Stadsnieuws De strijd om de „B etty Bonn" Mogen wij ZicaiU Waar gaan we heen? P'Misdag 24 November 1936 Het Prinselijk huwelijk en de uitverkoopen* De inzameling van den Bond van Barmhartigheid Heldersehe zweefvliegclub» Christus bij Rembrandt Juwelier Beemsterboer F e ullleton Tweede Blad Licht op voor alle voertuigen „Baron Tip"* Sint Nicolaas als gast bij de firma Kannewasser- De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier, gevestigd te Alkmaar, heeft besloten, in verband met de vaststelling van den datum van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana en de daaraan verbonden feestelijkheden, krach tens art. 12 derde lid van de Wet op het Uitverkoopen, voor alle groepen van win kelneringen als tijdvak aan te wijzen, waarbinnen de opruimingen zullen mogen worden gehouden in de gemeente Den Hel der: Woensdag 13 Januari tot en met Vrijdag 12 Februari 1937. Het zal derhalve in deze gemeente in gevolge art. 15 der wet op het uitverkoo pen strafbaar zijn, aankondiging te doen van verkoopen als „jaarlijksche oprui ming", „halfjaarlijksche opruiming", „sei zoenopruiming", balansopruiming" of „in ventarisopruiming" in het tijdvak van 1 Januari tot en met 12 Januari 1937. Burgemeester Ritmeester en kapi- teine Paul voeren het woord voor den H.R.C.O. Voor de op morgen te houden inzameling van den Bond van Barmhartigheid heeft gisteravond voor de Heldersehe luisteraars onze Burgemeester een woord van aanbeve ling gericht en gewezen op den grooten nood die in vele gezinnen ook in deze gemeente heerscht. De burgemeester zeide, dat hij het gelukkig achtte dat het zoo koud was en dat juist op dit oogenblik velen bij de warme kachel zouden zitten en nu wellicht zouden willen luisteren naar hetgeen hij te zeggen had. Het is in 't belang van degenen, die het goed heb ben, aldus de burgemeester, maar nog meer in het belang van hen, die gebrek lijden aan het allernoodzakelijkste. Het is een voorrecht, dat er in deze gemeente menschen zijn die er dag aan dag op uit trekken om de armen te helpen aan kleeding en schoeisel, aan meube len en geld. Daartoe is ook Uw steun noodig. Wilt gij ons helpen Kijkt Uw kasten, Uw zol ders eens goed na; ziet wat ge geven kunt; velen zijn bereid om de kleeding te herstellen en na te zien. Verleden jaar zijn er ruim 7000 stuks kleeding uitgereikt, vreugde bracht dat in de arme gezinnen, maar ook vreugde aan de onbekende gevers. Luisteraars, legt dus Uw kleeding en wat ge meer missen kunt klaar, en laat dan de Woensdag, die aanbreekt, een dag van vreugde zijn, vooral voor degenen, die het gaarne belangeloos bij U komen ophalen. Verder dankte de burgemeester voor de aandacht en gaf toen het woord aan kapiteine Paul. Toespraak kapiteine Paul. Na een dankwoord aan den burgemeester zeide de kapiteine o.m.: Gedurende alléén het afgeloopen jaar werd door middel van den Bond van Barmhartig heid pl.m. 7000 stuks kleeding uitgereikt, daarnaast zooveel andere nuttige dingen als dekens, babygoed, huishoudelijke artikelen. Dit zijn cijfers die voor zich zelf spreken en zijn tevens het bewijs, dat de inwoners van Den Helder aan de zijde gestaan hebben van den Bond van Barmhartigheid. Ook dit jaar, nu we weer staan voor den winter, die voorspeld wordt als een strenge koude winter, voelen we ons gedrongen meer dan ooit, om de helpende hand te bieden aan hen die net genoeg hebben om van te eten, maar voor wie kleeding zoo'n groot probleem is; geen enkele week blijft er iets over om een stukje goed te koopen. Het is voor velen erg moeilijk, vroeger werd er voor gewerkt en met wat overleg kon men zichzelf helpen. Vandaag is de werklooze dag lang en vol zor gen voor vader en moeder beiden. Ja mis schien mag ik U vertellen uit mijn ervaring als Heilsofficier dat velen den moed voor het leven verloren hebben. We willen graag bid den en werken. En als arbeidsveld beschouwt het Leger des Heils ieder die dringend hulp noodig heeft, ongeacht van welke richting. We willen onze krachten en tijd gaarne be langeloos geven, het goed ophalen, sorteeren, verstellen, naaien en stoppen, de autoriteiten van de Marine geven hun medewerking door de goederen te desinfecteeren, de Gemeente is zoo vriendelijk eenige schoollokalen voor dit doel af te staan, maar gij geachte luisteraars, gij moet het geven. Vriendelijk en met klem verzoek ik U, gééf iets, dat beteekent, ruimt niet afgesleten goed op, waar ge ook zelf niets meer aan hebt, om dat het totaal op is, maar géven beteekent, iets afstaan wat nog waarde heeft waar anderen nog plezier van kunnen hebben. Dank Uw winterjas wat eerder af als ge gewend zijt. Dames ziet Uw linnenkast na, wellicht zijn er onderkleeren die ge kunt missen, bedenkt dat het toch nog gemakke lijker is, om te geven dan om het aan te pakken. A.s. Woensdag zullen de vrachtauto's (ook voor dit doel belangeloos afgestaan) door onze straten rijden, men zal U vrien delijk vragen of Uw pakje klaar ligt, doe wat ge kunt doen! Die zich des armen ontfermt, leent den Heer, en Hij zal hem zijne weldaad ver gelden. Men schrijft ons: Dank zij het prachtige weer kon er Zater- dag en Zondag druk gevlogen worden, Ver schillende leden kregen hun proefles, en een verder gevorderde mocht „los" vliegen, d.w.z. dat hij door den auto op een hoogte van 2 m het heele veld werd rondgesleept, hetgeen na tuurlijk veel belangstelling trok. Een ander lid slaagde er in de proeven voor het B-brevet met goed gevolg af te leggen. Vele voorbij gangers namen een kijkje bij de vluchten, uitge voerd door de instructeurs der zweefclub, die vol lof zijn over de goede vliegeigenschappen van onze Zögling. Vol verwachting kijkt ieder lid uit naar het tweede toestel, de 12 m Zög ling, die reeds op komst is; dat is een ver beterde uitgave van de 10 m Zögling, en de prestaties, daarmee te behalen, zullen dan ook veel gunstiger zijn. Bij goed weer zal elk week-end geoefend worden, een attractie voor Den Helder, want het loont beslist de Uw ST. NIC. GESCHENK NU reeds voor U reserveeren? U kunt het dan halen wanneer het U gelegen komt. Nu kunt U rustig Uw keuze bepalen. moeite om eens te gaan kijken hoe rustig de zilveren vogel boven het veld zweeft, nadat hij door den auto pijlsnel naar een hoogte van ongeveer 200 m is gesleept. Boeiende lezing door de. P. J. Smidts. In een nagenoeg geheel gevuld Doops gezind Kerkgebouw heeft gisteravond ds. P. J. Smidts een lezing gehouden over het onderwerp „Christus bij Rembrandt". Het is wel zeer verheugend te mogen constateeren, dat ook in onze plaats nog belangstelling voor de hoogere dingen des geestes blijkt te bestaan. Een belangstel ling, die des te meer verdiend was, gezien de zeer verzorgde wijze, waarop de spre ker zijn auditorium heeft verteld van een der grootste figuren die Holland ooit ge kend heeft: Rembrandt van Rijn. Ds. Smidts ving zijn betoog aan met er op te wijzen, dat de figuur van Rembrandt juist in deze dagen zeer en voque is. In de laatste jaren verschenen regelmatig studies en romans over hem, (o.a. van Jan Poortenaar, Van Loon, Theun de Vries e.a.) en voorts is daar de momenteel in het centrum der wereldbelang stelling staande film van Alexander Korda, waarin de figuur van Rembrandt uitgebeeld wordt door Charles Laughton. Men zou zich bij dit alles, aldus spr., kunnen afvragen of hier sprake is van een algemeene opleving der nationale waarden. Zoo ja, dan mag men dit alleen maar als zeer gelukkig beschouwen. Het is van algemeene bekendheid, dat Rem brandt de Christus-figuur gevonden heeft, en hij getuigt hiervan dan ook op rijke en diep zinnige wijze. Velen begrijpen evenwel niet de verhouding van Rembrandt tot deze figuur, temeer, daar het oppervlakkig den schijn heeft alsof de schilder Christus aan het einde van zijn leven losgelaten had. Dit laatste is onge twijfeld niet het geval. Het is evenwel een bijzonder moeilijke taak te traehten den merkwaardigen geest van dit genie te peilen. Een genie, door de beide Rem- brandt-kenners bij uitnemendheid Just Have- laar en Smit-Degener genoemd: een univer- seele geest. De heer Smits vertelt dan in het kort iets van de eeuw, waarin Rembrandt schilderde, Een periode in de schilderkunst, waarin men brak met den Gothischen stijl en zich alge meen wierp op het barokke in de kunst. Ook Rembrandt ontkwam aanvankelijk niet aan dezen geest. Ook hij uitte zijn Sturm und Drang, al zijn jeugd-passie en jonge uitbundig heid in de barok. Later kwam de stilte in de ziel van Rem brandt: de stilte, die hem tot de groote bezin ning bracht. Hij vindt zichzelve, maar breekt tevens met zijn tijdgenooten. Hij, Rembrandt van Rijn, de molenaarszoon uit Leiden, vermeet zich zijn eigen weg te gaan. Zich niet te storen aan de macht van den kunsthandel en sloeg de regelen der klassieke geleerden in den wind en ver speelde hiermede de gunst van vele zijner kunstbroeders en tijdgenooten, die zich ver baasden over zijn eigenzinnigheid enhem niet begrepen. Maatschappelijk liep het leven van Rem brandt dan ook hopeloos mis, doch geestelijk bereikt hij een hoogte, die wellicht nimmer door een schilder geëvenaard is geworden. Hij vond zijn Christus, ziet dezen overal in en overal achter. En hij schildert, het levende, het echte, het warme en eenig-ware dat de zuivere Kunst slechts zoo zelden weet te benaderen. Niets is nu meer te bespeuren van alle leege uiterlijkheid in de barok van zijn tijd. Niets van het slaafs gevolgd Hellenisme, van de mythologische adoratie, van de aanbeden in- tellectueele uiterlijkheid. Van dit alles vertelt ds. Smidts op zeer boeiende wijze. En voorts van het mystieke leven van dien merkwaardigen mensch, van zijn schilderijen en etsen, en van zijn leven, waarin de figuren van Saskia, Hendrikje Stof fels en Titus zulk een groote plaats innamen. dat geheimzinnige zwarte kereltje, dat altijd zoo guitig lacht, weet méér dan U zelf denkt. Hij weet nu al wat U krijgt, want hij luistert in den schoorsteen naar Uw wenschen. Hij weet b.v„ dat U graag een mooie ring wilt hebben en dat U bij een heel mooie collectie gezien hebt voor een prijs, die de Sint heel gaarne voor U besteden wil Dan komt de periode van het einde van zijn zoo rijke leven. De periode, waarin datgene, wat men noodlot of de hand Gods zou kunnen noemen, hem alles, wat de wereld hem ge geven had, ontneemt. Alles: zijn verafgoden zoon Titus en Hendrikje Stoffels. Ongetwijfeld is er wanhoop in het hart van Rembrandt geweest, vertwijfeling over de groote eenzaamheid, die over hem kwam, maar het is even zeker, dat hij dit alles ge zien heeft in het licht van Christus. En dan blijkt, hoe hij ook de uiterlijkheid van zijn schilderijen niet meer noodig heeft om zijn diepste gevoelens te vertolken. Het uiterlijke beeld wordt volkomen losgelaten, iets wat in wezen een grootsche mystiek in zich houdt, doch dat toch dóór het leven van Remzrandt te begrijpen is. Ds. Smidts wijst op het vele, wat dit merk waardige leven van dezen man ons te zeggen heeft. Zijn getuigenis, zijn innerlijken ontwik kelingsgang, en het grootsche in het karakter, dat ook bij het einde van zijn leven het geloof aan Christus niet verloren heeft. Spr. besluit het eerste gedeelte van zijn voordracht met op het z. i. onjuiste in het overigens voortreffelijke werk van Theun de Vries „Rembrandt" te wijzen, namelijk op de voorstelling van zaken als zou deze aan het einde van zijn leven kindsch geweest zijn. Volgens dezen auteur zouden de laatste geniale voortbrengselen van zijn machtig oeuvre ver vaardigd zijn in een soort onderbewusten toe stand, iets, waaraan spr. weigert geloof te hechten. Het zijn vervolgens een groot aantal repro ducties van Rembrandts werken, die gepro jecteerd worden. Men heeft een, uit den aard der zaak vrij willekeurige greep gedaan in den rijken voorraad die deze schilder heeft geschapen. Daar waren zelfportretten, etsen en teekeningen. Doch de selectie was in ieder geval zóó gekozen, dat men specimina te aan schouwen kreeg uit alle perioden van Rem- door Friedrich Lindem a n 5) Best mogelijk hoorde hij mijn beschuldi ging, maar hij was er zich niet eens meer van bewust. Hij zag alles slechts uit zijn oog punt, dit wil zeggen: het beeld, dat hij zich ervan gemaakt had. Alle waarschuwingen, mogelijkheden, drongen niet eens meer tot zijn hersens door. Hij hield zijn hoofd grimmig tusschen de schouders verborgen en mompelde maar wat voor zich uit. Men kon het hem aanzien. Men kon duidelijk zien, waaraan hij dacht. Zijn idee-fixe had volkomen bezit van hem ge nomen en was op hem ingevreten als roest. Zulke menschen zijn niet toerekenbaar meer. Gelooft gij niet...? Dit was het einde van een lange gedachten- reeks, dat hjj plotseling uitstiet Hij richtte zich op als iemand die vastbesloten is. Hij moest zich uitspreken. Het brak uit hem los. Verdenking na verdenking, reden na reden, Waarvan vele zeer zeker een mogelijkheid be zaten, doch die echter vooreerst slechts in zijn verbeelding bestonden. Hij klemde zich er aan vast, zooals anderen Zich aan liefde of aan wraak vastklemmen, blind en zinneloos. Zijn handen vlogen over de tafel heen en weer. Plotseling hield hij mij een papier voor de oogen. Het was wederom het dagblad met het blauw-omstreepte artikel. Hier! Hier! De lijst van aangekomen schepen van de 16e. Wat staat daar De „Oostersche" brik „Betty Bonn"! Wie heeft dat opgegeven? Kapitein Surling. Kende hij de nationaliteit van het schip? Zeker! „Betty Bonn" New-York, stond groot en duidelijk op den zijwand. Hij heeft het zelfs door zijn verrekijker gelezen! Waarom geeft hij een valsche nationaliteit op? Waarom zijn de scheepspapieren niet te vinden? Ik zal het u zeggen: omdat hij eige naar en verscheper verdonkere manen wil. Op zee gevonden goed, waarvan de eigenaar zich niet of niet op tijd meldt, vervalt aan der berger. 378.000 frank van den heer Spurling! Dat was wat! Hjj heeft zich later bedacht en de nationali teit van het schip als Amerikaansch aange geven. Maar waarom? Omdat hij bang geworden was voor zijn eigen vermetelheid. Of omdat het hem niet gelukt is alle kenteekenen van herkomst der „Betty Bonn" te laten verdwijnen. En de ontdekking zelf? 4 December 10 uur 's morgens, ontdekte Spurling voor de eerste maal de „Betty Bonn". Oogenschijnlijk verlaten. Maar waren er werkelijk geen menschen meer aan boord? Gelooft gij werkelijk dat een schip meer dan 24 uur lang zonder eenige bemanning kan zeilen, koers houden en zelfs van zijn achter volger wegloopt, zonder dat er iemand aan het roer staat? Naturlijk waren er menschen aan boord. Die drie menschen, waarvan de theekopjes ge vonden zijn door den sturman. Dezè geschiede nis van de vinger in de kopjes steken om te voelen of het warm is, kan zoo maar niet uit den duim gezogen zijn, die is echt. De men schen waren er werkelijk en dronken thee. En waar zijn zij nu? Over boord, Over boord gegooid! De heer Spurling had lang genoeg achter de „Betty Bonn" aangezeild om na vier en twintig uur te kunnen weten: daar zijn nog drie man aan boord. De hemel weet waarom slechts drie man. Maar die drie man zijn vlug uit den weg geruimd. Zeerooverij is het! Ge woon zeerooverij en moord! En u de vraag, die ook Spurling zich wel gesteld zal hebben: waarom maar drie man? Ook dit is klaar als een klontje. Denk maar eens even aan het scheepsjournaal der „Betty Bonn", dat Spurling misschien door een toe val niet vernietigd heeft. Van New-York tot de Azoren, van 7 November tot den 24en November, dat beteekent dus 17 dagen. In die 17 dagen maakt de kapitein 7 aanteeke- nlngen in het journaal. Maar van de Azoren tot het ontdekken van het schip, dus van 24 November tot den 5en December, dat wil dus zeggen de laatste elf dagen, maakt de kapitein er geen enkele meer. Omdat de kapitein er niet meer was. Om dat het dus niet meer kon. Die drie man, die sinds 5 December verdwenen drie man van de „Betty Bonn' waren zelf al zeeroovers en moordenaars. Die hadden zelf hun kapitein en officieren al overboord gegooid en waren nu met hun buit op de vlucht. Dat is ook de reden waarom zjj op 4 December geen teeken van leven hebebn gegeven, niet ge antwoord hebben, toen Spurling ze aanriep. Ze dachten natuurlijk dat de „Frisco" hun voorbij zeilen wilde, maar wisten niet, wat hen Een Christen, zooals de evangelisten het wilden. De spr. maakt duidelijk, dat Rembrandt geen bepaalde aanhanger van een leer was. Daarvoor had hij een te vrijen geest. Hij zocht, en wel naar een vrij eren godsdienst dan die zijn tijd hem bood. Hoe het ook zij: hij was een diep religieus mensch, en waarvan de woorden van Emil Ludwig wellicht nog de duidelijkste taal spreken: „Hij was een Christen, zooals de Evangelisten het wilden: uit het hart". Spr. maakt duidelijk hoe Rembrandt zijn rijk-religieus voelen in zijn schilderijen, etsen en andere werken heeft gelegd. Hoe zelfs ge wone menschen, alledaagsche figuren iets mee kregen van het eeuwige, het hooge. Hoe de uitbeelding van een eenvoudig man een ge leerde werd, en hoe hij de vele episoden in het leven van den Christus schilderde op een wijze, die ondubbelzinnig bewees, dat hij dezen begreep en zich ermede verbonden gevoelde. Natuurhistorisch Museum. Elke week: Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u. en Zaterdag nam. van 36 u., alsmede op den eersten Zondag van elke maand nam. van 35 u. Dinsdag 2lf November. R. K. Kerk, Kerkgracht, 8.S0 u. Conferentie voor niet-katholieken, door Pater A. Win kel, Dominicaan. Casino, 8.30 u. Tweede Abonnementsvoor stelling. Nieuwe Kerk, Weststraat, 8 u. Concert Comité Chr. Zangvereenigingen. Woensdag 25 November. Casino, 8»u. Concert Muziekvereeniging „Winnubst". Donderdag 26 November. Musis Sacrum, 3 en 8 u. Tentoonstelling Handwerken, etc., van de Vereeniging van Huisvrouwen. Casino, 8 u. Concert Zangvereeniging „Kunst a. h. Volk". Witte Bioscoop, 8 u. Reisfilm Ned. Alg. Reis-vereeniging, afd. Den Helder. Dinsdag 24 Nov16-25 uur brandts leven. Zoowel uit zijn passievollen jongelingstijd als uit dien, waarin een groote geestelijke harmonie hem zijn geniale meester werken deed schilderen. Gezien de groote aandacht, waarmee de aanwezigen gisterenavond het behan delde door den heer Smidts gevolgd heb ben, meenen wij te mogen constateeren, dat het den spreker gelukt is zijn audito rium iets bij te brengen van een figuur, die tot de merkwaardigsten van zijn tijd behoorde en die ook thans nog iets te zeg gen heeft tot den mensch van detwin tigste eeuw. Aanvang half negen (precies). Hedenavond gaat in Casino de tweede der serie Abonnementsvoorstellingen en voor de zooveelste maal zouden wij er de aandacht op willen vestigen, dat deze om half negen precies- aanvangen. Het lijkt wel zeer moeilijk te zijn hieraan de hand te houden, maar laat men het «in ieder geval trachten. Het is prettiger zoo. Z. H. arriveert morgenmiddag 3 u. met de Texelsche boot. Zooals men zich nog wel zal kunnen herin neren is het sinds jaar en dag de gewoonte geweest, dat de Spaansche bisschop, vergezeld van zijn even zwart als trouw factotum, Piet, eenige dagen van zijn tocht door Nederland en Europa afneemt om af te stappen bij de firma Kannewasser in de Keizerstr., alwaar hij, we weten dat, steeds een zeer prettig ont haal vindt, evenals Piet de knecht. Dat de Sint ondanks zijn hoogen leeftijd met zijn tijd meegaat wordt wel heel duidelijk be wezen door 't feit, dat hij p. vliegt, den tocht naar Nederland maakte. Hij stapt uit op het vliegkamp de Mok op Texel, neemt de boot van TESO en hoopt vervolgens om 3 uur 's middags op de Buitenhaven te arriveeren. Er wordt een rit gemaakt langs Hoofdgracht, Weststraat en Keizerstraat. Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond houdt Zijne Heiligheid audiëntie. Voor bij zonderheden verwijzen wij naar de desbetref fende advertenties. We willen nog verklappen, dat ieder kind van 10 tot 2 uur Woensdagmiddags een vlag getje in alle drie de zaken der firma cadeau krijgt. te wachten stond, wie reeds zijn klauwen naar hen uitstrekte. Trevor was in een ongeloofelijke opwinding geraakt. Hij was opgesprongen. Met zijn iet wat te korte beenen liep hij in de kamer op en neer. Hij balde de vuisten, alsof hij mij ieder woord in mijn hersens wilde hameren. Ik begreep zoo goed, wat in hem omging. Hij had al dien tijd, dien hij nu in Gibraltar was, als 't ware op de loer gelegen naar een „groot geval", had zijn verlangen naar daad werkelijkheid met geweld bedwongen en brak nu los met een niets ontziend geweld. Hij was een van die menschen, die door den band niet zoo geweldig actief zijn, die echter, wanneer men ongediciplineerde fantasie zich eenmaal baanbreekt, zich wild gedragen en in blinde woede met den kop tegen den muur rennèn. Hierbij kwetsen zij nooit den muur, doch meestal zichzelf. Maar in ieder geval wil ik hier niet ont kennen, en ik was mij dat in die oogenblikken ook wel bewust, zijn voorstelilng van zaken betreffende de „Betty Bonn" en de „Frisco" hadden zonder eenigen twijfel wel reden van bestaan, in ieder geval gaven zij den leek, d.w.z. den niet-zeeman een antwoord op de vragen, die zij zich na lezing van het Protocol van de Admiraliteitsrechtzitting aan hen op drongen. De „Betty Bonn" was den 7den November van New-York gezeild. Ergens op de vaart tusschen het Amerikaansche vastenland en de Azoren was een muiterij uitgebroken. De meeste leden der bemanning waren daarbij gedood en overboord gesmeten be halve eenigen, die wellicht de aanstokers van de muiterij geweest waren. Deze drie, vier overlevenden hadden het schip als hun buit beschouwd en getracht er mee te vluchten, om het te verkoopen of mis schien alleen maar om zich aan de vervolging te onttrekken. Vijf dagen later dan de „Betty Bonn" was kapitein Spurling met de „Frisco" van New- York gevaren. Op 4 December had hij tus schen de Azoren en de Spaansche kust het verlaten schip aangetroffen, was er zeker een negenentwintig uur lang achter blijven zeilen en had gedurende dit tijdverloop kunnen vast stellen niet alleen dat daar op het schip nog maar drie man aanwezig waren, maar ook dat deze drie gegronde redenen hadden onzicht baar te blijven. Dit had hem op de gedachte gebracht deze menschen volledig in de ge legenheid te stellen te verdwijnen, als het moest; zelfs met geweld. Om die reden had hjj de „Betty Bonn" „bezet" of laten bezetten, de nog overlevenden uit den weg geruimd, om het schip als „ronddrijvend" te kunnen op brengen om zelfs het bergloon te verdienen. Een tijdlang, zelfs nog tot de aanmelding op het havenkantoor te Gibraltar, heeft hij vaag de gedachten gehad de herkomst der „Betty Bonn"^eheim te houden of te verwisselen om gelijkertijd de gezamenlijke verkoopwaarde van het schip en lading te kunnen opstrijken. Misschien waren de muiters hem hierin al vooruit geweest. Maar dit was hem toch te gevaarlijk of onuitvoerbaar voorgekomen, zoo dat hg dit bg de behandeling der bergloon- kwe^tei wederom veranderd heeft. Zoo had deze geschiedenis zich in het hoofd van Trevor vastgezet. En hoe avontuurlijk ze op het eerste gezicht ook mocht schijnen, ik moest toegeven, dat deze voorstelling niet zonder indruk op mij bleef. Maar toch verzette zich allee in mij ertegen, het aan te namen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5