Stadsnieuws
DE
STROOPER
Kon. Ned. Ver. „Onze Vloot"
Waar gaan we heen?
Maandag 2 November 1936
Heldersche Courant
Tweede Blad
Het Koninklijk bezoek
aan Den Helder»
Spoedeischende vergadering van
den Gemeenteraad»
Het 25-jarig jubileum van de ver»
van Onderofficieren der Kon»
Landmacht „Ons Belang"»
Russisch nationaal koor»
Tooneelvereeniging „Het
Noorderlicht"»
Licht op voor alle voertuigen
„Kom je ook 's kijken?"
Op zoek naar den verganen
schoener.
Jongen ernstig gevallen»
0
DOOR
PETER BARON
Gereserveerde plaatsen voor leden
van „Onze Vloot".
Wij vestigen er de aandacht op, dat bij het
bezoek van H. M. de Koningin, H. K. H. Prin
ses Juliana en Z. H. Prins Bernard voor de
leden der Kon. Nederl. Ver. „Onze Vloot" een
gedeelte der beschikbare ruimte gereserveerd
zal worden.
Toegangskaarten hiervoor zijn aan ons Bu
reau verkrijgbaar op vertoon van lidmaat
schapskaart 1936, vanaf hedenmiddag 2 uur.
Wij verwijzen voorts naar de in dit nummer
opgenomen advertentie.
De leden van den Gemeenteraad zijn opge
roepen tot het houden eener spoedeischende
vergadering op Dinsdag, 3 November 1936,
des namiddags 8 uur, ten Raadhuize.
De agenda luidt:
Notplen.
Vaststelling der notulen van de vergaderin
gen van 21 en 28 Juli, 26 Augustus en 15
September 1936.
Geldleening.
Voorstel tot het converteeren van de geld
leening, groot 1.000.000, van 1932.
Het was Zaterdagavond even acht uur, dat
we vanuit een mieserig regentje de ruime,
warme hal van „Musis Sacrum" binnenstap
ten. Echt weer om een feestavond te houden.
Een vroolijke drukte heerschte er in de Musis-
zaal, die zooals we opmerkten, tot in de hoe
ken gevuld was met een in feestelijke stem
ming verkeerende menigte. En naar deze
opgewekte stemming te oordeelen, beloofde het
een gezelligen avond te worden. In chronologi
sche volgorde zullen we het goed voorziene
programma afwerken.
Het was dan de voorzitter, die in een kort
speechje de aanwezigen hartelijk welkom
heette namens het plaatselijke sanatorium
comité „Ons Belang". Hij hoopte, dat het vie
ren van dit 25-jarig jubileum voor allen een
prettige herinnering zou worden. De heer van
Rijswijk, de leider van de propaganda-afdee-
ling, die speciaal uit Utrecht voor dezen avond
#as overgekomen, zou beginnen met een
kleine propaganda-rede te houden en de voor
zitter geeft dan ook het woord aan den heer
van Rijswijk. Voordat deze zijn speech aan
vangt, zet het Musis-strijkje het Wilhel
mus in en als één man gaan de aanwezigen
staan om ons volkslied mee te zingen. Het
was den heer van Rijswijk een groot genoegen
om aan de uithoodiging naar Den Helder
te komen gehoor te geven. In 't kort geeft de
spreker een overzicht van het werk, dat deze
vereeniging van t.b.c.-bestrijding reeds gedu
rende jaren heeft gedaan. De stoot tot de
oprichting, die op 1 Januari 1912 plaats had,
werd gegeven door het feit, dat een tweetal
in Ede in garnizoen liggende sergeants door
de vreeselijke ziekte werden aangetast. 1100
mannen, vrouwen en kinderen waren er nu
reeds in dit aantal jaren verpleegd. Meer
vrouwen en kinderen dan mannen, omdat deze
volgens de keuring gezond van lijf en leden
in dienst komen. De heer van Rijswijk toont
dan met cijfers hoeveel er wel noodig is voor
de verpleging: Er is n.1. in deze jaren een
bedrag van 228.000uitgegeven. Er is
echter medewerking van tal van burgerlijke
en militaire autoriteiten, die met dit streven
sympathiseeren. En niet alleen, dat de ver
eeniging de gezinnen van Onderofficieren uit
zendt, maar het fonds is zelfs uitgebreid voor
alle militairen beneden den rang van Officier,
Spreker wijst dan op de taak, die wij, gezonde
menschen, hebben om uitzending van t.b.c.-
patiënten naar sanatoria mogelijk te maken.
Wij zijn geroepen om deze menschen te helpen
e.n te steunen. Tot nog toe heeft de vereeni
ging zichzelf kunnen bedruipen, dank zij lief
dadig Nederland. De heer van Rijswijk besluit
zijn speech, met zijn dank uit te spreken voor
het feit, dat er zoo'n groote schare aanwezig
is, om dit feest mee te maken.
En dan gaat men over tot de afwerking van
de op 't programma voorkomende amusemen
ten. En er is zulk een overvloed vhn afwisse
ling en verscheidenheid in hetgeen wordt op
gevoerd, dat de avond als het ware omvliegt.
Als eerste nummer is daar een lied, op papier
gesteld door den heer Polak, die voor deze
gelegenheid zijn dichtader weer eens wijd
openzette, gezongen door een aantal lieftallige
jongedames en wel op de wijs van het Lip-
pische volkslied. Een lied, dat het schoone
doel bezingt, dat het Sanatoriumfonds van
„Ons Belang" beoogt. Hierna treed Louis
Davids op. Niet de Davids, die u kent van de
radio, maar een uitstekende imitatie. Deze rol
werd vertolkt door den heer Velleman, die
zich absoluut ten doel had gesteld om de lach
spieren van het publiek was losser te maken,
wat hem uitstekend gelukte. Tevens bezat
deze heer, die tot de Koninklijke Marine be
hoorde, zoo'n stemgeluid, dat we er niet aan
twijfelen of de velen, die op Zaterdagavond de
Spoorstraat bevolken, hebben er ook wat aan
gehad. Wanneer het doek voor de derde maal
opgehaald wordt, staat keurig uitgedoscht,
een groene sjerp om het middel, de mondorgel
club „Ons Genoegen" opgesteld. Het was een
feit, dat het een genoegen was, om naar deze
club, die onder leiding staat van den heer
Kortman, te luisteren. Na afwerking van hun
gedeelte van het programma speelt nog een
tweetal mondharmonica-artisten „Beautiful
Isle of somewhere". Het is dan de heer Gouds
waard, die een voordracht ten beste geeft,
weer afgewisseld door professor „Grebuno",
de wereldberoemde goochelaar, die geld uit
de lucht toovert, en meters gekleurd papier
uit eenkepi weet te halen, na er eerst
een ei en nog wat ingrediënten te hebben in
gedaan. Voor de werkelijk aardige prestaties
op goochelgebied had het publiek een dank
baar applaus. Voordat dan het laatste num
mer voor de pauze wordt afgewerkt, spreekt
de heer van Rijswijk een woord van dank tot
alle medewerkenden in het bijzonder tot
de directie van „Musis" voor haar bereid
willige hulp om dezen avond te doen
slagen. Tevens deelt de heer van Rijswijk
mede, dat de winkeliers van Den Helder liefst
130 prijzen beschikbaar hebben gesteld, waar
voor in de pauze lootjes zullen worden ver
kocht. En dan volgt de, zooals het op het
programma vermeld staat „Boerendans". In
de kleurrijke boerenkleederdracht, geschoeid
met klompen, staan daar de allerliefste boe
rinnetjes, die men zich denken kan, opgesteld.
Met veel lawaai, op klompen loopt men nu
eenmaal niet geruischloos, wordt met toch
weer echt vrouwelijk gracieuze bewegingen,
(wat zijn mannen toch eigenlijk lompe wezens)
deze dans uitgevoerd. Na de pauze een tap-
dance. Of Terpsichore ook hiervan de muze
is, is ons niet bekend. Een feit is het, dat het
rhythme van de -muziek overeenkwam met dat
van het teenengeklepper op den vloer.
Het is ons meermalen opgevallen, dat wan
neer op feestavonden als deze, eens iets anders
dan het lichte genre wordt opgevoerd, het in
de zaal eenigszins onrustig wordt, wat te be
treuren valt. Zoo ook weer bij de vertolking
van Weber's „Concertino". Op werkelijk uit
stekende wijze wordt zoowel door den klarinet
solist, den heer Haupermans, als wel door den
pianist, den heer Mittendorf, dit klassieke stuk
gespeeld. Alle eer voor de beide musici. Na
eenige geestige intermezzo's van humoristen
in den dop, behoort deze avond, op het bal
na, weer tot het verleden. Van de verloting,
van het werkelijk phenominale aantal prijzen,
waar heel wat met een aardigen prijs geluk
kig gemaakt werden, wist zelfs ook de ver
slaggever nog eenbus aardbeienjam in de
wacht te sleepen. „Ons Belang" kan met dezen
uitstekend geslaagden avond tevreden zijn.
Na het groote succes der Wiener Sanger-
knaben, brengt Casino thans een niet min
der groote attractie voor Den Helder.
Ze is er n.1. in kunnen slagen het vermaarde
Russische Nationale Koor „Bovar" hier te
doen optreden. Dit wereldberoemde koor be
staat uit 27 zangers en zangeressen, dansers
en danseressen, in schitterende costuums uit
het tijdperk van het Russische keizerrijk.
Het optreden ervan zal weer blijken een
evenement te zijn voor onze plaats. Op 11 No
vember zal het koor in het Concertgebouw
te Amsterdam optreden en Vrijdag 13 Nov.
hier in Den Helder.
Men houde bij voorbaat reeds rekening met
dezen datum.
Gevestigd te Huisduinen.
Als de Najaarsstormen de kust beuken en
gansche duinstreken zijn weggeslagen door
der golven kracht, als geen vroolijke tentjes
meer zich uitstrekken tusschen de pieren noch
de vroolijke meiskes daar rondloopen en op
ijsco's zuigen, als de laag aan den hemel
staande zon wonderlijke en fraaie wolken
combinaties doet ontstaan of ook wel heele-
maal wegblijft en de regen in eindelooze
slierten van den hemel valtdan moet
het, zoo denken wij kortzichtige stadsmen-
schen, in Huisduinen al heel ongezellig zijn.
Maar wie zoo denkt, vergist zich; de Huis-
duiners, voor zoover zij hun vertier niet in
de stad gaan zoeken, vermaken zeer goed
zichzelf. Hebben daar de dorpelingen zelf
niet een tooneelvereeniging, die klinkt als een
klok en die zelfs den sierlijken, min of meer
overmoedigen, naam draagt van „Het Noor
derlicht"
Zaterdagavond gaf deze tooneelvereeniging
in het gezellige zaaltje van „Dennenheuvel",
de welbekende pleisterplaats van den heer
Kreuger, haar eerste uitvoering. En natuur
lijk was de Heldersche Courant óók van de
partij, de Heldersche Courant, de thans
dagelijksche gast der Huisduiners.
't Gaat daar, in zoo'n badplaats-op-non
activiteit, natuurlijk wat gemoedelijker en pri
mitiever dan in een stad als Den Helder (of
schoon we hier gelukkig óók nog wel aan
gemoedelijkheid doen). Het zaaltje zelf is uit
den aard der zaak niet zóó klein, dat de bloem
der Huisduiner bevolking er zich niet zou kun
nen bergen. Het tooneeltje biedt beperkte mo
gelijkheden, wat betreft decor en inrichting,
maar is tóch ook weer niet zóó primitief, dat
het zich niet geheel zou' aanpassen bij de
dorpssfeer, bij de ontstentenis van geweldige
costuums, b;j den eenvoud van onopgesmukte
schmink.
Opgevoerd werd „De oude Kassier", een
romantisch stuk vol spanning, en we hebben
allemaal meegeleefd met de verwikkelingen,
waarin onbezonnenheid een menschenkind
brengen kan. De heer A. J. Klein, de voor
zitter der Tooneelvereeniging, heette bij den
aanvang de aanwezigen welkom en drukte er
zijn voldoening over uit, dat er zoovelen wa
ren. Een goede jazz-band zorgde voor entre'
acte-muziek en reeds in de pauze probeerden
de Huisduiner meiskes onder elkaar een step
of ander dansje bij wijze van training voor
straks. En na afloop
Neen, als u denkt, dat de Huisduiners zich
van den winter vervelen, vergist ge u. Wat
zijn niet de repetities op zichzelf al geen ge
zellige avondjes! En zeker zal „Het Noorder
licht" nog wel meer van zich doen hooren.
Maandag 2 Nov16.58 uur
Afd. Den Helder.
Bij het bezoek van H.M. de
Koningin, H. K. H. Prinses
Juliana en Z.H Prins Bernard
aan Den Helder, is voor
de leden een gedeelte der
beschikbare ruimte gere
serveerd. Op vertoon van
bewijs lidmaatschap 1936, kun
nen de leden ten kantore van N.V.
Drukkerij v.h. C. de Boer Jr., toegangs
kaarten bekomen.
Deze zijn verkrijgbaar vanaf Maandag
middag 2 uur.
Zij, die zich alsnog als lid opgeven,
komen ook voor deze toegangskaarten
in aanmerking.
Meyer Hamel's Revue 1986.
Zaterdag- en Zondagavond hebben in „Ca
sino" de opvoeringen van Meyer Hamel's
revue 1936 plaats gevonden en wel den eer
sten avond voor een slechts matig bezocht
huis en den tweeden voor één, waarbij de be
langstelling beduidend grooter was.
Het is geen geheim als we zeggen, dat wij
in Den Helder nu niet direct met goede
revue's verwend worden. Integendeel, er is in
zeker opzicht sprake, en dat met name voor
het publiek, dat deze zoo bijzondere klein-
kunst-uiting op hoogen prijs stelt, van een
tekort, in verhouding met andere plaatsen.
Des te meer verwonderde het ons dan ook,
dat de opkomst op Zaterdag zoo minimaal
was.
Wat de revue betreft, deze behoort tot het
betere genre. Wij kunnen ons nog zeer goed
de tijden herinneren, dat gezelschappen en
-schapjes den boer optrokken en met kunst
en vliegwerk in de provincie amusement
trachtten te geven, wat in feite niet veel meer
was dan een „derbe" combinatie van onbenul-
ligen zang en pikante Witzen. Die tijden zijn
voorbij, hetgeen niet wil zeggen, dat alle
revuegezelschappen op een gelijk gecultiveerd
peil gekomen zijn.
Meyer Hamel kent zijn pappenheimers. Hij
weet, dat hij een reputatie op te houden heeft
en zoo hebben wij ook ditmaal weer een pro
loog, gevolgd door een serie tafereelen, kun
nen aanschouwen, die het zien opperbest
waard waren.
In de hoofdrollen traden ditmaal op de bij
oud en jong Nederland populaire heeren Pruis
en Sylvain Poons en zij waren het, die een
goed deel van het lach-gedeelte voor hun
rekening namen.
En er is gelachen, uit den aard der zaak,
en bij tijden werd dit lacheh één davering van
pret en uitgelatenheid over zooveel grotes-
quen, zooveel dwaasheid.
Afgezien van de feiten, dat bij dit alles heel
vaak de logica volkomen zoek is en men zich
later zelf afvraagt waarom men zoo'n pret
heeft gehad; dat zijn zaken, die bij een revue
niet in aanmerking komen. Constateeren wij
alleen, dat het optreden van beide heeren
vroolijkheid verwekte. En groote vroolijk-
heid!
Naast hen noemen wij allereerst Jan Blok,
die in meerdere scènes bewees een voortreffe
lijk acteur te zijn, die zijn nummers op be
schaafde wijze vertolkte.
En dan is daar het voor een revue van zulk
een primair belang zijnde ballet, onder leiding
staande van Alex Ludowsky, dat het meer
artistiek gedeelte op uitmuntende wijze heeft
verzorgd. In verschillende dansen was distinc
tie en gratie en ook voor de wijze, waarop de
danseuses gekleed waren, past ongetwijfeld
een compliment.
Als solo-danseres zagen wij de vermaarde
Tatjana Tamarova, iemand, die haar sporen
in deze kunst reeds jaren en jaren geleden
Dinsdag 8 November.
Katholieke Kerk, Kerkgracht 8.30 u. Tweede
Conferentie voor niet-katholieken.
Woensdag 4 November.
Casino8 u. Feestavond Bond van Christe
lijk Marine Personeel.
Donderdag 5 November.
Musis Sacrum, 8.15 u. Jaarvergadering der
C.J.M.V.
heeft verdiend en ook thans weer eenige
staaltjes van haar kunnen demonstreerde, die
tot verscheidene open doekjes aanleiding
gaven.
Zooals men ziet, dit alles klinkt zeer gun
stig en inderdaad mag men deze revue tot het
betere genre rekenen.
Het is ons niet mogelijk alle onderdeelen
op te gaan noemen, waarin men uitblonk.
Evenwel... het waren er zeer vele en dat zoo
wel in het kunstzinnige gedeelte als dat van
de vroolijkheid.
Het was een zeer lang programma en hoe
wel er wel eenige, zij het geen ingrijpende,
coupures aangebracht waren, zijn daar van
zelfsprekend wel eenige opmerkingen te ma
ken. Pruis was wel eens wat geforceerd, even
als Marie Hamel, terwijl ook het orkest, en
dat met name bij den aanvang, wat mat
klonk.
Evenwel... het waren uitzonderingen en,
zooals wij bereids zeiden, als geheel gezien
mocht deze revue zeker naar de qualificatie
„verzorgd" luisteren.
Zoodat velen hun hart hebben kunnen op
halen aan dit spel van kleur en fleur, aan
lichte muziek, kwistig rondgestrooide grap
pen, en aan charmante ballerina's.
Een extra vermelding voor de costuums,
die een keurigen indruk achterlieten, voor de
décors, en voor, hoewel het laatst genoemd,
zeker van het grootste belang, de regie, die
sloot tot in onderdeelen.
Een paar avonden, die als onderbreking van
dagelijkschen sleur en „serieuze" kunst wel
dadig aandeden.
Zaterdagmorgen hebben het watervlieg
tuig G. 4 van het vliegkamp „De Mok", de
reddingbooten „Dorus Rijkers" en „Neeltje
Jacoba" langs de, Nederlandsche kust, tot
voorbij IJmuiden, gezocht naar het wrak van
den verganen Scheveningschen schoener
Sch. 179 of naar eventueele andere voor de
kust liggende wrakken.
Vastgesteld kon worden, dat benoorden
Callantsoog niets van dien aard aanwezig is.
Bezuiden Callantsoog was het zicht zoo slecht,
dat het zeeoppervlak niet voldoende kon wor
den waargenomen. Ook de Haaksgronden zijn
afgezocht, doch zonder resultaat.
Ook Zaterdagmiddag is gezocht, doch even
eens zonder resultaat.
Zaterdagmorgen begaf de ongeveer 13-jarige
Chris Dito zich op zijn fiets naar school. Op
den Ruyghweg botste hij tegen den daar
loopenden Frans Struik aan. Hij kwam daar
door met zijn fiets te vallen en bezeerde zich
het achterhoofd. Hij schonk echter verder
geen aandacht meer aan zijn val, maar op
school kreeg hij zoo'n ernstige hoofdpijn, dat
hij, nadat hij had verteld wat er gebeurd was,
door het hoofd van de school naar de St.
Lidwina-stichting werd gebracht, waar bleek,
dat Chris een lichte hersenschudding had op-
geloopen. Toen wij hedenmorgen naar zijn
toestand informeerden, werd ons medegedeeld,
dat het gelukkig goed met hem ging.
FEUILLETON.
35)
Maar wat ook zijn plannen geweest waren,
dien bewusten morgen hij had zeker de
helft niet voorzien van alles wat gebeurde.
Zoo had hij bijvoorbeeld niet gerekend op een
ontmoeting met zijn artiest, die weer naar
het portiershuis stond te kijken, en, hoewel
Jan dat uit de verte niet zien kon, zwakjes
glimlachte. Wat het uit Larry's oogpunt
zeer vermakelijke gesprek, dat hij een oogen-
blik te voren met den voortreffelijken Brown
gevoerd had, in aanmerking genomen ook
heel verklaarbaar was.
„Denkt u er over, of u uw belofte, mijn
portiershuis te vereeuwigen, zult vervullen?
vroeg Jan schertsend en ontving toen den
eerste van de reeks schokken, die de dag
voor hem in petto had.
„Nee, eigenlijk dacht ik op uw aanbod
terug te komen."
Jan's oogen vernauwden zich merkbaar, en
zijn houding werd een beetje minder welwil
lend,
„Mijn aanbod
Larry keek zijn vijand vierkant aan.
„Juist, mijn beste Jan."
Jan's oogen werden weer grooter.
hik weet niet
„Nee maar ik wel. Dat is de voorsprong,
die de wet altijd heeft, tegenover misdadi
gers."
Larry vond, dat hij er dat nogal aardig
afgebracht had, en in den geest bedacht hij
zich al met een medaille, maar jammer voor
hem, bleef Jan in gebreke, het geval in het
zelfde licht te zien.
„De wet? Ik kan u niet volgen. Ik dacht
dat u kunstenaar was
„Dat ben ik ook."
Het was volkomen waar, alleen maar op
een ander gebied, dan Jan bedoelde. Hij stak
een sigaret op en verheugde zioh in de ver
warring van zijn tegenstander.
„Ik ben zeker artiest, maar niet van het
kwast-, potlood- of pen-type, hoewel ik met
de laatste niet onbekend ben. Misschien zegt
deze kleine medailje van verdienste u iets?"
Hij haalde den legimitatie-penning, dien hij
Keating had afgenomen, uit zijn zak en liet
dien even voor Jan's oogen bengelen.
Het zei Jan inderdaad iets. Dergelijke pen
ningen had hij meer onder de oogen gehad,
en de dragers er van hadden hem al vrij wat
last bezorgd. Zijn eerst gedachte was, dat de
Yard zijn verband met Clem's dood had opge
spoord, en daarmee kreeg hij zijn zelfbeheer-
sching terug. Om te beginnen volgde hij
Larry's voorbeeld en stak ook een sigaret op.
Zoodoende won hij tijd om na te denken; hij
besefte, dat hij in gevaar verkeerde, maar het
stond nog te bezien, of hij zich gemakkelijk
zou laten vangen.
„De Yard?" vroeg hij. „Dat is geestig. En
welk bijzonder sieraad van de Central Branch
heb ik het ongeluk, te ontmoeten?"
Het antwoord, dat Larry gaf, leek hem
niet erg begrijpelijk.
„De elfde letter van het alfabet," zei
Larry,. en Jan telde het vlug uit.
,,Ki) vroeg hij verbouwereerd.
„Ja, maar superintendant, om je te dienen.
Jan haalde diep adem.
„Dus je bent Kaye Wel, ik geloof niet, dat
de zon daardoor minder zal schijnen. En wat
is er van je verlangen?"
„Een klein stukje papier," antwoordde
Larry achteloos. „Nee, stil maar. We weten,
dat je het hebt en zouden het graag van je
overnemen, 't Is in 't voordeel van beide
partijen, dat je het maar opgeeft."
„Welke partijen?"
„Die van jouw en die van ons. 't Is speciaal
in jouw voordeel. De Strooper heeft Clem ge
mold, hoewel die het strookje niet eens had.
Maar jij hebt het. Denk daar eens over na."
„Dat heb ik gedaan, dank je. Wat bedoel
je met dat strookje papier?"
Larry zuchtte geduldig.
„Het strookje, dat je van George gekregen
hebt. Dat van Larry Wade hebben wij of
eigenlijk dat van Dennis, want Larry had het
van hem. Het derde, dat van Ralph, heeft de
Strooper, en hij is er op uit, om dat van jou
ook te pakken te krijgen en jou erbij, in
één moeite door."
Jan lachte stil.
„Kaye, je bent eenig, ik ken komedianten
met minder gevoel voor humor, en die toch
fortuin gemaakt hebben op de planken. Je
baard past er bovendien goed bij. Je bent
werkelijk grappig. Jaren geleden heb je ge
probeerd mij 'n hak te zetten om mijn ziel
te redden, en nou wil je mij denzelfden dienst
bewijzen, terwille van mijn lichaam. Ga door.
Ik heb zelden zoo'n plezier gehad."
i) Zooals de letter „K" in het Nederland
sche alfabet „ka" genoemd wordt, heet zij
in het Engelsche alfabet „kee", met een
zachte j-klank op het einde, wat ongeveer
overeenkomt met de uitspraak van den naam
„Kaye", Noot van den vertaler.
„Dat doet me genoegen: alleen ben ik bang,
dat je niet zoo'n plezier zult hebben, als we
je komen halen. Lach daar eens om."
Jan voldeed gedienstig aan zijn verlangen.
„Ik geef je een kans om te ontkomen," ver
volgde Larry onverstoorbaar. „Je weet welke.
We moeten dat papiertje hebben."
„En „we" zullen het niet krijgen."
„Dat staat te bezien," vond Larry. „Je
zult dezer dagen onwelkom bezoek krijgen,
Jan!"
„Bedoel je van den Strooper?"
„Dat hoop ik, maar ik dacht nou meer
speciaal aan mezelf. Ik zal openhartig zijn.
Als je dat stukje papier bij je houdt, ben je
een geteekend man, en zul je vroeg of laat
met den Strooper te doen krijgen. Ik wil er
bij zijn, als hij komt."
„O, dus dat is je bedoeling?"
,Ja, min of meer. Je mag trouwens gerust
denken, dat we hier zijn om je beschermen,
zooals we elk burger zouden doen hoewel
het ons geen snars kan schelen, of er een
paar van jouw soort opgeruimd worden. In
zooverre bewijst de stroopei de maatschappij
zelfs een dienst, maar door die ongelukkige
wetten van dit land heb je recht op bescher
ming van de politie. En die zul je wel noodig
hebben ook."
„Dacht je dat? Ik vindt niet, dat je erg
pienter bent," zei Jan. „Wel man, jij en die
baard van jou houden immers alle bandieten
mijlen ver uit de buurt!"
„Ze hebben jou anders nog niet verjaagd,"
antwoordde Larry gevat. „Maar ik blijf in elk
geval toch."
Jan aanvaardde den toestand schouderop
halend en wendde zich om, teneinde naar het
huis terug te keeren.
Larry ging mee. Jan was van meening, dat
het niet geraden zou zijn, zijn gast openlijk
naar den duivel te wenschen, en hem er uit
te schoppen; bovendien voelde hij zich eenigs
zins verlicht, dat „Kaye" tenminste niet ge
komen was om Clem's dood op te helderen.
Wat betreft mogelijke voornemens van den
Strooper, die liet Jan vrij koud; hij was niet
gemakkelijk bang te maken.
Larry, op zijn beurt, wenschte zichzelf ge
luk. Dat zijn ergste vijand zijn vermomming
niet doorzag, gaf hem een gevoel van veilig
heid en hij liep in het beste humeur van de
wereld naast Jan voort.
Ze hadden het huis bijna bereikt, toen Bar-
bara uit de garage kwam. Zij aarzelde even,
toen zij haar oom in gezelschap van een
vreemden zag, en kwam toen langzaam naar
hen toe.
Jan stelde hen vrij luchtig aan elkaar
voor, ondanks het feit, dat hij wel inzag, hoe
nieuwsgierig zij was naar de redenen, die
den Yardman haar gebracht hadden.
„Dit is superintendant Kaye, Barbara,"
zei hij. „Ik geloof, dat hij van plan is, een
poosje hier te blijven."
„Dè,t ben ik," antwoordde Larry. „Hoe
gaat het u, miss Teyst? Wat aardig huis is
dit en een bevoorrecht ook."
„Bevoorrecht?" vroeg Barbara verwon
derd, terwijl ze hem haar hand toestak.
„Ja, omdat het zoo'n bekoorlijke meesteres
mag herbergen."
„Dat is erg vriendelijk van u," lachte Bar
bara.
„Misschien wil je mijnheer Kaye den tuin
eens laten zien, Barbara?" stelde Jan voor.
„Ik moet nog een paar brieven schrijven."
Barbara knikte, en haar oom ontsnapte om
brieven te schrijven, die alleen in zijn ver
beelding bestonden. De andere twee merkten
zjjn weggaan nauwelijks op.
„Natuurlijk ben ik niet heelemaal onbekend
met uw naam", zei Barbara tegen den man
met den baard, terwijl zij langs Jan's „vaste
planten" slenterden. „Inspecteur Keating
spreekt herhaaldelijk over u. Ik geloof, dat