Goedkeuring
Regeering zal ingrijpen
SPORT
huwelijk prinsesj uliana
Het wrak van dc
Sch 179 gevonden
Nederland 'n gevreesd
tegenstander
w ÏÏ&KSS?- I"ee'hil,,r h0,e"
Bevolkingsonderzoek in de
Zuiderzeepolders»
Liever fabrieken dan
goud
Politie doet inval in café
in Groningen
HET - BETREFFENDE WETS
ONTWERP IN DE TWEEDE KA
MER INGEDIEND.
Naturalisatie van Prins Bernard.
Ingediend ïs een wetsontwerp tot
goedkeuring van het huwelijk van
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses
Juliana en regeling van de toelating
van getuigen bij de voltrekking van
dit huwelijk, alsmede van eenige ge
volgen van deze echtverbintenis.
De memorie van toelichting hierbij luidt
als volgt:
Het ligt in de bedoeling van Hare Ko
ninklijke Hoogheid Prinses Juliana weldra
gevolg te geven aan het voornemen met
Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bern-
hard Leopold Frederik Everhard Julius
Coert Karei Godfried Pieter van Lippe-Bies-
terfeld in het huwelijk te treden. Alvorens
deze echtverbintenis gesloten wordt, behoort
met het oog op artikel 17 der grondwet, hier
toe bij de wet toestemming te worden ver
leend.
Artikel 1 der tegenwoordige wetsvoor-
dracht strekt om aan het aangehaalde grond
wetsartikel te voldoen.
Ingevolge artikel 2 blijven buiten toepas
sing de bepalingen van de artikelen 20 en
131 van het burgerlijk wetboek, krachtens
welke het aantal huwelijksgetuigen tot ten
hoogste vier is beperkt en buiten het konink
rijk gevestigde personen niet als getuigen
worden toegelaten.
[Artikel 3 verleent ten aanzien van naams
verandering of naamsbijvoeging, welke de
koningin ten behoeve van den prins of van
de kinderen, die uit het huwelijk geboren
mochten worden, zou willen toestaan, vrij
stelling van de bij artikel 64 van het bur
gerlijk wetboek voorgeschreven openbaar
making.
Artikel 4 luidt: Overal waar in wettelijke
voorschriften de uitdrukking „lid van het
koninklijk huis", „leden van het koninklijk
huis", „prinsen van ons huis", „prinsen
van het koninklijk geslacht", of „de vorsten
van ons huis" voorkomt, zal daaronder me
de begrepen zijn zijne doorluchtige hoogheid
Deze wet treedt in werking met ingang
van den dag na dien harer afkondiging.
Naturalisatie van prins Bernhard.
Ingediend is een wetsontwerp tot natu
ralisatie van zijne doorluchtige hoogheid
prins Bernhard van Lippe Biesterfeld en
regeling van eenige gevolgen dier naturali
satie. De memorie van toelichting tot dit
wetsontwerp luidt als volgt:
Zal de voorgenomen echtverbintenis van
prinses Juliana voor hare koninklijke hoog
heid niet verlies van het Nederlanderschap
ten gevolge hebben, dan dient zijne door
luchtige hoogheid prins Bernhard voor de
voltrekking van het huwelijk als Neder
lander te worden genaturaliseerd.
Alzoo hebben redenen van staatsbelang
geleid tot indiening van het hierbij aan
geboden ontwerp van wet, hetwelk tevens
gevolg geeft aan den door den prins uit-
igedrukten wensch, ook rechtens tot de Ne
derlandsche gemeenschap te behooren.
Door de voorgestelde naturalisatie zal in
gevolge paragraaf 25 van de Duitsche natio
naliteitswet voor zijne doorluchtige hoog
heid het huidig staatsburgerschap verloren
gaan.
Art. 2 luidende „zijne doorluchtige hoogheid
is, van het oogenblik waarop hoogstdezel-
ve de hoedanigheid van Nederlander ver
krijgt, ingezetene van het rijk", wordt voor
gesteld op grond van de overweging, dat de
gemaal der prinses niet, zij het ook tijde
lijk, van het ingezetenschap van het rijk
verstoken mag zijn.
Art. 3 luidt als volgt: „Op het aan deze
wet ontleende Nederlanderschap is, staande
het huwelijk tusschen onze beminde dochter
en zijne doorluchtige hoogheid, artikel 7
der wet van 12 Dec. 1892 (Staatsblad nr.
268) op het Nederlanderschap en het inge
zetenschap, laatselijk gewijzigd "bij de wet
van 29 Nov. 1935 (Staatsblad nr. 685), niet
van toepassing.
Dit Nederlanderschap wordt na ont
binding van het huwelijk verloren, zoowel
ingevolge het bepaalde bij art. 7 voormeld,
als indien zijne doorluchtige hoogheid den
wil om den staat van Nederlander niet lan
ger te behouden, schriftelijk te kennen geeft
aan onzen minister van justitie, die daar
van onmiddellijk aankondiging doet in de
Nederlandsche staatscourant.
Verlies van het Nederlanderschap door
Zijne Doorluchtige Hoogheid, is op den staat
van de uit dit huwelijk geboren kinderen
niet van invloed.
Het eerste lid van art. 3 is dienstig, om
dat het staatsbelang, waarmede deze natu
ralisatie is verknocht, tevens vraagt, dat
staande huwelijk het Nederlanderschap door
den gemaal der vermoedelijke erfgenaam
yan d„ Kroon niet kan worden verloren.
Na ontbinding van het huwelijk zal inge
volge het tweede lid van art. 3 het Neder
landerschap ook verloren kunnen worden
door eene schriftelijke kennisgeving aan het
hoofd van het departement, dat meer in het
bijzonder is belast met de uitvoering der
wet op het Nederlanderschap en het ingeze
tenschap.
In het staatsbelang wordt ook bepaald, dat
eventueel verlies van den staat van Neder
lander door Zijne Doorluchtige Hoogheid na
ontbinding des huwelijks niet beinvloedt het
Nederlanderschap van hem, die tot den
troon kunnen worden geroepen.
De wet treedt in werking met ingang van
den dag na dien harer afkondiging.
DIENSTWEIGERENDE CHINEEZEN.
Op het S.S „Megara" van de Nederlandscli
Indische tankboot maatschappij, dat aan de
Fransche boeien ligt, hebben de Chineesche
opvarenden den dienst geweigerd.
Door de politie zijn elf Chineezen van
boord gehaald en in het hoofdbureau in ver
zekerde bewaring gesteld.
HET WAS HET WRAK, DAT
VOOR IJMUIDEN LAG.
PIJNIGENDE ONZEKERHEID
HEEFT NU PLAATS GEMAAKT
VOOR DROEVE WERKELIJK
HEID.
IJmuiden, 3 Nov. Het wrak van
de Sch. 179 is gevonden. Het laatste
sprankje hoop, dat de Schevenin-
sche logger misschien toch nog heel
laat zou terugkeeren, is gedoofd, en
de pijnigende onzekerheid heeft nu
voor de droeve werkelijkheid plaats
gemaakt.
In den loop van den morgen gaven
de golven een zeemanslijk terug. Het
was van een der mannen der
Sch. 179.
's Middags voer de loodsboot uit. Vier Sche-
veningsche visschers gingen mee om te zien
of er nu klaarheid gebracht kon worden in
het mysterie, dat de wateren tot nu toe her
bergden, het wrak voor IJmuiden.
Nabij het wrak stapten zij van de loods
boot over in een jol, in gezelschap van den
commissaris van het lodswezen te IJmuiden,
den heer R. Dobbenga en een broer van den
schipper van de Sch. 179, en roeiden naar
het wrak. Hier vond men een stuk van een
krib, welke was geteekend met het cijfer 187.
Dit was het oude merk van de Sch. 179,
dat nog op verschillende onderdeelen van het
vaartuig voorkwam.
Het wrak voor IJmuiden is hiermede vol
doende geïdentificeerd.
Ter waarschuwing van de scheepvaart zal
het loodswezen een lichtboei bij het wrak
van de Sch. 179 leggen.
De Sch. 68.
IJmuiden: De duiker Sperling, die
gedoken heeft naar het wrak van de „Sch.
68", heeft geconstateerd, dat de logger met
het achterschip in den bodem van de ha
ven is weggezakt.
Het schip staat met den voorsteven om
hoog, zoodat het mogelijk wordt geacht, zon
der wegzuiging van grond, een tros onder
het schip aan te brengen.
Zoo spoedig mogelijk vermoedelijk, in
dien het weer dit toelaat, reeds heden
zal met.behulp van twee drijvende bokken
de logger worden gelicht, waarna het schip,
als het niet lek is, leeggepompt zal worden.
Doordat zich veel netwerk, afkomstig van
de vleet, rondom het wrak bevindt, was het
werk van Sperling niet alleen moeilijk, maar
ook gevaarlijk, daar het niet uitgesloten was,
dat de duiker in het net verward raakte.
Het verstoren van geoorloofde
openbare vergaderingen.
De regeeringspersdienst meldt:
In verband met het feit, dat de
laatste weken eenige malen geoor
loofde openbare vergaderingen met
voorbedachten rade zijn gestoord,
wordt het volgende ter algemeene
kennis gebracht.
Het opzettelijk storen van een ge
oorloofde openbare vergadering door
het verwekken van wanorde of het
maken van gedruisch is een misdrijf.
Het wordt ingevolge art. 144 van het wet
boek van strafrecht gestraft met een gevan
genisstraf van ten hoogste twee weken of
een geldboete van ten hoogste 60.In
aanverwante gevallen kunnen bovendien nog
aanzienlijk zwaardere straffen worden opge
legd.
De regeering acht storingen, als hebben
plaats gehad, ontoelaatbaar. Zij heeft de
betrokken organen van justitie en politie
opdracht verleend in eventueel nog volgen
de gevallen met de grootste gestrengheid op
te treden en zich daarbij van alle in aanmer
king komende middelen te bedienen.
Mej. Mr. van Dorp over devaluatie
Voor de vrouwengroep 's-Gravenhage van
de Liberale staatspartij „de Vrijheidsbond
sprak gistermiddag mej. Mr. E. C. van
Dorp, uit Bloemendaal, in „Boschlust" over
„de zoogenaamde devaluatie".
Spreekster, die zeide overigens minister
Colijn als een uitmuntend leider onzer re
geering te waardeeren, achtte het gevoerde
monetaire beleid minder juist.
Zij gaf een schets van de beteekenis van
het ruilmiddel en constateerde, dat de goud
voorraad van de Nederlandsche bank thans
bijna tienmaal zoo hoog is als die voor den
oorlog was. Thans n.1. 700 millioen gulden
en vóór 1914 veelal nauwelijks 80 millioen.
Over de geheele wereld is voor 35 milliard
gulden aan goud in de kelders opgeborgen.
Het is aldus spreekster eigenlijk
dwaas, dat men met veel moeite en kosten
het goud uit de Zuid-Afrikaansche en ande
re mijnen opdiept om het vervolgens in dé
kelders der banken, zoodanig op te bergen,
dat vrijwel niemand er meer naar omkijkt.
Veel meer dan aan goud hebben
wij aan fabrieken en andere werk
gelegenheden, waar goederen wor
den voortgebracht, die voor het
menschdom nuttig en noodig zijn.
Beter zou spreekster het geoordeeld heb
ben, indien de gulden werd vastgesteld op
een peil, dat overeenstemt met het pond
sterling. Thans is er geen vastheid. Het
eenige goede is, dat de prijzen niet onmid
dellijk stijgen.
Volledige aanpassing zal eerst het geval
zijn wanneer er geen werkloosheid meer
is. Tot nu toe evenwel is de aanpassing
kunstmatig geremd.
Voor een goeduitvoerverbod was h.i. geen
aanleiding. Indien andere landen er zooveel
meer voor over hebben, dan dienen zij het
goud tot zekere grens te kunnen be
komen.
Ieder land heeft overigens zijn eigen geld
politiek, waar bij de waarde van het goud
een ondergeschikte rol speelt.
Groot gezelschap betrapt tijdens ha
zardspel.
Geruimen tijd geleden kwam der
politie te Groningen ter oore, dat in
het café Muurling in de Peperstraat
te Groningen door verscheiden be
zoekers om geld werd gespeeld. Dit
gerucht werd van verschillende zij
den bevestigd en meermalen werd
dan ook vernomen dat groote be
dragen werden verspeeld. De politie
was sindsdien op haar hoede en
wachtte een geschikte gelegenheid
af om in te grijpen. Zij kreeg daar
bij de medewerking van de mare-
chausse. Een der manschappen van
dit wapen, verkleed als buitenman
slaagde er in het spel van nabij ga
de te slaan.
Gisteravond te ongeveer zeven uur deed
de politie een inval waarbij een groot ge
zelschap tijdens hazardspel werd betrapt.
Al deze bezoekers, in het geheel 20 perso-
nep, werden gearresteerd en naar het hoofd
bureau overgebracht. Het onderzoek heeft
tot vannacht twee uur geduurd en pas toen
kon de laatste van het gezelschap in vrij
heid worden gesteld. Alle bezoekers zijn
terzake van deelneming aan hazardspel ver-
baliseerd. De kunst van het spel bestond
in het werpen met drie dobbelsteenen.
Tegen de vrouw van den caféhouder, die
tijdens den inval niet aanwezig was, werd
eveneens procesverbaal opgemaakt, terzake
van het geven van gelegenheid voor ha
zardspel. Nadat de wachtmeester van de
Koninklijke marechausse, den Ouden, als
hulpofficier van justitie, haar een verhoor
had afgenomen is zij naar de marechaus
seekazerne overgebracht en in arrest ge
steld. Zij zal morgen ter beschikking van
de justitie worden gesteld.
Het ionoe paar uit de filmwereld de Poolsche tenor Jan Kiepura en de filmster,
Martha Eggerth die dezer dagen in het huwelijk zijn getreden.
DE TOEKOMST VAN ONS
INTERNATIONAAL VOETBAL.
De technische commissie van den K.N.V.B.
ziet gunstige perspectieven.
Amsterdam, 4 November. Dank
zij het uitmuntende werk, door Ka-
rel Lotsy begonnen en door mannen
als Herberts, Triebel, de Vries om
slechts enkele namen te noemen
voortgezet, is Nederland op interna
tionaal voetbalgebied de laatste ja
ren een gevreesd tegenstander ge
worden. Nederland wordt beschouwd
als een der weinige landen, waar
het amateuristisch voetbal op een
zeer hoog peil staat, ja menigmaal
stelt men in het buitenland ons
voetbal gelijkwaardig met dat, wat
in de meeste prof-landen van Euro
pa wordt gespeeld.
Maar de jaren snellen voort. Van het
eens zoo beroemde wunderteam der Oosten
rijkers is niet veel meer over, hetgeen o.m.
verklaard kan worden door het feit, dat er
niet dadelijk reserves klaar stonden, die
oudere spelers konden vervangen. Zoo zal
het ook met het Nederlandsche elftal gaan,
de ploeg, die de laatste seizoenen zulke
schitterende successen heeft behaald. Wij
willen slechts twee willekeurige voorbeel
den noemen. Anderiessen en Van Heel zijn
op het oogenblik nog prima spelers, maar
zij weten zelf wel, dat er een tijd van ko
men en een tijd van gaan is. De jaren be
ginnen te tellen, jongere krachten zullen
hun plaatsen moeten innemen.
En nu is het groote vraagstuk, waar
mede de verantwoordelijke K.N.V.B.-leiders
zitten dit: zijn er, op dit moment, reeds
jongere krachten aanwezig, die over eeni-
gen tijd," desnoods direct, de plaatsen van
oudere spelers kunnen innemen, zonder dat
van een achteruitgang der prestaties van
het Nederlandsch elftal zal kunnen worden
gesproken?
Zijn er, en dat is een tweede probleem,
voor elke plaats in het Nederlandsch elftal
reserves beschikbaar, indien door blessures
BIJZONDERHEDENN OVER DE
PLANNEN DER STICHTING.
Amsterdam: Zooals elders in dit
nummer in het kort medegedeeld, zal Don
derdagmiddag a.s. ten raadhuize te Hoofd
dorp de stichtingsvergadering worden ge
houden van de „Stichting voor het Bevol
kingsonderzoek in de drooggelegde Zuider-
zee-polders", welke instelling in het leven is
geroepen door de Zuiderzeevereeniging,
waarvan voorzitter is prof. dr. H. N. ter
Veen, hoogleeraar in de sociale aardrijks
kunde aan de gemeente-universiteit te Am
sterdam, zoomede door de directie van den
Wieringermeerpolder en een groot aantal
wetenschappelijk gevormde persoonlijkhe
den, o.w. verscheidene hoogleeraren.
De instelling ziet haar doel in hoofdzaak
in het doen verzamelen en bestudeeren van
gegevens over de bevolking der kolonisatie
gebieden van de drooggelegde Zuiderzeepol
ders, gegevens betreffende anthropologie,
psychologie, dialectologie, erfelijkheidsleer,
phonetiek, landhuishoudkunde, folklore, so-
ciographie, rechtswetenschap, sociale hygi
ëne en andere factoren.
Waar de nog droog te leggen polders een
gebied van 200.000 H.A. omvatten, springt de
groote beteekenis van het kunnen beschik
ken over de uitkomsten van wetenschappe
lijke onderzoekingen voor het vaststellen van
de sociale politiek in deze nog ongeculti
veerde gemeden wel zeer duidelijk naar vo
ren en zoo is het alleszins begrijpelijk, dat
de overheid, voor welke het van groot^ be
lang is, te weten hoe een bevolkingsgroep
zich ontwikkelt, in hooge mate sympathiek
staat tegenover deze pogingen.
In dit verband kan worden medegedeeld,
dat in het curatorium van de stichting,
waarvan de vorming noodig werd geacht
voor de verbinding met de buitenwereld,
heeft zitting genomen de minister-president,
Dr. H. C o 1 ij n, terwijl mede den ministers
van waterstaat en van onderwijs, kunsten
en wetenschappen verzocht is, tot het cura
torium toe te treden. In dit college zullen
voorts zitting hebben de Commissaris der
Koningin in de provincie Noord-Holland,
jhr. mr. dr. A. Röell en de burgemeester
van Amsterdam, dr. W. de Vlugt.
Dat de overheid voor het vraagstuk van de
kolonisatie der Zuiderzeepolders belangstel
ling heeft en m o e t hebben, daarvan getuigt
reeds het feit, dat zij bezig is, in den Wierin
germeerpolder een maatschappij te bouwen
volgens de richtlijnen van de commissie-
Vissering, de commissie ter bestudeering van
de uitgifte der Zuiderzeegronden.
Deze commissie had echter alleen de be
schikking over de kennis en de ervaringen,
opgedaan in de Haarlemmermeer, welk ge
bied een der grootste „droogmakerijen" in
ons land als leerschool gelden kan voor
de kolonisatie van de Zuiderzeepolders.
Met dat al is het voor de overheid een be
langrijke vraag, in hoeverre de richtlijnen,
die voor kolonisatie zijn gesteld, juist zijn
en in hoeverre onjuist.
Met andere woorden: de overheid moet cri-
tisch staan tegenover haar eigen bouwplan.
In de wereld der wetenschap, met haar
veelzijdig en onderling uiteenloopend ter
rein, is nu de mogelijkheid om op het be
hoorlijk „afgepaalde" terrein van een nieu
wen polder, elk op haar gebied, waarnemin
gen te verrichten en studies te maken, ten
einde op deze wijze een schat van mate
riaal te verzamelen, welke mede in de prac-
tijk de toekomstige kolonisatie van nieu
we poldergebieden haar groote waarde
zal aantoonen en ook voor het nageslacht
van groote beteekenis zal zijn, met enthou
siasme begroet, een wetenschappelijke sa
menwerking derhalve, welke zeer zeker een
unicum mag heeten.
Voor de wetenschapsmenschen vormt zoon.,
afgesloten polderbevolking, uit alle uithoe
ken van het land bij elkaar geplaatst, een
sociaal laboratorium, waarin allerlei vraag
stukken van wetenschappelijken aard on
derzocht kunen worden, o.a. wat betreft de
vraag of menschen, die in een nieuw milieu
geplaatst worden, anthropologisch (mensch-
kundig) veranderen en ook of het elders
geconstateerde samengaan van geestelijke en
lichamelijke veranderingen ook bij een ko
lonisatie als de onderhavige valt waar te ne
men.
In de stichting is zooals reeds medege
deeld ingeschakeld de directie van den
Wieringermeerpolder en reeds zijn voor het
onderzoek verschillende secties gevormd
Wij noemen: Landhuishoudkunde, voorzit
ter ir. S. Smeding, directeur van den Wie
ringermeerpolder. Penningmeester van de
stichting is de heer C. L. de Bruin, secreta
ris van de Wieringermeerdirectie. Ook ma
ken nog deel van de stichting uit: ir. V j
P. de Blocq van Kuffeler, gewezen directeur-
generaal der Zuiderzeewerken te Den Haag,
ar. j j t. Doyer, inspecteur der volksge
zondheid in Noord-Holland, en prof dr C
iw ertrafRVe Amsterdam. De secretaresse
dr. L. Kaïser is evenals prof. dr. Klei
weg de Zwaan, reeds met practische stu
dies onder de Wieringermeerbevolking be
zig. Voor de uitwerking van de plannen
zijn jonge werkers noodig, die den polder
ingaan en gegevens verzamelen.
Reeds zijn daar eenigen werkzaam
bij hun arbeid de sympathie en den 'steun
hebben yan de polderhewoners zoodat
de practijk reeds gebleken is dat Ir
weerstanden te overwinnen zijn Er liet nn
dit gebied een terrein open voor we rif P
intel ectueelen en de stichting memt dan
ook te mogen verwachten dat do „P
bereid zal zijn de betaling ir h f e"nï
voor den arbeid van deze menJn)norana
inschakeling van het z.galgemelno"'
plan, op zich te nemen, gemeene werk-
de een of de ander niet zou kunnen spelen?,
Deze laatste vraag mag terecht gesteld won
den, omdat in de komende landen wedstrij
den geen invallers (behalve de doelverdedi-
ger) meer worden toegestaan. Een speler,
die niet volkomen fit op het veld kan ver
schijnen, mag niet meer worden opgesteld,
En hoe vaak gebeurt het niet in een com
petitiewedstrijd, dat een speler een blessure
oploopt, welke den volgenden Zondag nog
niet geheel genezen is.
Al deze vragen kunnen ook in ruimer ver
band worden bezien. Beschikken wij over
een breede laag van spelers, die in elk inter
nationaal milieu een goed figuur zouden
slaan?
Een nieuwigheid, waarvan de
resultaten verre overtroffen wer
den.
Al deze vragen hebben wij dezer dagen
eens besproken met den voorzitter der tech
nische commissie van den Koninklijken Ne-
derlandschen Voetbalbond, den heer H. W,
G. Herberts, bij welk onderhoud ook enkele
andere leden dezer commissie, de heer Q,
de Vries, E. G. Mundt, F. G. Triebel en L,
Boeljon aanwezig waren.
„Het is met het spilprobleem begonnen",
zoo begon de heer Herberts, „Het middel, dat
wij daarvoor kozen, was een nieuwigheid en
om nieuwigheden wordt nu eenmaal altijd
gelachen. Maar ik kan u namens de techni
sche commissie verklaren, dat de resultaten
van dezen cursus de verwachtingen verre
overtroffen hebben. Op onzen eersten oproep
hebben zich ongeveer 260 personen aange
meld, van allerlei leeftijd, uit alle deelen
van het land, niet alleen uit K.N.V.B.-clubs,
maar ook uit provinciale- en plaatselijke
bonden, ja zelfs spelers uit reserve-elftallen,
Al deze gegadigden hebben vragenlijst ont
vangen, waarin o.m. verzocht werd te willen
mededeelen, of zij bereid waren een test af
te leggen, daarvoor oefeningen in te studee-
ren e.d. Het gevolg was, dat na deze eerste
schifting 150 personen overbleven. Het testen
is vrijwel geschied. Wij zijn nog niet overal
klaar, dezer dagen wordt er de laatste hand
aan gelegd.
Zoo moet de test in een plaats in het
Noorden, een in het Zuiden en in Twente
nog worden afgenomen, voor de rest zijn.
wij klaar.
En het resultaat, zult u vragen?
Half November beschikken wij, aldus ver
telde de heer Herberts verder, over ongeveer
20 spelers en met hen zal een nieuwe cur
sus worden gehouden waarschijnlijk te Den
Haag of te Utrecht dat is nog niet beslist.
De laatste selectie zal dan kunnen aanvan
gen. We kunnen onmogelijk zeggen, hoe
lang deze cursus zal duren, of wij b.v.
over twee maanden een nieuwen spil zou
den kunnen afleveren.
Want we zijn verder gegaan. Het
gaat o.f. niet meer om een plaats
in het Nederlandsch elftaL Deze cur
sus met 20 jeugdige spelers de
oudste is 23 jaar is een deel van
de voorbereiding voor de toekomst.
Wij willen reserve-materiaal aan-
kweeken. En de T.C. heeft het ver
trouwen, dat uit deze 20 spelers, die
zooals gezegd, opnieuw zullen wor
den geselecteerd, een geheele halfli-
nie van internationaal formaat zal
kunnen worden samengesteld.
z 'inn en niet meer spreken van een
waaraan f!S+S' een- deze simpele oproep,
is' Iclpvpif f z?°vee'. enthousiasme gevolg
In nlante v schitterend succes gehad,
krachtpn enkele hebben wij 20 jonge
ze hhlfnV. 111 wij veel zien. Wij zullen
kennen !!f"ngen' dat ze er no8 niets van
„rond af W1"an hun het spel van den
meewerken 0n' v, T c-'eden zullen allen
ken gestelde doel te berei-
illu'sfratfof Herb.ert? Raf ons nog een aardig
Official HntVOvjria Wij wisten aldus deze
«roed ri,,h ,Wllders van Blauw-Wit een
e-aando was. Maar toch meer af-
bpn wü i!' test nit den spilcursus, heb-
landscii oro1ect in het voorloopig Neder-
cister Rn geplaatst, dat tegen de Don-
Wii 7nii FS- te botterdam heeft gespeeld.
uittrehVnnL1 niet zeRf?en' dat hij toen heeft
dat m i- maar voor de eerste maal in
*1™ zu"en wij aarzelen, nieuwe wegen
eken en de technische commissie is
fi™ hezig verdere plannen voor te berei-
iqo-' Smoo!,?a' met hpt oog op het seizoen
aldus besloot de heer Herberts
ons onderhoud.