DE STROOPER 1 Half elf - B1 o o k e r t i j cl BLOOKERS CACAO I Visscherij Voordrachtsavond van de Ned. Reisvereeniging. Hoofdpijn, Kiespijn. Uit het politierapport Nieuw verenigingsgebouw voor de Hersteld Apostolische Zendingsgemeente. Een goede gewoonte, die dagelijks meer ingang vindt! Uitslag verloting der V.V. „Watervogels". 1 t Bazar Kon. Ned. Bond van Oud-Onderofficieren. DIA-BROOD. FEUILLETON. DOOR O PETER BARON te arins"'' Gerard Pilger vertelt van de Stille Zuidzee-eilanden. Zooals bekr-id, organiseert de plaatselijke afdeeling van *e Ned. Reisvereeniging elk jaar een aantal ai. usante avonden, waarop het nut tig effect en net amusement gecombineerd worden. Giste, *vor.d had in Musis Sacrum de eerste van het seizoen 1936'37 plaats. Daar voor bestond groote belangstelling, grooter zelfs dan de N. R. V. op haar avonden ooit ge kend heeft. Kwam dat omdat de heer Gerard Pilger dezen avond zou spreken? Het is zeer wel mogelijk, want zooals de heer Alt hier een zekere populariteit verkregen heeft met het verklarend vertellen over opera's, schijnt de heer Pilger dien kant op te gaan wat het weer geven van zijn reisimpressies betreft. Het was half negen, toen de heer P. H. L. Maas, voorzitter van de plaatselijke afdeeling, de aanwezigen een hartelijk welkom toeriep en den spreker, voor zoover hij nog niet bekend was, introduceerde. Direct daarop begon de heer Pilger zijn causerie over de Zuidzee-eilan den, meer in het bijzonder over Gilbert en Hawaii. De heer Pilger heeft er slag van om een publiek, dat gekomen is om onder het genot van een gezellig praatje een dosis algemeene ontwikkeling op te doen, een paar uur bezig te houden. Hij zoekt het niet in het weergeven van lange wetenschappelijke tirades, doch bl\jft vrijwel steeds aan de oppervlakte en ziet daarbij toch kans om de menschen volkomen tevreden te stellen. Het is natuurlijk zoo, dat over hetzelfde onderwerp een veel meer gedege- ne en op meer wetenschappelijk peil staande lezing gehouden kan worden, doch de vraag is of men geneigd is daarnaar te komen luisteren, afgezien nog van het nuttig effect wat zoo'n lezing sorteeren zal. Wij bedoelen zoo, dat o.i. van hetgeen de heer Pilger allemaal aan inte ressante wetenswaardigheden vertelde, veel meer bij de meesten zal blijven „hangen" dan een causerie, welke door en door wetenschap pelijk en daar door „droog" zou zijn. In het eerste gedeelte van zijn causerie be handelde de heer Pilger de Zuidzee-eilanden in het algemeen. In de inleiding vertelde hij, dat de komst van de eerste blanken den inboorlin gen niet veel goeds gebracht heeft. Hij vertelde tal van aardige bijzonderheden over de bevol king en ging daarna over tot een verhandeling over de Koraaleilanden. Het zou ons te ver voeren alle details van de lezing te citeeren, daarvoor was de stof te uitgebreid en te ver scheiden. Hij vertelde ons hoe de koraalriffen ontstaan zijn en verduidelijkte zijn woorden met een schitterende collectie plaatjes, die mid dels een projectielantaren op het witte doek geworpen werden. De bewoners van de eilan den leven hoofdzakelijk van de vischvangst en van het parelduiken. Vooral van het laatste vertelde de causeur interessante bijzonder heden. Zoo'n duiker is een beklagenswaardig mensch. Hij heeft door harde training, van kinds af, geleerd lal y2 minuut onder water te blijven en 6 tot 9 meter diep te duiken. De aanblik, dien de man biedt, als hij dan boven water komt, moet verschrikkelijk zjjn. Het lichaam lijdt ontzettend door den zwaren druk van het water. Een parelduiker wordt gewoon lijk niet ouder dan 35 jaar. En dan te weten, dat menigeen niet eens de djamal (het geluk) heeft een of een paar parels te vinden. In zijn laatste levensjaren is hij dan verplicht om bedelend zijn kost te vinden. Na deze uiteen zetting konden de aanwezigen eerst recht be grijpen hoe men aan het gezegde komt: aan elke parel kleeft bloed. De heer Pilger voerde ons vervolgens in de nederzettingen van de „bush"-bevolking, die op een zeer lage trap van beschaving staat. Daar heerscht de wet van taboe (verbod), die zeer gestreng nagekomen wordt. We maakten ken nis met den Kahuma, den priester, die zijn medemenschen kan „dood bidden". Hier uitte de spreker een felle aanklacht tegen het gou- A1 wat U noodig om deze pijnen te verdreven is een Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 et.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist. vernement, dat er nog steeds niet toe overge gaan is om dit zeer ergerlijke kwaad uit te roeien. Na nog het een en ander over het kannibalis me, dat bij de boschbevolking nog hoogtij viert, gezegd te hebben, besloot de spreker het eerste gedeelte van zijn causerie met het, mid dels een zelf opgenomen gramophoonplaat, laten hooren van de taal en het gebed der in boorlingen. Het gedeelte na de pauze was gewijd aan de Hawaii-groep. Weer een inleiding, waarin ver teld werd hoe Cook de eilanden ontdekte en hoe het vele jaren een strijd geweest is tusschen Engeland en de V.S. om de groep niet te krij gen. Thans zwaaien de V. S. er den scepter en zij zouden ze, vanwege de rijke ananascultuur alleen al, niet meer willen missen. Wat de be woners betreft, deze stammen zeer waarschijn lijk van de Maleiers, zooals wij ze in onze Oost kennen. Ook nu volgden tal van bijzonder heden over land en bevolking. Prachtig was het gedeelte, dat gewijd was aan de expeditie naar den krater van Mauna Laua, waarbij de pro jectielantaren fantastische beelden op het doek tooverde. We hebben een explicatie van den Hula- dans, den nationalen dans op de Hawaiians gehoord, een verklaring van het welbekende „Aloha", dat naar verkiezing: welkom vaar wel, dan wel „ik hou van jou", kan beteekenen. Daar waren interessante plaatjes van de uiterst moderne stad Honolulu en van het wereldbe roemde strand van Waikiki, van de wonder- schoone flora (varens en cactussen), enz. enz. Ook dit gedeelte van zijn voordracht eindigde de heer Pilger met muziek. Hij liet ons n.1. hooren hoe de muziek van en voor de Hawaiians en van de Hawaiians voor de blanke markt is. Duidelijk kwam hieruit naar voren het ver schil in temperament, in karakter, dat met name voor de eerste groep veel heftiger, brui- sender is. Een daverend applaus brak los, toen de heer Pilker zijn causerie geëindigd had. En de heer Maas was zeker de tolk van de aanwezigen toen hij den spreker hartelijk dank zegde voor zijn boeiende causerie. Bij het „Aloha" (hier te interpreteeren als: welkom, of: tot weerziens) sluiten wij ons gaarne aan. In de pauze had de voorzitter handig van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele propagandistische woorden ten behoeve van zijn afdeeling te spreken. Gezien de mooie avonden, die ons dezen winter nog te wach ten staan, verwachten we wel, dat des heeren Maas' woord van opwekking om lid te wor den, resultaat zal afwerpen. Het is langzamerhand traditie geworden, dat de N. R. V. haar avonden met een bal, een echt „onder-onsje", besluit. Nu was dat bal gister avond al bijzonder prettig, omdat eerstens meerderen daarvoor bleven, en tweedens om dat voor het eerst bij de. N. R. V. een volledig orkest medewerking verleende. Daar waren n.1. de All Round Musicians, die op zeer stem mige wijze voor de dansmuziek zorgden. Naar wij vernamen, zal het ook bij volgende voor drachtsavonden (er komt weer een West- Friesche avond!) dit orkest de dansmuziek ver zorgen. Zoodat de N. R. V. in de komende maanden weer van zich zal doen spreken! Rijwieldiefstal- Door een persoon werd aangifte gedaan van vermissing van een rijwiel, dat eenigen t(jd in een afgesloten steeg stond. De recherche stelt een onderzoek in. Diefstal. Door een bewoner van de Molengracht werd aangifte gedaan, dat de aan zijn woning aan gebrachte electrische lamp is ontvreemd. Een onderzoek wordt ingesteld. Lichtdrager gesneuveld. Een in de Vijzelstraat staande lantaarn paal werd door een vierwielig motorrijtuig aangereden. Een onderzoek wordt ingesteld. In het voorjaar van 1987 zal een fraai gebouw verrezen zijn. In een raadsvergadering van dit voorjaar werd besloten, aan de „Hersteld Apostolische Zendingsgemeente in de Eenheid der Apostelen in Nederland en Koloniën" te verkoopen een stuk grond gelegen aan de Sumatra- en Ceramstraat, alhier. De oppervlakte van den aangevraagden grond bedroeg 1360 m2, waar mede een bedrag gemoeid was van ongeveer 10.000. Genoemde gemeente vroeg dezen grond aan, om er een nieuw vereenigingslokaal, annex woning, op te gaan bouwen. Voor dit nieuwe gebouw nu heeft men juist een maand geleden den grondslag gelegd. De bouwgundige van de vereeniging, de heer J. S. Tiemstra, ontwierp een fraai ontwerp op papier, terwijl de heer Jonker uit Nijmegen de uitvoering van het werk aannam. 16 October 1.1. ging deze heer Jonker met ongeveer 15 Heldersche vaklieden aan den slag en sindsdien is het daar op dien hoek van de Sumatrastraat en Ceramstraat (achter de Javastraat) een heele bedrijvigheid. Karrevrachten stee- nen worden aangevoerd, diep wordt de kleiachtige bodem uitgegraven, ettelijke palen, waarop het gebouw zal rusten, werden in den grond geheid en thans is men bezig de fundeering te voltooien. Daarnaast is men bezig den kelder te bouwen, waarin de centrale verwarming van het vereenigingsgebouw onderge bracht aal worden. Naar de blauwdrukken te oordeelen, zal de Apostolische Gemeente er, wat haar vereeni gingsgebouw betreft, sterk op vooruitgaan. Men bedenke welk een bescheiden inrichting zij er momenteel in de Hoogstraat op na houdt en vergelijke deze eens met de hiervolgende cijfers van het nieuwe gebouw. De zaal, waar de Zondagsche bijeen komsten zullen worden gehouden, zal 650 zitplaatsen tellen. Behalve uit deze groote Het voordeeligste der voorname merken zaal, zal het gebouw bestaan uit eenige kleinere vergaderingslokaaltjes, terwijl op de bovenverdieping de woning van den voorganger ingericht zal worden. Het bouwwerk zal een lengte van 33 meter, een frontbreedte van ca. 18 meter en een gemiddelde hoogte van 12 meter hebben. Het zal gesierd worden door een aardig torentje, dat ongeveer 7 meter boven het dak zal uit steken. Het geheel wordt ingesloten door een fraai aan te leggen tuin. Aan den zijkant van he gebouw zal een fietsenbergplaats komen, waarin ongeveer 70 rijwielen een plaats zul len kunnen vinden. Verwacht wordt, dat het gebouw ver in het voorjaar van 1937 klaar zal zijn, want met den bouw is ongeveer een half jaar gemoeid. Als binnenkort de metselaars er nog bij komen, zullen ongeveer 20 Heldersche bouw vakarbeiders gedurende dien tijd „onder de pannen" zijn, zooals dat in een populairen term uitgedrukt pleegt te worden. De prijzen zijn af te halen bij A. Snel, Kei zerstraat, (Café „Du Passage"). Prijzen bin nen de 14 dagen niet afgehaald, vervallen aan de vereeniging. o c a o ,4 1579 951 1112 1003 1834 p< 0 •i? Pu 1 2 3 4 5 6 1067 7 51 8 1769 9 909 10 11 12 13 462 442 542 605 14 1075 15 379 16 928 17 1954 18 433 19 1006 20 1012 21 22 636 178 26 592 27 1557 28 1257 29 1700 30 1430 31 1546 32 1021 33 1286 34 1336 35 1964 36 1995 37 1051 38 1561 39 2000 40 841 41 1069 42 1253 43 730 44 1116 64 119 47 1775 51 1243 52 1245 53 54 750 547 55 921 56 1296 57 496 58 1413 59 1810 60 1224 61 1598 p. 76 77 78 79 80 62 63 45 46 957 91 64 204 65 1717 66 1425 67 747 68 1521 69 463 70 23 1479 24 461 25 1476 48 49 50 29 254 901 497 557 72 1844 73 456 74 1208 75 457 71 82 44 63 830 520 81 1418 82 432 83 1989 88 300 499 87 1571 88 840 89 1643 90 301 91 1827 92 1927 93 83 94 1923 95 1991 757 bracht Dia-Meel, bij uitstek geschikt om eenige spijzen te bereiden, die voor diabetici geschikt zijn. De alleenvertegenwoordiging en -verkoop j voor Den Helder in handen gesteld van q d. Plaat, Keizerstraat 52, tel. 426. Zie ai^ nonce. Men verzoekt is te willen vermelden, dat de fruitmand gevallen is op no. 32. Burgerlijke Stand van Den Helder van 17 Nov. 1936. BEVALLEN: C. A. Haagsma—Trap, z. OVERLEDEN: Wed. W. Beekman, 63 jaar. P. Bijl, (m), 56 jaar; W. H. Donkersloot 77 jaar. 84 85 86 96 97 98 99 100 726 598 924 743 Men schrijft ons: De gezonde mensch staat er niet bjj stil, welk brood moeder de vrouw hem voor zet, Hij eet brood bij z'n ontbijt, z'n twaalfuurtje, z'n middagmaal. Hoogstens moppert hij, om dat hij 's morgens geen versch kadetje krijgt, Er is echter een categorie menschen, die snakken naar brood, die héél tevreden zouden zijn met brood van den vorigen dag, maar die het niet hebben mogen. Het zijn de lijders aan suikerziekte, de z.g. diabetici. In het gunstig ste geval laat hun diëet een snipper brood toe en U weet: wat men niet mag hebben, daar gaat zoo vaak het verlangen naar uit. Het is dan ook een niet weinig interessant bericht, dat wij ontvingen van een van de oudste Leidsche instellingen, de Leidsche Broodfabriek N.V., dat zij er, na langdurige, nauwgezette proefnemingen onder weten- schapelijke leiding in geslaagd is een brood te bakken, in vorm en smaak als gewoon, echt, normaal, maar van een samenstelling geheel aangepast aan het diëet van diabetici, Eveneens is in den handel gebracht Dia- Beschuit, beschuit met een zeer laag zetmeel- gehalte, welke speciaal voor diabetici be reid is. Men deelde ons nog mede, dat begin No vember ook in den handel zal worden ge- Met den najaarsharingvangst in de Wad. denzee gaat het nog niet naar wensch. Niet dat we daarvan zoo'n groote voorstelling heb. ben, want sedert lange jaren is deze visscherij van weinig beteekenis, maar het zoii ons aan- genaam zijn, indien we in dit opzicht eens een wat beter geluid zouden kunnen laten hooren, De spieringvangst nabij den Afsluitdijk schijnt echter nogal eenige bevrediging te geven. Vroeger vernam men van dergelijke visscherij in die buurt niet veel, maar sedert de afsluiting van de Zuiderzee, is er een toe- name merkbaar, terwijl die visscherij op het IJselmeer aan het afnemen is. Vandaar mis schien, dat er behoorlijke prijzen voor betaald worden. Vroeger was er uit het IJselmeer een drukke verzending van spiering naar Frank- rijk en het zou te beproeven zijn daar ook nog afzet voor het product te vinden. De regeering van België heeft op de be grooting uitgetrokken een bedrag van 800.000 frank voor het aanleggen van een nieuw vlieg, veld te Ostende. In aansluiting hiermee willen we nog eens wijzen op hetgeen de Schepen Vroome van Ostende onlangs heeft gezegd omtrent dit aan te leggen vliegveld n.l„ dat dit een mogelijk, heid opent om den vischexport te bevorderen, En we wezen er op, dat men zich hier te lande ook op deze wijze van vischvervoer meer had in te stellen. Juist Maandag spraken we met een hande. laar te IJmuiden over het verloren export terrein voor onze visch en deze meende, dat het moeilijk zou zijn deze weer op het peil van vroeger te krijgen. Zwitserland beschouwde deze handelaar nog als het land met eenige mogelijkheid voor vischafname, omdat dit zelf afhankelijk was van import. Wie weet welke mogelijkheden er nog lagen indien het tot verwerkelijking van luchttractie zou kunnen komen. Het zou toch goed zijn eens een calculatie op te stellen, tegen welke vervoerkosten deze tractie naar dat land mogelijk zou zijn. Checho-Slowakije kan dan daarnaast mis schien in aanmerking komen. Al heeft men dan daar den vischinvoer gecontingenteerd, het blijkt ook nu pas weer met de haring- zending van 600.000 kilo, dat dit nog geen afwijking daarvan uitsluit, mits er tegen prestatie aanwezig is. Het wordt dan een kwestie van ruilhandel, en of dit nu in geld, dan wel in goederen is, komt tenslotte toch op hetzelfde neer. Hoofdzaak is, dat onze be drijven ruimer armslag krijgen, waardoor de welvaart wordt bepaald. Getracht dient te worden allerlei mogelijk heden onder het oog te zien. Oude banen zijn niet meer begaanbaar en dus moeten andere wegen betreden worden; en al lijkt dit lucht vervoer van visch nog iets van de verre toe komst, er kunnen misschien zeer binnen kort technische vindingen worden gedaan, die dit luchtvervoer tot de gewone dingen gaan maken. 48) Keating greep den brief, dien zijn onder geschikte hem had aangeboden, en een oogen- blik dacht Brown, dat de inspecteur op het punt stond te barsten. Toch gebeurde dat niet, maar hij maakte eenige opmerkingen, waarvan de eerste niet te herhalen is, en de tweede niet erg stichtelijk. „Wel vervloekt! Heb je me om twee uur 's morgens een brief te brengen, jou stapelzot toonbeeld van stomheid! Waar, alle donkers, denk je, dat de post voor dient?" „Neem me niet kwalijk, meneer," verde digde Brown zich schuchter, „maar misschien zoudt u beter doen, den brief eerst te lezen. Hjj is van eh een vriend van u." Hij keek waarschuwend naar den hotelier, die gebleven was, om te zien of een van zjjn gasten misschien krankzinnig zou blijken te zijn, en brand wilde stichten. „Een vriend van mij stuurt me geen brief om twee uur 's morgens;" bulderde Keating. „En wat jou betreft, voor twee spie zou ik je je hart uitsnijden .en het hem daar laten opvreten!" Hij keek daarbij den kleine hotelier aan, die zich gereed maakte een heldhaftig ant woord te geven, 't welk echter voor de wereld verloren ging, omdat op dat oogenblik een stem van boven zeer nadrukkelijk „Henry!" riep. En Henry ging, om zijn bezorgd vrouwtje uit te leggen, „dat luj in 't geheel niet in de gelagkamer geweest was en bier hem boven dien zoo vroeg niet goed bekwam." Hij liet een beangsten detective achter en een in specteur, die op springen stond. Terwijl Keating den brief begon te lezen, nam Brown een strategische positie in aan den voet van het bed, en bad, dat Kaye's brief geen nieuws mocht bevatten, dat den inspec teur zou nopen, de onheilspellende stilte te verbreken met een nog onheilspellender rede voering. „Dat is nou, wat Kaye vriendschap noemt," merkte Keating tenslotte bitter op, en stapte uit het bed om zijn kleeren bijeen te gaan zamelen. „Hij noemt het een nachtfeestje. Hij denkt.dat ik er van houd. Drie mijl sjouwen, den heelen weg bergop, en een gezelig warme garage aan het eind ervan. Heeft die dief achtige dreumes mijn onderbroek gejat?" Detective-sergeant Brown reikte hem het bewuste artikel bedeesd aan. „Hoezoo, mijnheer?" waagde hij. „Dat van die garage vat ik niet goed." „Nee, al wat wij vatten is rheumatiek, in die verrotte garage. Waarom voor den duivel gaat Kaye daar zelf niet op wacht staan?" „Over die garage begon Brown. „Naar de hel met die garage, en met jou erbij! Als je dien grooten leelijken hoef ten minste van mijn sok nam! Als Kaye denkt, dat ik vannacht naar de stad zal rijden, heeft hij het gruwelijk mis kijk nou die sok eens, lummel. Veeg je voetsn dan af, aan de .sprei, of zooiets." Terwijl hij zich aankleedde, bleef hij met tusschenpoozen herhalen, wat hij superinten dant Kaye en de detective-sergeant Brown, bij een meer passende gelegenheid zou aan doen, en tenslotte kondigde hij terloops aan, dat hij gereed was voor het vertrek. In de hal sloeg hij bijna de vrouw des huizes neer, die, door Henry's redekunst niet overtuigd, be sloten had, in persoon opheldering te gaan vragen. Eén blik op inspecteur Keating's ge zicht deed haar inzien, dat alles zijn tijd heeft, en dat twee uur voormidadgs de tijd is om te slapen. Toen de inspecteur en zijn metgezel op Marske House aankwamen, had Keating zijn voorraad krachttermen uitgeput, maar hij was volkomen bereid, Brown van dienst te zijn met een herhaling van zijn repertoire, en ging er ook toe over, toen hij de steenen garage in 't oog kreeg, waarin hjj veronder steld werd, de rest van den nacht door te brengen. De deur was niet gesloten, en zoodra zij binnen waren, bevonden zij zich in de diepste duisternis. Binnen een paar minuten had Keating vijf van de vele manieren ontdekt, waarop men de huid van zijn scheenen kan schaven. „Hoe lang moeten we hier parkeeren, mijn heer?" vroeg Brown fluisterend. „De hemel alleen weet het," gromde Keating. „Kaye zegt, dat hij den wagen klaar wil hebben voor onmiddellijk gebruik, en dat hij ons een teeken zal geven, als hij ons noo dig heeft." „Ons een teeken zal geven? Hoe dan?" „Hoe voor den duivel kan ik dat weten? Op de ruiten tikken met een vlok watten, denk ik. Vervloekt, wat is dat?" „Dat" was met zijn hoofd in aanraking gekomen en bleek bij nader onderzoek een kast te zijn. Kaeting knipte zijn zaklantaarn tje aan en maakte ze open. In de kast hingen en lagen tal van schroevensleutels, bougies en andere gereedschappen en onderdeden, die bij een wagen behooren. Maar op de bo venste plank stond iets, dat meer aan Kea ting's vak deed denken. Het was een kleine doos, waaruit aan de voorzijde drie ebonieten handles staken en aan den achterkant voelde Keating een ronden ebonieten ontvanger. „Dat ziet er uit als een dictograaf, mijn heer," waagde Brown. „Allicht, omdat het een dictograaf is," stemde Keating hatelijk toe, en begon zijn vondst te onderzoeken. Brown gromde wat, haalde zijn dienstre volver uit den zak en ging voorzichtig de ga rage uit, om op het pad naar den moestuin wat heen en weer te gaan loopen. Hij had misschien twintig passen gedaan, toen Kea ting zich bij hem voegde, en samen drentelden zij verder. Plotseling hief Keating de hand op: ergens om den hoek was een bekende stem aan het spreken een bekende stem maar ze klonk heel ongewoon. Het duurde een paar seconden, voor hij besefte dat 't Bar bara was, die sprak. Toen deed hij een paar stappen vooruit - en stond stokstijf stil. Voor het rhodondendronboschje had hij twee gestalten gezien, mannen: de eene was Kave en de ander moest Barbara zijn, met man- nenkleeren aan. Verlamd stond Keating te luisteren naar haar hartstochtelijk, smalende woorden. Het bejron hèm had en toen zag hij als In trance hoe O^hT hij 'iefhad' een revolver ophïf Op hetzelfde oogenblik hoorde hij een tre' luid van Brown naast zich en Bmw" toen h,„ armen m (Jg ^«'Me .t«M° „K*ye °°?en en 0a.r S H r"' Keek langzaan, en zae elf nlet van zich af. Keatimr en n Paar meter een uitdrukkmj Tan^d/T Er de oogen van den PSte eIlende ln eigen oogen t^CteUr- maar K^'s op te merken hij bel0' v®rduisterd om dat 10°r «ht en vïï rhododendrons in den kuil, die bijna zijn graf geweest was. Toen Kaye weer bijkwam, was het eerste wat hij zag, het gezicht van Keating, die naast hem neerknielde en naar de hand boeien staarde, die hij den superindendant had afgenomen. Een eind verder lagen de Morco- viaansche smaragden en een fortuin in bank biljetten veronachtzaamd in het gras. Kaye stak zijn hand uit en klopte zijn vriend op den schouder. "Het spijt me, ouwe jongen," zei hij een voudig. Keating keek droevig langs hem heen. „Jouw schuld niet," zei hij barsch. „Is zij...? „Neen. Brown heeft op haar schouder ge* mikt. Zij is alleen maar vleugellam, maar Larry is er slecht aan toen en Jan heeft hersenschudding. We hebben Kate Alice ge vonden, vastgebonden aan haar bed en half razend. De ambulance is onderweg." „Een goede opruiming," meende Kaye, en krabbelde pijnlijk overeind. Keating knikte en keek om naar het huis, waar Brown Barbara had binnengebracht. „Ik heb altijd gezegd, dat vrouwen niet deugen, zei hjj ruw, „en mjjn eerste werke- ijk avontuur met een van haar bewijst het." Zelfs op dat oogenblik kon Kaye niet na- aten, met een citaat aan boord te komen, en ditmaal van Kipling. „Er was eens een dwaas, en hjj aanbad een hersenschim..." Hij brak plotseling af, toen hjj de smarte lijke uitdrukking in Keating's oogen op merkte. „Neen, misschien niet," zei hij zacht, en voor den eersten en den laatsten kgpr in zijn leven liet hij zijn vriend in den steek, om hem alleen een strijd te laten uitvechten/ waarbij hij hem toch niet helpen kon. ?UWDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 6