeman of oudere
die bravourstukjes bij de ondergeloopen stei
gers wilden uithalen, moest deze heldendaden
betalen met een nat pak.
Het stemt tot dankbaarheid, dat het vrij
zware weer ditmaal geen slachtoffers gemaakt
heeftof het moesten de laatste genoemde
categorie zijn
VERSIERING TORENSTRAAT.
Ook eenige bewoners van de Torenstraat
hebben het plan opgevat de Torenstraat en
Torendwarsstraat te versieren. In den winkel
van den heer Duin werd een vergadering be
legd, met het verrassend resultaat, dat bijna
alle bewoners met het plan hun instemming
betuigden. Een bestuur werd gekozen, dat
verder de zaak zal regelen.
DE „BIRMINGHAM" TERUGGEKEERD.
De Nederlandsche motorschoener „Birming-
ham", die Zaterdagmiddag de haven verlaten
had met bestemming naar Gooll, keerde in
den loop van den middag weder ter reede terug
in afwachting van gunstiger weersomstan
digheden.
De haringreeders hebben, volgens De Tele
graaf, besloten om de vrije vangst van ver-
sche haring niet te doen eindigen met in
gang van 15 October, maar met 1 Novem
ber. En wel, omdat de uitkomsten van den
haringhandel zeer gunstig zijn gebleven. Er
wordt steeds voldoende geruimd en de prij
zen blijven ook goed.
Ook dit optimistische geluid stemt tot
groote genoegdoening.
Zou er inderdaad een opgang van het be
drijf zijn aangebroken?
Ook in de crisis-haringbeschikking 1936
valt, al kan dat er natuurlijk niet in opge
nomen "worden, iets dergelijks waar te ne
men. Moesten de schepen, na een gedane reis,
minstens 48 uur in de haven blijven toeven,
met ingang van 16 Oct. is deze termijn ge
bracht op 2 uur.
Hierin ligt, dunkt ons, een erkenning, dat
het niet noodig is tot beperking van vangst
te komen, zoodat dus geen belemmering in
den weg wordt gelegd.
TEELTPREMIE VLAS EN KOOLZAAD.
STEUNVERGOEDING ERWTEN EN
VELDBOONEN.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt
het volgende bekend:
Voor vlas van den oogst 1936, hetwelk met
inachtneming van de te dien aanzien gegeven
voorschriften, is verkocht in het tijdvak van
17 Augustus 1936 t.m. 26 September 1936 zal
een teeltpremie worden uitgekeerd, overeen
komende met een bedrag van gemiddeld 80
per ha.
Voor koolzaad van den oogst 1936 hetwelk
met inachtneming van de daartoe gegeven
voorschriften Uverkocht in het tijdvak van
unflüf i tot en met 26 September
1936, zal een teeltpremie worden uitgekeerd
deTdre/67O50perehamet Van gemid!
De steunvergoeding voor de laagste klasse
groene erwten, alsmede voor andere erwten
gedenatureerd in het tijdvak van 5 OctobeYtm
10 October 1936, zal l.io per 100 kg bedra
gen terwijl voor in datzelfde tijdvak gedenatu
reerde erwten van de kwaliteitsklasse C een
vnvmlteneïg0eding voor veldboonen, welke
d i e^ aan vlagen*!)! "bei^pschrif ter^^dM f" an'
^^nte'n-^en^Fmttcéntolte1
wel het in beriep komen Z erkenni»g. dan
van de Centrale hetzii bi. degissing
B«™P ta*. h™
taptoe, kovacs en merijntje>
Dinsdagavond had, voor het eerst sedert
vele maanden, weder plaats onze goede ouwe
Heldersche taptoe, geliefd volksvermaak, en
specifiek Juttersch in haar diverse uitingen.
Het was weer precies als van ouds: wéér de
gedragen klanken op den Buitenkant en weer
het reuze-feest bij het stadwaarts gaan. Heel
jeugdig Den Helder had thuis verstek laten
gelden en hotste, danste, schudde en krioelde
achter de muzikanten aan, die met roode
kou-wangen op hun instrumenten toeterden.
En weer liepen de agenten links en rechts
van de troep, precies alsof ze er zélf behoor
den, met deftige gezichten, witte handschoe
nen en slingerende sabels.
Ja,... wél is onze taptoe zéér geliefd b(j
jong en oud!
Niet minder geliefd is Kovacs Lajos en tot
twee malen toe hebben de heeren voor een
uitverkocht Casino gespeeld. En hoe. Het
enthousiasme kende geen grenzen en men
brak de zaal af, zooals men dat zegt. Er wa
ren schoone juffrouwen en vroolijke jazzers
en zelfs de oud-Jutter Willem Vogt verscheen,
hetgeen tot stormachtige ovaties van de
AVRO-isten aanleiding gaf.
Als je al die vreugde, dat enthousiasme,
die uitgelaten geestdrift, die vervoering, die
ontzaglijke adoratie meemaakt voor een jazz
band, dan zou het kunnen gebeuren, dat de
argelooze toeschouwer zich afvroeg, waarom
het in deze dagen nog alleen maar de jazz is,
waarvoor men zich interesseert. Voor al het
overige is de belangstelling op sterven na
dood en moet men spreken, optreden of spe
len voor 100 of in het gunstigste geval 200
menschen. D4n blijven ze thuis.
Een zekere eenzijdigheid moeten wij dus in
deze wel constateeren, een eenzijdigheid die
als symptoom verontrustend voorkomt.
Behalve dat Kovacs gejazz't heeft, is er ook
ten aanschouwe van een machtig publiek ge
voetbald op het Helder-terrein, dat wij ver
scheidene malen dien middag hebben zien
blozen over zooveel voetbalkundige onkunde.
De critiek was dan ook lang niet malseh
en het was maar goed dat het Kovacs Lajos
was... ook al won hij...
Voorts zal men deze week kunnen gaan
genieten van ons aller broertje Merijntje
Gijzen,het ventje, dat ons in de boeken van
De Jong (de welbekende A. M.) gepenseeld
is geworden met alle verve die A. M. in de
pen had en waarvan wij hopen dat zijn finish
ik in overeenstemming zal zijn met het litte
raire.
Zoo ja, dan zal er wederom een Merijntje-
golf over het land trekken (net als een jaar
of acht geleden) en zal ieder der bijna 8
millioen Nederlanders weer kunnen snotteren
bij de droevige en zich verkneuteren bij de
heitere intermezzi, die zoo velen in het werk
zijn.
Waaruit het nut der film weer blijkt.
De veelgesmade...
zij bij den Minister, geen recht geeft tot telen
of handelen.
De ambtenaren van den Centralen Crisis-
Contröledienst hebben de opdracht ontvangen,
indien zij een overtreding constateeren, een
proces-verbaal of een tuchtrechtelijke verkla
ring op te maken ook in die gevallen, dat de
betrokkene een aanvrage, beroepschrift of
request terzake van het feit, waarvoor hij in
overtreding is, heeft ingediend. (Adv.).
DE STORM.
Als gevolg van den sterken Noordwesten
wind, werd Zondag de waterstand, nabij het
strand, zeer hoog. Het water stond des mid
dags tot aan den voet der duinen, zoodat men
zich niet op het strand kon begeven.
De Texelsche boot heeft den dienst van 7.50
u. van Texel niet kunnen vervullen, omdat de
boot te Den Helder niet aan den steiger kon
aanleggen.
PROMOTIE DS. A. MS.
Den 6den November a.s. hoopt de weleerw.
heer Ds. Vis, predikant der Doopsgezinde
Gemeente Burg—Waal en Oosterend, te Am
sterdam in de Gemeentelijke universiteit te
promoveeren tot doctor in de theologie.
Het proefschrift, dat Ds. Vis hierbij zal
verdedigen is getiteld „Messianic Psalm
Quotaiions in the New-Testament, a criti-
cal study on the New Testament".
Het proefschrift is geschreven in het En-
gelsch, alleen het korte voorwoord is Hol-
landsch. De vertaling geschiedde door mevr.
is Visser, de echtgenoote van Ds. Vis.
Deze piomitie geschiedt op gezag van den
ree or-magnificus, Dr. Lanqueur, hoogleeraar
p f6 Jfneeskundc; als promotor treedt op
van 17 October 1936.
GETROUWD: H. P. Antlnk en C. B. F.
Verstegen.
BEVALLEN: A. Triest—Vriesman, z.