Raadsels Hij gaf het nog zo gauw niet op* Beste Jongens en Meisjes Kindervriend Nieuwe Raadsels Wat mankeert er aan de dieren n. Zijn sprookjesmoeder. Haar wenskleed, SS i. Ruilhoekje. Het tekenen van een konijn en een wesp. ,0 't Wordt echt Sinterklaas-tijd, de wind waait door de schoorsteen en als je goed luistert, dan hoor je zwarte Piet zijn pakjes naar beneden gooien. Mijn kinderen hadden Zaterdagavond voor het eerst hun schoen gezet en hun hele Sinterklaas repertoire af gedraaid. En waarlijk, Zondagmorgen, toen het nog donker was, ging m'n oudste jongen, die zes jaar is, al naar beneden, om de zaak voor z'n broertje en zusje te verkennen. We hoorden plotseling een soort Indianen gebrul en een vreugde-dans en dat was het duide lijkste bewijs, dat het zingen van Zaterdag avond niet tevergeefs was geweest. En je be grijpt, nu zingen ze iedere avond. En de winkels zijn ook al in „Sinterklaas stemming", zo echt feestelijk aangekleed, het is een plezier om door de straten te wandelen en van de étalages te genieten. Nu is het wel jammer, dat je op het platte land woont, want de stad is nu zo aantrek kelijk, dat je eens moest proberen een Zater dagmiddag met moeder over te wippen «n b.v. een tochtje naar Den Helder te maken of "haar Alkmaar, dat is beide dicht in de buurt en in beide steden vind je fijne winkel straten. Het boek is gewonnen door: DORA NOORDERMEER. Spoediger dan je gedacht hebt, Dora, win je een prijs en dus zie ik je blije gezicht voor me, nu ik feliciteer je met dit buitenkansje. Je adres kon ik niet achter je naam schrijven, om dat je dat zelf verzuimde. Poppenmoedertje, Soerabaia. Ik kom eens even naar jou overgevlogen, Poppenmoedertje. Wij hebben hier op het ogenblik wel wat warmte nodig en als je ons in een trommeltje wat over kan sturen, graag, we bibberen soms, als we hier langs de weg gaan en bij jou is het zo heel, heel warm schrijf je, zó warm, dat je er moe van wordt. Als er wat meer Indische vriendjes meedoen, dan wil ik onder die Indische vriendjes en vriendinnetjes wel apart een boek verloten. Dan kunnen jullie gewoon de raadsels oplossen en insturen. Dag, tot volgende keer, doe maar flink je best in de tweede klas. Nellie Christiana. Bijna was ik op tijd met m'n gelukwens voor je verjaardag van giste ren, Nellie, en ik durf vandaag nog best bij je binnenwippen om je heel hartelijk geluk te wensen met je negende verjaardag. Luitje Folkerts. Dat is fijn werk, Luitje, figuurzagen. Dan zie je wat moois onder je handen groeien en iets waar je misschien later ook nog wat aan hebt. Maar je moet het veel doen, om het goed te leren. Henk Doeleman. Of het een leuk clubje bij jou thuis is, Henk, gezellig zo met z'n vijfjes en leuk dat jij met je zusje gel(jk naar school gaat en dat jullie zo goed met elkaar over weg kunt, al trek je haar misschien ook wel eens aan haar haar en krabt zij je wel eens over je wang, want zo zijn meisjes, net jonge poesjes. Annie Moor. Ja, die liedjes, die jij straks moet zingen ken ik ook allemaal, Annie, be halve natuurlijk dat „Prins Bernhard lied". Wil je dat eens voor me opschrijven? Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag. Dat is leuk, Loeki, dat je ook het kinderverhaaltje inplakt en kleurt. Wie weet, win jij een prijs. Wordt Den Haag al zo mooi? Nu, in Den Helder wordt straks ook heel wat werk van de versiering gemaakt. Stuur je duiven maar eens over, dan kunnen die je het nieuws van onze stad brengen, 't Zal fijn geweest zijn denk ik met dat paardje langs het strand rijden. De groeten aan Leon, Pieni en Marietje. Jantje Koomen. Wat jammer, Jantje dat ik je nu toch niet gezien heb, met Sinte Maarten en dat nog wel, terwijl jij zo'n fijne lantaarn had. Dirk Johan Mosk, Breeeand. Wat kreeg ik weer een keurig briefje van je, Dirk, 't is leuk dat jij nu ook meedoet en dat je zo'n goed kope oplossing gevonden hebt om je raadsels naar Den Helder te krijgen. Ik hoop dat ik je nog eens een boek kan sturen, of een taart. Jij zeker ook, hé? Loesje Flotat. Dat begrijp ik, Loesje, dat je het niet leuk vond om met Sinte Maarten een paar centen van je vader te krijgen, als je dan maar niet langs de deuren ging. Het fijne van het feest is natuurlijk juist dat, wat je zelf ophaalt. Nu, mijn drietal mocht ook met een lichtje, hoor, maar alleen bij familie en goede kennissen. Ze waren er dagen tevoren al vol over. Tint v. Os. Ja, dat mag natuurlijk, Tini, dat jij en Martin me samen een briefje schrijven en als Martin ook al een beetje puzzelen kan mag hij ook meedoen en anders .moet hij nog een jaartje wachten. Ik ben jou vast al vaak tegengekomen, want ik zie dikwijls de kinde ren van de Catrina school voorbijwandelen, als ik naar huis ga. Henk Ruiten. Als je met een goed zwart potlood schrijft, zodat ik het lezen kan, Henk, vind ik dat uitstekend, hoor, als het maar geen houtje is, want daar heb ik m'n ogen nog te lief voor. Ik begrijp dat je 17-jarige zusje niet meer meedoet. Beppie Vink. Hartelijk dank, Beppie, voor die 25 bonnen „De Boerderij". Zo schieten we op en heb ik gauw de album bij elkaar. Ik vond het erg aardig van je. Je vader heeft hem dus gisteren op z'n verjaardag gehad, 't Was zeker een fijn feest, hé? Rens Nieuwenhuizen. Wat een feest, Rens, die verjaardag van je zusje, en al die vrien dinnetjes bij haar. Wat een pret zullen jullie gehad hebben. Je moeder vond het natuurlijk ook fijn, maar ik denk dat ze 's avonds toch ook wel een beetje blij was, toen al die feest vierders in bed lagen. Theo Bruning. Moed verloren, al verloren, Theo, ook deze week verhuisde het boek naar een ander adres dan de Emmastraat, maar dat geeft toch niet, wij kunnen iedere week gezellig met elkaar babbelen. Willy Kerkhoven Het beste is, dat wan neer jij een taart wint, Willy, dat je zusje er minstens de helft van krijgt, want die heeft je zo trouw geholpen, daar heeft ze een beetje recht op. Annie Ouwerkerk. Jij bent zeker een vrien dinnetje van Tini v. Os, Annie. Op dezelfde school en in dezelfde buurt. Jullie gaan zeker vaak samen heen. Of vergis ik me Jullie had den ook alletwee van dat gezellige postpapier. Cor de Jong. Je hebt gelijk, Cor, vijf jaar geleden kon jij nog niet meedoen, want een vierjarige dreumes die kan alleen maar raad sels verscheuren, maar niet oplossen, 't Was ook maar een grapje van me, hoor. M. Hoogendijk. O, wat is zo'n voornaam toch moeilijk, hé? Je vergeet hem telkens. Ik ook, die van jou tenminste. Trijntje Jans. 't Is ook voor anderen veel leuker als je eigen naam in de krant staat, Trijntje. Zo'n schuilnaam kent natuurlijk nie mand anders dan jij en ik en kennissen vinden het toch wel leuk om je naam te zien. Rika v. Os. Je nichtje uit Indië mag me schrijven, hoor, Rika, want je ziet dat ik van daag ook een briefje beantwoord van een vriendinnetje uit Soerabaia. En nu, heel har telijk gefeliciteerd met je tiende verjaardag, die je morgen viert. Ik hoop, dat de zon de hele dag schijnt, maar als dat soms niet het geval mocht zijn, dan hoop ik toch dat ze in je hart schijnt. En ik wens je een heel geluk kig jaar. Corrie Lubsen. Ik heb gelezen van die bazar van jullie, Corrie. Je zal het wel fijn vinden, want er is altijd iets feestelijks aan verbonden, al zou het alleen maar zijn het bezoek van al die mensen, want die komen natuurlijk en dan de gezellige aankleding van het clublokaal. Jopie Vogt. Je hadt me zeker vorige week geen briefje geschreven, Jopie, anders had je wel wat van me gehoord, want er gaat geen briefje weg, zonder antwoord. Johanna Kohier. Eerst je vraag over die plaatjes van het Kinderverhaal, Joh. Je moet natuurlijk en dat is veel aardiger, het ver haaltje dat onder het plaatje staat, ook uit knippen en onder het plaatje plakken, precies zoals het in de krant staat. Het plaatje kleur je dan. Je zal eens zien hoe leuk zo'n boekje wordt en dan is er nog de kans van een leuke prijs. Ik hoop Maandagmiddag om vier uur op kantoor te zijn, dan vraag je maar naaj den Kindervriend en zal ik je een en ander uit leggen. Want: belofte maakt schuld. Je mag natuurlijk ook even na vieren komen. Margaretha v. d. Vliet. Leuk dat jij ook meedoet met de kleurwedstrijd, Gretha, ik ge loof dat er heel wat vriendjes en vriendinnetjes aan de slag gegaan zijn èn het is ook niet zo moeilijk, hé, een kwestie van een beetje smaak. Jongens en meisjes, ik ben door de briefjes heen en stop dus. Tot volgende week. Onderwijzer: Tevreden is een mensch eigenlijk nooit. Hoe meer hij heeft, hoe meer hij wil hebben. Jongen, die juist een pak slaag gekregen heeft: Nou, ik niet. Oplossing reedsels vorige week: I. Azië, Maan, Even, Rood, Iets, Krijt, Anna. 't Gevraagde werelddeel is AMERIKA. II. Aal, Bal, Dal, Gal, Hal, Val, Wal, Zal. Goede oplosisngen ontvangen van: Arie de G., Nellie C., Luitje F., Sientje H., Frits C., Reinhard K., Henk G., Reijer E., J. B., Annie M., Pieter Frans G., Grietje v. d. W., Wijnand K., Frida de B., Loeki v. d. W., Den Haag, Janje K., Zilverschool Han G., Dirk, Johan M., Breezand (N.H.), Loesje F., Tini v. O., Dora N„ H. R., Jan B., Koen C., Joop v. E., Eef H., Rens N., Theo B., Tiny B., Eddy de M., Willy K., Nellie O., Annie O., P. de K., Cor de J., Joosje D., Tieny C., M. H., Trijntje J., Rika v. O., Corrie L., Strooweg, Cocosnoot, Neeltje C., Johanna de C., Coentje C., Riena S., J. V., Johanna K., Nettei H., Margaretha v. d. V. i. iilMii:'!:;!.; i'ihiii II.: i.fii"""1"- - Onze tekenaar moest enige dieren voor ons tekenen, maar hij had geen tijd om naar ae dierentuin te gaan en daar de dieren na te tekenen. Hij deed het nu uit zijn hoofd en hoe wel hij het vrij aardig gedaan heeft, zit er toch in ieder dier een fout. Zouden jullie kunnen zeggen welke 8 fouten er in de tekening zitten 'k Ben niet in blauw, maar wel in rood, Niet in levend, en toch in rouw. Wat ben ik? door VIOLETTE CARR. De hele dag was het huis in rep en roer geweest, maar Dikkie had er zich niet van aangetrokken. Hij was maar kalm aan het kleuren van zijn prenten gebleven. De tantes en oma vroegen hem al gedurig: „Herinner je je haar niet meer vent?" „Ik heb haar nooit gezien, Oma; maar wèl heb ik haar telkens geschreven." Ze vonden het onbegrijpelijk, dat Dik zijn allerliefste moeder zou vergeten hebben, die hem, nu twee jaar geleden, hier aan huis gebracht had. Zijn oom was er ook en die kon het eindelijk toch niet langer uithouden en wilde zich persoonlijk nog eens overtuigen, of Dik nu alle herinnering aan zijn moeder verloren had. „Dikkie!" riep hij opeens. Die uitroep kwam ons jongmens zó onver wacht, dat zijn personeel de verkeerden kant uitgleed en hij al met héél bedroefd stemme tje klaagde: „Hè, Oom, wat deed u mij daar schrikken! Nu heeft die dame een heel groen gezicht! Net als de bomen. „Dikkie, herinner je je moeder niet meer?" Dikkie schudde het hoofd. „Neen, Oom, ik geloof niet, dat ik haar ooit gezien heb." „Ben je dan niet blij, dat moeder morgen komt?" Dik bleef het hoofd schudden met een kop pige glimlach. „Zij komt niet écht thuis, fluisterde hij ge- heimzining. „Dat maken ze me maar wijs, om me zoet te houden." „Maar Dik, je weet toch wel, dat groot moeder je niet zo iets vertellen zou, als ze dacht, dat het niet waar was?" „Maar hoe kan moeder nu thuis komen, als ik helemaal geen moeder heb?" „Geen moeder heb?... Maar Dikkie!" „Neen, ik heb geen moeder, zoals andere Jongens. Maar ik vertel u liever niet waar om." „Waarom niet? Ik ben er nu juist zo heel erg nieuwsgierig naar!" „Dan vertelt u het en dan is alle aardig heid er af!" „Ik beloof je van neen, Dik." „Wel, ze is een fee! Ik en nog een andere jongen op school, hebben feeënmoeders." „Maar Dik, daar sta ik nu toch van te kij ken." Toe, vertel er mij eens wat meer van!" Dik gooide zijn penseel neer en kwam wat dichter bij oom, terwijl hij zei: „Moeder leeft in feeënland. Ze rijdt op oli fanten en kamelen en die olifanten hebben goud aan hun snuiten en ze heeft een wens kleed, en als ze maar in de handen klapt, brengen zwarte slaven haar al wat ze hebben wil." „Hoe ziet dat wens-kleed er uit, Dik?" vroeg Oom. „Rood en wit. En zodra ze daar een ring op legt en een wens uitspreekt, wordt die vervuld." „Maar Dik, hoe kan je moeder nu een fee zijn? Ze schrijft je wel eens." „Ja," antwoordde Dik, „maar het zijn ook echte feeën-brieven, met echte feeën-letters!" „Laat mij er eens een zien!" Dik haalde zijn hand uit zijn zak en reikte Oom een vierkantgevouwen brief over. Die brief was zoo'n dun papiertje, dat oom hem eigenlijk niet goed durfde aan te pakken. De eerste woorden las Dik hardop: „Beste Jongen..." „Maar Dik, dat is heus niet waar. Je moeder is een gewone vrouw, wie heel lief en aardig, maar van vlees en bloed, hoor!" zei Oom, die misscnien bang was, dat Dikkie's fantasie hem anders nog te ver zou voeren. „Neen, neen! En Eggie's moeder is óók een fee; die komt altijd op St. Nicolaas gelijk met Sinterklaas zélf." „En komt jouw moeder ook op Sint-Nico- laas „Ja zeker, Oom. Hoe zou ik anders mijn fiets en mijn wagen en mijn trom en alles hebben gekregen?' hijgde Dik. „En je hebt haar nooit gezien!" wilde Oom hem vangen. „O, ja!" En terwijl de kleine neef zich toen, heel geheimzinnig tegen zijn Oom aandrukte, zei hij: „Ik zie haar dikwijls in de nacht. Laatst, toen de maan zo helder scheen en er allemaal sterren aan de lucht stonden, boog zij zich over mijn bed heen. Ik hoorde het nog net twaalf slaan. En het was Juf niet, of tante Marie; maar moeder... En ze was een echte feeën-moeder. Oma denkt, dat ze morgen terugkomt, maar dat is niet zo!" „Nu, je zult dan zelf wel zien," berustte oom er eindelijk maar in. „Ik heb ook al dikwijls aan haar geschreven en Eggie ook aan zijn moeder. En dan zenden wij het weg met een zwaluw." 't Was al bijna middernacht, toen Dik wak- kre werd. Hij ontwaakte, doordat de deur zachtjes opengedaan werd, en er iemand bin nentrad. Iemand, die nu aan zijn bedje stond en hem toelachte, niet tranen in de ogen. „Ik wist wel, dat u komen zoudt!" zei Dik kie, zijn zachte wang tegen de hare aanleg gend. „Ze zeiden, dat u „echt" was, maar ik weet wel beter! Ik heb een lekker chocolaadje voor u bewaard... daar op tafel ligt het" „Maar Dik, ik ben echt. Heus waar' mijn jongen, en nu ga ik nooit meer weg." Maar Dik was al weer in slaap. „Wel. jongen, is je moeder nu nog een fee'" Ar «e véél „Dat zou ik ook menen, beste jongen viel Om. In. „En nu UK, moedet Jk «JJ "Modern. Schoenmakersjongen: Baas als ie eens aan mijn ooren trekt, ga ik dir g mijn advocaat, hoor! 1 naar Ik heb 140 Verkade bonnen (de Boerderij) en wil deze ruilen voor hetzelfde aantal Hille'a bonnen, oude of nieuwe. A. A. Roels, De Ruyterstraat 18. Hier zien jullie hoe je moet beginnen om een konijn op een heel gemakkelijke manier te kunnen tekenen, ook de wesp 's op deze manier niet moeilijk na te tekenen. Als je de tekeningen gemaakt hebt, is het een prettig werkje ze daarna te kleumen. EEN VERHAAL ZONDER WOORDEN!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 18