De gouddiefstal
Een chauffeur
die carrière maakte
Met Monica
naar het Bal
Spe ciale catalogus voor
valsche spelers
aan boord van de
„Warrabool"*
KORT VERHAAL.
HET MYSTERIE NA VIJF JAAR
ONTSLUIERD.
Vijf jaar geleden verdween spoor
loos een goudtransport van het
Australische kustvaartuig „War-
rabool". Door een toeval is thans
klaarheid in dit mysterie geko-
komen en daardoor is de on
schuld van den ten onrechte ver
dachten betaalmeester bewezen.
Vijf jaar geleden werd de gansche beman-
ping van het Australische kustvaartuig
jWarrabool", met inbegrip van den gezag
voerder, afgemonsterd. Allen kregen hun
congé, onder verdenking, dat ze medeplich-
itig waren aan het verdwijnen van een zich
j&an boord bevindend goudtransport. Het
gchip had te Williamstown kolen ingenomen
pn vervolgens zou men Perth aandoen om
ialdaar bij de Bank van New South Wales
het door de Munt van Sydney verzonden
goud af te leveren. Maar wie beschrijft den
schrik van den betaalmeester Lucas, toen
ide zending verdwenen bleek te zijn?
Men stond voor een raadsel, want Lucas
hezwoer bij alles, wat hem heilig was, dat
hij de eenige was, die de sleutels van de
safe bezat, en dat hij ze geen moment uit
handen had gegeven.
De Bank diende een klacht in en de
politie begon een grondig onderzoek, en toen
de boot in Melbourne was teruggekeerd, werd
de geheele équipage aan een verhoor onder
worpen. Men kwam echter geen stap verder.
Een ieder hield vol, dat hij een zuiver ge
weten had.
Voor de reederij werd de zaak eveneens
pijnlijk, want haar reputatie eischte een al
leszins bevredigende ontsluiering van dit
mysterie. Tenslotte werd besloten de opva
renden een ultimatum te stellen: als binnen
een week de dader niet gevonden werd, zou
den allen hun congé krijgen. Aldus ge
schiedde, want de dader bleef onbekend, en
Ook den betaalmeester Lucas kan niets ten
Jaste worden gelegd.
Zijn ontslag was voor hem een ernstige
[tegenvaller, want voor een zeeman bestaat
er niets anders, dan een dubieuze reputatie.
JJa lang zoeken vond hij in Williamstown
feen baantje, dat hem in staat stelde het
hrood voor hemzelf en zijn gezin te verdie
pen. In deze zelfde havenplaats zou later
zijn onschuld aan het licht komen, maar
idat wist hij toen nog niet. Hij ploeterde ja
renlang, en slechts het bezit van een zuiver
geweten mocht hem zijn veerkracht te doen
behouden.
Op zekeren dag, precies vijf jaar na den
poodlottigen dag te Perth nam zijn leven
feen geheel nieuwe wending. De haven van
Williamstown werd uitgebreid. Dit ging ge
paard met allerlei voorbereidende grondwer
ken. Er kwamen groote machines, die den
bodem weggraafden, en speciaal voor de
jeugd was dit een uitgezochte gelegenheid
om te spelen. Ook het 6-jarig zoontje van
Lucas deed hieraan dapper mede. Op een
Zondag was hij in het versch uitgegraven
zand aan het spelen en bouwde, zooals kin
deren aan het strand dikwijls doen, een
Jort. Terwijl hij met zijn schoft in het zand
.wroette, stiet hij op iets hards. Hij bracht
•het aan de oppervlakte, en wat bleek? Het
was een stuk goud! En toen hij verder groef
Stiet hij op een ijzeren kistje. Opgewonden
rende de jongen naar zijn vader, die in
koortsachtige haast het omringende zand
[verwijderde en het kistje bloot legde. Groot
was zijn vreugde toen Lucas hierin het kistje
herkende, waarin destijds het goud van de
Bank was geborgen. Er was niet veel moeite
noodig om het te openen, en ziet; al het goud
was nog in de kist aanwezig. Maar er was
nog meer in, nl. een brief, en die was van
niemand minder dan van den steward af
komstig, die indertijd op de „Warrabool"
had gevaren.
Het luidde als volgt: „Als iemand deze doos
en dezen brief vindt, ben ik er niet meer.
Ik ben dan al lang door de haaien opgege
ten. Ik was het die het geld op de „War
rabool" stal! Op een middag toen ik de hut
van den betaalmeester wou opruimen, vond
ik Lucas slapend op zijn bed. Uit zijn zak
was de sleutelbos gevallen, en ik kreeg toe
vallig direct de sleutel van de safe in han
den, die aan het hoofdeinde van het bed
stond. Ik nam het goud weg en legde de
sleutels weer op den grond, waar ik ze had
gevonden. Dat is alles; ik heb niet den
moed gehad mijn daad te bekennen. Maar
mijn geweten belette me het geld voor mij
zelf te gebruiken."
Een looden last viel den ex-betaalmeester
van het hart. Het vurig verbeide oogenblik
was gékomen. Zijn onschuld was zonneklaar
Aangetoond.
Ben volgenden ochtend voor dag en dauw
Vertrok Lucas met zijn zoontje en het ijzeren
kistje naar Melbourne en bracht rappoit uit
bij de reederij. Deze kwam haar vijf Jaar
geleden gegeven belofte, dat ze zoodra het
goud-mysterie was opgelost, alle ontslagen
schepelingen weer in dienst zou nemen, ge
trouw na. Lucas kreeg zijn betrekking te
rug, evenals alle anderen, die indertijd
noodgedwongen waren afgemonsterd. Begin
November jl. koos de "Warrabool" met de
oude équipage zee. Er was er echter één, die
ontbrak, en dat was de bewuste steward,
die met de parelvisschers was uitgevaren
en naar alle waarschijnlijkheid wel een
prooi der haaien zal zijn geworden.
THANS INDUSTRIëEL.
De romantiek is de wereld nog niet
uit. Ook thans biedt het leven nog
ruimte voor avontuur en carrière. De
hieronder vermelde wederwaardig
heden van den Hongaar Koloman
Herczegh bevestigen zulks.
Men heeft niet te zeggen dat er in onze
eeuw voor het avontuur geen plaats meer
is. De fabrikant Koloman Herczegh, die
pas uit Afrika in Budapest is terugge
keerd, kan het in dit opzicht met iederen
romanheld opnemen. Zijn verleden is zoo
rijk aan wonderlijke en spannende ge
beurtenissen, dat men dagenlang naar
dezen zonderlingen man zou kunnen
luisteren, zonder zich een oogenblik te
vervelen.
In den oorlog had Koloman Herczegh zich
als vliegenier onderscheiden. Toen moest hij
van zijn geliefde machine afscheid nemen. Het
ongeluk van zijn vaderland ging den jongen
officier zeer aan het hart. Hij besloot het
bloedige, verdeelde Europa den rug toe te
keeren en in den vreemde vergetelheid te
zoeken. Het toeval wilde, dat zijn landgenoot,
professor Biro, toen juist voor een onder-
zoekinksreis naar Zuid-Amerika ging.
Herczegh ging als weerkundig specialist mee.
Wekenlang ging het met moeilijke marschen
tot diep in de wildernis van de Gran Chaco.
De reusachtige groene muur van het oerwoud
sloot hen voor langen tijd van iedere verbin
ding met de beschaving af.
Midden in dit duistere schemerdonker van
de groene hal begon de expeditie haar werk.
De leden hadden zeer veel last van het kli
maat. Zij konden geen stap zonder de twee
puntige vork doen, waarmee zij zich tegen de
giftslangen verdedigden. Bloeddorstige mus
kieten brachten hen tot vertwijfeling. Als
geesten van het oerwoud kwamen de dieren,
die door de inboorlingen „stomme honden"
werden genoemd en die al het leerwerk stuk
vraten. Vooral de laarzen van de deelnemers
van de expeditie moesten het ontgelden. En
dan de witte mieren! Als men niet voort
durend op zijn hoede was, dan konden zij bin
nen een uur kleeden, tenten en levensmidde
len in een hoopje stof veranderen.
Midden in het oerwoud had de expeditie een
ontmoeting met een zwervenden Indianenstam.
Terwijl zij zich met elkaar onderhielden,
spitste één van de Indianen plotseling de
Toen ik Theo en Helene bezocht dat doe
ik steeds, als ik behoefte aan wat gezelligheid
heb vond ik daar een jong, zeer levendig en
vreeselijk onrustig meisje, Monica.
Zij was bezig voor den spiegel haar hoed in
den juisten deuk te knijpen, onderzocht zorg
vuldig het rood van haar lippen, het zwart van
haar wenkbrauwen, het effect van een loshan
gend krulletje en zei tegelijkertijd tegen Theo:
„Dus werkelijk niet? Hoe jammer! Moet ik nu
alleen naar het bal-costumé? Wat erg! Heele-
maal alleen
„Het spijt me", zei Theo, „maar wij kunnen
er niet voor twaalf uur zijn".
„Ja", beaamde Helene, „wij moeten bij den
chef van Theo dineeren".
„Een bal-costumé?" mengde ik mij in het
gesprek. „Ik wilde jullie ook juist vragen, of
wg er gezamenlijk heen konden gaan..."
Monica liet lippen, lokken, wenkbrauwen en
hoed voor wat ze waren, wendde zich lachend
tot mij. „Zoo? Dat is uitstekend, dan gaan wij
samen. Hoe heet U? Haalt U mij af? Negen
uur, Rue de la Pompe. Bloemen overbodig.
Heel aardig van U. Tot weersziens!"
De deur viel achter haar in het slot.
Zwijgen.
„Arme jij!" zei Theo dan.
„Stakker", voegde Helene er aan toe.
„Ik begrijp jullie niet", mompelde ik.
„Een bal costumé met Monica", verklaarde
Theo duister. „Dat wil zeggen, dat jij haar
slaaf zult zijn, dat je haar overal achterna
moet loopen, dat je alles zult hebben te be
talen, dat er geen minuut voor jezelf over
blijft, dat je ononderbroken moet dansen, en
een ontelbaar aantal vragen moet beantwoor
den, liefst met „ja". Dat je gedachten rare
sprongen moeten maken, om haar te kunnen
volgen, dat je tombola-loten koopen moet
in één woord: ontzettend veel onkosten, en
niet het minste plezier."
Drie dagen later haalde ik Monica af. Om
negen uur, Rue de la Pompe. Met de lift naar
boven. Zonder bloemen.
Ze zag er heel aardig uit, ik zei het tegen
haar.
„Hemel", riep ze, „wat bent U naief. Staat
beneden de taxi te wachten?"
„Neen ik wandel altijd."
„Wat? Wandelen? In dit costuum?"
„Prachtig", zei ik droomerig. „Het bloemen-
ooren. Toen sprong hij op alsof een spin hem
had gestoken en rende op de onderzoekers af.
De tranen liepen hem over de wangen. De
roodhuidige krijger heette Anton Kovacs en
was afkomstig uit Zevenburgen. Voor den oor
log was hij naar Zuid-Amerika geëmigreerd;
hij kwam bij de Indianen van het oerwoud
terecht, die hem als stamgenoot opnamen.
Kovacs nam de dochter van het stamhoofd tot
vrouw en leefde zich zoo volkomen in zijn
nieuwe omgeving in, dat hij bijna zijn
moedertaal vergat.
De ergste tijd was voor de expeditie de
regenperiode in de Gran Chaco. De moeras
sige bodem bevatte duizenden gevaren; zij
moesten tenslotte als apen in de toppen van
de woudreuzen huizen. Een heel jaar hield
Koloman Herczegh het in de groene hel uit.
Geheel alleen begaf hij zich weer op den
terugweg. Na drie weken kwam hij uitgeput
en verslagen weer in de bewoonde wereld aan.
Een nieuw hoofstuk van zijn levensroman
begon. Herczegh werd vliegleeraar bij de
Aeroclub in Tukuman, een zeer gezochte bad
plaats van de Zuid-Amerikaansche millionnairs.
Eenige maanden later is hij weer zonder be
trekking. Hij huurt kamers in het elegantste
hotel van die plaats, ofschoon hij nog slechts
voor drie dagen geld op zak had. De eigenaar
is een gemoedelijke Oostenrijker. Als de ge-
Toen de „City of Havana", van Cuba
komende, op een morgen bij mistig weer aan
Pier 14 te New-York meerde, kwamen er
eenige politiemannen aan boord, die een be
daagden, deftig uitzienden heer in arrest
namen. „Ik ben Kolonel George W. Abbott",
protesteerde de arrestant. „Er moet hier een
vergissing, een persoonsverwarring, kortom
een grove fout begaan worden, die u duur te
staan zal komen..." „U bent evenmin
kolonel Abbatt als ik keizer van China," viel
de inspecteur hem koeltjes in de rede. „U
bent Lew Morris, alias Lester Maxwell, alias
ik weet niet wat meer. Het spel is nu uit. Een
van onze mannen heeft u gadegeslagen, sinds
u in Havana aan boord kwam. Ga nu maar
zonder druktemakerij mee, of moeten wij u
de braceletten aan doen?"
Lew Morris gaf het spel op. Eenige weken
later werd hij wegens valsch spelen tot een
vrij lange gevangenisstraf veroordeeld. Bij de
terechtzitting waren de verklaringen van
eenige getuigen, waaronder de detective, die
hem gedurende de reis van Cuba scherp in
het oog had gehouden, van groot gewicht.
Den doorslag gaven echter verschillende uit
rustingsstukken, hulpmiddelen en apparaten,
die in het bezit van den valschen speler
waren gevonden. Onder deze voorwerpen be
vond zich ook een corpus delicti, dat zelfs de
New Yorksche politie, die anders nogal aan
een en ander gewend is, in verbazing bracht.
Het was de catalogus der firma Mason Co.,
te Newark, een flinke industriestad in den
staat New Yersey. Toen ik van de zaak
hoorde, verzocht ik den zeldzamen catalogus
te mogen zien.
Deze prijscourant van Mason Co. is een
flink bandje en bevat circa 1000 nummers
met toelichting. De klanten van Mason Co.
zijn over de geheele wereld verspreid. Zij zijn
meisjes uit Valencia smachtende gitaren
maannacht zomer bloemen in het haar".
„Wat?" vroeg zij wantrouwig. „Buiten ligt
de sneeuw, hoezoo dan bloemen? En haal nu
vlug een taxi!"
„Waar haal ik die?"
„Op den dichtstbijzijnden hoek, of U wenkt,
als er een voorbij komt
„Hoe weet ik nu dat het een taxi is en geen
particuliere wagen?"
Monica was sprakeloos. Zij verzocht mij
haar te volgen, toonde mij hoe men een taxi
vindt en reed met mij naar het bal. Wij stap
ten uit. Veel licht, veel menschen, veel wagens.
Monica ging vooruit. Ik volgde. De chauffeur
schreeuwde ons na.
„Luister eens", zei ik, „de chauffeur wil
wat van ons."
Zij keek om. De chauffeur was uit zijn
wagen geklommen, waarachter een lange rij
auto's aan kwam rijden en maakte een kabaal
van je welste. „Betalen!" riep de chauffeur
opgewonden.
„Maar mijnheer", stamelde Monica en
wees op mij. Ik bestudeerde de menschen bij
den ingang. De chauffeur kreeg bijna een aan
val van woede. Monica gaf hem zijn geld.
„Wat wilde de man van je?" ^roeg ik ge
ïnteresseerd. „Ik rijd nooit in een taxi. Zijn
de chauffeurs altijd zoo kwaadaardig?"
Monica antwoordde niet. Zij ging vooruit.
Even later stonden wij tusschen vele bonte
menschen: domino's, pierrots, Mexikaners,
Apachen
„Kijk toch eens, wat een bont gewirwar",
zei ik tegen haar.
„Men zou denken, dat U voor het eerst op
een bal costumé was", zei Monica boos.
„Het is voor het eerst", antwoordde ik, „het
overtreft mijn stoutste verwachtingen".
„Wilt U even mijn garderobe afgegeven
vroeg zij.
„Het is op het oogenblik erg vol bij de gar
derobe", zei ik. „Misschien is het beter dat U
gaat. Voor een dame maakt men eerder plaats
dan voor mg". Zij werd rood en baande zich
zwijgend een weg. Wij gaven onze zaken af
en liepen zwijgend naar de zaal.
„Hebt U een tafel besteld?"
„Wat ziet U er toch snoezig uit", gaf ik
daarop ten antwoord, en negeerde haar vraag.
„En wat een muziek..,^"
wezen officier vol berouw zijn bekentenis af
legt, dan vergeeft hg hem graag dit bedrog
en neemt hem als chaufefur bij zich in dienst.
Ook in Tukuman houdt Herczegh het niet
lang uit. Nieuwe Menschen, nieuwe streken,
nieuwe avonturen... Hij leert een Spaanschen
grootgrondbezitter kennen.
Deze neemt hem eerst in dienst als chauf
feur, daarna als secretaris. Hij gaat met
Herczegh naar Frankrijk, leert daar vooraan
staande politici en handelsmenschen kennen
en maakt nu carrière als in een sprookje. Hij
wordt directeur van een radiofabriek in Al
giers. Eén van de aandeelhouders schenkt
hem zijn dochter tot vrouw. Herczegh is nu
rijk en onafhankelijk. Hij sticht een textiel
fabriek en een ververij en opent een groot
toeristenbureau. Dan onderneemt hij met zijn
vrouw een reis naar zijn vaderland. Mevrouw
Herczegh is enthousiast; zij brengt sinds dien
tijd jaarlijks een paar maanden in Budapest
door. Maar ook de aantrekkelijkheden van
Oostenrijk en Frankrijk zijn haar welkom.
Monsieur Herczegh doet zijn b?st om zoo veel
mogelijk gasten uit Algiers naar Europa te
trekken. Als hij de schoonheden van Hon
garije en de Alpen prijst, dan kan men hem
vast vertrouwen, want hij heeft in zijn leven
een groot gedeelte van de wereld gezien,
meer dan ooit aan een gewone was vergund.
evengoed in de goedkoope bars, café's en
biljartszalen te vinden als in de rooksalons
der 1ste klasse van de groote oceaanstoomers
en in de halls en lobbies der palace-hotels
Overal waar gespeeld wordt, waar de dobbel-
steenen en de rouletteballetjes rollen, worden
klanten van Mason Co. gevonden.
„De firma Mason Co. is het eigendom
van een zekeren Harrington E. Drake", ver
klaarde inspecteur Duffy mij. „Wij zijn in
middels te weten gekomen, dat hij zijn zaak
ongeveer 16 jaar geleden begon. Zeer be
scheiden. Tegenwoordig is zijn bedrijf een
formeele fabriek, waarvan wij de waarde op
'750.000 dollar schatten. Maar nu is zij ver
zegeld en niets meer waard. Drake was op
zijn gebied een genie. Hij had een behoefte
ontdekt en het talent gehad, een organisatie
te scheppen om de vraag naar de artikelen
in quaestie te bevredigen.
Een der eerste nummers in den prijscourant
van Mason Co. is een ingenieus apparaat,
dat 300 dollar kost. Het bestaat uit een
sterken reuzen-electro-magneet, 12 m. snoer,
schakelaar, accumulatorenbaterij, leiding
installatie en een stel magnetische dobbel-
steenen. Het apparaat kan in minder dan
geen tijd onder een bar of een tafel worden
gemonteerd en is zóó sterk, dat het door het
toonbankblad of tafelblad heenwerkt en de
magnetische dobbelsteenen gegarandeerd in
de gewenschte ligging draaien.
Maar ook voor minder kapitaalkrachtige
valsche spelers heeft de firma Mason mag
netische dobbelsteenen in prijzen van 4 tot
20 dollar. No. 627 van den catogus is een
dobbelsteen, waarmee men naar wensch, een
hoog of laag aantal oogen kan werpen.
Voor kaartspelers, die makkelijker winnen
als zij de „hand" van hun tegenpartij kennen,
heeft Mason Co. verschillende soorten
Zij lachte gekweld. „Waar zitten wij
vroeg ze.
„Dat weet ik niet", antwoordde ik. „Maar
laten wij liever dansen."
Wij dansten zonder ophouden. Het was heer
lijk. Tot Monica moe werd en mij mee naar
een bar trok. De mixer drukte mg een kaart
in de hand. Ik draaide deze om en om en
gaf hem toen aan Monica.
„Ik wil niets hebben", zei ik. „Ik ken dat
allemaal niet, en ik drink alleen wat ik ken".
„Maar hier moet U iets drinken", meende
het meisje. „Twee Manhattan, alsjeblieft. Pro
beert U dat maar eens."
„Het is ook veel te duur", antwoordde ik.
„Maar als U mij wilt tracteeren dat vind
ik buitengewoon
„Zeg eens", vroeg zij plotseling, „hoe komt
het eigenlijk, dat U zoo vreemd in het leven
staat?"
„Ach", antwoordde ik bedroefd, „het leven
is moeilijk. Ik heb het niet gemakkelijk. Ik ben
heel alleen, geen mensch helpt mij. U bent de
eerste, die werkelijk aardig voor me is".
Monica lachte, Monica betaalde, Monica dans
te met me, trok mij mee door drie hoofdzalen,
zes bijzalen, acht bars, liet mij minstens twaalf
verschillende cocktails drinken, beantwoordde
al mijn vragen, kocht een tombola-lot voor me.
„Ik ben moe", zei ik eindelijk. Monica zocht
een plaats, bestelde wijn, vulde de glazen en
klonk met mij.
„Ik kan niet veel verdragen", zei ik voor
zichtig. „Zult U me naar huis brengen, als ik
misschien te veel mocht krijgen?"
„Ja, jij kind. Drink maar gerust", antwoord
de zij.
Het werd heel genoeglijk. En ook heel laat.
Toen kwamen Theo en Helene. Ik had juist bij
de tombola een bonbonnière gewonnen. Monica
wilde niet, dat ik hem open maakte. „Thuis,
kind, daar zal het je beter smaken", zei ze. „En
nu moet de baby naar huis, anders slaapt hij
vannacht niet meer".
Theo en Helene keken ons verwonderd aan.
„Hij is namelijk zoo aandoenlijk onbeholpen",
verklaarde Monica, nam mijn bonbonnière, riep
den ober, betaalde, ging met mij naar de gar
derobe, liet een taxi voorkomen, vroeg toen
aan Theo waar ik woonde, welk telefoonnum
mer ik had, dan kon zij morgen even vragen
hoe het feest me bekomen was. „Hjj heeft hier
toch niemand", zei ze, noemde den chauffeur
mijn adres en ging naast me zitten.
Buiten stonden Theo en Helene, met open
mond, bewegingloos, geen woord, geen groet,
geen wuiven, Hun gezichtsuitdrukking was om
te lachen. -
FRANZ XAVER GRUBER KRIJGT EEN
STANDBEELD.
Munchen. Ons mooie Kerstlied, de
ontroerende, innige melodie van het „Stil
len en Heiligen Nacht' wordt het aanstaan
de Kerstfeest 118 jaren oud. Zooals bekend
is deze melodie gecomponeerd door een
jongen onderwijzer te Arnsdorf, Franz Xayer
Gruber. De woorden stammen van zijn
vriend, den geestelijke Mohr.
In het jaar 1818 werd dit Kerstlied voor
het eerst gezongen in de kleine Nicolaus-
kerk te Oberndorf. Eerst in 1834 ver
scheen het echter te Leipzig in druk en van
daaruit maakte het zijn triomftocht over de
geheele aarde.
Gruber, die de laatste dertig jaren van
zijn leven te Halein organist was en daar
ook in 1863 stierf, krijgt nu de welverdien
de eer in den vorim van een standbeeld.
Het mooiste herdenkingsteeken, dat men
hem geven kan, bezit hij echter reeds lang
in de dankbare vreugde, die ons vervult,
indien wij in plechtige stemming zijn lied
onder den Kerstboom zingen.
WAT MENIGEEN NIET WEET.
In Amerika heeft men 600 verschillende
paddenstoelen ontdekt, waarvan er slechts
20 vergiftig zijn.
De heilige lotusbloem van den Nijl, welke
tegenwoordig nog maar zeer zelden gevon
den wordt, was een waterlelie, die des
nachts bloeide.
De vulkaan Mauna Loa op Hawaiide
grootste der Sandwich-eilanden, heeft sinds
18i3 behalve talrijke kleine, 23 zware uit
barstingen gehad.
De kortste straat van Berlijn Is slechts
25 meter lang; de langste daarentegen i0.2
kilometer.
In Engéland bestaat een zeer eigenaar
dige verzameling. Zij bestaat n.l. uit 14.500
sigaren, die door den overleden lord North-
cliff bijeen gebracht werden. In het jaar
1923 verwisselde zij van eigenaar, na den
dood van haar bezitter, Naast dergelijke
verzamelingen van lord Lonsdale en lord
Birkenhead, behoort de eerstgenoemde tot
de beroemste in haar soort.
Op een hoogte van 15 mijl kon een waar
nemer in een stratosfeerballon boven Chi-
cago met het bloote oog 9 staten der Unie
zien, n.l. Illinois, Indiana, lowa, Michigan,
Minnesota, Missouri, Kentucky, Ohio en
Wisconsin.
Een plat blokje hout, met een grooten
knop, die tusschen de eerste en tweede teen
inschuift, is de vreemdste schoen ter we*
reld, die door de inboorlingen van Britsch*
Indië algemeen gedragen wordt
Van een volwassen walvisch' Ean cd,
2000 pond baklappen gesneden worden.
„reflectoren" te koop. Deze apparaten be
rusten op het principe, dat een kleine spiegel
beneden het juist „gedeeld" wordende spel
kaarten geplaatst wordt en zoo de persoon,
die geeft, in staat stelt, het beeld der telkens
gedeeld wordende kaarten te kennen. Voor 75
dollar kan men een apparaat bekomen, welks
spiegel in de mouw verdwijnt, wanneer het
niet in gebruik is. „De „lucifersdoosjes
reflectoren" a 1.50 dollar kan men open op
de tafel laten liggen. Een ring met een
spiegeltje aan den binnenkant kost 5 dollar.
Ook gemerkte kaarten in elk gebruikelijk
formaat en uitvoering en met alle in den
handel voorkomende rugdrukken zijn bij
Mason verkrijgbaar. Onregelmatigheden op
den achterkant, welke geen argeloos slacht
offer ooit zullen opvallen, geven den inge
wijden speler inlichting over de „hand" van
zijn tegenspeler.
Een andere methode is die van de „licht
gevende kaarten". Op de rugzijde der kaar
ten is hun waarde met 5 cm. hooge druk
letter en cgfers aangebracht. Hiertoe wordt
echter een kleurstof gebruikt, die met het
bloote oog niet kan waargenomen worden.
Wapent men het echter met een speciaal
daarvoor vervaardigde bril, dan kan men de
letters en cijfers duidelijk lezen. Voor spelers,
die er de voorkeur aan geven eventueel met
van te voren naar wensch „gewasschen"
kaarten te werken, bestaat er een apparaat,
dat in de mouw van den speler verborgen
wordt en met een druk van den arm of een
trekkende beweging van den voet in werk/ag
gebracht kan worden. Op het gewenschte
oogenblik geraakt dan het geprepareerde spel
kaarten in de hand van den valschen speler,
terwijl het „onbruikbare" spel in zijn mouw
verdwjjnt.
Roulette-apparaten heeft Mason Co in
ruime verscheidenheid, ware wonderen van
techniek; zulke, waarbij naar wensch van den
croupier speciale nummers „komen" en
andere, duurdere waarbij elk gewenscht num
mer op bevel van den croupier „komt".
Bijzonder trotsch waren Mason en Co op
hun „betrouwbare" dobbelsteenen. Naar het
schijnt, betrof het hier een door zijn goed
koopte gemakkelijk verkoopbaar massa
artikel. De catalogus prijst ze bijzonder aan,
omdat deze dobbelsteenen noch door gewicht,
uiterlijk of de wijze waarop zij vallen, van
ongeprepareerde steenen te onderscheiden
zijn. De catalogus zegt woordelijk:."ze zijn
gegarandeerd bevredigend wanneer ze op een
glad, hard, waterpas blad geworpen worden.
Alle werkers met de dobbelsteenen, die
eischen, dat hun steenen iedere proef kunnen
doorstaan, geven de voorkeur aan ons onover
troffen fabrikaat."
Inspecteur Duffy toonde mij ten slotte de
75-dollar reflector, die bij Lew Morris ge
vonden was en gaf er een demonstratie mede.
Het apparaat werkte onberispelijk. „En dan
zijn er nog menschen, die durven beweren,
dat er geen vooruitgang meer is," zie hij toen
ik afscheid van hem nam. „Tot voor eenige
jaren moest iedere spitsboef iets geleerd heb
ben en werkelijk iets kennen en kunnen;
maar tegenwoordig zij er machines voor alles
Bah!!"