De Nijenrode-zaak
De groote rede
J
van Dr. Colijn
Richtingaanwijzers cp
lange autos
Advies voor het bloembol-
lenbedrijf
Sport „veredelt"
ontploft
i5ffn^r?,nswhtr
-u
I
Smokkelwaar in de
benzinetank
De onregelmatigheden
te Vlissingen
de haagsche zedenzaak.
bijgevuld bij het licht
van een petroleumlamp,
een felle brand het ge
volg.
TWEEDE KAMER
Een coalitie-regeering
te «eng
Schouw van het kasteel bevolen.
Gisteren zet le het gerechtshof onder pre-
sidum van Mr. Joh. M. Jolles de behande
ling van de Nijenrode-zaak voort
Mr. Muller Massis vervolgt dan zijn plei
dooi met de behandeling van het juridisch
materiaal. Pleiter is van meening, dat de
dagvaarding hinkt op twee gedachten, het
middellijke daderschap wordt niet uitge
werkt.
Is de verzekeringsexpert v. d. Dussen mis
leid en in den waan gebracht dat er ingebro
ken was door de verklaringen van Onnes?
Neen, aldus pl., getuige van der Dussen
heeft zelf verklaard, dat dit niet het geval
is. Van der Dussen was tot zijn rapport ge
komen zooals hij verklaart doordat hij
de goederen in vreemde handen aantrof.
Voorts wordt aan verd. ten laste gelegd,
dat verd. verzweeg dat het geen werkelijke
diefstal was geweest. Een verzwijging is
echter geen handeling en dus geen listige
kunstgreep. -
Ook het geven van de lijst van gestolen
voorwerpen is geen kunstgreep. Het is
slechts een historische vermelding van wat
er toen geschied is.
Ook op juridische gronden is naar de mee
ning van mr. Muller Massis geen veroor
deeling mogelijk.
,De president neemt dan met verdachte de
dagvaarding nog eens door. Hij heeft het
stuk zelf niet gelezen. „Ik ben onschuldig
en toen ik de dagvaarding kreeg heb ik
haar direct aan mijn verdedigers gegeven".
De president deelt dan mede, dat het Hof
er over denkt om een bezoek aan Nijenrode
te brengen om de situatie op te nemen. Het
Hof gaat in raadkamer.
Na opening deelde de president
mede, dat het Hof een schouw be
veelt en wel op Woensdag 2 Dec.
te half elf. Ook de politie te Breuke-
len, die na de inbraak het eerste on
derzoek instelde, zal ter plaatse zijn
De zitting wordt geschorst tot half twee.
Het hof zal dan de behandeling van de
zaak tegen Koning voortzetten.
Acht maanden tegen Koning
geëischt.
Na de pauze staat Koning weder terecht.
De president stelt hem alvorens den pro
cureur-generaal het woord te geven voor
zijn requisitoir nog eenige vragen. Hij be
spreekt met hem de kwesiie van de z.g. ge
camoufleerde correspondentie.
Verdachte houdt vol dat die correspon
dentie alleen maar werd gevoerd om geca
moufleerd over de inbraakgevolgen mede-
deelingen te doen.
Verd.: In al dieb rieven wordt een af
spraak gemaakt.
Pres.: Neen, dat is niet waar. En die cor
respondentie in April?
Ja, zegt Koning, dat ging inderdaad over
de beleening van eenige van mijn schil
derijen. Ik moest geld hebben om de ver
huizers te betalen.
Requisitoir.
Ik kan in deze zaak uiterst kort zijn
zegt de procureur-generaal, Mr. J. Ver
steeg bij den aanvang van zijn requisitoir.
Ik heb reeds in mijn requisitoir tegen On
nes gezegd, dat ik de verklaringen van
Koning als waar en aannemelijk beschouw.
Ik ben er van overtuigd, dat verdachte
geen vast honorarium is beloofd door On
nes. Het was hem voldoende O. te helpen,
zoodat hij O. aan zich verplichtte en zoo
doende een relatie schiep.
Dat blijkt ook wel uit het feit, dat hij,
kort nadat de diefstal was uitgevoerd, on
derhandelingen met Onnes opende over ver
koop of beleeningen van schilderijen. We
tende dat het voor Onnes moeilijk was
hem iets te weigeren zag hij in Onnes een
„melkkoetje".
De vraag is hier, welke straf moet wor
den opgelegd. Er is een ernstig misdrijf ge
pleegd, al is het dan ook minder zwaar
dan dat van Onnes.
Ook deze verdachte is reeds zwaar getrof
fen. Spr. eischte vernietiging van het vrij
sprekend vonnis van de rechtbank en
verd.'s veroordeeling wegens medeplichtig
heid aan oplichting tot acht maanden ge
vangenisstraf met aftrek van voorarrest
(eveneens ruim acht maanden).
Het woord was daarna aan den verdediger
Mr. F. A. Kokosky.
Pleidooi mr. Kokosky De ver
dedigers van Onnes zijn goede
regisseurs.
Mr. Kokosky noemde zijn taak moeilijk
en pijnlijk. Hij zal hier niet moeten trach
ten zijn cliënt buiten de gevangenis te hou
den, doch hij zal een aanval moeten doen
tegen den verdachte Onnes.
Ik moet helaas aldus pl. de veroodeeling
van Onnes vragen, ik moet het pleidooi van
mrs. Muller Massis en Kappeijne ondermij
nen. Ik moet mij als verdediger van Koning
verzetten tegen de vrijspraak van Onnes.
Door diens vrijspraak immers zou Koning
tot chanteur worden gestempeld. Hij heeft
een fout begaan, doch een chanteur is hij
niet. Koning als sportsman vindt de houding
van Onnes laf. Inderdaad aldus pl. als
Koning gelijk heeft, is de houding van On
nes van een ongemeene perfiditeit. Hier
staat een verdachte terecht, die volledig be
kent: „Mein Liebchen, was willst du noch
meh", en... hij wordt niet geloofd, althans,
de rechter twijfelt of men zijn bekentenis
niet in twijfel moet trekken.
Koning werd in een zeer moeilijke positie
gebracht. Hij had de aanvallen van een
scherpzinnigen verdachte en van twee emi
nente verdedigers te verduren. Men heeft
gewroet in het verleden van Koning. De hee-
ren verdedigers waren goede regisseurs om
verd. in de oogen van het Nederlandsche pu
bliek zwart te maken en dat is uitstekend
gelukt.
Maar in dit geval gaat het er om:
„Spreekt Koning de waarheid?"
Ik zou daarvoor aldus pl. het uit
muntende, rustige en waardige requisitoir
van den procureur-generaal tegen Onnes op
den voet moeten volgen. Dat is niet noodig. Ik
ben er diep van overtuigd, dat Koning de
waarheid spreekt en dat Onnes inderdaad
schuldig is aan hetgeen hem ten laste is
gelegd.
Typeerend vindt pl. het ook, dat Onnes
toen hij gechanteerd werd zich niet tot
zijn raadsman heeft gewend, teiwijl hij dik
wijls op diens kantoor komt. Toen Koning
gevangen genomen was, kwam hij pas met
het chantageverhaal. En waarom? Omdat
hij een gevaar in Koning zag, gaf hij Ko
ning de schuld en beschuldigde hem van
chantage. Dat past bij zijn wapenspreuk op
de kasteelpoort „Cedo nuli" (ik wijk voor
niemand). 1
Koning heeft reeds veel geleden en zal nog
veel moeten lijden. Of hij zal een veroordee-
lend arrest ten zijnen laste krijgen, of hij zal
worden vrijgesproken, waarmee de smet van
chanteur op hem zal blijven rusten. Hij wil
niet worden vrijgesproken. Als raadsman
moet ik mijn pleidooi besluiten met het
vreemde verzoek: „Veroordeelt u Koning".
De procureur-generaal zal later replicee-
ren.
Na raadkamer deelt de president mede,
dat re- en dupliek in deze zaak ook worden
gehouden na den schouw, dus op Woensdag
2 December.
Een tweede stel achteraan
zeer gewenscht.
's-Gravenhage 13 November Het aan
brengen van richtingaanwijzers op auto's
zoodanig dat ze in uitgestoken toestand
vooral ook voor het achterlij dend verkeer
duidelijk te zien zijn, levert vaak moeilijk
heden op. Tal van ongevallen zijn reeds
aan onvoldoende waarneembaarheid te wij
ten geweest en ieder weggebruiker kent het
euvel. De laatste tijden, aldus schrijft de
A.N.W.B. waren vele automobieleigenaars
er toe overgegaan voor de veiligheid een
tweede stel richtingaanwijzers aan de ach
terzijde van hun wagen te monteeren.
De met ingang van 1 November van
kracht geworden bepalingen schrijven thans
voor dat de richtingaanwijzers niet verder
dan 1,20 van de voorruit verwijderd mogen
zijn, terwijl het gebruik van een stel ver
lichte wijzers of anderszins aan de achterzij
de van het motorrijtuig niet meer is toe
gelaten.
ANWB is van meening uit 'n oogpunt van
verkeersveiligheid niet alleen het voeren
van een tweede paar richtingaanwijzers
moet worden toegestaan, maar dat een
positief voorschrift dartoe moet worden uit
gevaardigd voor lange motorrijtuigen,
zooals dit ook in België het geval is. Het be
stuur heeft in dezen zin een verzoek tot
den minister van Waterstaat gericht.
Dezer dagen kwam de Bedrijfsraad voor het
Bloembollenbedrijf in vergadering bijeen.
Na breede discussie besloot de Raad, ge
let op het bepaalde in art. 15 van de Be-
drijfsradenwet en in verband met het per
1 Maart 1937 afloopen van het contract jaar,
meer speciaal nog met het oog op art. 18
van het huidige collectief contract bedoelde
opzeggingstermijn, aan de contracteerende
patroons- en arbeidersorganisaties in het
bloembollenbedrijf, het navolgende advies uit
te brengen:
1. contracteerende partijen zullen ter be
vordering van de rust in het bedrijf, dit
jaar geen gebruik maken van de opzeg
gingclausule neergelegd in art. 18, twee
de alinea van het collectief-contract;
2. partijen zullen, teneinde misstanden te
voorkomen, een commissie benoemen en
mandateeren, om samen te stellen:
a. een loonschaal naar leeftijd voor de
jeugdige, niet volwassen arbeiders;
b. een regeling, welke een limiet stelt
voor het loon voor aangenomen werk.
De Raad heeft voorts een breede gedacli-
tenwisseling gehouden over het vraagstuk
der werkverruiming in het bedrijf.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
werd te Moerdijk door de marechaussee een
Belgische vrachtauto aangehouden. Tijdens
het onderzoek wist de chauffeur, zekere H.
uit Ephicien in België in de duisternis te
ontkomen. Vrijdagmorgen ontdekte de veld
wachter van Hooge Zwaluwe den vluchte
ling echter in een café. Zoodra. deze den
politieman ontdekte, zette hij het op een
loopen. Hij kon evenwel later aangehouden
worden en voor den burgemeester van Hoo
ge Zwaluwe voorgeleid worden.
Bij onderzoek in den wagen vond men
in de benzinetank niet minder dan 1450
boekjes Belgische sigarettenpapier, welke
frauduleus over de grens waren gesmok
keld.
Mito en sigarettenpapier werden in be
slag genomen en met den verdachte ter be
schikking van den inspecteur der invoer
rechten te Breda gesteld.
Tegen ruw voetbalspeler zes
maanden geëischt.
De Officier van Justitie te Amsterdam
requireerde gister tegen een speler van
Amstel Boys (Ouderkerk), die bij een wed
strijd tegen M.T.S. (Amsterdam) een speler
ernstig had gewond, tot een gevangenisstraf
voor den tijd van zes maanden.
De man, een achterspeler, die wegens zijn
ruw spel reeds herhaaldelijk was gewaar
schuwd, speelde na de rust in de voorhoe
de. Op zeker oogenblik sprong hij met twee
rechtbaxk Benzinetank van auto
Uitspraak der rechtbank te
Middelburg.
De rechtbank te Middelburg deed gister
uitspraak in de zaken betreffende de fraude
bij het bureau voor Maatschappelijk Hulp
betoon en het Crisiscomité te Vlissingen.
De Rechtbank veroordeelde den oo-jarigen
P G. L„ oud-wethouder, wegens het uitioK-
kên van diefstal, tot zes maanden gevan
genisstraf, den 43-jarigen W. de ^.admi
nistrateur van Maatschappelijk Hulpbetoon,
tot vier maanden gevangenisstraf, den
commies ter secretarie J. P- L., die secreta
ris was van het plaatselijk crisiscomité, tot
twee maanden voorwaardelijk, met een
proeftijd van drie jaren en bovendien veertig
gulden of twintig dagen hechtenis. De col
lectanten, de 47-jarige C. R., de 44-jarige
H. V., de 35-jarige C. G. en de 36-jarige
A. B. werden veroordeeld respectievelijk tot
drie maanden, 1 maand, 1 maand, en 1
maand gevangenisstraf.
Naar wij vernemen, heeft de Officier van
Justitie besloten tegen vier personen, die
indertijd gearresteerd zijn als verdacht van
betrokken te zijn bij de zedenzaak, een ver
volging in te stellen wegens overtreding
van art. 248 bis Wetboek van Strafrecht.
De personen, die wel vervolgd zullen wor
den zijn: v. d. Z„ G., P., en D.
Naar wij voorts vernamen heeft de Offi
cier van Justitie in de zaak tegen Mr. F.
nog geen beslissing genomen.
Ds. BIK BELEEDIGD.
De twee vischhandelaren uit Enkhuizen
die Ds. Bik beleedigden, zijn door het ge
rechtshof te Amsterdam ieder tot vijftien
gulden boete veroordeeld wegens beleediging
van Ds. Bik, predikant in hun woonplaats.
Het gerechtshof bevestigde hiermede het
vonnis van den politierechter.
Geruimen tijd geleden werden zooals men
weet de kooplieden, toen zij met een lading
visch van Enkhuizen naar Amsterdam re
den, nar hun meening door Ds. Bik, die
vóór de vrachtauto reed, verhinderd te pas-
seeren. Op de IJpont kwamen beide auto's
naast elkaar te staan. Gedurende een twist
gesprek voegde het tweetal den dominee be-
leedigende woorden toe.
beenen op het been van de back van de
tegenpartij. Deze werd ernstig gewond en
moest met een gebroken been naar het zie
kenhuis worden gebracht.
Hij verscheen heden ter zitting als getui
ge. Hij loopt thans geruimen tijd na den
wedstrijd nog kreupel.
De Officier van Justitie hield een scherp
requisitoir en zeide, dat spelers, als deze
verdachte, niet op het voetbalveld thuis
hooren, daar zij een lichamelijk gevaar
voorh un tegenpartij vormen. Verd. voerde
aan, dat hij niet met opzet had gehandeld
en dat het gebeurde aan een ongeluk te wij
ten was.
In een opslagplaats van de firma Mol,
gelegen aan de Assendorperstraat te Zwolle
is gisteravond omstreeks kwart over zeven
een felle brand uitgebroken. Deze brand is
ontstaan in de middelste van de vijf opslag,
ruimten, waarin de loodsen zijn onderver
deeld en de oorzaak ervan is waarschijnlijk
gelegen in het feit, dat de bakker O. uit
Zwolle, die zijn bestelauto juist had gestald,
de tank van zijn wagen met benzine heeft
willen bijvullen bij het licht van een bran
dende petroleumlamp.
De benzine heeft hierdoor vlam
gevat, waardoor de bestelauto spoe
dig in lichter laaie stond. Toen de
tank ontplofte, deelde het vuur zich
aan de omgeving mede. Een tapis
sière van den expediteur Hersevoort,
gevuld met huisraad, waaronder een
piano, ging dientengevolge in de
vlammen op, evenals goederen van
den meubelhandelaar van Amels-
foort en een expeditie-auto van de
nieuwe coöperatieve winkelvereeni-
ging.
Toegeschoten omwonenden wisten te ver
hinderen, dat ook een tapissière van den ex
pediteur Schuurhuis verloren ging. Zij kon
den deze auto in een nabijgelegen garage
binnenrijden. Verschillende bakfietsen en een
handwagen konden eveneens in veiligheid
worden gebracht. De brandweer, die het
vuur aan twee kanten aantastte, had den
brand omstreeks half tien onder de knie.
Haar krachtig optreden leidde ertoe, dat de
overige opslagloodsen behouden konden blij
ven, al kregen de goederen, welke hierin
waren opgeslagen en die men niet bij tijds
naar buiten had kunnen brengen, veel wa
terschade. De drie tapissiere-auto's waren
niet verzekerd, evenmin als de meubelen
van de firma van Amelsfoort. De eigenaars
lijden dan ook groote schade. Al staat de
totale schade nog niet vast, toch is zij aan
zienlijk. Verschillende ruiten van de omlig
gende perceelen zijn door de hitte gespron
gen.
De brand trok groote belangstelling.
De politie heeft den bakker O. op het
hoofdbureau aan een langdurig verhoor on
derworpen.
De defensie-vooruitzichten.
Geen opheffing van de landbouw
crisismaatregelen. Verdediging
van het gevoerde regeeringsbeleid
Het a.s. Vorstelijk Huwelijk.
DEN HAAG, 13 Nov. '36.
Wij, Nederlanders, betrachten ook inzake
gewichtige aangelegenheden eenvoud, so
berheid, kenmerk van het ware, gelijk men
zegt.Zonder eenige bijzondere formalitei
ten gingen heden aanstonds onder den pre-
sidieelen hamer door de ontwerpen, waar
bij onzen a.s. Prins-Gemaal den staat van
Nederlander verkrrijgt en toestemming
wordt verleend voor het huwelijk van Prin
ses Juliana. Het afdeelingsverslag had im
mers reeds de ingenomenheid der leden
met den loop van zaken vertolkt, men
wenschte daaraan niets toe te voegen. Pre
sident Aalberse vond slechts aanleiding, de
aan de orde komende ontwerpen met eenige
plechtstatigheid in zijn stem te annoncee
ren.. Maar dat was dan ook alles!
Na afdoening van een reeks „hamerstuk
ken" kreeg Dr. Colijn, de premier, gelegen
heid, zijn antwoord-rede op de algemeene
beschouwingen der leden te doen volgen.
Zijn forsch gebouwd betoog was vooral
belangrijk, waar het zich bezig hield met
details, hetgeen niet beteekent, dat „de
groote lijn" ontbrak. Wat dit laatste be
treft om daarmee maar te beginnen!
dr. Colijn houdt blijkbaar niet sterk reke
ning met de mogelijkheid op herstel, na de
verkiezingen van de oude coalitie. Zelf acht
hij haar in de gegeven omstandigheden niet
boven alles gewenscht! De premier wees
in het staatkundige gedeelte van zijn in de
Kamer klimmende aandacht gevolgde rede
op de onmogelijkheid, in Nederland een
klassiek „parlementair Kabinet" te vormen,
maar wat hij eigenlijk de hoofdzaak acht
te, dat was een vruchtbare samenwerking
tusschen Kabinet en Volksvertegenwoordi
ging.
Dr. Colijn vervolgde en hierin schuilde
zijn visie op de toekomst: Zulk een harmo
nische samenwerking, een dergelijke gees
telijke verwantschnp is slechts bestaanbaar
bij de erkenning van het feit, dat de Neder
landsche natie een Christelijke natie is.
„Maar men trokke de grenzen niet te eng!"
aldus de premier met bijzonderen nadruk,
want bij de „hopelooze versplintering" op
het godsdienstige terrein, zou dat leiden tot
negatie van de Christelijke beginselen
Dr. Colijn wilde gezamenlijk de groote le
venswaarheden van het Christendom in
toepassing brengen, wijl z.i. slechts een
krachtige, Christelijke levensovertuiging een
waarborg is tegen de „grenzelooze geestes-
verwildering", tegen de „ontbindende, ver
woestende krachten van dezen tijd". Wie
vertrouwt op menschelijk verbuft, leunt op
een rietstaf!, aldus de premier.
Zijn inzichten willen blijkbaar niet stil
staan bij een mogelijk herstel der oude,
rechtsche samenwerking, maar dringen naar
een ruimere samenwerking, ook mede met
hen zoo zei de premier die op grond
der traditie willen rekening houden met
den invloed der Christelijke levensbeschou
wing, óók op staatkundig terrein. Met an
dere woorden: niet alleen een meerderheid
van positief-Christelijke groepen.
Hoe Z. Exc. de practische toepassing van
een en ander precies ziet, dat vernamen wij
heden nog niet! Maar dat zij ten slotte heel
veel zal afwijken van de huidige situatie
mag weinig waarschijnlijk worden ge
noemd
Zooals reeds gezegd, het grootste deel der
ministerieele rede hield zich met onderdee-
len bezig, was mede een korte, maar krach
tige, door „teekenende cijfers" gesteunde
verdediging van het gevoerde regeeringsbe
leid. Het Kabinet blijkt zich thans wel be
wust van de resultaten, welke het heeft we
ten te behalen, want mr. Oud, de bewaker
onzer schatkist, die zooals dat behoort
na den premier het financieele gedeelte
voor zijn rekening nam, riep uit, dat „of
men het onbescheiden vindt, of niet", het
Kabinet de goede vruchten, welke de depre
ciatie van de munt oplevert, (verhoogd
staatscrediet) eenvoudig voor zich opeischt!
De rede van dr. Colijn nu verder op den
voet volgend, bleek, dat het wetsontwerp
nopens goudclausules in contracten het de
partement reeds verlaten heeft. Aanstonds
ging de premier in op de beschouwingen ten
aanzien onzer defensie. Men had critiek op
het feit, dat de Regeering met verdere uit
breidingen wil wachten tot na de verkiezin
gen.
Dr. Colijn betwistte natuurlijk, dat hij ver
antwoordelijkheden van zich zou willen af
schuiven, wijzend op de huidige versterkin
gen, die eerst na eenige jaren effectief zul
len worden, Nieuwe ingrijpende voor
stellen achtte dr. Colijn van dit Kabinet on
mogelijk, het zou slechts een „parade-paard-
je" voor de verkiezingen kunnen zijn! En
daarbij, de minister-president wilde toch ook
dat het volk bij de verkiezingen weet, wat
de plannen zijn, dat de uitbreiding dèr de
fensie straks, na de verkiezingen, niet een
onaangename verrassing wordt Gesteld
§ens, aldus dr. Colijn met een lachje, dat ik
in April a.s. bij de Kamer kwam met een
voorstel om het jaarlijks contingent met
tien a twaalf duizend man te vergrooten en
den diensttijd van 5% maand op 12 maan
den te stellen zou de Kamer dat vlak
voor de verkiezingen willen aannemen?
Z.F.xc. voelde de zedelijke verplichting, om
bij de stembus zooveel mogelijk opening van
zaken te geven.
Nu iets betreffende het beleid van het Ka
binet in het verleden! Ten eerste: de hand
having van het gezag. De premier wees er
op, dat de Regeering niet steeds ongeregeld
heden kon voorkómen, maar zij wil steeds
krachtig optreden tegen herhalingen. Zoo
wat het verstoren van vergaderingen betreft,
de Regeering zal er voor zorgen, dat die ver
schijnselen niet meer voorkomen, anders
zouden de verkiezingsvergaderingen onmo
gelijk worden gemaakt. Een colportage-ver-
bod begeert de Regeering nog niet, zij bepaalt
zich tot repressief toez'^ht. Men moet niet
al te bevreesd zijn voor de gevaren, uit de
persvrijheid voortvloeien zoo zei dr. Colijn
geruststellend, want „noch het Communis
me, noch het Nationaal-Socialisme, heeft in
Nederland een goede kans!"
Men begeert uitsluiting der Communisten
uit de kamer! Men vergete niet, dat de voor
stellen der Regeering inzake de Grondwets-
herziening alleen het oog hebben op de re-
volutionnairen, dus niet alléén de Commu
nisten...... De heer Goseling had sympathie
doen blijken voor een verbod van derge
lijke partijen, doch de premier zag daarin
geen heil, gesteld, dat de regeering zooiets
zou willen, want b.v. de heer De Visser
zou toch weer in de Kamer komen via
een „partij met als eenig doel „verhooging
der steunnormen"En de heer Sneevliet
zou de leuze kunnen aanheffen: Een ieder
kosteloos tandheelkundige behandeling! De
heer Mussert. kan weer iets anders beden
ken: Afschaffing van bruggelden voor de
binnenschippers
Zonder exorbitante bevoegdheden der Re
geering zal in deze weinig positiefs gedaan
kunnen worden. Maar Z.Exc. wees op En
geland, waar men dezer dagen pas een uni
formverbod aannam, alsook een weercorp-
sen-verbod, alsmede het strafbaar stollen
van beleedigingen van volksgroepen... Ook
Belgie neemt nu eerst ons land ten voor
beeld, wel een bewijs, datwij niet achteraan
komen sukkelen!
Wat de „zwarte lijst" voor ambtenaren
betreft, de premier erkende dat de huidi
ge regeling niet deugt; er zal een betere
moeten komen.
Net economisch beleid en de bestriidintr
m „merk,l0.°Slieid:. ,,Dr' Co,i'n constateerde
terecht, dat Ir. Albarda daar niet zeer
gunstig over oordeelt. Doch diens vergelij
kende cijfers kon de premier niet aanvaar
den, wijl die afgevaardigde 1929 als uit
gangspunt nam, terwijl het „Crisis Kabi-
m, mt!rSt T 33 ,.°Ptrad! °r. Colijn kwam
35 e c'!fers' In de Periode '33-
tot f 711 mm-® U1ivo,er van f 750 millioen
tot f 711 millioen dat is dus een achteruit
gang (tijdens het bewind) van f44 millioen
uRvn men even bedenkt, dat alleen de
met f 7noam-iPUltSCHhla!ld in die Periode
dat hp r millioen daalde, dan beseft men
dat de regeering, ondanks de ontzettende
belemmeringen, erin geslaagd is de uit
voer omhoog te breneon tw
JjSuSSS***!* réd„n,
'O^vend. d„
werk te krijgen is, doch wat zijn de gevol
gen? Duitschland besteedde in de periode
24'29 niet minder dan 15000 milliard aan
de eigen koopkrachtverruiming, maar wat
zijn de gevolgen?
Credietverruiming achtte de premier best,
als er dan maar afzetgebied is. De tuinbouw
heeft bewezen, welk een ellende te wachten
is van een te groot bedrijf! Men vergete
voorts nooit, dat de Staat zijn verplichtingen
steeds moet nakomen; hij werkt met geld
van anderen, van de burgers.
Aangaande de werkloosheid waarschuwde
dr Colijn tegen de gedachte, dat zij weldra
verdwijnen zal.
Betreffende den schommelenden gulden"
rekende Z. Exc. voor, dat die fluctuaties ten
opzichte van den dollar hoogstens 11.6 cent
uitmaakte.
De crisispolitiek besprekend verklaarde de
premier, dat ook de Regeering snakt naar
loswikkeling der knellende banden, maar
noch de contingenteeringspolitiek, noch de
landbouwsteun zal voorloopig kunnen wor
den gemist. „Wij kunnen den landbouw nog
niet aan zijn lot overlaten!, riep dr. Colijn
uit.
De belangrijke rede-Colijn werd zooals
gezegd gevolgd door die van mr. Oud. Die
zijn financieele gestie verdedigde tegen de
heeren Goseling en De Geer, uitroepend, dat
hiJ nimmer „te optimistisch" is geweest en
steeds een open oog heeft gehad voor de na-
deelen zijner politiek. Speciaal ook ging
Z. Exc. in op zijn houding tegenover de ge
meenten wat betreft het Werkloosheidssub-
sidiefonds.
Mr. Oud betwistte nog, dat wij tot deva-
V i! 7'ijn overPTgaan. De depreciatie is
slechts een gevolg van het verlaten van den
Gouden Standaard. Een vrijwillige devalu
atie zou ons Staatscrediet hebben geschokt,
wat thans niet het geval is, getuige de schit
terend geslaagde Staatsleening. Maar nu
moeten de Socialisten niet gaan zeggen, al-
dus nog mr. Oud, dat daardoor bewezen is,
nat het „Plan" uitvoerbaar zou zijn, want
we moeten een voorzichtige financieele poli
tiek blijven voeren, het publiek vertrouwen
mij ven inboezemen, wat het niet heeft in de
Plannen, aldus de minister van Finan-
cion Ir. Albarda nog verder antwoord ge
vend op diens vraag, wat. er met de deprecia-
icwinst der Ned. Bank dient te geschieden.
Die is er nog niet, zei Mr. Oud, die komt
pas na vaststelling van den nieuwen Gou
den Standaard. Maar als zij komt, dan
moet zij worden aangewend ,voor verstan
dige maatregelen" als daar zijn inhalen
allerlei achterstand, verlaging van
crD,f„S on *en aanzien van de uit-
iJ?0?,e.n we eveneens de uiterste
voorzichtigheid blijven betrachten, want
aoen we dat niet, dan zitten we binnen een
paar aar weerh ee] djep jn dg put,
pinUomf' ,'°°t met te zeggen, dat, als er
'3^ opleving komt, dit voornamelijk
te danken zal zijn aan den moeizamen aan-
passingsarbeid uit de laatste jarent
rn„LrPp I33kf,n wpi"den uitgesteld tot a.s.
ïnsdag. Dan beginnen we tevens aan de
u"n.'"'ersaderingon. Bihnenlandsche Za
ken is het eerst „aan bod"!
U'