Raadsels
Felix en Vlekje.
Ons nieuwe Kinder
verhaal*
Een schip maken van een
halve notedop.
Beste Jongens en Meisjes
Hebben jullie ook meegedaan aan Sinte
Maarten? Wat een leuk gezicht was dat in
de stad, hè? Je kreeg er enig idee van hoe
de stad er straks uit zal zien, als de Prinses
trouwt en alle straten versierd zijn en dui
zenden lampions langs de wegen hangen,
't Zal net een sprookje zrjn en omdat het zo
vroeg donker is, kunnen jullie er o;k van
genieten. De maand December is toch al een
feestmaand, maar dit jaar zal het helemaal
een vreugde-maand worden. Jullie verlangen
er zeker al naar. Heb je nog een beetje moed
op St. Nicolaas, want diens komst verwach
ten we toch het eerst.
Het boek is deze week gewonnen door:
Johanna Kohier, Brakkeveldweg 52.
Eerst m'n gelukwens, Joh., met het win
nen van het boek. Jij zal er vandaag geen
spijt van hebben dat je weer begonnen bent.
En nu het antwoord op je vraag; hoe de
plaatjes in de krant komen. Ja, dat is niet
zo gemakkelijk te vertellen. Want al deel ik
je nu mee dat er een cliché van gemaakt
wordt en dat cliché tusschen de tekst (letters)
geplaatst wordt, dan zal je er misschien nog
niet veel van begrijpen. Maar als je het graag
weet, dan moet je eens op kantoor komen,
dan kan ik het je laten zien. Schrijf me dus
volgende week maar eens of je tevreden was
met het antwoord, of dat je het met eigen oog
wilt zien.
Corrie Lubsen. Ja, ik heb den Prins ge
zien, Corrie, van heel dicht bij, want dat is
het voorrecht als je bij de krant bent, je mag
overal vooraan staan. Als je dus alles goed
wil zien, moet je ook bij de krant gaan.
Tinie en Beppie Vink. Dat vind ik erg
aardig van je, Beppie, dat je me plaatjes van
de Verkade's album wil sturen. Nu, als jullie
er over hebben van „De Boerderij" dan graag.
Maar, denk er om, zorg eerst voor je zelf,
hoor.
Rika v. Os. In Indië hebben we heel veel
abonné's,, Rika, en heel veel samenlezers.
Jouw tante krijgt dus ook altijd de krant toe
gezonden en als ze nu dit briefje leest, dan
denkt ze aan Den Helder en denkt ze aan jou
en aan allen thuis en misschien zou ze' wel
eens even een koude neus willen halen op de
dijk, want het is in de Oost nu benauwd heet.
Cor de Jong. Dat had je vijf jaar gele
den al kunnen weten, Cor, dat ieder vriendje
en vriendinnetje bij mij hartelijk welkom is.
En dat ben jij dus ook.
Annie Moor. Erg vriendelijk van je,
Annie, dat je me die Karnemelkzeep plaatjes
wil sturen, maar die spaar ik niet op. Als je
zelf kans ziet ze in te ruilen voor plaatjes van
„De boerderij", dan graag.
Roesje Flotat. Dat weet ik niet, Loesje,
of jij de vorige week met de verloting hebt
meegedaan. Als je raadsels goed waren na
tuurlijk wel en als ze fout waren, niet. En dat
heb je zelf kunnen controleren.
Dora Noordermeer. Deze week prijkte er
inderdaad op je oplossingen een goedkeurings-
teeken, Dora, dus dat je nu niets gewonnen
hebt, dat is toevallig.
Trijntje Jans. Alleen de grote vriendjes
en vriendinnetjes mogen een schuilnaam ge
bruiken, Trijntje. Maar ik vind het niet zo
aardig, hoor, ik zie liever jullie eigen naam
en ik sta het ook alleen toe aan die jongens
en meisjes, die zich eigenlijk al wat te groot
beginnen te gevoelen. Dus denk er nog maar
eens over.
Mien Hoogendijk. Het antwoord dat ik
aan Trijntje gaf, is ook voor jou bestemd,
Mien, omdat je vraag hetzelfde was.
Jantje Koomen. Het zal met die ziekte
van Prins Bernhard wel losgelopen zjjn, Jantje
misschien was hij wel niet in de stemming
om zo vriendejjjk te lachen. Ik denk dat jij
ook niet altijd lacht, is 't wel?
Sieni Visser. Wat een geluk dat ik het
Zaterdagmiddag niet gedaan heb, Sientje, om
het hoekje van de deur gegluurd, want dan
had ik alleen de reuk van de taart gekregen,
omdat hij heel moest blijven tot Zondag. Je
moeder had nog gelijk, want Zondag werd er
extra feestelijk door.
Theo Bruning. Je had deze week meer
geluk, Theo, kijk maar eens bij de namen van
de goede oplossers.
Annie Janssen. Ja, dat ken ik wel, An
nie, een sluit-appel maken. Kom maar eens
met een appel op kantoor, dan zal ik het wel
voor je doen. Jullie zijn dus al druk bezig met
de versiering voor het feest in Januari. Nu,
ik geloof dat er in alle straten al aan gewerkt
wordt. Het zal me een feest worden.
Teetje Broekhuizen. Stel je nu eens voor,
dat jij die taart gewonnen had en dat je die
had moeten bewaren tot de verjaardag van
je opoe, op 11 November, of tot die van je
moeder op 18 November, dan was ie allang
verzuurd en door de muizen opgegeten, 't Is
dus maar goed, dat dat andere vriendinnetje
hem gewnonen heeft, dan heb jjj volgende
week Woensdag fijne verse waar.
Frida de Boer. Leuk papier dat van Shir-
ley, Frida, 't Is een lief meisje zo op een
plaatje, 't is te hopen, dat ze thuis ook zo
lief is als ze er uitziet, want als zo'n klein
meisje zo verwend en gevierd wordt, dan kan
het wel eens „een klein spook" worden.
Marie Hertog. Je zal me voortaan meer
moeten vertellen, Marie, als je graag een ant
woord terug wilt hebben, hoor, want in dat
briefje van jou stond nu net niets. En toch
wilde je natuurlijk graag wat van me horen.
Rens Nieuwenhuizen. Ik heb de mensen
gezien, Rens, die Zondag naar de Buitenhaven
gingen, 't was een onafgebroken stroom en
daar liep jij dus ook bij, een klein jongetje
tussen al die grote mensen.
Adriana Grande. Heb jij met. schoteltjes
ogen naar die taart van Sieni gekeken, Adri?
Hij zag er uit om hem zo op te eten, vond
je niet?
Tiny Bakker. Ja, je kleine neef mag je
wel een beetje helpen, Tiny. Zo'n jochie van
zeven redt het natuurlijk nog niet alleen.
Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag. Aller
eerst, Loeki, het is uitstekend dat jij ook de
raadsels inzendt. Je bent een van m'n trouw
ste briefschrijvertjes en dus is het leuk als je
ook nog eens een boek kan winnen. Dan
stuur ik het wel naar je toe. In Den Helder
heeft het gestroomd van de regen. Ik reed
Maandag op de Rijksweg in zo'n verschrik
kelijke bui, dat ik op een gegeven moment
dacht met de auto van de weg te spoelen.
Wat heb jij een pret gehad bij die voorstel
ling van Dik Trom, je hebt er zeker nog pijn
in je buik van. Hoe is het nu met Leon?
Dirk Mosk, Breezand. Ik ben het Texelse
reisje met jullie ook nog niet vergeten, Dirk,
en hoop het nog eens over te kunnen doen en
dan onder betere weersomstandigheden, want
ach, waf regende het.
Martines Groof. O, jij bent zeker een lek
kerbek, Martines, dat je zo op die taart af
vliegt. Maar ik gun hem je, hoor, van harte,
wel tien, als ik er dan tenminste ook een van
krijg.
Margaretha v. d. Vliet. Daar heb je bij
geboft, Margaretha, dat je de Koningin goed
gezien hebt, want er zijn er heel wat geweest,
die anderhalfuur zijn platgedrukt en die van
de Koninklijke Familie niets hebben gezien,
alleen maar de Koninklijke auto's.
Nellie Christiani. Ik hoop, dat je moeder
weer gauw beter is, Nelly, want er is eigen
lijk niets zo akelig als een moeder die ziek is.
Gelukkig dat je nu zo'n prettig tehuis hebt
bij je tante. En meedoen mag je natuurlijk.
Jongens en meisjes, ik stop, jullie liggen
allemaal allang op één oor en ik voel ook,
dat m'n ogen dicht vallen, dus wel te rusten.
Kindervriend
i.
Oplossingen raadsels vorige week:
Zeven, aar, Zevenaar.
II.
Radio of luidspreker.
III.
•Oogappel.
IV.
Luiwagen.
Goede oplossingen ontvangen van:
Corrie L.; Grietje v. d. W.Tini en Beppie
V.; Rika v. O.; Coentje en Fritsie C.; Tieny
en Neeltje C.; Wijnand K.; Cor de J.; Johan
v. d. P.; „Anjelier"; Eddie v. d. P.; Guus
L;; Jeannette H.; Anniet M.; Teetje B.;
Loesje F.; Dora N.; Trijntje J.; M. Hoogen
dijk; Tea G.; Jantje K.; Ali G.; Siemi V.;
Catrien W.; Theo B.; A. J.; Piet J.;
„Heidebloempje", Coen C.; Margaretha v. d.
V.; „Zilverschoon"; Nelly C.; Marie H.; C.
V.; Rens N.; Adriana G.; Eddie de M.; Tiny
B.; Loeki v. d. W., Den Haag; Reinhard
KI.; „Cocosnoot"; Dirk M„ Breezand; Marti-
nus G.; Han G.; Jopie V.; „Pepernoot".
Om een zeilboot te maken, die lijkt op de
boten, waarmede de vissers op de Noordzee
gaan vissen, heb je nodig een paar noten,
een potje lijm, een schaar, een lucifersdoosje,
en wat tandenstokers of lucifers, waar de
koppen afgebroken zijn, een klosje garen en
een klein stukje katoen of linnen, of, als je
dat niet hebt, een stuk bruin papier, een stuk
schuurpapier, en wat waterverf.
Je begint met de noten door midden te
snijden, met je zakmes en voorzichtig, dat
er geen garsten in den dop komen. Dan
wordt het vruchtvlees en de opstaande kant
jes er uit gesneden en de doppen een half
uur lang in een teiltje water gelegd. Na een
half uur haal je die doppen er uit, die mooi
vlak op het water liggen.
Laat ze goed drogen en vernis ze daarna
van binnen en van buiten. Als die vernis
goed droog is, is de dop beter tegen het
water bestand. Terwijl deze droogt, neem je
van het lucifersdoosje het bovenste stuk hout
en knip er het dek van, zooals je op de
tekening vindt aangegeven.
In het dek boor je dan met de punt van
je schaar heel voorzichtig twee kleine gaat
jes en je snijdt er een hoekje uit in het mid
den, precies op de maat van een tandenstoker
of lucifers. Ook de zeilen kun je alvast
maken. Je knipt ze volgens de aangegeven
modellen en maakt ze met garen vast. Op
de tekening kun je alles heel duidelijk zien.
Is de dop nu droog, dan lijmen wij het dek
er in en plaatsen daarna de mast die wij
aan de voet even hebben uitgeknikt. De mast
moet precies in het uitgespaarde gat van het
dek passen. Is de lijm van deze beide droog,
dan bevestigen wij de boegspriet. Door de
twee openingen halen wij een draadje, dat
Uitknippen, inplakken en kleuren.
Jullie vinden vandaag de eerste plaatjes
van het nieuwe Kinderverhaal, dat tot
titel draagt: „Brammetje Flapoor en z n
vriendenHet is een geestig verhaal van
een olifant, die tal van avonturen beleeft,
met z'n vriendjes en ik raad jullie aan, het
van het begin af te lezen, want als je er
stukjes uit mist, is dat jammer.
En dan is er nog een verrassing. Het
nieuwe Kinderverhaal leent er zich uit
stekend toe om gekleurd te worden. Koop
dus voor vijf cent, misschien kosten ze
nog wel goedkoper, een schrift, en plak
daar de plaatjes in. Je hebt met de lange
avonden tijd om ze na te kleuren. Je krijgt
dan een leuk, geïllustreerd verhaal.
Maar ik ben er nog niet. Wanneer dan
het verhaal geëindigd is, over ongeveer
tien weken, dan zenden jullie me je schrift
met gekleurde plaatjes in. Aan den buiten
kant schrijf je duidelijk je naam en adres
en dan ken ik, namens de directie van de
krant, drie prijzen toe voor de aardigst ge
kleurde plaatjes.
Een eerste prijs van f 2.50,
Tweede prijs: een prachtig
jongens- of meisjesboek.
Derde prijs: een fijne doos
kinderpost.
En nog een aantal leuke kleinere prijsjes.
De schriften kan je nadien weer terug
komen halen, zodat het verhaal natuurlijk
je eigendom blijft.
Dus, jongens en meisjes, aan de slag.
't Is ëeii leuk en leerzaam tijdverdrijf.
Nieuwe Raadsels
i.
Op de puntenrij van boven naar beneden
komt de naam van een werelddeel. Wanneer
je de onderstaande rijen punten opvult met
wóórden, waarvan de betekenissen hieron
der staan, zullen jullie die naam gevonden
hebben!
ander werelddeel.
zie je 's avonds aan de hemel
staan, soms.
kort ogenblikje.
kleur.
een klein beetje.
wat er in een klein bakje in ae
klas ligt.
a bekende meisjesnaam.
II.
Met a eet men mij gaarne, met b dien ik
tot speelgoed, met d vindt men mjj tussen
de bergen, met g ben ik bitter, met h vindt
men mij in grote steden, met v verwacht men
mij liefst niet, me w dien ik tot beschutting,
met z wordt ik veel gebruikt. Wie ben ik?
tevens om den boegspriet geslagen wordt en
bevestigen dit om den mast met een stevige
knoop, waarop wij een druppeltje lijm laten
vallen. Is dit alles weer droog, dan bevestigen
wij óe zeilen en het vlaggetje en laten bij
elke verbinding een druppeltje lijm vallen,
zoodat alles goed stevig zit, maar denk er
om netjes werken, anders wordt het een vieze
boel. Nu kun je de zeilen b.v. bruin verven
om ze er te doen uitzien, alsof ze al oud zijn,
je kunt een nummer op de zeilen schilderen
en de boot een naam geven. Je kunt ook een
gekleurde band om de boot schilderen, wat
in het water heel aardig staat.
Nu beginnen jullie er maar eens aan.
Fig. 4 laat je nog een manier van zeilen
vastzetten zien.
door
Carly Vos.
Felix en Vlekje waren twee poesen,
broertje en zusje. Hoewel ze dicht bij de zee
woonden, hielden ze er niet van om in zee
pootje te gaan baden. Zij wasten en li en
zich met hun kleine tongetjes schoon. Precies
als alle andere poesen.
Felix was buitengewoon zindelijk en hielp
soms, na zijn eigen toilet geëindigd te hebben,
ook nog zijn zusje Vlekje.
Felix verlochende zijn naam niet veel-
likjes, vandaar dat hij dan ook zijn diensten
gratis aan zijn zusje aanbood, als een uiting
van pure broederliefde.
Eens, toen zijn zusje nog heel jong was,
had hij tegen zichzelf gezegd: „Zusje heeft
een prachtig wit velletje met oranje vlekjes,
ik zal er goed voor zorgen, dat ze daar heel
netjes en goed voor zorgt en noem haar in
het vervolg „Vlekje".
Welnu, Felix en Vlekje leefden samen heel
genoegelijk op een boerderij in een klein
plaatsje aan de Zuiderzee. Vader en moeder
de Rijk dachten, dat de boerderij en de kat
ten van hen waren, maar Felix vond dat dit
eigenlijk niet juist was, want dat hij en
Vlekje eigenlijk heelemaal hun eigen baas
waren. Felix dweepte echter met Vader de
Rijk, want deze had hem vriendelijk opge
nomen en voorzichtig naar huis gedragen,
toen enige voorbijgangers, die dierenvrienden
bleken te zijn, het kleine poesje dat alleen
op straat liep, bij Vader de Rijk hadden ge
bracht met de vraag of dat zijn poesje was.
Hij had ontkennend geantwooord, maar ge
zegd, dat Felix gerust bij hem mocht komen
wonen en ook moeder de Rijk, die bekend
stond voor haar vriendelijke hulp aan ver
dwaalde poesjes, was er bij gekomen, had
het diertje van Vader de Rijk overgenomen
en hem een lekker beetje melk gegeven. Zo
was dus Felix bij hen gekomen. In een paar
dagen was Felix daar helemaal thuis geraakt
en hij nam het vader de Rijk daarom ook
niet kwalijk als hij sprak over „mijn poesen"
tegen vrienden, die op visite kwamen. Felix
zei altijd „pappie" tegen vader de Rijk.
Vlekje had een speöiale voorliefde voor
moeder de Rijk en noemde haar „mammie".
Pappie en mammie konden hun poesenkinde
ren heel goed verstaan, want zij spraken
voor poesen heel duidelijk.
Eens vertelde Vlekje aan Tippy, het hondje
van de buren, waarmee zij zeer vriendschap
pelijk omging, omdat het een zeer beleefd
en galant hondje was, dat mammie altijd
haché maakte zonder uien, hoewel pappie
juist veel van uien hield. Toen pappie er
eens over gesproken had, antwoordde mam
mie: „Felix en Vlekje houden helemaal niet
van uien."
Zo veel hielden dus de dierenvrienden van
hun poesen. Doch daar brak voor alle vier
een ware ongeluksdag aan. Zij gingen het
dorpje aan de Zuiderzee verlaten. Eerst von
den de poesen dat niet zo heel erg, maar
toen de dagen weken werden, en de weken
maanden, werd het de poesjes toch te mach
tig. Er moest iets gedaan worden. Felix likte
zich niet meer en Vlekje zat ziek van het
heimwee naar buiten te staren.
Vroeger schreef Vlekje wel eens briefjes naar
haar kennisjes zoals ze dat pappie en mam
mie ook had zien doen. Ze besprak de zaak
met Felix of zij hun nu ook eens zou schrij
ven. Felix voelde daar veel voor en vlug
telefoneerde Vlekje nu aan Tante Annie met
verzoek even bij hen aan te komen. Nu
woonde tante Annie gelukkig vlak bij hen.
Ze kwam dan ook dadelijk en daar zij min
stens evenveel van poesjes hield als mammie,
vroeg zij wat er aan scheelde. Vlekje vroeg
haar in haar poesentaai, dat Tante Annie ge"
lukkig heel goed verstond, of tante haar
wilde helpen om met haar samen een briefje
te schrijven aan mammie.
Tante Annie nam 't voorpootje van Vlekje
in haar hand, doopte de pen in de inkt en
schreef:
Huizen. N.H.
Lieve Mammie,
O, wat missen we u. Als u terug komt, zul
len we u direct een kusje komen brengen'
Om te zorgen, dat u ons nooit zult vergeten
sluiten wij hierbij een haarlok in van ons
ieder.
Felix zou niet zo ongelukkig zijn als hij
pappie weer eens zag en ik heb zo'n heim
wee, dat ik heel dikwijls zit te huilen en bijna
met meer kan eten.
Uw liefhebbende
Vlekje.
Hoewel vader en moeder de Rijk drukke
werkzaamheden hadden in een hele andere
"reek, waren zij zo ontroerd over dit schni
'en, dat zij alles gauw inpakten en naar huis
-erug keerden. 3
GEZICHTEN TEKENEN,
tekenen, maar "mT sTte^oen'^ uit
de voorwerpen, waaruit het gezicht is samen
gesteld, dadelijk te ontdekken, wat voor am.
bacht de man heeft.
Hier zien jullie twee voorbeelden, een van
een molenaar, zijn hoofd bestaat uit een zak
meel, zijn oren uit kleinere zakjes, zijn mond
uit de molenstenen en zo verder.
Ook de kleermaker kan gemakkelijk ge-
tekend worden door scharen, spelden en naal
den. zien jullie wel? Probeer eerst deze
gezichten na te tekenen en daarna van andere
ambachten zelf gezichten te verzinnen.
Een geschiedenis zonder woorden
DE ZIEKE POP,
door
Lily van Oyen.
okter, wat is er met mijn kind?
Omdat ik haar wat koortsig vind
ZJ> ,heel niet meer wil eten,
eb ik me heus geen raad geweten.
Ik vroeg u daarom hier te komen,
yn indje doet maar niets dan dromen;
Daarom maak ik me ongerust,
Als ik haar heb in slaap gesust.
Lieve Mevrouw, hiéV ben ik al,
«et is een ernstig geval,
was heus van uw stem geschrokken,
mdje heeft de waterpokken.
Geef haar limonade en gebakjes,
Dan heeft ze heus geen koorts meer strakjes.
op haar daarna warm in bed
En verder rustig opgelet.
O Doktertje, wat ben ik blij
Dat u dit alles tot me zei,
fk zal goed voor mijn kindje zorgen,
erwacht u dan weer terug op morgen.