Sleepboot-run naar de zinkende „Okeanos"» Spor': Voor onze dames Marineberichten DE „DE RUYTER" TE AMSTERDAM» Wederom een Griek in hachelijke positie aan de Nederlandsche kust. In zinkenden toestand verzoekt zij sleepboothulp en reddingbooten. Aan boord van de tien-mijl rennende „Utrecht". Urenlange arbeid en teleurstelling. Kranig werk van de bemanning der „Witte Zee". Kegelen De „Ruyter" naar Rotterdam. ber niet meer in de gelegenheid visch 0 Frankrijk uit te voeren. Dus is er een naar kans voor onze visch. Van die kans het uiterste gehaald worden. Dit is een 11106 s voor den handel en voor de visscherij. bê^n dan dringt zich dit op: samenwerking tu3schen beide groepen. Hetzelfde visscherijblad heeft een onder- d gehad met een deskundige op visch- b°u jjgebjed, die heeft verteld over de be- dering van het vischgebruik, door middel V°r de propaganda in Duitschland. V*n r gg^t men rond met een vischkeuken. wordt gereden naar markten, kruispun- van stratèn in volkswijken, etc. pen menschen wordt getoond hoe de visch _oet worden bereid. Hu de schardijntijd weer voor de deur staat, ?en we even verwijzen naar een bekend- jn°kin<r van de Belgische autoriteiten, betref- 111 de den uitvoer van sprot (waarmee mis kien dezelfde vischsoort is bedoeld), die meen naar Frankrijk mag worden uitgevoerd a7nUit België, wanneer gevangen door Bel- v. c}ie vaartuigen. En dan tot een hoeveelheid fjjj het contingent toelaat. Misschien dat er voor onze schardijn dan een plaats is op de Fransche markt. Nauwlettend kan worden gelet op het uit geput zijn van de sprotverzending van België naar Frankrijk. Tengevolge van het stormachtige weer, die het uitoefenen van de garnalenvisscherij bui tengaats ondoenlijk maakt (e), zijn de prijzen der levende garnalen zeer hoog geworden, zoodat het geen consumptieartikel voor den gewonen man in Amsterdam kon zijn. Voor de talrijke venters te dier stede dus weer een strop. Maar ook voor de visschers, die hun bedrijf door den storm zagen lam gelegd. Uit Urk wordt bericht, dat de fuikaal- visschers van Urk*die in de Waddenzee deze visscherij hadden uitgeoefend, verleden week een besomming hadden van 200.tot 250.Dit is de uittrekkende paling, die zeer dik van stuk was. De palingvisschers hadden „de maan" mee en het weer was ook wat rumoerig, zoodat de vangstkansen goed waren. In het IJselmeer loopt de aalvisscherij ten einde, althans voor de kuilvisschers, omdat de aal, met de toenemende koude, den grond weer ingaat. Alleen de lijn- en fuikenvisschers zetten de visscherij nog voort. Door de slechte weersomstandigheden in de vorige week zijn de besommingen der Urker Noordzeevloot niet zoo gunstig geweest. Zij, die vischten van IJmuiden tot Scheve- ningen maakten van 70 tot 90, die bezig waren van Texel tot Terschelling semonden van 140 tot 180, en de snurrevaad maakte van 200 tot 250. De heer Presser, Alg. Secretaris van den Ned. Bond van Kleinhandelaren, komt in „De Telegraaf" terug op hetgeen de reeders had den geschreven over den aanvoer. (Van oneen specialen verslaggever) aan boord van de „XJtrecht". Aan den buitenkant staan wat oude Jutters, de kromme pijpjes scheef in den mondhoek weg getrokken, de zuidwesters op hun verweerde koppen. Ze turen door kijkers naar zee, naar den Razenden Bol en in hun blik gaat de zorg verscholen. Want de zee staat weer hol en het wordt met de minuut ruwer. Dan... als een donderslag valt het be richt Nieuwediep binnen. Schip in nood! In de buurt van IJmuiden. Een groote Griek. De woorden houden een drama in zich besloten, een drama, waarbij hulp geboden dient te worden. Reeds enkele minuten na de melding zet de activiteit langs de Nederlandsche kust zich in beweging. Op Terschelling... in IJmuiden... in Den Helder... De „Utrecht" vaart uit. En ook op de sleepboot „Utrecht" van bureau Wijsmuller, nog zwart van het kolenbunkeren na den tocht van Zondag naar de Griek, die voor Callantsoog assistentie vroeg, en waar het morsig en vuil is van de werkzaamheden, embarkeert men. De kerels, met zwarte pet ten op hun koppen en met warme truien aan. Want het zal wel gaan spannen... Om tien uur, slechts luttele minuten na de tijding, smijt de „Utrecht" zijn trossen los en liggen we vrij. In de haven hebben we bekijks van de mari neschepen en ook van de botters, die liggen te rijen als kinderbootjes. Wéér een Griek. En we hooren enkele details, details, die, hoewel vaag, vertellen, dat er weer een schip in nood zit aan de Nederlandsche kust, een schip van vreemde nationaliteit. En wel van... Grieksche. De zóóveelste in enkele dagen. S. O. s. Het bericht van marconist Jonkman vertelt, dat het de „Okeanos" is, een vrij oude boot en die een behoorlijken afstand, men spreekt van een mijl of twintig, van IJmuiden afzit. En tinkende is... Voortdurend geeft zij het S.O.S. De wind is Noordwest en wakkert aan. Even buiten de haven begint het feest al. Zware rollers pakken de „Utrecht" op en smijten haar als een stuk speelgoed op die dsmsende waterbergen. Als we bezorgd kiften, lacht kapitein Kuiper, oude zeerot, maar zoo wat. „Zal wel meevallen? Had H Zondag bij ons moeten zijn! Dat was me een weertje!" Met z'n drieën.* Maar kapitein Kuiper heeft andere zorgen. Want hij weet, dat de „Utrecht" één der drie 18 die naar IJmuiden snelt. Uit de marconi- la kil reeds vernomen, dat ook de „Hol- d van Doeksen, op Terschelling en de •■Witte Zee" van Smit Co. uit Maassluis, ver- fokken zijn. En de „Witte Zee" is een snelle oomer en haar traject is een 17 mijl korter an het onze, dat 45 bedraagt. 't Schip zinkt. Dm kwart over 10 wordt weer een be- rtcht opgevangen. Het schip heeft een fDmot lek en is in snel zinkenden toestand. verzoekt om reddingbooten en sleep boten. Aan boord kijken we elkaar aan en er wordt niet gesproken. Het zijn maar gewone men schen, deze kerels van de „Utrecht" en ze kun nen hun gevoelens niet in woorden omzetten. Maar hun blikken en de monden, waarin een vloek versmoord, zeggen genoeg. Met 10 mijls-vaart. Het gaat vlug, we loopen met een vaart van om en nabij tien mijl, maar het gaat kappie en z'n staf op de brug lang niet vlug genoeg. Het gaat hier waarschijnlijk om een karwei van belang en als er ooit time money is, dan is dat nu! Langs de Razende Bol is het de baarlijke hel. Enorme brekers en grondzeeën slaan tegen elkaar en ketsen daverend neer. Het is de hel van het zeepsop, wit vliegend zeesop, en het schuim suist over de brug. DAt is de Noord zee, in haar ware gedaante. Maar wij met onze 10 mijlsvaart trekken er ons niet heel veel van aan, ook al steigert de schuit als een op hol geslagen race-paard en al trilt zij in haar voegen. Ze kan er tegen. Ze heeft erger meegemaakt. Het is bar slecht weer. Stormachtig, een vuile zee en steeds slaan de regenbuien kletterend op het zwarte dek der „Utrecht", die er schoon van wordt... Constant komen de radioberichten uit de marconihut. We hooren, dat de „Neeltje Jacoba", de motorreddingboot uit IJmui den, ook uitgevaren is en dat onze con currenten, de „Holland" en de „Witte Zee", evenals wij, full speed aangesneld komen. Wie zal het winnen... En onderwijl gooit de „Okeanos" zonder tusschenpoos haar S.O.S. uit... En blijft zinken... Om half twaalf verzeilen we in een bui en het wordt er niet plezieriger op. De zeeën slaan behoorlijk over de „Utrecht" heen, en al wie niet aan dek te maken heeft, zoekt ergens een afdekking. Even over half twaalf een nieuw bericht. De Beursplein probeert de bemanning van de „Okeanos" af te brengen, doch later weer vertelt een ander, dat het de „Belgion" is, een landsman, die het probeert. En we varen verder, dwars door de zee, die één golvende, opgezweepte verschrikking is in het oog van den landrot, die zich bijna nergens schoor kan zetten en die met angst de spron gen en Capriolen van den sleeper gadeslaat. Pech 2 uur 's middags komt een bericht, dat te leurstelling teekent op de gezichten der ge- heele bemanning. De „Witte Zee" van Smit Co., ligt langszij van de Griek. Veel wordt er niet gezegd. Wat zou er trouwens te zeggen zjjn. En... er is nog geen reden tot opgeven. Wie weet hoe noodig de hulp van de „Utrecht" is, hoezeer men daar op de plaats des onheils in spanning zit over haar komst. De „Holland" meldt, dat ze terug gaat. Om 3 uur krijgen we ze in zicht en als er op de brug bestek gemaakt wordt, blijkt, dat de juiste positie is 52° 25 Noorderbreedte en 4° Oosterlengte, dat is tusschen IJmui den en Scheveningen, een goede 20 mijl uit de kust. Het weer blijft „brakkig" en de bre kers ranselen meedogenloos de flanken der te hulp snellende „Utrecht". Er wordt uitgehaald wat er uit te halen is, maar HE.T KJATUUQWI5TOR.ISCH MUStUM IVttlJiO WAT IK NfE.T ZAG* heel in de verte zien we inderdaad, dat de „Witte Zee" op de plaats van bestem ming aangekomen is. Zal er ook voor ons nog karwei zijn Een half uur later, half vier, zijn we er zoo goed als bij en in de radio wordt mede gedeeld, dat de crew, na eerst door de „Bel gion" opgepikt te zijn, weer gedeeltelijk overgaat op de „Witte Zee". Uit de rossige pijp van de „Okeanos" flart nog wat witte rook, zoodat dus de vuren nog niet geheel gedoofd büjken te zijn. Te gelijk als wij arriveeren vertrekt de te hulp gesnelde Griek met het grootste gedeelte van de bemanning en met z'n drieën blijven we achter. De „Okeanos" ligt diep en herhaalde lijk verdwijnt haar laag achterschip als het ware onder den waterspiegel. De boot ligt te rijen van jewelste en een kind kan zien, dat hier geen kapitein meer aan boord is. Het schip ligt verlaten. Geen spoor van leven is meer te bekennen. Het is een oneindig triest gezicht, deze groote schuit, die meer dan 4000 ton bruto register moet tellen en afkomstig is uit Ana- poy (Athene) daar te zien liggen, volkomen overgeleverd aan wind en golven, die met haar hun wild spel spelen. Aan den voormast klapperde de puntvlag van het noodsein- teeken. De davids hangen over de reeling en de touwen, waaraan men de sloepen langs zij heeft laten vieren, slingeren los tegen den scheepswand aan: Meeuwen cirkelen er om heen en zij krijschen hun schorren stormroep over dit troostelooze tooneel. Zeemanschap. Met z'n drieën dobberen we nu naast elkaar, en plotseling zien we hoe er aan stuurboord van de „Witte Zee" een 6-tal menschen overgaan in de jol. We kunnen onze oogen niet gelooven. In dit weer, met deze brekers tusschen beide schui ten moeten da&r menschen in Zelf zijn wij te ver van den Griek af om een jol over te zetten. En de jol springt als een veer op de kam men der golven, maar 3 minuten later zitten de zes kerels er in: 3 Grieken en 3 kerels van de „Witte Zee". Hoog op de golven wordt het brose vaartuigje opgenomenzal het naar beneden gesleurd wordenZal het lukkenIn angstige spanning zien we dit pracht stuk zeemanschap aan. En het lukt... twee grijpen de riemen en even later is men los van de „Witte Zee". En dansend en zwierend en draaiend op de golfpunten gaat het naar het slingerend schip, dat thans niet meer dieper schijnt weg te zinken. Men vermoedt dat slechts een of twee waterdichte compartimenten vol ge- loopen zijn. Niets te verdienen. En onderwijl de zes dappere kerels den ge vaarvollen overtocht maken, probeert kapi tein Kuiper een praatje te maken met zijn collega van de „Witte Zee". „Is er nog wat te verdienen.En het antwoord: „Nee hoorwe kunnen 'm wel hebben Aan lij van de „Okeanos" ligt de jol nu ieder oogenblik vreezen we, dat deze hulp zich te pletter zal varen tegen den optoorenden scheepswand van den Griek. Maar deze menschen kénnen de zee en ze weten hoe ze met een paar simpele riemen deze golvenhel moeten bedwin gen. Dan zitten ze vlak onder de schuit... handen grijpen een buitenboord zwierend stuk touw... en ze zijn er. Bravo! Als katten klimmen ze aan boord en nu vangt het voorlaatste bedrijf aan van dit wel zeer spannend gebeuren, dat Goddank nog geen treurspel werd. Nu moet de „Witte Zee" een tros overbrengen, die de zes aan boord van de „Okeanos" zullen vast maken. Den eersten keer mislukt hetmaar reeds fcij den tweeden komt de lijn goed over. Hoog draait het achterschip van de „Witte Zee" bij het lijkt of zij in volle vaart den Griek zal rammen. Maar precies voor de punt wijkt zij uit en de verbinding is daar. Wij op de „Utrecht" blijven nog een paar malen om beide schepen heencirkelen, maar we weten het. Het was een vergeefsche tocht. Hier valt voor ons niets te verdienen. sPyt. Op alle koppen staat de spijt te lezen, e spjjt na een dag van hard werken en van hoop op een karwei. Als rook ver vlogen. Zoo is het leven van een sleep bootkapitein. Zoo het leven van een sleepbootcrew Om circa half vijf draaien we den steven en gaat het er weer vandoor. Trotsch ligt de „Witte Zee", mooi gelijnde schuit, te sprin gen en te dobberen op de hooge golven, maar het vertelt nu van haar vreugde De radio bericht nog, dat de „Witte Zee" zoo vlug mogelijk zal pogen den Nieuwen Waterweg te bereiken, alwaar ze tegen mid dernacht kan aankomen. En we gaan terug, met de „Utrecht" met een 8 mijls-vaartje, dwars door de kuivende zee. Het gaat nu tegen zee in en al wordt het langzamerhand wat kalmer, het blijft een be proeving voor den persman, die thans eens beleefde hoe het gaat op een sleepboot als er op t ij d gevaren wordt. De terugtocht is niet zoo pleizierig. De meesten zwijgen, of kouwen op hun pruimen. Daar is spijt te lezen op alle gezichten. Om half tien zijn we bezijden Huisduinen en om 10 uur liggen we vast in de haven. DAMES SLIP-OVER. B 25 Lengte van schouder tot onderkant 55 cm. Omtrek rug en buste 85 cm. Ben. materiaal 225 gram wol, een paar naalden en een haaknaald. Dikte wol 7 steken in de breedte en 8 toeren zijn 5 cm. Van deze gebreide dames slip-over stellen wij een uitvoerige beschrijving beschikbaar, aan de hand waarvan de slip-over gemakke lijk gebreid kan worden .De prijs bedraagt 0.25. Aan te vragen: Het Practisch Mode blad, Postbus 36, Den Haag. Giro 203203. DE NIEUWSTE HUISKLEEDING VOOR DE MORGENUREN. VKK 2021. Prijs per patroon 0.25 -(- 0.05 voor adm.- en verzendkosten. In afwijking met de steeds gangbare lange schortmodellen is een geheel afwijkend model thans het modernste voor de morgenbezig heden. Men kan het over een japon dragen of alleen over een rok, en de bedoeling is om VKK.1962. er een fleurig geheel van te maken. Natuur lijk, men kan alle mogelijke waschbare stof fen, effen zoowel als imprimé verwerken, doch aardig gebloemd cretonne of katoen is zeker wel zeer flatteus en geeft nog een na- zomersche werking. Het model is heel een voudig, heeft een pas voor en achter met platten kraag en knoopsluiting voor. Verder hangt deze overall, die eenige cm. over el kander valt, open, kan echter desnoods met drukknoopen gesloten worden. Opgestikte zakken en ruime mouwen met smalle rechte manchetten. Verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, 48. JAPON VOOR A.S. MOEDERS. Succespatroon VKK 1962. Pr^s per patroon 0.25 0.05 voor adm.- en verzendkosten. Wy meenen aan het verzoek van vele leze ressen tegemoet te komen door het plaatsen van bijgaand model voor a.s. moeders, dat alleszins geslaagd mag heeten. Rok en bovendeel worden even onder taille hoogte aan elkander gestikt en hebben een STAND VAN HET KEGELCONCOURS. De stand van het Kegelconcours Dinsdag avond te 12 uur luidt als volgt: Verrassing» wedstrijd 1. F. Kroon 2. Z. Houter 3. J. Nelis 4. H. Posthuma 574 540 536—M2 536494 Parenwedstrijd 1. Mevr. v. d. Berg en D. Kort 46 2. Mej. Thijssen en J. N. C. Hablous 3635 3. Mevr. Siegers en H. W. Roos 3633 Vr(je baan wedstrijden: Dames: 1. Mevr. van den Berg 2. Mevr. Hoppe 3. Mevr. Lammere Seniores: 1. M. Rosa 2. Jac. de Boer 3. Jb. Smit 4. F. Kroon Juniores: 1. S. Wit 2. A. N. Leemans 3. P. Spruit 4. Y. L. Hankes Hamburger telling: 1. J. W. Biersteker 2. A. N. Leemans 3. K. J. C. Hoppe 4. J. Nelis Korpswedstrijd Klasse A: 39 37—36 37—82 44 41 39 38 2X 40—37 40—86 39 36 94 83 82 81 1. Ons Genoegen I 164 2. Ons Genoegen II 145 Klasse B: 1. 't Rollend Raadsel II 176 2. Onder Ons III 167 3. Ons Genoegen IV 160 Voorts: Duim in 't Gat IV 145 Onder Ons II 144 Duim in 't Gat III 148 Hard Gaat Ie II 140 Ons Genoegen Hl 139 EVA III 134 EVA IV 180 Hout of Fout III 107 't Rollend Raadsel Hl 90 Hoogste werpers: A. P. Grootveld 57 B. Mej. G. Thijssen 71 diepen onderslag zoodat de japon naar gelang van behoeften wijder gedragen kan worden. Aan den rechterzij naad wordt een stofreepje gestikt, waarin op verschillende afstanden knoopsgaten zijn gemaakt, terwijl op het linkervoorpand een knoopje aan den binnen kant wordt gezet. De schuine lijn van hals en voorpand kleedt zeer af, terwijl de ruimte aan de schouders verschillende malen wordt ingehaald. Fantasieknoop als versiering op den naad der taille. Men kan dit model van ver schillende stoffen min of meer gekleed maken. Voor 's morgens bv. van cretonne of mouse- line imprimé en voor 's middags van effen of bewerkte zijde of fluweel. Heel goed kan men bij afwisseling een ivoire garnituur met chabot op een meer gekleed effen model dragen, desnoods met een enkel hechtje mid den achter. Patronen in de maten 44, 46, 48 en 90. Op Donderdag 22 dezer. Donderdagnamiddag, 22 dezer, twee dagen eerder dus dan aanvankelijk was gemeld, zal Hr. Ms. kruiser „De Ruyter" in de haven van Amsterdam ligplaats nemen. Tusschen één en twee uur dien dag zal de „De Ruyter" de sluizen te IJmuiden passeeren, om dan op te stoomen naar de hoofdstad, waar het schip tegen vier uur in den na middag wordt verwacht. Als ligplaats is bepaald de steiger van de HollandAmerika-lijn. De „De Ruyter" zal ge durende het week-end in de hoofdstad blijven, vermoedelijk zelfs tot Maandag of Dinsdag. Vrijdag 23 October zullen drie onderzeeërs en twee torpedobooten in de haven van Am sterdam ligging nemen, en wel aan den steiger van Van Es en Van Ommeren. Het jubileum van den Nieawen Waterweg. Hr. Ms. „De Ruyter" zal, naar het „Hbl." verneemt, 31 October te Rotterdam aanko men met nog eenige oorlogsschepen, om luis ter bij te zetten aan de 70-jarige herdenking van de opening van den Waterweg. De sche pen zullen ter bezichtiging zijn op nader aan te geven uren. De leden der Kon. Ned. Ver. „Onze Vloot" zullen daartoe in de gelegenheid worden gesteld op 31 October, 1 of 2 Novem ber, en op Donderdag 29 October zal de luit. ter zee F. S. W. de Ronde in „Excelsior" een causerie houden over zeeoorlog-scheepstypen en over Hr. Ms. „De Ruyter", welke lezing bedoeld is als voorbereiding voor het bezoek aan dien oorlogsbodem. Bij beschikking van den minister van staat, minister van defensie a. i., zijn de volgende plaatsingen gelast: Met 22 October 1936: de kapitein-luitenant ter zee P. J. M. Ctkot eervol ontheven van het bevel over Hr. Ms. „Nautilus" en den 23 October 1936 ter be schikking gesteld;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 7