Stadsnieuws
De strijd om de
„B etty
Bonn"
Mogen wij
ZicaiU
Waar gaan we heen?
P'Misdag 24 November 1936
Het Prinselijk huwelijk
en de uitverkoopen*
De inzameling van den
Bond van Barmhartigheid
Heldersehe zweefvliegclub»
Christus bij Rembrandt
Juwelier Beemsterboer
F e ullleton
Tweede Blad
Licht op voor alle voertuigen
„Baron Tip"*
Sint Nicolaas als gast bij de
firma Kannewasser-
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Hollands Noorderkwartier, gevestigd
te Alkmaar, heeft besloten, in verband met
de vaststelling van den datum van het
huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana en de
daaraan verbonden feestelijkheden, krach
tens art. 12 derde lid van de Wet op het
Uitverkoopen, voor alle groepen van win
kelneringen als tijdvak aan te wijzen,
waarbinnen de opruimingen zullen mogen
worden gehouden in de gemeente Den Hel
der: Woensdag 13 Januari tot en met
Vrijdag 12 Februari 1937.
Het zal derhalve in deze gemeente in
gevolge art. 15 der wet op het uitverkoo
pen strafbaar zijn, aankondiging te doen
van verkoopen als „jaarlijksche oprui
ming", „halfjaarlijksche opruiming", „sei
zoenopruiming", balansopruiming" of „in
ventarisopruiming" in het tijdvak van 1
Januari tot en met 12 Januari 1937.
Burgemeester Ritmeester en kapi-
teine Paul voeren het woord voor den
H.R.C.O.
Voor de op morgen te houden inzameling
van den Bond van Barmhartigheid heeft
gisteravond voor de Heldersehe luisteraars
onze Burgemeester een woord van aanbeve
ling gericht en gewezen op den grooten nood
die in vele gezinnen ook in deze gemeente
heerscht.
De burgemeester zeide, dat hij het gelukkig
achtte dat het zoo koud was en dat juist
op dit oogenblik velen bij de warme kachel
zouden zitten en nu wellicht zouden willen
luisteren naar hetgeen hij te zeggen had. Het
is in 't belang van degenen, die het goed heb
ben, aldus de burgemeester, maar nog meer
in het belang van hen, die gebrek lijden aan
het allernoodzakelijkste. Het is een voorrecht,
dat er in deze gemeente menschen zijn die er
dag aan dag op uit trekken om de armen te
helpen aan kleeding en schoeisel, aan meube
len en geld. Daartoe is ook Uw steun noodig.
Wilt gij ons helpen Kijkt Uw kasten, Uw zol
ders eens goed na; ziet wat ge geven kunt;
velen zijn bereid om de kleeding te herstellen
en na te zien. Verleden jaar zijn er ruim 7000
stuks kleeding uitgereikt, vreugde bracht dat
in de arme gezinnen, maar ook vreugde aan
de onbekende gevers. Luisteraars, legt dus Uw
kleeding en wat ge meer missen kunt klaar,
en laat dan de Woensdag, die aanbreekt, een
dag van vreugde zijn, vooral voor degenen, die
het gaarne belangeloos bij U komen ophalen.
Verder dankte de burgemeester voor de
aandacht en gaf toen het woord aan kapiteine
Paul.
Toespraak kapiteine Paul.
Na een dankwoord aan den burgemeester
zeide de kapiteine o.m.:
Gedurende alléén het afgeloopen jaar werd
door middel van den Bond van Barmhartig
heid pl.m. 7000 stuks kleeding uitgereikt,
daarnaast zooveel andere nuttige dingen als
dekens, babygoed, huishoudelijke artikelen.
Dit zijn cijfers die voor zich zelf spreken en
zijn tevens het bewijs, dat de inwoners van
Den Helder aan de zijde gestaan hebben van
den Bond van Barmhartigheid.
Ook dit jaar, nu we weer staan voor den
winter, die voorspeld wordt als een strenge
koude winter, voelen we ons gedrongen meer
dan ooit, om de helpende hand te bieden aan
hen die net genoeg hebben om van te eten,
maar voor wie kleeding zoo'n groot probleem
is; geen enkele week blijft er iets over om
een stukje goed te koopen. Het is voor velen
erg moeilijk, vroeger werd er voor gewerkt
en met wat overleg kon men zichzelf helpen.
Vandaag is de werklooze dag lang en vol zor
gen voor vader en moeder beiden. Ja mis
schien mag ik U vertellen uit mijn ervaring
als Heilsofficier dat velen den moed voor het
leven verloren hebben. We willen graag bid
den en werken. En als arbeidsveld beschouwt
het Leger des Heils ieder die dringend hulp
noodig heeft, ongeacht van welke richting.
We willen onze krachten en tijd gaarne be
langeloos geven, het goed ophalen, sorteeren,
verstellen, naaien en stoppen, de autoriteiten
van de Marine geven hun medewerking door
de goederen te desinfecteeren, de Gemeente
is zoo vriendelijk eenige schoollokalen voor
dit doel af te staan, maar gij geachte
luisteraars, gij moet het geven. Vriendelijk
en met klem verzoek ik U, gééf iets, dat
beteekent, ruimt niet afgesleten goed op,
waar ge ook zelf niets meer aan hebt, om
dat het totaal op is, maar géven beteekent,
iets afstaan wat nog waarde heeft waar
anderen nog plezier van kunnen hebben.
Dank Uw winterjas wat eerder af als ge
gewend zijt. Dames ziet Uw linnenkast na,
wellicht zijn er onderkleeren die ge kunt
missen, bedenkt dat het toch nog gemakke
lijker is, om te geven dan om het aan te
pakken.
A.s. Woensdag zullen de vrachtauto's
(ook voor dit doel belangeloos afgestaan)
door onze straten rijden, men zal U vrien
delijk vragen of Uw pakje klaar ligt, doe
wat ge kunt doen!
Die zich des armen ontfermt, leent den
Heer, en Hij zal hem zijne weldaad ver
gelden.
Men schrijft ons:
Dank zij het prachtige weer kon er Zater-
dag en Zondag druk gevlogen worden, Ver
schillende leden kregen hun proefles, en een
verder gevorderde mocht „los" vliegen, d.w.z.
dat hij door den auto op een hoogte van 2 m
het heele veld werd rondgesleept, hetgeen na
tuurlijk veel belangstelling trok. Een ander lid
slaagde er in de proeven voor het B-brevet
met goed gevolg af te leggen. Vele voorbij
gangers namen een kijkje bij de vluchten, uitge
voerd door de instructeurs der zweefclub, die
vol lof zijn over de goede vliegeigenschappen
van onze Zögling. Vol verwachting kijkt ieder
lid uit naar het tweede toestel, de 12 m Zög
ling, die reeds op komst is; dat is een ver
beterde uitgave van de 10 m Zögling, en de
prestaties, daarmee te behalen, zullen dan ook
veel gunstiger zijn. Bij goed weer zal elk
week-end geoefend worden, een attractie
voor Den Helder, want het loont beslist de
Uw ST. NIC.
GESCHENK
NU reeds voor U
reserveeren?
U kunt het dan halen wanneer
het U gelegen komt.
Nu kunt U rustig Uw keuze
bepalen.
moeite om eens te gaan kijken hoe rustig de
zilveren vogel boven het veld zweeft, nadat
hij door den auto pijlsnel naar een hoogte van
ongeveer 200 m is gesleept.
Boeiende lezing door de. P. J. Smidts.
In een nagenoeg geheel gevuld Doops
gezind Kerkgebouw heeft gisteravond ds.
P. J. Smidts een lezing gehouden over het
onderwerp „Christus bij Rembrandt".
Het is wel zeer verheugend te mogen
constateeren, dat ook in onze plaats nog
belangstelling voor de hoogere dingen des
geestes blijkt te bestaan. Een belangstel
ling, die des te meer verdiend was, gezien
de zeer verzorgde wijze, waarop de spre
ker zijn auditorium heeft verteld van een
der grootste figuren die Holland ooit ge
kend heeft: Rembrandt van Rijn.
Ds. Smidts ving zijn betoog aan met er op
te wijzen, dat de figuur van Rembrandt juist
in deze dagen zeer en voque is. In de laatste
jaren verschenen regelmatig studies en romans
over hem, (o.a. van Jan Poortenaar, Van Loon,
Theun de Vries e.a.) en voorts is daar de
momenteel in het centrum der wereldbelang
stelling staande film van Alexander Korda,
waarin de figuur van Rembrandt uitgebeeld
wordt door Charles Laughton.
Men zou zich bij dit alles, aldus spr., kunnen
afvragen of hier sprake is van een algemeene
opleving der nationale waarden. Zoo ja, dan
mag men dit alleen maar als zeer gelukkig
beschouwen.
Het is van algemeene bekendheid, dat Rem
brandt de Christus-figuur gevonden heeft, en
hij getuigt hiervan dan ook op rijke en diep
zinnige wijze. Velen begrijpen evenwel niet de
verhouding van Rembrandt tot deze figuur,
temeer, daar het oppervlakkig den schijn heeft
alsof de schilder Christus aan het einde van
zijn leven losgelaten had. Dit laatste is onge
twijfeld niet het geval.
Het is evenwel een bijzonder moeilijke taak
te traehten den merkwaardigen geest van dit
genie te peilen. Een genie, door de beide Rem-
brandt-kenners bij uitnemendheid Just Have-
laar en Smit-Degener genoemd: een univer-
seele geest.
De heer Smits vertelt dan in het kort iets
van de eeuw, waarin Rembrandt schilderde,
Een periode in de schilderkunst, waarin men
brak met den Gothischen stijl en zich alge
meen wierp op het barokke in de kunst. Ook
Rembrandt ontkwam aanvankelijk niet aan
dezen geest. Ook hij uitte zijn Sturm und
Drang, al zijn jeugd-passie en jonge uitbundig
heid in de barok.
Later kwam de stilte in de ziel van Rem
brandt: de stilte, die hem tot de groote bezin
ning bracht.
Hij vindt zichzelve, maar breekt tevens met
zijn tijdgenooten. Hij, Rembrandt van Rijn, de
molenaarszoon uit Leiden, vermeet zich zijn
eigen weg te gaan. Zich niet te storen aan de
macht van den kunsthandel en sloeg de regelen
der klassieke geleerden in den wind en ver
speelde hiermede de gunst van vele zijner
kunstbroeders en tijdgenooten, die zich ver
baasden over zijn eigenzinnigheid enhem
niet begrepen.
Maatschappelijk liep het leven van Rem
brandt dan ook hopeloos mis, doch geestelijk
bereikt hij een hoogte, die wellicht nimmer
door een schilder geëvenaard is geworden. Hij
vond zijn Christus, ziet dezen overal in en
overal achter. En hij schildert, het levende, het
echte, het warme en eenig-ware dat de zuivere
Kunst slechts zoo zelden weet te benaderen.
Niets is nu meer te bespeuren van alle leege
uiterlijkheid in de barok van zijn tijd. Niets
van het slaafs gevolgd Hellenisme, van de
mythologische adoratie, van de aanbeden in-
tellectueele uiterlijkheid.
Van dit alles vertelt ds. Smidts op zeer
boeiende wijze. En voorts van het mystieke
leven van dien merkwaardigen mensch, van
zijn schilderijen en etsen, en van zijn leven,
waarin de figuren van Saskia, Hendrikje Stof
fels en Titus zulk een groote plaats innamen.
dat geheimzinnige zwarte
kereltje, dat altijd zoo guitig
lacht, weet méér dan U
zelf denkt.
Hij weet nu al wat U
krijgt, want hij luistert in
den schoorsteen naar Uw
wenschen.
Hij weet b.v„ dat U graag
een mooie ring wilt hebben
en dat U bij
een heel mooie collectie
gezien hebt voor een prijs,
die de Sint heel gaarne
voor U besteden wil
Dan komt de periode van het einde van zijn
zoo rijke leven. De periode, waarin datgene,
wat men noodlot of de hand Gods zou kunnen
noemen, hem alles, wat de wereld hem ge
geven had, ontneemt. Alles: zijn verafgoden
zoon Titus en Hendrikje Stoffels.
Ongetwijfeld is er wanhoop in het hart van
Rembrandt geweest, vertwijfeling over de
groote eenzaamheid, die over hem kwam,
maar het is even zeker, dat hij dit alles ge
zien heeft in het licht van Christus. En dan
blijkt, hoe hij ook de uiterlijkheid van zijn
schilderijen niet meer noodig heeft om zijn
diepste gevoelens te vertolken. Het uiterlijke
beeld wordt volkomen losgelaten, iets wat in
wezen een grootsche mystiek in zich houdt,
doch dat toch dóór het leven van Remzrandt
te begrijpen is.
Ds. Smidts wijst op het vele, wat dit merk
waardige leven van dezen man ons te zeggen
heeft. Zijn getuigenis, zijn innerlijken ontwik
kelingsgang, en het grootsche in het karakter,
dat ook bij het einde van zijn leven het geloof
aan Christus niet verloren heeft.
Spr. besluit het eerste gedeelte van zijn
voordracht met op het z. i. onjuiste in het
overigens voortreffelijke werk van Theun de
Vries „Rembrandt" te wijzen, namelijk op de
voorstelling van zaken als zou deze aan het
einde van zijn leven kindsch geweest zijn.
Volgens dezen auteur zouden de laatste geniale
voortbrengselen van zijn machtig oeuvre ver
vaardigd zijn in een soort onderbewusten toe
stand, iets, waaraan spr. weigert geloof te
hechten.
Het zijn vervolgens een groot aantal repro
ducties van Rembrandts werken, die gepro
jecteerd worden. Men heeft een, uit den aard
der zaak vrij willekeurige greep gedaan in
den rijken voorraad die deze schilder heeft
geschapen. Daar waren zelfportretten, etsen
en teekeningen. Doch de selectie was in ieder
geval zóó gekozen, dat men specimina te aan
schouwen kreeg uit alle perioden van Rem-
door Friedrich
Lindem a n
5)
Best mogelijk hoorde hij mijn beschuldi
ging, maar hij was er zich niet eens meer
van bewust. Hij zag alles slechts uit zijn oog
punt, dit wil zeggen: het beeld, dat hij zich
ervan gemaakt had. Alle waarschuwingen,
mogelijkheden, drongen niet eens meer tot zijn
hersens door.
Hij hield zijn hoofd grimmig tusschen de
schouders verborgen en mompelde maar wat
voor zich uit. Men kon het hem aanzien. Men
kon duidelijk zien, waaraan hij dacht. Zijn
idee-fixe had volkomen bezit van hem ge
nomen en was op hem ingevreten als roest.
Zulke menschen zijn niet toerekenbaar meer.
Gelooft gij niet...?
Dit was het einde van een lange gedachten-
reeks, dat hjj plotseling uitstiet Hij richtte
zich op als iemand die vastbesloten is. Hij
moest zich uitspreken. Het brak uit hem los.
Verdenking na verdenking, reden na reden,
Waarvan vele zeer zeker een mogelijkheid be
zaten, doch die echter vooreerst slechts in
zijn verbeelding bestonden.
Hij klemde zich er aan vast, zooals anderen
Zich aan liefde of aan wraak vastklemmen,
blind en zinneloos. Zijn handen vlogen over de
tafel heen en weer. Plotseling hield hij mij
een papier voor de oogen. Het was wederom
het dagblad met het blauw-omstreepte artikel.
Hier! Hier! De lijst van aangekomen
schepen van de 16e. Wat staat daar De
„Oostersche" brik „Betty Bonn"! Wie heeft
dat opgegeven? Kapitein Surling. Kende hij
de nationaliteit van het schip? Zeker! „Betty
Bonn" New-York, stond groot en duidelijk op
den zijwand. Hij heeft het zelfs door zijn
verrekijker gelezen!
Waarom geeft hij een valsche nationaliteit
op? Waarom zijn de scheepspapieren niet te
vinden? Ik zal het u zeggen: omdat hij eige
naar en verscheper verdonkere manen wil. Op
zee gevonden goed, waarvan de eigenaar zich
niet of niet op tijd meldt, vervalt aan der
berger. 378.000 frank van den heer Spurling!
Dat was wat!
Hjj heeft zich later bedacht en de nationali
teit van het schip als Amerikaansch aange
geven. Maar waarom?
Omdat hij bang geworden was voor zijn
eigen vermetelheid. Of omdat het hem niet
gelukt is alle kenteekenen van herkomst der
„Betty Bonn" te laten verdwijnen.
En de ontdekking zelf? 4 December 10 uur
's morgens, ontdekte Spurling voor de eerste
maal de „Betty Bonn".
Oogenschijnlijk verlaten. Maar waren er
werkelijk geen menschen meer aan boord?
Gelooft gij werkelijk dat een schip meer dan
24 uur lang zonder eenige bemanning kan
zeilen, koers houden en zelfs van zijn achter
volger wegloopt, zonder dat er iemand aan
het roer staat?
Naturlijk waren er menschen aan boord.
Die drie menschen, waarvan de theekopjes ge
vonden zijn door den sturman. Dezè geschiede
nis van de vinger in de kopjes steken om te
voelen of het warm is, kan zoo maar niet uit
den duim gezogen zijn, die is echt. De men
schen waren er werkelijk en dronken thee.
En waar zijn zij nu? Over boord, Over
boord gegooid!
De heer Spurling had lang genoeg achter
de „Betty Bonn" aangezeild om na vier en
twintig uur te kunnen weten: daar zijn nog
drie man aan boord. De hemel weet waarom
slechts drie man. Maar die drie man zijn vlug
uit den weg geruimd. Zeerooverij is het! Ge
woon zeerooverij en moord!
En u de vraag, die ook Spurling zich wel
gesteld zal hebben: waarom maar drie man?
Ook dit is klaar als een klontje. Denk maar
eens even aan het scheepsjournaal der „Betty
Bonn", dat Spurling misschien door een toe
val niet vernietigd heeft. Van New-York tot
de Azoren, van 7 November tot den 24en
November, dat beteekent dus 17 dagen. In
die 17 dagen maakt de kapitein 7 aanteeke-
nlngen in het journaal.
Maar van de Azoren tot het ontdekken van
het schip, dus van 24 November tot den 5en
December, dat wil dus zeggen de laatste elf
dagen, maakt de kapitein er geen enkele
meer.
Omdat de kapitein er niet meer was. Om
dat het dus niet meer kon. Die drie man, die
sinds 5 December verdwenen drie man van
de „Betty Bonn' waren zelf al zeeroovers en
moordenaars. Die hadden zelf hun kapitein
en officieren al overboord gegooid en waren
nu met hun buit op de vlucht. Dat is ook
de reden waarom zjj op 4 December geen
teeken van leven hebebn gegeven, niet ge
antwoord hebben, toen Spurling ze aanriep.
Ze dachten natuurlijk dat de „Frisco" hun
voorbij zeilen wilde, maar wisten niet, wat hen
Een Christen, zooals de evangelisten
het wilden.
De spr. maakt duidelijk, dat Rembrandt
geen bepaalde aanhanger van een leer was.
Daarvoor had hij een te vrijen geest. Hij
zocht, en wel naar een vrij eren godsdienst dan
die zijn tijd hem bood.
Hoe het ook zij: hij was een diep religieus
mensch, en waarvan de woorden van Emil
Ludwig wellicht nog de duidelijkste taal
spreken: „Hij was een Christen, zooals de
Evangelisten het wilden: uit het hart".
Spr. maakt duidelijk hoe Rembrandt zijn
rijk-religieus voelen in zijn schilderijen, etsen
en andere werken heeft gelegd. Hoe zelfs ge
wone menschen, alledaagsche figuren iets mee
kregen van het eeuwige, het hooge. Hoe de
uitbeelding van een eenvoudig man een ge
leerde werd, en hoe hij de vele episoden in het
leven van den Christus schilderde op een
wijze, die ondubbelzinnig bewees, dat hij dezen
begreep en zich ermede verbonden gevoelde.
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u.
en Zaterdag nam. van 36 u., alsmede op
den eersten Zondag van elke maand nam.
van 35 u.
Dinsdag 2lf November.
R. K. Kerk, Kerkgracht, 8.S0 u. Conferentie
voor niet-katholieken, door Pater A. Win
kel, Dominicaan.
Casino, 8.30 u. Tweede Abonnementsvoor
stelling.
Nieuwe Kerk, Weststraat, 8 u. Concert
Comité Chr. Zangvereenigingen.
Woensdag 25 November.
Casino, 8»u. Concert Muziekvereeniging
„Winnubst".
Donderdag 26 November.
Musis Sacrum, 3 en 8 u. Tentoonstelling
Handwerken, etc., van de Vereeniging van
Huisvrouwen.
Casino, 8 u. Concert Zangvereeniging „Kunst
a. h. Volk".
Witte Bioscoop, 8 u. Reisfilm Ned. Alg.
Reis-vereeniging, afd. Den Helder.
Dinsdag 24 Nov16-25 uur
brandts leven. Zoowel uit zijn passievollen
jongelingstijd als uit dien, waarin een groote
geestelijke harmonie hem zijn geniale meester
werken deed schilderen.
Gezien de groote aandacht, waarmee
de aanwezigen gisterenavond het behan
delde door den heer Smidts gevolgd heb
ben, meenen wij te mogen constateeren,
dat het den spreker gelukt is zijn audito
rium iets bij te brengen van een figuur,
die tot de merkwaardigsten van zijn tijd
behoorde en die ook thans nog iets te zeg
gen heeft tot den mensch van detwin
tigste eeuw.
Aanvang half negen (precies).
Hedenavond gaat in Casino de tweede
der serie Abonnementsvoorstellingen en
voor de zooveelste maal zouden wij er de
aandacht op willen vestigen, dat deze om
half negen precies- aanvangen.
Het lijkt wel zeer moeilijk te zijn hieraan
de hand te houden, maar laat men het «in
ieder geval trachten. Het is prettiger zoo.
Z. H. arriveert morgenmiddag 3 u.
met de Texelsche boot.
Zooals men zich nog wel zal kunnen herin
neren is het sinds jaar en dag de gewoonte
geweest, dat de Spaansche bisschop, vergezeld
van zijn even zwart als trouw factotum, Piet,
eenige dagen van zijn tocht door Nederland
en Europa afneemt om af te stappen bij de
firma Kannewasser in de Keizerstr., alwaar
hij, we weten dat, steeds een zeer prettig ont
haal vindt, evenals Piet de knecht.
Dat de Sint ondanks zijn hoogen leeftijd met
zijn tijd meegaat wordt wel heel duidelijk be
wezen door 't feit, dat hij p. vliegt, den tocht
naar Nederland maakte. Hij stapt uit op het
vliegkamp de Mok op Texel, neemt de boot
van TESO en hoopt vervolgens om 3 uur
's middags op de Buitenhaven te arriveeren.
Er wordt een rit gemaakt langs Hoofdgracht,
Weststraat en Keizerstraat.
Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
houdt Zijne Heiligheid audiëntie. Voor bij
zonderheden verwijzen wij naar de desbetref
fende advertenties.
We willen nog verklappen, dat ieder kind
van 10 tot 2 uur Woensdagmiddags een vlag
getje in alle drie de zaken der firma cadeau
krijgt.
te wachten stond, wie reeds zijn klauwen naar
hen uitstrekte.
Trevor was in een ongeloofelijke opwinding
geraakt. Hij was opgesprongen. Met zijn iet
wat te korte beenen liep hij in de kamer op
en neer.
Hij balde de vuisten, alsof hij mij ieder
woord in mijn hersens wilde hameren.
Ik begreep zoo goed, wat in hem omging.
Hij had al dien tijd, dien hij nu in Gibraltar
was, als 't ware op de loer gelegen naar een
„groot geval", had zijn verlangen naar daad
werkelijkheid met geweld bedwongen en brak
nu los met een niets ontziend geweld. Hij was
een van die menschen, die door den band niet
zoo geweldig actief zijn, die echter, wanneer
men ongediciplineerde fantasie zich eenmaal
baanbreekt, zich wild gedragen en in blinde
woede met den kop tegen den muur rennèn.
Hierbij kwetsen zij nooit den muur, doch
meestal zichzelf.
Maar in ieder geval wil ik hier niet ont
kennen, en ik was mij dat in die oogenblikken
ook wel bewust, zijn voorstelilng van zaken
betreffende de „Betty Bonn" en de „Frisco"
hadden zonder eenigen twijfel wel reden van
bestaan, in ieder geval gaven zij den leek,
d.w.z. den niet-zeeman een antwoord op de
vragen, die zij zich na lezing van het Protocol
van de Admiraliteitsrechtzitting aan hen op
drongen.
De „Betty Bonn" was den 7den November
van New-York gezeild. Ergens op de vaart
tusschen het Amerikaansche vastenland en de
Azoren was een muiterij uitgebroken.
De meeste leden der bemanning waren
daarbij gedood en overboord gesmeten be
halve eenigen, die wellicht de aanstokers van
de muiterij geweest waren.
Deze drie, vier overlevenden hadden het
schip als hun buit beschouwd en getracht er
mee te vluchten, om het te verkoopen of mis
schien alleen maar om zich aan de vervolging
te onttrekken.
Vijf dagen later dan de „Betty Bonn" was
kapitein Spurling met de „Frisco" van New-
York gevaren. Op 4 December had hij tus
schen de Azoren en de Spaansche kust het
verlaten schip aangetroffen, was er zeker een
negenentwintig uur lang achter blijven zeilen
en had gedurende dit tijdverloop kunnen vast
stellen niet alleen dat daar op het schip nog
maar drie man aanwezig waren, maar ook dat
deze drie gegronde redenen hadden onzicht
baar te blijven. Dit had hem op de gedachte
gebracht deze menschen volledig in de ge
legenheid te stellen te verdwijnen, als het
moest; zelfs met geweld. Om die reden had
hjj de „Betty Bonn" „bezet" of laten bezetten,
de nog overlevenden uit den weg geruimd, om
het schip als „ronddrijvend" te kunnen op
brengen om zelfs het bergloon te verdienen.
Een tijdlang, zelfs nog tot de aanmelding op
het havenkantoor te Gibraltar, heeft hij vaag
de gedachten gehad de herkomst der „Betty
Bonn"^eheim te houden of te verwisselen om
gelijkertijd de gezamenlijke verkoopwaarde
van het schip en lading te kunnen opstrijken.
Misschien waren de muiters hem hierin al
vooruit geweest. Maar dit was hem toch te
gevaarlijk of onuitvoerbaar voorgekomen, zoo
dat hg dit bg de behandeling der bergloon-
kwe^tei wederom veranderd heeft.
Zoo had deze geschiedenis zich in het hoofd
van Trevor vastgezet.
En hoe avontuurlijk ze op het eerste gezicht
ook mocht schijnen, ik moest toegeven, dat
deze voorstelling niet zonder indruk op mij
bleef.
Maar toch verzette zich allee in mij ertegen,
het aan te namen.