dagblad voor den helder en hollands noorderkwartier Vechtpartij m de Fransche Kamer Aanval op Madrid tot staan gekomen REIST PER WACO- Vijftig afgevaardigden handgemeen SPANJE Buitenlandsch Overzichf ZATERDAG 14 NOVEMBER 1936 is MINISTER Luchtgevecht boven de hoofdstad De zee geeft nog steeds terug De Britsche defensie-politiek in het geding Afbreking Chineesch'Japansche onderhandelingen AUTOBU S Ol ENSTEN HELDERSCHE COURANT UITGAVE. N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ V/H C. DE BOER JR., KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 EN 412. POSTGIROREKENING 16066 64e JAARG. No. 7852 SALENGRO EEN BROEDER MOORDENAAR? MOTIE VAN VERTROUWEN AAGNENOMEN. Gisterenmiddag is de zitting van de Fran sche Kamer om kwart voor vier geopend. Zonder debatten werd allereerst de verkie zing van Coulandon, Riom en Chiappe, be neevens van Henriot, Tixier Vignacour en Orthes als geldig erkend. Vervolgens was aan de orde de behande ling van de interpellatie van Henri Becquart over de„vreemde anomalieën die het onder zoek van het militaire dossier van een lid der regeering aan het licht heeft gebracht en over de aanwezigheid van een man in de regeering op wiens militair gedrag de zwaarste verdenkingen rustten". Zooals men weet betreft deze interpellatie 'den Minister van Binnenlandsche Zaken, jSalengro. De rede, die Becquart ter motiveerïng van zijn interpellatie uitsprak, had een hoogst ru moerig verloop en werd herhaaldelijk door interrupties van links en uiterst links onder broken. Becquart zet echter zijn rede voort. Blum en Daladier geven teekens aan de uiterst linksche afgevaardigden, die steeds meer gaan schreeuwen en schelden, rustig te blij- yen. Herriot slaagt er eindelijk in een oogenblik rust te doen weerkeeren. Becquart zet dan uiteen, dat alle getuigenissen afwijken op enkele détailpunten, maar dat zij overeen stemmen over het feit, dat op 6 October 1915 de soldaat Salengro de hoogten voor de Fran sche linies is gepasseerd. Becquart zegt niet te weten, wat er achter de hoogten gebeurd is, hij beweert niets, maar haalt de getuigenis aan van een ad judant, die verklaart, dat het onmogelijk zou zijn geweest gewonden te gaan opzoeken op 20 m. van de Duitsche linie zonder een ze keren dood tegemoet te gaan of zich ge vangen te laten nemen. Becquart breidt dan zijn dossier voor zich uit, maar opnieuw ont staat rumoer. Herriot weet weer betrekkelijke rust te herstellen, en Becquart zet uiteen, dat er stukken ontbreken in het dossier en dat het beste middel is om een einde te ma ken aan deze „nachtmerrie", een herstellen yan het dossier is. Waarom is het eerste rap port over het verdwijnen van den soldaat Salengro verdwenen? Daladier interrumpeert op dit oogenblik en zet uiteen, dat dit rapport op gezag van de militaire autoriteiten van dien tijd is verdwe nen, hetgeen in een kanteekening van het tweede rapport is vermeld. Daladier vindt het vreemd, dat terwijl de krijgsraad na het tweede rapport Salengro heeft vrijgesproken, Becquart hardnekkig dit blijft bestrijden. Het vonnis is uitgesproken, de beklaagde, die zich niet kon verdedigen, is vrijgesproken. Ligt er, zoo vraagt Daladier, werkelijk een nationaal belang in om een wettig uitgespro ken vonnis te willen verscheuren? Het vonnis is definitief en een zoodanige Opvatting is zeker niet het oordeel van de openbare meening. Becquart herhaalt dat hij betreurt, dat het 'dossier niet volledig is, waarop Blum het spreekgestoelte betreedt, toegejuicht door de linkerzijde. Het is reeds rumoerig, wan- peer Blum begin te spreken. Verschillende ministers en de voorzitter van de Kamer, Herriot, manen de afgevaardigden tot rust, maar plotseling rennen een aantal socialisten op de rechtsche afge vaardigden af en ruim vijftig leden van de Kamer worden handgemeen. Het is een geregeld gevecht, dat ont staat, waarin het onmogelijk is de strijdenden te onderkennen. Herriot doet de tribunes ontruimen, Blum gaat weer zitten. De strijdenden worden uit een gehaald en de rechtsche afgevaardig den en die van het midden zetten de Mar- seillaise in, waarbij zij den arm uitgestrekt omhoog steken. De linksche afgevaaidig- don beginnen dan de Marseillaise te zin gen, waarbij zij den gebalden vuist omhoog steken. Na een vechtpartij, die nog ongeveer 10 minuten duurde, worden de Vechtenden eindelijk gescheiden, maar de politieke te genstanders blijven in de zaal en schelden en discuteeren hartstochtelijk verder. Tal van afgevaardigden keeren in de ver gaderzaal terug, terwijl het publiek weer op de tribunes mag plaats nemen. De Kamervoorzitter doet dan opnieuw een beroep op de afgevaardigden, waarna Leon Blum zijn rede hervat. De minister president begin met te verklaren, dat het bewijs geleverd is voor hetgeen hij zou gaan bevestigen. Er is een door Pichot en de De- barral geteekend proces-verbaal. Blum herinnert er dan aan, dat Salengro begin October 1915 bij de wielrijdcrsafdeeling van het 233ste regiment infanterie was ingedeeld. Na hevige gevechten prezen zijn su perieuren hem als een dapper sol daat. Blum las een rapport voor van luitenant Derou, dat de omstandig heden vermeldde, waaronder Salen gro de loopgraven verliet om een pa pier te ontnemen, aan een soldaat die tusschen de linies lag. Toen ver dween hij. Zijn bataljonscomman dant en de generaal der brigade ge loofden aan zijn goede trouw, doch commandant Arnould vernam, dat de „marraine de guerre" (dame, die zich het lot van een poilu aantrekt) van Salengro uit Duitschland een brief had ontvangen. Deze comman dant maakte daar rapport over en concludeerde, dat Salengro schul dig was aan desertie voor het oog van den vijand. Op 20 Januari 1916 sprak de krijgsraad van Verdun Salengro vrij. Wij hebben niet het recht ons te mengen in het geweten der rechters. Blum constateert 'dan, dat men 20 Jaar over deze zaak heeft gezwegen. Dat een le gende is ontstaan. Becquart komt nu terug op feiten, waarvoor Salengro definitief werd vrijgesproken. De campagne werd evenwel voortgezet en het was een gemeene campag ne. (Applaus). Een foutieve aanteekening in Salengro's zakboekje is volgens Blum mo gelijk de basis geweest van de campagne tegen Salengro. Blum opnieuw aan het woord Leon Blum vervolgt dan: Salengro is wel voor den tweeden krijgsraad verschenen maar dat was voor den Duitschen krijgs raad, tezamen met 39 andere gevangenen. In deze affaire was Roger Salengro een leider (applaus aan de linker en uiterste linkerzijde) Hij weigerde met zijn ka meraden te werken in een Duitsche giete rij. Ondanks alle geoefende pressie zeide hij zich liever te laten fusilleeren dan tegen zijn land te werken. De afgevaardigden der linker en uiterste linkerzijde verheffen zich van hun plaat sen en juichen den minister van binnen landsche zaken langdurig toe. Blum vervolgt dan: De tegen Roger Sa lengro op touw gezette campagne in naam voor de eer van het vaderland berust op een dwaling. Dat mag niet voortduren, (applaus). Blum wordt dan luide toege juicht. In de bank van de ministers omhelst hij Salengro. Vallat wenscht geen verdenking. De oorlogsinvalide Vallat Rrep. Feder. zegt dan als oudstrijder te spreken. Op een minister mag niet de verdenking blijven rusten, dat hij een lafaard of een broeder moordenaar is geweest (applaus rechter zijde) De minister van binnenlandsche zaken, Salengro, betreedt dan de sprekerstribune onder de toejuichingen van de afgevaardig den der linkerzijde. Salengro zegt o.m. „Wie heeft hier het recht over den oorlog te spreken. Slechts zij die hun plicht hebben gedaan mogen over de loopgraven spreken". Toen hij over de borstwering klom meen de hij ontreerd te zullen zijn, indien hij niet zijn plicht zou hebben gedaan Jegens den man wiens lijk hij zocht. „Toen ik in Duitschland was, weigerde ik te werken tegen mijn land. Ik dacht toen ook mijn plicht te doenSocialist, ja zeker, maar soldaat zonder vrees en blaam" (applaus) Motie van vertrouwen Becquart dient dan een motie in, waarbij hij de benoeming van een eereraad vraagt, doch de Kamer neemt een motie van ver trouwen aan, welke door de regeering was aanvaard. SUCCESSEN DER REGEERINGS- TROEPEN IN HET ZUIDEN. Zoo gemakkelijk als de rebellen-generaals zich de bezetting van Madrid hadden ge dacht, blijkt de zaak toch niet te zijn. Tot dusver hadden de opstandelingen een voorsprong door hun superioriteit in de lucht en hun meerdere en betere tanks. Hieraan schijnt zoo langzamerhand een eind te zijn gekomen. De regeeringstroepen beschikken thans over uitmuntend afweer geschut, zoowel tegen vliegtuigen als vecht- wagens en wat meer zegt dit ultra-moderne geschut wordt zoo goed bediend, dat de „witten" zich hun bovengeschetste voor deden zien ontgaan. Men vraagt zich af of soms buitenland- sche (Russische specialisten de afweer- kanonnen bedienen, daar men het uitgeslo ten acht, dat hier Spaansche kanonniers aan het werk zijn. Hoe dit ook zij, de aanval der opstande lingen is vastgeloopen op het taaie en dap pere verzet der roode militietroepen, die elke meter grond hardnekkig verdedigden en thans tot het offensief schijnen te zijn overgegaan. Of dit succes blijvend zal zijn is een vraag, welke moeilijk is te beantwoorden. Veel zal er van afhangen of de disci pline behoorlijk is te handhaven. Zal de eensgezindheid, uit de nood geboren, niet verloren gaan als werkelijke successen worden geoogst en de fascistische bedrei ging is verminderd? De dag van gisteren is misschien een van .de moeilijkste geweest, die nog voorgekomen zijn, sedert de opstandelingen voor de poor ten van de hoofdstad zijn aangeland. In den loop van den nacht slaagden de loyale troepen er in vier kilometers op te rukken in den sector van Estremadura. Tijdens een aanval in het zuidelijke deel van de buitenwijk Lausera wisten de re geeringstroepen verder eenige kanonnen op de reehtschen buit te maken Om 10 uur heeft generaal Miaja, de voor zitter van de commissie van verdediging, een dagorder uitgevaardigd aan de „vijftig duizend republikeinsche strijders, die zich op het oogenblik in de vuurlinie bevinden." Hij geeft hun hierin bevel aan te vallen, teneinde deze week te besluiten met een beslissende overwinning". 'Mm Nog steeds geeft de zee terug, wat zij in den jongsten storm genomen heeft Gistermorgen is er opnieuw een lijk aan gespoeld, ditmaal te Camperduin bij paal 27 Ofschoon aanvankelijk herkenning onmo gelijk was, bleek het later te zijn de 27-ja- Hierboven: Veldwachter Koelemij van Callantsoog die dagelijks een inspectie-tocht langs het strand maakt om te zien of nog meerdere slachtoffers aanspoelen. rige B. F., een der opvarenden van den voor IJmuiden verongelukten logger Sch. 179. Heden zal het lijk naar Scheveningen wor den overgebracht; HITLER EN DE KERK. HET ONDERHOUD MET FAULHABER NEGATIEF. Er zijn in onzen tijd, als gevolg van den gespannen toestand in de wereld, heel wat menschen die meenen dat er niet genoeg besteed kan worden aan uitbreiding van defensie. Men meent alle heil te kunnen verwachten van een sterk leger, een sterke vloot en een nog sterkere luchtmacht. We hebben aan dezen angst de bewapeningszin ted anken van 't laatste jaar. Duizenden ge ven hun arbeidskracht aan 't onproductieve werk van de wapenfabricatie. We hebben er dezer dagen nog op gewezen hoe Litwinof, de Russische bewapening verdedigde met den dooddoener als zou ze slechts dienen als waakhond. Ook Engeland geeft millioenen en nog eens millioenen uit voor zijn bewapening. Dag en nacht wordt ge werkt aan het produceeren van oor logsmateriaal. We haalden de vorige week nog 'n uitlating aan van een van onze hoofdofficieren bij de marine die vertelde, na een bezoek aan En geland, dat duizenden meisjes wor den opgeleid in de vliegtuigfabrie ken, dat duizenden reservisten wor den klaar gemaakt om de vliegers te vervangen, die ün den eerstko- menden oorlog het leven zullen laten, omdat men er op rekent, dat in den tijd van een maand, alle man schappen en materiaal vernietigd zullen zijn. „Bewapenen is het parool van onzen tijd. Men heeft het gisteren weer kunnen lezen in het verslag over de zitting van het Engelsche Lagerhuis, opgenomen op onze voorpagina. Churchill wees op de bewapening van Duitschland. Volgens hem zou het Duitsche leger het volgend jaar grooter zijn dan het Fransche, terwijl de luchtmacht nu reeds grooter was. Deze feiten waren voor Churchill oorzaak om de Engelsche regeering te beschuldigen van traagheid in den bouw van oorlogsma teriaal. De regeering moest weten en het volk overtuigen, dat het gevaar grooter was dan in de eerste dagen van den onbeperk- ten duikbootoorlog en dat de volgende 18 maanden beslissend zouden zijn voor het behoud van den vrede. De eerste minister, Baldwin, heeft het Lagerhuis gesust met de verzekering dat Engeland gereed was om de defensie-plan nen in versneld tempo ten uitvoer te leggen, als dat noodig was. Dus, Albion kan gerust zijn. Is het eigen lijk niet droevig dat er geen week voorbij gaat, zonder dat we op deze plaats moeten schrijven over den waanzin van de wereld waarin we leven en die zich o.m. uit in een meedoogenlooze bewapening van de eene mogendheid tegen de andere? We hebben voor een tweetal weken in ons blad gemeld, het bezoek vag, kardinaal Faul- haber aan Hitier en daaraan toen de ver onderstelling vastgeknoopt, dat het stand punt, ten opzichte van de kerk, zich zou wijzigen, met het oog op de buitenlandsche politiek van Duitschland. Die illusie is ijdel gebleken. Het resultaat van het onderhoud zou, naar gemeld wordt, geheel negatief zijn. Op het stuk van het on derwijsprobleem zijn staat noch kerk bereid toe te geven. De minister van onderwijs ver klaarde dezer dagen nog dat het nationaal- socialisme, bij het onderwijs der jeugd, de hulp der kerk niet behoeft. Indien dat de opvatting der regeering is, schijnt de kans op een compromis tusschen de katholieke kerk en den staat niet groot te zijn. Het is echter niet uitgesloten, meent de Nw. Rott. Crt., dat de regeering haar me thoden nog wijzigt, al blijven haar doelstel lingen hetzelfde. Tegenslagen voor de opstandelin gen in het Zuiden? Regee ringstroepen zouden beter be wapend worden. Een lid van het hoogere personeel der Rio Tinto-mijnen in Zuid-Spanje heeft Reu ter medegereeld, dat meer dan 15000 commu nistische mijnwerkers, onder wie een hon derdtal vrouwen, zijn gefusilleerd bij de zui veringsactie, door de opstandelingen geofga- niseerd, nadat zij de mijnen hadden bezet. De executies geschiedden vaak in het open baar, in het bijzijn van leden van het mijn- personeel. Sedert vijf dagen wordt aan het front bij Estapona en Malaga verbitterd gevochten en volgens te Gibraltar ontvangen berichten hebben de opstandelingen zich moeten terug trekken. Gewonde opstandelingen, die ver pleegd worden in het ziekenhuis te San Iloque, hebben verklaard, dat de militietroe pen thans beschikken over veel veldgeschut, granaten en allerhande wapenen van buiten landsch fabrikaat. Aan beide zijden zouden de verliezen zeer zwaar zijn. De kruiser „Almirante Cervera" blijft Marokaansche troepen en munitie van Ceuta naar Algeciras overbrengen. Deze troepen worden naar Madrid gedirigeerd. Volgens een officier der reehtschen heeft Franco een versterking van 20.000 man noo dig om Madrid te kunnen nemen. In de laatste zes dagen zijn reeds 10.000 manschap pen uit Ceuta aangekomen. Hevig luchtgevecht boven Ma drid Zes vliegtuigen der op standelingen neergeschoten. Gistermorgen om half negen zijn bij een hevig luchtgevecht 6 vliegtuigen der opstan delingen neergeschoten. Tegen 8 uur verscheen een tiental vlieg tuigen der Reehtschen boven de stad, die op groote hoogte vlogen, teneinde te ont komen aan het vuur der mitrailleurs en lucht afweerkanonnen. Daarop stegen 15 vliegtuigen der regeering op, die den vijand tot een gevecht dwongen. Tijdens het lucht gevecht, dat zich daarop ontspon, gebruikten zoowel de opstandelingen als de regeerings- aanhangers al hun technische vaardigheid en .verrichtten zij tal van acrobatische toe ren om aan het vuur der mitrailleurs te ontsnappen: snelle duikvluchten, loodrechte stijgingen en snelle steile wendingen, alles uitgevoerd met een ontzaggelijke snelheid en op een hoogte varieerende van 2000 tot 4.000 meter. Beneden in de straten volgden duizenden personen in angstige spanning dit schouwspel. Zij zagen hoe een tweetal vliegtuigen der opstandelingen werden neer geschoten, waarna dezen zich verwijderden, om echter onmiddellijk door de regeerings- vliegers te worden ingehaald. Een derde vliegtuig der reehtschen stortte daarop lood recht naar beneden. Het verdere verloop van dit gevecht speelde zich buiten de stad af, en was van daar niet meer te volgen. Om 9 uur deelde het comité van verdediging echter mede, dat 6 vijandelijke vliegtuigen waren neergeschoten, terwijl de regeerings- escadrilles geen enkel vliegtuig hadden ver loren, Toename der anti-Japansche Be. weging. Het agentschap Domei meldt uit Tokio, dat na een kabinetsraad vertegenwoordigers van de ministerieën van buitenlandsche zaken, leger en marine zijn bijeengekomen en tot de slotsom zijn gekomen dat van de onderhandelingen met China geen resultaat meer verwacht kan worden. De houding van China, aldus wordt gezegd, wordt steeds minder soepel, terwijl de anti-Japan sche beweging sterker wordt. In regeerings kringen is men van meening, dat een on middellijk afbreken der onderhandelingen te Nanking onvermijdelijk is. DUITSCHLAND ZAL DE WET VAN VRAAG EN AANBOD UITSCHAKELEN Rede van den commissaris voor de prijzen. De onlangs benoemde prijs-commissaris voor de uitvoering van het vier-jarenplan, Josef Wagner, heeft gister in een rede zijn programma uiteengezet. Hij verklaarde o.a. dat de prijzen niet het resultaat moeten zijn van vraag en aanbod, en wees op de noodzakelijkheid van inmenging van den staat in het economische leven. Hij zeide vastbesloten te zijn meedoogenloos op te tre den tegen iedere ongedisciplineerde actie en tegen allen drie hun portemonnaie boven de vrijheid van Duitschland stellen. AARDBEVING BIJ DE ZEE VAN OCHOTSK. Het seismographisch instituut van Triëst deelt mede, gistermiddag om 1 uur 43 een hevige aardbeving te heben geregistreerd, waarvan het epicentrum op 9000 K.M. n.o. - n.n.o. moet zijn gelegen. De beving moet zich hebben voorgedaan aan de zee van Ochotsk aan de Russische kust van het Verre Oosten. LAAGSTE GRAANOOGST SEDERT 1922. Schatting van het internationale landbouwbureau. Volgens een schatting van het internatio nale landbouwbureau is voor de export be stemde wereldgraanvoorraad 10 procent be neden dien van verleden jaar en is hij de laagste sedert 1922. naar HOORN, EDAM, AMSTERDAM en GEHEEL WEST-FRIESLAND inlichtingen WACO Kanaalweg 137, Den Helder Tel. 773

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1