DE
STROOPER
De fijnproever gebruikt
VAN
HOUTENS
CACAO
Texel
V isscherij
DOOR
0 PETER BARON
MCCI3TE r©TC
Texels oudste inwoonster
In memoriam J. Kortenhoeven,
Marineberichten
Visscherijberichten
Stoomvaartberichten
Hoofdpijn, Kiespijn.
DE MAASWIJDTE DER NETTEN".
Zooals bekend zal het met ingang van 1 Jan.
1937 noodzakelijk zijn, dat de visschersvaar-
tuigen zijn voorzien van netten met een mini
mum maaswijdte van 7y2 cm.
Voldoen die netten niet aan de bij Kon.
Besluit vastgestelde bepalingen, dan wordt
geen uitvaartvergunning verstrekt en
komen dus de vaartuigen aan den kant
te liggen.
Deze zaak is besproken op de Alg. Verg.
van den Ned. Visschersbónd te Den Haag,
voor welke verg. buitengewone belangstelling
bestond.
Eenstemmig waren deze vakmenschen van
meening, dat deze bepaling beteekende den
ondergang van het'kustvisscherijbedrijf.
Niet uitsluitend omdat de maaswijdte wordt
vergroot, maar omdat dit niet internationaal
wordt voorgeschreven. Want nu zal het feit
zich voordoen, dat b.v. de kleine tong, slips,
uit deze wijdmazige netten komt te ontsnap
pen, terwijl de visscher van andere nationali
teit, met zijn maaswijdte van kleiner af
meting, deze ontsnapte visch kan opvangen.
Om het kort te zeggen: deze waardevolle
slips wordt niet aan onze markt, maar op de
buitenlandsche aanvoerplaatsen aangebracht.
Onze visschers zullen minder besomming
maken: de buitenlandsche markt zal minder
behoefte hebben aan deze visch, omdat hun
eigen schepen die kunnen aanvoeren; de
export zal dus weer een knauw krijgen.
Er zal minder jonge visch vernietigd wor
den, zegt men.
Men weet, dat, met de mechanische voort
stuwing er een groote vischvernietiging is
ingetreden. Hoe meer paardenkracht, hoe
grooter de vernietiging.
De schuiten, die de minste paardenkracht
hebben, zullen dus het minst aan deze ver
nietiging deelnemen.
Maar bovendien zal uit de groote maas-
wijdige netten juist door die mindere krachts
ontwikkeling, de meeste nog marktwaar
dige vischontsnappen.
Zij allerminst kunnen, zooals de toestand nu
is, nóch deze marktwaardige visch, nóch
de puf missen. Deze puf die juist het
meest wordt gevangen door de krachtige
trawlers, wordt door deze schepen overboord
gezet, terwijl de kleinere vaartuigen de puf
aan wal brengen, waardoor hun besomming
wcfrdt verhoogd.
Alle visch, vooral de kleine visch, eenmaal
in het net, is dat hebben wetenschappelijke
onderzoekingen uitgewezen voor minstens
90 onherroepelijk tendoode opgeschreven.
Wat bereikt meh nu met deze maaswijdte-
vergrooting
De trawlers, die voor het grootste deel deze
maaswijdte - reeds hebhen,- -zullen er geen
schade van hebben. Maar ze blijven jonge
visch vernietigen.
Deze vaartuigen hebben dus van den maat
regel geen schade, terwijl het voor het Kon.
Besluit beoogde doel niet wordt bereikt.
De kleinere vaartuigen beginnen met kos
ten te maken voor het veranderen van hun
netten; er zal voor hen waardevolle slips ver
loren gaan; het vangen van puf zal iets min
der zijn: schade aan waardevolle visch; ge
ringe schade aan pufopbrengst.
De kleinste vaartuigen: een totale ombouw
van hun netten, hetgeen groote uitgaven
vergt, verlies van veel waardevolle visch en
sterkere vermindering van pufaanbrengst.
De besommingen van de kleinere en de
kleinste schepen zijn van dien aard, dat elke
vermindering in opbrengst niet door het be
drijf kan worden gedragen.
Het gevolg: groote kans van stillegging
van het bedrijf en dus vergrooting der werk
loosheid, niet slechts voor de vischbedrijven
zelf, maar ook voor de talryke nevenbedrijven,
die afhankelijk zijn van een loonende vis-
scherij.
En het sparen van jonge visch? Voor een
klein deel bereikt, ten koste van de kleinere
en kleine vaartuigen; niet bereikt, omdat de
grootste schepen de grootste vernietigers zijn
van jonge visch. Niet, omdat men dat wil,
maar omdat dit onafscheidbaar vastzit aan
de krachtige voortstuwing, waarmee hun
netten over en door den bodem worden ge
dreven.
Kort gezegd dus een lamlegging van de
kustvisscherij.
burft men deze consequentie aan?
Van die belanghebbende zijde is op velerlei
wijze gepoogd het Kon. Besluit niet doorge
voerd te krijgen.
De laatste poging voorloopig is ge
daan op de massaal bezochte algemeene ver
gadering van den Ned. Visschersbónd.
Men weet niet of de wensch tot niet door
voering van het Kon. Besluit zal worden in
gewilligd.
Maar de tijd dringt. 1 Januari is zóó op
handen.
Geeft men zich in de kustplaatsen wel vol
doende rekenschap van de gevolgen, die dit
voor de respectieve gemeenten zal hebben
Behalve leed in de visschersgezinnen, leed
in de nevenbedrijven en een een sterke druk
voor de gemeentekas, iliet slechts in directen
steun voor levensonderhoud, maar ook derving
van belastinginkomsten.
Men zal, dit wetende, deze visschers en de
anderen groepen die daarvan leven, in hun
hemd laten staan of zal men, ook en vooral
door de betrokken gemeenten, pogen het Kon.
Besluit onuitgevoerd te krijgen?
We denken voor Den Helder ook b.v. aan
„Vibeno", de commissie indertijd door Bur
gemeester Driessen geïnstalleerd ter beharti
ging der vi3scherijbelangen. Maar ook de
neringdoenden in de gemeente hebben bij dit
vraagstuk belang. Er dient iets gedaan te
worden ter voorkoming van dezen dieptref-
fenden maatregel.
Misschien blijft de Regeering niet doof voor
dezen aandrang uit al de betrokken ge
meenten.
Een groot financieel belang staat hierbij op
het spel en het voorkomt den ondergang van
een geweldig stuk volkskracht.
Wil men de jonge visch sparen, goed, ook
dat is een belang voor den visscher, maar dan
een internationale regeling. Doch afdoend zal
het zijn, wanneer bepaalde gebieden voor de
visscherij worden afgesloten.
Doch de eerste stap is thans: Niet door
voering van de dwingende bepaling der maas
wijdte-vergrooting.
Voor welke eigenaardigheden soms de vis
scherij komt te staan, moge blijken uit hetgeen
we lazen omtrent de handelstransacties met
Griekenland. - •>»-
Daar wil men n.1. geen zuivelproducten heb
ben uit ons land of daar tegenover moet staan
de afname van verschillende andere artikelen
uit Griekenland.
Onder de artikelen, die men ons in de maag
wil stoppen, is b.v. ook paling. Men zegt daar:
van Denemarken nemen jullie wel paling, al is
dat ook gecontingeerd, maar van ons willen
jelui ze niet hebben.
Eerst dus paling van ons en dan kunnen jelui
weer wat zuivelproducten aan ons leveren.
Maar palinginvoer hebben de visschers hier
liever niet. En er blijkt weer eens te meer uit
hoe moeilijk het meestal is om onze export op
peil te houden.
De mosselenverzending uit Zeeland is in vol
len gang. Vooral gaat er veel naar België.
Vanuit Tholen gingen de vorige week ruim
6000 balen mosselen weg. Dit aantal was zelfs
nog niet in een andere week bereikt.
Doch ook uit andere plaatsen is er groote
verscheping van mosselen.
Jammer dat er voor de waddenmossel zoo
veel belemmeringen in den weg worden gelegd.
Enkele visschers maar hebben een visch- en
handelaarsvergunning kunnen krijgen, geba
seerd op z.g. basisjaren.
FEUILLETON
37)
Larry vertrok met een ondoorgrondelijken
glimlach om de lippen en liet Jan over aan
zijn overpeinzingen. Deze vonden echter geens
zins hun middelpunt in de verkapte bedrei
ging, die de ander hem naar het hoofd ge
slingerd had, maar, nauwkeurig uitgedrukt,
in zijn rechtervoet. Daaronder lag het blauwe
papiertje, dat Larry had laten vallen, toen
hij meende het in zijn portefeuille op te ber
gen.
Met een vlugge beweging raapte Jan het
op, waarna hij met een paar stappen bij de
deur was en die openwierp. In de gang was
niemand te zien. Jan sloot de deur en keer
de terug naar de tafel.
H(j lei zijn buit zorgvuldig op den onder
legger. nam een ronde ebbenhouten liniaal
aan beide einden op en draaide met zyn han
den in tegengestelde richting, waardoor de
liniaal zich in 't midden begon te ontschroe
ven, en in twee helften uiteengenomen kon
worden. De beide deelen waren hol, en uit
een er van haalde Jan een strak opgerold,
blauw papiertje het strookje, dat de ko
lonel hem had nagelaten.
Een oogenblik later trachtte hij, door de
beide strookjes met elkaar te vergelijken, er
een verstaanbaren zin uit op te maken.
Dat gelukte hem niet.
Wat niet te verwonderen was. Want het
strookje, dat Larry had laten vallen, was het
echte niet; hij had het zelf even te voren
vervaardigd, van hetzelfde blauwe papier,
dat hy in een groote Londensche zaak op
gescharreld had, en in hetzelfde handschrift
wat hem niet moeilijk was gevallen. Maar
de letters, die hij er op geschreven had, wa
ren geheel willekeurig.
Na een kwartier gaf Jan zijn pogingen op
en borg dè twee papiertjes zuchtend in de
holle liniaal.
Op dat oogenblik haalde Larry zijn peris
coop naar binnen en glimlachte voldaan.
Kaye, in de bijkeuken, glimlachte ook.
XXV.
Detective-sergant Brown kauwde op een
sandwich met kaas en keek terneergeslagen
naar zijn cipier. Het was de derde dag van
zijn gevangenschap en ondanks Kaye's ver
zekering, dat z'n „gedwongen afzondering"
teneinde liep, waren zijn gevoelens ten op
zichte van Larry vrij onvriendelijk. Vrijheid
en frissche lucht waren voor Brown even
noodzakelijk als eten en drinken, zoodat hij
met den tegenwoordigen stand van zaken
maar weinig ingenomen kon zijn.
Larry daarentegen was in een bijzonder
opgeruimde en mededeelzame bui. Zijn proef
nemingen met den periscoop waren nog gun
stiger uitgevallen dan hij had gehoopt. Een
kleine revolver liet hij onverschillig in zijn
rechterhand bengelen, hoewel niet zoo onver
schillig, dat 'n onnoodige beweging van
Brown's kant de revolver niet onmiddellijk op
gelijke hoogte bracht met diens ribben. Ook
dit werkte mee om het humeur van den on-
gelukkigen detective te bederven.
Ook met vrij visschen naar mosselzaad zou
nog wel iets zijn te verdienen, want Zeeland
schijnt nog altijd groote behoefte er aan te
hebben.
Zoo werd er vanuit Zeebrugge in Zeeland 300
ton mosselzaad dezer dagen nog aangevoerd.
Te Wieringen is weer wat najaarsharing en
sprot aangebracht. Voor haring werd een tame
lijke prijs gemaakt, ofschoon die in andere jaren
wel hooger is geweest. Voor sprot werd iets
betere prijs, maar niettemin een lagen ge
maakt.
Nu zal deze prijs wel niet hoog worden ver
moedelijk, want in België stuurt men het er
op aan om den invoer van dit vischje te ver
bieden.
Voor den invoer van garnalen heeft men dit
verbod er al door weten te krijgen.
Nu aanstonds (wat is een paar maanden) de
voorjaarsharingvisscherij weer begint, ver
dient het misschien overweging zich er op te
bezinnen daarvan wat grooter kwantum rond
het Marsdiep op te vangen.
De laatste jaren heeft men met deze vis
scherij hier niet veel resultaat gehad, waar
schijnlijk veroorzaakt door het ontstaan van
geheel andere omstandigheden in zee en langs
strand en dijk na de afsluiting van de Zuider
zee.
Toch zullen de haringen het Marsdiep wel
blijven doortrekken en dan rijst de vraag: hoe
kan men daarvan zooveel mogelijk bemachti
gen?
Zou men andersoortig netwerk daarvoor
moeten toepassen?
Zou men b.v. niet met drijfwant, gespan
nen in het Marsdiep, iets kunnen bereiken? Of
zou de snelle stroom een te groote belemme
ring daarvoor zijn?
Is er niet een mogelijkheid, door verzwaring
van den onderpees en door vergrooting van het
drijfvermogen van den bovenpees, het net recht
standig in zee te houden?
Zou men daarmee niet eens een proef kun
nen nemen?
Het is toch een zeer teleurstellend iets te
weten, dat er zooveel kostbare visch doortrekt
zonder de kans te hebben er een belangrijke
hoeveelheid van op te vangen.
Maar we vermoeden, dat de betrokkenen zich
er wel mee bezig hebben gehouden.
De arbeidsovereenkomst tusschen reeders en
schepelingen in IJmuiden is voor 1937 tot stand
gekomen. Strubbeling in het bedrijf is dus hier
mede voorkomen.
De vangsten van schierpaling in het IJsel-
meer zijn, door het koudere weer veel minder,
geworden. Men beweert, dat deze paling dan
in den bodem kruipt, zoodat ze niet tê van
gen zijn. Hetgeen voor de visschers dus ook
weer nadeel beteekent.
De Urker Noordzeevloot maakte ook ver
leden week te lage besommingen. Die vischten
van IJmuiden tot Scheveningen kwamen tot
een besomming van 30.die van Texel tot
Terschelling van hoogstens 100.
Het verschil van inzicht omtrent de uitvoe
ring van de visscherij tusschen handel en ree-
derij te IJmuiden blijft de gemoederen daar
steeds bezig houden. Het gevolg is, dat de pen
nen daarover nogal eens in beweging komen,
hetgeen in de plaatselijke pers tot uiting wordt
gebracht.
Helaas blijkt er uit, dat men samenwerking
wel noodig en nuttig vindt, maar tot een daad
schijnt men niet te kunnen komen, helaas!
De tongprijs was ook Dinsdag nog 1.50 per
kilo en de scholprijzen toonden eveneens nog
een hoog beeld. Ook de haringprijzen waren
flink aan de markt.
PORTRET ATELIER
7 JAC DE BOER
Heden viert mejuffrouw Wed. Busselman
Puiman, Texels oudste vrouwelijke bewoonster
haar 93sten verjaardag. Dachten we eenige
dagen geleden, dat de oude juffrouw dezen
dag niet meer zou beleven, daar zij zwaar ziek
en bijna stervende was, thans vernamen we
aan haar woning, dat de kranige vrouw, weer
vrijwel hersteld is, en met opgewektheid
dezen dag tegemoet heeft gezien. „Als ik eerst
maar 93 ben" placht ze te zeggen, en dit is
bewaarheid, want nu is ze, zooals haar klein
dochter ons mededeelde, weer bijna geheel de
oude. Mej. Busselman heeft een bizonder
zwaar leven achter den rug, en is een voor
beeld van de bewering, „dat werken een
mensch niet oud maakt". Rust is haar tot op
vrij hoogen leeftijd nimmer vergund geweest.
Na een reeds werkzaam leven vóór dien
tijd, werd ze in Maart 1896 wel bizonder
zwaar getroffen, toen in een zwaren storm het
schip verging, waarop zich haar echtgenoot
en schoonzoon bevonden, en waarbij beiden
op jammerlijke wijze om het leven kwamen.
Daar de gezondheidstoestand van haar doch
ter niet zeer goed was, stond de toen reeds
ruim 50 jarige vrouw, voor den zwaren taak,
niet alleen voor zichzelf, doch ook voor haar
dochter en twee kleindochtertjes van 2 en 3
jaren het brood te verdienen. Moedig vatte
ze dien zwaren taak op. Met zware manden
ventend lange jaren achtereen langs de
huizen te Oosterend (waar ze eerst woon
achtig was) en te Den Burg, was niets haar
te veel om haar kleindochters tot een zekeren
welstand te brengen, en eerst toen dezen in
staat waren haar eigen onderhoud te ver
dienen, bleef de kranige vrouw thuis, hoewel
ook nog niet werkloos. Vele huiselijke bezig
heden verrichtte ze nog langen tijd, en de
leiding harer affaire bleef nog tot voor korte
jaren in hare handen.
Thans geniet de oude juffrouw een meer
dan verdiende rust en een buitengewoon lief
derijke verpleging van haar familie. Moge
het haar gegeven zijn hiervan nog eenige
jaren te genieten.
VERGADERING V.V.V. „MOOI TEXEL",
AFD. DEN BURG.
Donderdagavond zal in De Graaf's Lunch
room te Den Burg een vergadering worden
gehouden van de afd. Den Burg van de V.V.V.
„Mooi Texel".
Buiten de agenda is als attractie aan deze
vergadering verbonden, dat onder de aanwe
zigen een gratis pagina in de gids van Texel
zal worden verloot. Wellicht dat dit het ver-
gaderingbezoek ten zeerste zal bevorderen.
Dinsdagmorgen is de heer J. Kortenhoeven,
in den ouderdom van 79 jaren, in zijn woning
te Den Burg overleden. Een goed mensch, in
alle opzichten, is met hem heengegaan, een
man,die in allen eenvoud levend, ontzaglijk
veel goeds heeft tot stand gebracht in zijn
lange levensjaren.
Zelf de zorgen en moeilijkheden des levens
in alle opzichten ondervonden hebbend, had
de overledene een open oog voor de zorgen
en nooden van zijn medemensch en niets was
hem te veel om hierin verbetering te brengen.
Ruim 27 jaren was de heer Kortenhoeven
lid van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gem.
te Den Burg en heeft daarbij steeds zijn
groote menschenliefde getoond en zich met
den grootsten ijver van zijn taak gekweten.
Bovendien nam de overledene zitting in
vele vereenigingen, waarin voor hem iets op
liefdadig gebied te verrichten viel. Het is al
gemeen bekend, dat als bestuurslid van de
Geitenfokvereeniging, alles hiervoor door den
heer Kortenhoeven gratis werd verricht, 200.
als htj ook in andere vereenigingen gratis tijd
en arbeid beschikbaar stelde.
Langen tijd is de heer Kortenhoeven zeer
kras gebleven en bleef hij aan den arbeid,
waarvan hij zoo hield, doch tenslotte nood
zaakte zyn gezondheidstoestand dezen neer
te leggen. Een zware operatie, in den vorigen
winter ondergaan, scheen den ouden heer
weer veel opgeknapt te hebben, doch 2yn
krachten waren blijkbaar op, en na een korte
inzinking, kwam kalm het einde. Moge hij
rusten in vrede.
Hr. Ms. „HERTOG HENDRIK".
Gisterenmorgen is Hr. Ms. „Hertog Hen
drik" vertrokken van Den Helder, voor een
reis naar de Middellandsche Zee. Het schip
wordt 22 December terugverwacht.
3 November.
Aangebracht door korders:
Tongen P' kg. f T131.24
Slips 0.900.98
Tarbot
Schol, le soort p. kist 8.00—7.80
Schol, 2 e soort 6.70—6.00
Schar ii k ii 2.402.90
Wijting ii ii ii 6'801,00
Door garnalenvisschers:
Levende garnalen p. lit 1.402.00
Gekookte garnalen p. kg. 0.15
Stoomvaart M(j. Nederland.
Tawali, u., 2 Nov. te Londen.
Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij.
Aelrflles, 3 Nov. te Amsterdam.
Alkmaar, 3 Nov. te Liverpool.
Ceres, 2 Nov. van Cephalonia.
Euterpe, pass. 3 Nov. Dover.
Hebe, 3 Nov. te Kopenhagen.
Hercules, 2 Nov. van Algiers.
Iris, 31 Oct. van Pto. Barrios.
Nereus, 3 Nov. te Stettin.
Orestes, pass. 2 Nov. Quessant.
Pluto, 3 Nov. te Amsterdam.
Stella, 2 Nov. van Piraeus.
Titus, 2 Nov. van Gibraltar.
Trajanus, 2 Nov. van Lissabon.
Venus, 2 Nov. van Catania.
Vulcanus, 3 Nov. van Lissabon.
Kon. Holl. Lloyd.
Waterland, t., 31 Oct. B. Ayres.
Zaanland, u., 2 Nov. te B. Ayres.
HoilandAmerika Ljjn.
Damsterdijk, 2 Nov. te Swansea.
Dinteldijk, 1 Nov. te Vancouver.
Lochgoil, 2 Nov. te Southampton.
Maasdam, pass. 2 Nov. Lizard.
Rotterdam, 2 Nov. te New York.
HollandWest-Afrika Ljjn.
Amstelkerk, t., van Duala.
JavaNew York Lijn.
Tabinta, 2 Nov. van Si. Vincent.
Silver JavaPacific Lijn.
Salawati, 1 Nov. van Lorence Marqués.
Rotterdamsche Lloyd.
Baloeran, u., 3 Nov. te Singapore.
Djambi, t., 2 Nov. van Padang.
RotterdamZuid-Amerika Lijn.
Albabi, t., 2 Nov. van St. Vincent.
Stoomvaart-Mij. Oceaan.
Clytoneus, pass. 2 Nov. Lizard.
Diomed, 1 Nov. te Hamburg.
HollandAfrik? Lijn.
Boschfontein, 1 Nov. van Dar-es-Salaam.
Jagersfontein, 3 Nov. van Amsterdam.
HollandAustralië Lijn.
Nijkerk, u., 3 Nov. van Karachi.
pijnen te verdrijven is cen Mijnhardt's Poeder.
Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist.
Hij had Larry's drie laatste geestigheden
met gegrom ontvangen, en kauwde stilzwij
gend door. Zijn onverschilligheid kon den
ander niet van de wijs brengen, want Larry
was nu eenmaal in een uitstekend humeur.
Hij haalde een krant uit zijn zak en ont
vouwde Brown een van de redenen van zijn
vroolijkheid.
„Klaarblijkelijk zijn er menschen, die meer
waarde hechten aan je doorluchtig karkas
dan ik," zei hij spottend. „De Yard heeft je
verdwijning bekend gemaakt en ze noemen je
een uitstekend en bekwaam ambtenaar. Het
is jammer, dat ik in de gelegenheid ben, om
die vergissing te herstellen."
Brown hoorde die opmerking zwijgend aan.
Hij wist, dat de Yard om Kaye adverteerde,
want Kaye had het hem verteld. Het bericht
was aan de pers gezonden op aansporing van
den superintendant zelf, omdat het de zeker
ste weg was, om Larry in zyn dwaling te
sterken. Voorts wist Brown, dat de Yard op
dracht had, haar voorgewend onderzoek naar
den superintendant niet tot de omgeving van
Reigate uit te strekken, omdat Kaye's kat-
en-muis-spelletje met Larry nog niet uit was.
Onder die omstandigheden was Larry's
mededeeling een bron van genoegen voor
Brown, maar hy kon er niet op antwoorden,
zonder bang te zijn, dat hij meer zou zeggen,
dan de ander weten mocht.
„Boos, hé?" grinnikte Larry.
„Je kunt niet spreken met een mond vol
brood en kaas, antwoordde Brown op waar-
digen toon.
„Waarom probeer je het dan?"
„Bovendien," vervolgde Brown, zonder op
die hatelijkheid te letten, en zeer zorgvuldig
sprekend, „heeft de natuur ons twee ooren,
twee oogen en één tong gegeven, opdat we
meer zullen zien en hooren, dan spreken."
Hij loerde omzichtig naar Larry, om te
zien, hoe die spreuk ontvangen werd. Hij had
ze den vorigen dag van Kaye geleerd en was
een beetje onzeker van haar beteekenis."
Larry grinnikte weer.
„Dat is een juweeltje," zei hy. „Van wie,
als ik vragen mag?"
„Socrates, antwoordde Brown gewichtig.
„En nu zal ik je eens iets oorspronkelijks
vertellen, dat even goed is. Op een goeien
dag zul je nog spijt hebben van wat je nu
doet."
„Den je dat?"
„Ik weet het, gromde Brown. „Voor ieder
van jullie zijn er twee van ons. Wat Cicero
vóór twee duizend jaar van zijn wereldje
zei, is vandaag nog even waar: „Niets werpt
baten af, dat niet eerlijk is"."
Dat was, vond Brown, heel fraai gezegd
maar Larry had zijn „Citaten uit oude en
moderne klassieke auteurs" ook niet vruch
teloos bestudeerd.
„Dat is mogelijk," antwoordde hy maar
de nood maakt onwettige zaken geoorloofd.
£elZeLfneCa 611 h6t 13 Z0° Waar als wat.
Neem het van my aan, Kaye, jö en Keating
hebben met veel meer in te brengen
dachT 'aatSte ZinSpeling trok Br°wn's aan-
„En Keating?" herhaalde hy.
,inHJaUiSt' en Keating' °nze Sam ontbreekt
Yard Unfe? h6t appèl' ^r
ïard is niet zoo bezorgd over hem ai„
jou. Hy schrijft geregeld aardige brieven naar
huis, maar zijn werkzaamheden zijn voor
t oogenblik opgeschort." r
Hij stond op bukte zich naar de pron die
op den grond lag. Brown liet zich i,
zonder iets te zeggen, maar dache"
meer. Hy zag Larry naar deur 'aan en
zich af of de ander van plan was no«r iet*
aangaande Keating te zegeen Jtl s
niet in Larry's bedoeling. dr lag
„Tot ziens, Kaye," zei hy vriendelijk. „En
denk aan Plinius: „De hoop is de droom van
den wakende". Dus hoop maar zooveel als je
wilt. Wie weet, wat er nog gebeurt, als je
zoet bent."
Toen Larry een poosje weg was, hoorde
Brown voetstappen op de zoldertrap; Kaye
kwam naar beneden. Het was zyn vrye mid
dag, zoodat hij den tjjd had gehad om zich
in het portiershuis te verbergen en Larry's
visite af te wachten. Hy ging Brown's kamer
binnen, verwijderde diens prop weer en be
gon een sigaret op te steken eerst een
voor zichzelf, en dan een voor zijn onderge
schikte.
„U hebt bijgeval niets degelijks, in den
geest van voedsel, mijnheer?" vroeg Brown.
„Sigaretten zyn niet erg voedzaam, en mijn
onderhoud kost Larry niet veel.
Kaye voelde in zijn zakken en vond een
stuk chocolade.
„Je hebt het anders nog zoo slecht niet,"
zei hy. „ik zag Larry vanmiddag een stuk
van een kip uit de provisiekamer ontvreem
den. Bovendien een beetje diëet zal je geen
waad doen. Je weet, dat de meeningen op
dat getned verdeeld zyn. Homerus zegt: „De
hmT 18 .6t belan&rykste deel van het
lichaam, terwyl Plato zegt: „De zondige
rrjef °m te eten en drinken, maar
iPVore? T1scbapen mensch eet en drinkt om te
leven. Ik houd het met Plato.»
qtaiJ0 Vn keCk on&eloovi& naar de poezele ge
stalte van zyn meerdere.
bouwereerd! Plat°?" Vn>eg hü V6r'
„Zeker,glimlachte Kaye, ,maar ik laat
hpïm ,neiflngen no°lt door mijn overtuiging
wei n(>; e<n' s°mmige menschen doen dat
hpiri a a het eeni£e> wat van een gelegen-
maakT" a ger een gewoonte-misdadiger
(Wordt vervolgd.).