Stadsnieuws DE STROOPER Kon. Ned. Ver. „Onze Vloot" Waar gaan we heen? Maandag 2 November 1936 Heldersche Courant Tweede Blad Het Koninklijk bezoek aan Den Helder» Spoedeischende vergadering van den Gemeenteraad» Het 25-jarig jubileum van de ver» van Onderofficieren der Kon» Landmacht „Ons Belang"» Russisch nationaal koor» Tooneelvereeniging „Het Noorderlicht"» Licht op voor alle voertuigen „Kom je ook 's kijken?" Op zoek naar den verganen schoener. Jongen ernstig gevallen» 0 DOOR PETER BARON Gereserveerde plaatsen voor leden van „Onze Vloot". Wij vestigen er de aandacht op, dat bij het bezoek van H. M. de Koningin, H. K. H. Prin ses Juliana en Z. H. Prins Bernard voor de leden der Kon. Nederl. Ver. „Onze Vloot" een gedeelte der beschikbare ruimte gereserveerd zal worden. Toegangskaarten hiervoor zijn aan ons Bu reau verkrijgbaar op vertoon van lidmaat schapskaart 1936, vanaf hedenmiddag 2 uur. Wij verwijzen voorts naar de in dit nummer opgenomen advertentie. De leden van den Gemeenteraad zijn opge roepen tot het houden eener spoedeischende vergadering op Dinsdag, 3 November 1936, des namiddags 8 uur, ten Raadhuize. De agenda luidt: Notplen. Vaststelling der notulen van de vergaderin gen van 21 en 28 Juli, 26 Augustus en 15 September 1936. Geldleening. Voorstel tot het converteeren van de geld leening, groot 1.000.000, van 1932. Het was Zaterdagavond even acht uur, dat we vanuit een mieserig regentje de ruime, warme hal van „Musis Sacrum" binnenstap ten. Echt weer om een feestavond te houden. Een vroolijke drukte heerschte er in de Musis- zaal, die zooals we opmerkten, tot in de hoe ken gevuld was met een in feestelijke stem ming verkeerende menigte. En naar deze opgewekte stemming te oordeelen, beloofde het een gezelligen avond te worden. In chronologi sche volgorde zullen we het goed voorziene programma afwerken. Het was dan de voorzitter, die in een kort speechje de aanwezigen hartelijk welkom heette namens het plaatselijke sanatorium comité „Ons Belang". Hij hoopte, dat het vie ren van dit 25-jarig jubileum voor allen een prettige herinnering zou worden. De heer van Rijswijk, de leider van de propaganda-afdee- ling, die speciaal uit Utrecht voor dezen avond #as overgekomen, zou beginnen met een kleine propaganda-rede te houden en de voor zitter geeft dan ook het woord aan den heer van Rijswijk. Voordat deze zijn speech aan vangt, zet het Musis-strijkje het Wilhel mus in en als één man gaan de aanwezigen staan om ons volkslied mee te zingen. Het was den heer van Rijswijk een groot genoegen om aan de uithoodiging naar Den Helder te komen gehoor te geven. In 't kort geeft de spreker een overzicht van het werk, dat deze vereeniging van t.b.c.-bestrijding reeds gedu rende jaren heeft gedaan. De stoot tot de oprichting, die op 1 Januari 1912 plaats had, werd gegeven door het feit, dat een tweetal in Ede in garnizoen liggende sergeants door de vreeselijke ziekte werden aangetast. 1100 mannen, vrouwen en kinderen waren er nu reeds in dit aantal jaren verpleegd. Meer vrouwen en kinderen dan mannen, omdat deze volgens de keuring gezond van lijf en leden in dienst komen. De heer van Rijswijk toont dan met cijfers hoeveel er wel noodig is voor de verpleging: Er is n.1. in deze jaren een bedrag van 228.000uitgegeven. Er is echter medewerking van tal van burgerlijke en militaire autoriteiten, die met dit streven sympathiseeren. En niet alleen, dat de ver eeniging de gezinnen van Onderofficieren uit zendt, maar het fonds is zelfs uitgebreid voor alle militairen beneden den rang van Officier, Spreker wijst dan op de taak, die wij, gezonde menschen, hebben om uitzending van t.b.c.- patiënten naar sanatoria mogelijk te maken. Wij zijn geroepen om deze menschen te helpen e.n te steunen. Tot nog toe heeft de vereeni ging zichzelf kunnen bedruipen, dank zij lief dadig Nederland. De heer van Rijswijk besluit zijn speech, met zijn dank uit te spreken voor het feit, dat er zoo'n groote schare aanwezig is, om dit feest mee te maken. En dan gaat men over tot de afwerking van de op 't programma voorkomende amusemen ten. En er is zulk een overvloed vhn afwisse ling en verscheidenheid in hetgeen wordt op gevoerd, dat de avond als het ware omvliegt. Als eerste nummer is daar een lied, op papier gesteld door den heer Polak, die voor deze gelegenheid zijn dichtader weer eens wijd openzette, gezongen door een aantal lieftallige jongedames en wel op de wijs van het Lip- pische volkslied. Een lied, dat het schoone doel bezingt, dat het Sanatoriumfonds van „Ons Belang" beoogt. Hierna treed Louis Davids op. Niet de Davids, die u kent van de radio, maar een uitstekende imitatie. Deze rol werd vertolkt door den heer Velleman, die zich absoluut ten doel had gesteld om de lach spieren van het publiek was losser te maken, wat hem uitstekend gelukte. Tevens bezat deze heer, die tot de Koninklijke Marine be hoorde, zoo'n stemgeluid, dat we er niet aan twijfelen of de velen, die op Zaterdagavond de Spoorstraat bevolken, hebben er ook wat aan gehad. Wanneer het doek voor de derde maal opgehaald wordt, staat keurig uitgedoscht, een groene sjerp om het middel, de mondorgel club „Ons Genoegen" opgesteld. Het was een feit, dat het een genoegen was, om naar deze club, die onder leiding staat van den heer Kortman, te luisteren. Na afwerking van hun gedeelte van het programma speelt nog een tweetal mondharmonica-artisten „Beautiful Isle of somewhere". Het is dan de heer Gouds waard, die een voordracht ten beste geeft, weer afgewisseld door professor „Grebuno", de wereldberoemde goochelaar, die geld uit de lucht toovert, en meters gekleurd papier uit eenkepi weet te halen, na er eerst een ei en nog wat ingrediënten te hebben in gedaan. Voor de werkelijk aardige prestaties op goochelgebied had het publiek een dank baar applaus. Voordat dan het laatste num mer voor de pauze wordt afgewerkt, spreekt de heer van Rijswijk een woord van dank tot alle medewerkenden in het bijzonder tot de directie van „Musis" voor haar bereid willige hulp om dezen avond te doen slagen. Tevens deelt de heer van Rijswijk mede, dat de winkeliers van Den Helder liefst 130 prijzen beschikbaar hebben gesteld, waar voor in de pauze lootjes zullen worden ver kocht. En dan volgt de, zooals het op het programma vermeld staat „Boerendans". In de kleurrijke boerenkleederdracht, geschoeid met klompen, staan daar de allerliefste boe rinnetjes, die men zich denken kan, opgesteld. Met veel lawaai, op klompen loopt men nu eenmaal niet geruischloos, wordt met toch weer echt vrouwelijk gracieuze bewegingen, (wat zijn mannen toch eigenlijk lompe wezens) deze dans uitgevoerd. Na de pauze een tap- dance. Of Terpsichore ook hiervan de muze is, is ons niet bekend. Een feit is het, dat het rhythme van de -muziek overeenkwam met dat van het teenengeklepper op den vloer. Het is ons meermalen opgevallen, dat wan neer op feestavonden als deze, eens iets anders dan het lichte genre wordt opgevoerd, het in de zaal eenigszins onrustig wordt, wat te be treuren valt. Zoo ook weer bij de vertolking van Weber's „Concertino". Op werkelijk uit stekende wijze wordt zoowel door den klarinet solist, den heer Haupermans, als wel door den pianist, den heer Mittendorf, dit klassieke stuk gespeeld. Alle eer voor de beide musici. Na eenige geestige intermezzo's van humoristen in den dop, behoort deze avond, op het bal na, weer tot het verleden. Van de verloting, van het werkelijk phenominale aantal prijzen, waar heel wat met een aardigen prijs geluk kig gemaakt werden, wist zelfs ook de ver slaggever nog eenbus aardbeienjam in de wacht te sleepen. „Ons Belang" kan met dezen uitstekend geslaagden avond tevreden zijn. Na het groote succes der Wiener Sanger- knaben, brengt Casino thans een niet min der groote attractie voor Den Helder. Ze is er n.1. in kunnen slagen het vermaarde Russische Nationale Koor „Bovar" hier te doen optreden. Dit wereldberoemde koor be staat uit 27 zangers en zangeressen, dansers en danseressen, in schitterende costuums uit het tijdperk van het Russische keizerrijk. Het optreden ervan zal weer blijken een evenement te zijn voor onze plaats. Op 11 No vember zal het koor in het Concertgebouw te Amsterdam optreden en Vrijdag 13 Nov. hier in Den Helder. Men houde bij voorbaat reeds rekening met dezen datum. Gevestigd te Huisduinen. Als de Najaarsstormen de kust beuken en gansche duinstreken zijn weggeslagen door der golven kracht, als geen vroolijke tentjes meer zich uitstrekken tusschen de pieren noch de vroolijke meiskes daar rondloopen en op ijsco's zuigen, als de laag aan den hemel staande zon wonderlijke en fraaie wolken combinaties doet ontstaan of ook wel heele- maal wegblijft en de regen in eindelooze slierten van den hemel valtdan moet het, zoo denken wij kortzichtige stadsmen- schen, in Huisduinen al heel ongezellig zijn. Maar wie zoo denkt, vergist zich; de Huis- duiners, voor zoover zij hun vertier niet in de stad gaan zoeken, vermaken zeer goed zichzelf. Hebben daar de dorpelingen zelf niet een tooneelvereeniging, die klinkt als een klok en die zelfs den sierlijken, min of meer overmoedigen, naam draagt van „Het Noor derlicht" Zaterdagavond gaf deze tooneelvereeniging in het gezellige zaaltje van „Dennenheuvel", de welbekende pleisterplaats van den heer Kreuger, haar eerste uitvoering. En natuur lijk was de Heldersche Courant óók van de partij, de Heldersche Courant, de thans dagelijksche gast der Huisduiners. 't Gaat daar, in zoo'n badplaats-op-non activiteit, natuurlijk wat gemoedelijker en pri mitiever dan in een stad als Den Helder (of schoon we hier gelukkig óók nog wel aan gemoedelijkheid doen). Het zaaltje zelf is uit den aard der zaak niet zóó klein, dat de bloem der Huisduiner bevolking er zich niet zou kun nen bergen. Het tooneeltje biedt beperkte mo gelijkheden, wat betreft decor en inrichting, maar is tóch ook weer niet zóó primitief, dat het zich niet geheel zou' aanpassen bij de dorpssfeer, bij de ontstentenis van geweldige costuums, b;j den eenvoud van onopgesmukte schmink. Opgevoerd werd „De oude Kassier", een romantisch stuk vol spanning, en we hebben allemaal meegeleefd met de verwikkelingen, waarin onbezonnenheid een menschenkind brengen kan. De heer A. J. Klein, de voor zitter der Tooneelvereeniging, heette bij den aanvang de aanwezigen welkom en drukte er zijn voldoening over uit, dat er zoovelen wa ren. Een goede jazz-band zorgde voor entre' acte-muziek en reeds in de pauze probeerden de Huisduiner meiskes onder elkaar een step of ander dansje bij wijze van training voor straks. En na afloop Neen, als u denkt, dat de Huisduiners zich van den winter vervelen, vergist ge u. Wat zijn niet de repetities op zichzelf al geen ge zellige avondjes! En zeker zal „Het Noorder licht" nog wel meer van zich doen hooren. Maandag 2 Nov16.58 uur Afd. Den Helder. Bij het bezoek van H.M. de Koningin, H. K. H. Prinses Juliana en Z.H Prins Bernard aan Den Helder, is voor de leden een gedeelte der beschikbare ruimte gere serveerd. Op vertoon van bewijs lidmaatschap 1936, kun nen de leden ten kantore van N.V. Drukkerij v.h. C. de Boer Jr., toegangs kaarten bekomen. Deze zijn verkrijgbaar vanaf Maandag middag 2 uur. Zij, die zich alsnog als lid opgeven, komen ook voor deze toegangskaarten in aanmerking. Meyer Hamel's Revue 1986. Zaterdag- en Zondagavond hebben in „Ca sino" de opvoeringen van Meyer Hamel's revue 1936 plaats gevonden en wel den eer sten avond voor een slechts matig bezocht huis en den tweeden voor één, waarbij de be langstelling beduidend grooter was. Het is geen geheim als we zeggen, dat wij in Den Helder nu niet direct met goede revue's verwend worden. Integendeel, er is in zeker opzicht sprake, en dat met name voor het publiek, dat deze zoo bijzondere klein- kunst-uiting op hoogen prijs stelt, van een tekort, in verhouding met andere plaatsen. Des te meer verwonderde het ons dan ook, dat de opkomst op Zaterdag zoo minimaal was. Wat de revue betreft, deze behoort tot het betere genre. Wij kunnen ons nog zeer goed de tijden herinneren, dat gezelschappen en -schapjes den boer optrokken en met kunst en vliegwerk in de provincie amusement trachtten te geven, wat in feite niet veel meer was dan een „derbe" combinatie van onbenul- ligen zang en pikante Witzen. Die tijden zijn voorbij, hetgeen niet wil zeggen, dat alle revuegezelschappen op een gelijk gecultiveerd peil gekomen zijn. Meyer Hamel kent zijn pappenheimers. Hij weet, dat hij een reputatie op te houden heeft en zoo hebben wij ook ditmaal weer een pro loog, gevolgd door een serie tafereelen, kun nen aanschouwen, die het zien opperbest waard waren. In de hoofdrollen traden ditmaal op de bij oud en jong Nederland populaire heeren Pruis en Sylvain Poons en zij waren het, die een goed deel van het lach-gedeelte voor hun rekening namen. En er is gelachen, uit den aard der zaak, en bij tijden werd dit lacheh één davering van pret en uitgelatenheid over zooveel grotes- quen, zooveel dwaasheid. Afgezien van de feiten, dat bij dit alles heel vaak de logica volkomen zoek is en men zich later zelf afvraagt waarom men zoo'n pret heeft gehad; dat zijn zaken, die bij een revue niet in aanmerking komen. Constateeren wij alleen, dat het optreden van beide heeren vroolijkheid verwekte. En groote vroolijk- heid! Naast hen noemen wij allereerst Jan Blok, die in meerdere scènes bewees een voortreffe lijk acteur te zijn, die zijn nummers op be schaafde wijze vertolkte. En dan is daar het voor een revue van zulk een primair belang zijnde ballet, onder leiding staande van Alex Ludowsky, dat het meer artistiek gedeelte op uitmuntende wijze heeft verzorgd. In verschillende dansen was distinc tie en gratie en ook voor de wijze, waarop de danseuses gekleed waren, past ongetwijfeld een compliment. Als solo-danseres zagen wij de vermaarde Tatjana Tamarova, iemand, die haar sporen in deze kunst reeds jaren en jaren geleden Dinsdag 8 November. Katholieke Kerk, Kerkgracht 8.30 u. Tweede Conferentie voor niet-katholieken. Woensdag 4 November. Casino8 u. Feestavond Bond van Christe lijk Marine Personeel. Donderdag 5 November. Musis Sacrum, 8.15 u. Jaarvergadering der C.J.M.V. heeft verdiend en ook thans weer eenige staaltjes van haar kunnen demonstreerde, die tot verscheidene open doekjes aanleiding gaven. Zooals men ziet, dit alles klinkt zeer gun stig en inderdaad mag men deze revue tot het betere genre rekenen. Het is ons niet mogelijk alle onderdeelen op te gaan noemen, waarin men uitblonk. Evenwel... het waren er zeer vele en dat zoo wel in het kunstzinnige gedeelte als dat van de vroolijkheid. Het was een zeer lang programma en hoe wel er wel eenige, zij het geen ingrijpende, coupures aangebracht waren, zijn daar van zelfsprekend wel eenige opmerkingen te ma ken. Pruis was wel eens wat geforceerd, even als Marie Hamel, terwijl ook het orkest, en dat met name bij den aanvang, wat mat klonk. Evenwel... het waren uitzonderingen en, zooals wij bereids zeiden, als geheel gezien mocht deze revue zeker naar de qualificatie „verzorgd" luisteren. Zoodat velen hun hart hebben kunnen op halen aan dit spel van kleur en fleur, aan lichte muziek, kwistig rondgestrooide grap pen, en aan charmante ballerina's. Een extra vermelding voor de costuums, die een keurigen indruk achterlieten, voor de décors, en voor, hoewel het laatst genoemd, zeker van het grootste belang, de regie, die sloot tot in onderdeelen. Een paar avonden, die als onderbreking van dagelijkschen sleur en „serieuze" kunst wel dadig aandeden. Zaterdagmorgen hebben het watervlieg tuig G. 4 van het vliegkamp „De Mok", de reddingbooten „Dorus Rijkers" en „Neeltje Jacoba" langs de, Nederlandsche kust, tot voorbij IJmuiden, gezocht naar het wrak van den verganen Scheveningschen schoener Sch. 179 of naar eventueele andere voor de kust liggende wrakken. Vastgesteld kon worden, dat benoorden Callantsoog niets van dien aard aanwezig is. Bezuiden Callantsoog was het zicht zoo slecht, dat het zeeoppervlak niet voldoende kon wor den waargenomen. Ook de Haaksgronden zijn afgezocht, doch zonder resultaat. Ook Zaterdagmiddag is gezocht, doch even eens zonder resultaat. Zaterdagmorgen begaf de ongeveer 13-jarige Chris Dito zich op zijn fiets naar school. Op den Ruyghweg botste hij tegen den daar loopenden Frans Struik aan. Hij kwam daar door met zijn fiets te vallen en bezeerde zich het achterhoofd. Hij schonk echter verder geen aandacht meer aan zijn val, maar op school kreeg hij zoo'n ernstige hoofdpijn, dat hij, nadat hij had verteld wat er gebeurd was, door het hoofd van de school naar de St. Lidwina-stichting werd gebracht, waar bleek, dat Chris een lichte hersenschudding had op- geloopen. Toen wij hedenmorgen naar zijn toestand informeerden, werd ons medegedeeld, dat het gelukkig goed met hem ging. FEUILLETON. 35) Maar wat ook zijn plannen geweest waren, dien bewusten morgen hij had zeker de helft niet voorzien van alles wat gebeurde. Zoo had hij bijvoorbeeld niet gerekend op een ontmoeting met zijn artiest, die weer naar het portiershuis stond te kijken, en, hoewel Jan dat uit de verte niet zien kon, zwakjes glimlachte. Wat het uit Larry's oogpunt zeer vermakelijke gesprek, dat hij een oogen- blik te voren met den voortreffelijken Brown gevoerd had, in aanmerking genomen ook heel verklaarbaar was. „Denkt u er over, of u uw belofte, mijn portiershuis te vereeuwigen, zult vervullen? vroeg Jan schertsend en ontving toen den eerste van de reeks schokken, die de dag voor hem in petto had. „Nee, eigenlijk dacht ik op uw aanbod terug te komen." Jan's oogen vernauwden zich merkbaar, en zijn houding werd een beetje minder welwil lend, „Mijn aanbod Larry keek zijn vijand vierkant aan. „Juist, mijn beste Jan." Jan's oogen werden weer grooter. hik weet niet „Nee maar ik wel. Dat is de voorsprong, die de wet altijd heeft, tegenover misdadi gers." Larry vond, dat hij er dat nogal aardig afgebracht had, en in den geest bedacht hij zich al met een medaille, maar jammer voor hem, bleef Jan in gebreke, het geval in het zelfde licht te zien. „De wet? Ik kan u niet volgen. Ik dacht dat u kunstenaar was „Dat ben ik ook." Het was volkomen waar, alleen maar op een ander gebied, dan Jan bedoelde. Hij stak een sigaret op en verheugde zioh in de ver warring van zijn tegenstander. „Ik ben zeker artiest, maar niet van het kwast-, potlood- of pen-type, hoewel ik met de laatste niet onbekend ben. Misschien zegt deze kleine medailje van verdienste u iets?" Hij haalde den legimitatie-penning, dien hij Keating had afgenomen, uit zijn zak en liet dien even voor Jan's oogen bengelen. Het zei Jan inderdaad iets. Dergelijke pen ningen had hij meer onder de oogen gehad, en de dragers er van hadden hem al vrij wat last bezorgd. Zijn eerst gedachte was, dat de Yard zijn verband met Clem's dood had opge spoord, en daarmee kreeg hij zijn zelfbeheer- sching terug. Om te beginnen volgde hij Larry's voorbeeld en stak ook een sigaret op. Zoodoende won hij tijd om na te denken; hij besefte, dat hij in gevaar verkeerde, maar het stond nog te bezien, of hij zich gemakkelijk zou laten vangen. „De Yard?" vroeg hij. „Dat is geestig. En welk bijzonder sieraad van de Central Branch heb ik het ongeluk, te ontmoeten?" Het antwoord, dat Larry gaf, leek hem niet erg begrijpelijk. „De elfde letter van het alfabet," zei Larry,. en Jan telde het vlug uit. ,,Ki) vroeg hij verbouwereerd. „Ja, maar superintendant, om je te dienen. Jan haalde diep adem. „Dus je bent Kaye Wel, ik geloof niet, dat de zon daardoor minder zal schijnen. En wat is er van je verlangen?" „Een klein stukje papier," antwoordde Larry achteloos. „Nee, stil maar. We weten, dat je het hebt en zouden het graag van je overnemen, 't Is in 't voordeel van beide partijen, dat je het maar opgeeft." „Welke partijen?" „Die van jouw en die van ons. 't Is speciaal in jouw voordeel. De Strooper heeft Clem ge mold, hoewel die het strookje niet eens had. Maar jij hebt het. Denk daar eens over na." „Dat heb ik gedaan, dank je. Wat bedoel je met dat strookje papier?" Larry zuchtte geduldig. „Het strookje, dat je van George gekregen hebt. Dat van Larry Wade hebben wij of eigenlijk dat van Dennis, want Larry had het van hem. Het derde, dat van Ralph, heeft de Strooper, en hij is er op uit, om dat van jou ook te pakken te krijgen en jou erbij, in één moeite door." Jan lachte stil. „Kaye, je bent eenig, ik ken komedianten met minder gevoel voor humor, en die toch fortuin gemaakt hebben op de planken. Je baard past er bovendien goed bij. Je bent werkelijk grappig. Jaren geleden heb je ge probeerd mij 'n hak te zetten om mijn ziel te redden, en nou wil je mij denzelfden dienst bewijzen, terwille van mijn lichaam. Ga door. Ik heb zelden zoo'n plezier gehad." i) Zooals de letter „K" in het Nederland sche alfabet „ka" genoemd wordt, heet zij in het Engelsche alfabet „kee", met een zachte j-klank op het einde, wat ongeveer overeenkomt met de uitspraak van den naam „Kaye", Noot van den vertaler. „Dat doet me genoegen: alleen ben ik bang, dat je niet zoo'n plezier zult hebben, als we je komen halen. Lach daar eens om." Jan voldeed gedienstig aan zijn verlangen. „Ik geef je een kans om te ontkomen," ver volgde Larry onverstoorbaar. „Je weet welke. We moeten dat papiertje hebben." „En „we" zullen het niet krijgen." „Dat staat te bezien," vond Larry. „Je zult dezer dagen onwelkom bezoek krijgen, Jan!" „Bedoel je van den Strooper?" „Dat hoop ik, maar ik dacht nou meer speciaal aan mezelf. Ik zal openhartig zijn. Als je dat stukje papier bij je houdt, ben je een geteekend man, en zul je vroeg of laat met den Strooper te doen krijgen. Ik wil er bij zijn, als hij komt." „O, dus dat is je bedoeling?" ,Ja, min of meer. Je mag trouwens gerust denken, dat we hier zijn om je beschermen, zooals we elk burger zouden doen hoewel het ons geen snars kan schelen, of er een paar van jouw soort opgeruimd worden. In zooverre bewijst de stroopei de maatschappij zelfs een dienst, maar door die ongelukkige wetten van dit land heb je recht op bescher ming van de politie. En die zul je wel noodig hebben ook." „Dacht je dat? Ik vindt niet, dat je erg pienter bent," zei Jan. „Wel man, jij en die baard van jou houden immers alle bandieten mijlen ver uit de buurt!" „Ze hebben jou anders nog niet verjaagd," antwoordde Larry gevat. „Maar ik blijf in elk geval toch." Jan aanvaardde den toestand schouderop halend en wendde zich om, teneinde naar het huis terug te keeren. Larry ging mee. Jan was van meening, dat het niet geraden zou zijn, zijn gast openlijk naar den duivel te wenschen, en hem er uit te schoppen; bovendien voelde hij zich eenigs zins verlicht, dat „Kaye" tenminste niet ge komen was om Clem's dood op te helderen. Wat betreft mogelijke voornemens van den Strooper, die liet Jan vrij koud; hij was niet gemakkelijk bang te maken. Larry, op zijn beurt, wenschte zichzelf ge luk. Dat zijn ergste vijand zijn vermomming niet doorzag, gaf hem een gevoel van veilig heid en hij liep in het beste humeur van de wereld naast Jan voort. Ze hadden het huis bijna bereikt, toen Bar- bara uit de garage kwam. Zij aarzelde even, toen zij haar oom in gezelschap van een vreemden zag, en kwam toen langzaam naar hen toe. Jan stelde hen vrij luchtig aan elkaar voor, ondanks het feit, dat hij wel inzag, hoe nieuwsgierig zij was naar de redenen, die den Yardman haar gebracht hadden. „Dit is superintendant Kaye, Barbara," zei hij. „Ik geloof, dat hij van plan is, een poosje hier te blijven." „Dè,t ben ik," antwoordde Larry. „Hoe gaat het u, miss Teyst? Wat aardig huis is dit en een bevoorrecht ook." „Bevoorrecht?" vroeg Barbara verwon derd, terwijl ze hem haar hand toestak. „Ja, omdat het zoo'n bekoorlijke meesteres mag herbergen." „Dat is erg vriendelijk van u," lachte Bar bara. „Misschien wil je mijnheer Kaye den tuin eens laten zien, Barbara?" stelde Jan voor. „Ik moet nog een paar brieven schrijven." Barbara knikte, en haar oom ontsnapte om brieven te schrijven, die alleen in zijn ver beelding bestonden. De andere twee merkten zjjn weggaan nauwelijks op. „Natuurlijk ben ik niet heelemaal onbekend met uw naam", zei Barbara tegen den man met den baard, terwijl zij langs Jan's „vaste planten" slenterden. „Inspecteur Keating spreekt herhaaldelijk over u. Ik geloof, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 7