Stadsnieuws Sport Sint nicolaas met de post De strijd om de „Betty Bonn" PAKKETTEN Texel Als de „De Ruyter" naar de Oost gaat BEL OP 636 Waar gaan we heen Maandag 30 November 1936 Heldersche Courant T weede Blad Aankomst Indische mail» St Nicolaasdrukte post kantoor Weer een inbraak» F e uilleton ëmé VERZENDTU NATUURLIJK ASTO-TAX RUIJHGWEG 38 Licht op voor alle voertuigen Waterpolo Den Helder slaat Leeuwarden Bij Kon. Besl. van 26 November is aan mej. M. Magnin wegens huwelijk eervol ont slag verleend als leerares aan de R.H.B.S. te pen Helder. Vertrek van den heer J. Kamman Hedenmorgen hebben de heer J. Kamman, oud-gemeente-secretaris van deze gemeente! en echtgenoote, met den trein van 7.36 uur onze stad verlaten. De vertrekkenden werden door vrij veel vrienden en kennissen uitge leide gedaan. Er waren deputaties van de Vereeniging „Het Witte Kruis" (de heer K. Thiemes), van „Het Roode Kruis" (de heer L. Bandsma), van den Bond van Gemeente ambtenaren (de heeren J. H. Wijker en L. J. Daalder), van de V. V. V. (de heeren M. H. Klerk, die mevrouw Kamman een bloemstuk offreerde en H. C. M. Nijpels). Voorts merkten we o.m. op den heer A. Dokter, directeur van Gemeente-werken, den heer J. Wessel, plaatsvervangend gemeente secretaris en enkele andere gemeente-ambte naren. Gedurende de korte oogenblikken voor het vertrek van den trein, onderhielden de heer en mevrouw Kamman zich op hartelijke wijze met hen, die van hun belangstelling blijk gaven. Tenslotte nam het vertrekkende echtpaar afscheid, spoedig daarop vertrok de trein, onder wederzijdsch gezwaai van zak doeken en hoeden. Wij wenschen den heer en mevrouw Kam man gelukkige jaren toe in hun nieuwe woon plaats. Woensdag in ons land. De N. V.. Stoomvaart-Mij. „Nederland" meldt, dat de speciale trein met passagiers en post in aansluiting op het m.s. „Marnix van St. Aldegonde", Dinsdagmorgen 1 December om 10.20 van Genua zal vertrekken. Aan komst Woensdagmorgen 2 December om 9.19 te Amsterdam. C.S. De Directeur van het Postkantoor te Den Helder maakt bekend, dat van 3 t.m. 5 Decem ber de aanneming van postpakketten voor het binnenland uitsluitend zal plaats vinden in het lokaal Koningsplein 1 en in de postagent schappen Zuidstraat, Tuindorp en Huisduinen. De voor het buitenland en Ned. Oost- en West-Indië bestemde pakketten, benevens de pakketten met aangegeven waarde, worden aan het Postkantoor Kanaalweg aangenomen. Verder wordt beleefd verzocht: 1. De pakketten doelmatig en stevig te ver pakken. 2. Een duidelijk en volledig adres op de pakketten zelve te vermelden en een tweede los adres in te sluiten. 3. De adreskaarten stevig aan de pakketten te bevestigen. 4. De naam van den afzender op het pakket te vermelden, echter zoodanig, dat geen ver warring met het adres ontstaat. 5. De pakketten tijdig ter post te bezorgen. Aanneming van pakketten geschiedt tot des avonds half acht, op Zaterdag 5 December ech ter tot vier uur namiddags. In den nacht van Zaterdag op Zondag is ingebroken bij de familie Flotat, Sperwer straat 41. Een bedrag van 14.dat was opgeborgen in een buffetlade, werd ont vreemd. De inbrekers verschaften zich toe gang tot het perceel door de achterdeur, waarvan zelfs den sleutel werd medegenomen. Deze buurt schijnt een vruchtbaar terrein te zijn voor de inbrekers, daar eenige maan den geleden ook reeds op no. 49 is ingebroken. door Friedrich Lindem a n 10) Gij schijnt bijzonder zeker van uw zaak te zijn, kapitein. Dat is wel het laatste waarvan iemand zeker kan zijn. Zijt gij het dan niet? Ik ben geen rechter. Zeker. In dit geval zijt gij getuige. In dit geval? Wat wil zeggen: in dit geval? Er is hier maar een geval; mijn eigen geval. Als gij het zoo bekijken wilt... Bekijken? Ik wordt hier „bekeken". Ik ben hier de onbeschermende, de achtervolgde, hij, die iedereen in het gezich spuwen mag, hij die ieder hierheengezonden Rijksadvocaat... Waarom windt gij u zoo op, kapitein? Ik kom hier, om met uw stuurman over een paar verdwenen theekopjes te spreken, om misschien een klein verzuim recht te zetten, gij eerlijk gezegd ik begrijp dat niet goed. Begrijpt dat niet... Begrijp dat niet. Gij begrijpt niet! Begrijpt niet hoe het met ons gesteld is... Zet ons het mes op de keel en Waagt nogi waarom windt gij n zoo op? 13 Januari 1937 vertrekt Hr. Ms. „De Ruijter" uit Nieuwediep naar Nederlandsch-Indië. Vele Neder landers moeten dan dit historisch oogenblik meemaken. „Het is de eerste maal niet, dat uit de haven van Den Helder een oorlogsschip ver trekt, om in het verre Oosten, in onze Kolo niën de vlag van Nederland met eere te gaan voeren... Het zal ook de laatste maal niet zijn!" Nederland en Indië zijn door een onver breekbare band samen gesnoerd, Nederland en Indië zijn één. Ongetwijfeld is zeer zeker, in de allereerste plaats, de Nederlandsche Marine, de trait- d'union, die het vaderland aan zijn koloniën bindt. In Den Helder voelt men meer dan in an dere steden van ons vaderland, wat het voor ons land beteekent, een koloniale mogendheid te zijn. Dat komt altijd zichtbaar tot uiting wan neer een oorlogsschip uit de haven van Nieu wediep vertrekt. Dit wordt hier, in den kop van Noord-Holland, gevoeld, als een groot ge beuren. Mannen en vrouwen, vaders en kinderen, scheiden dan voor jaren... Ze gaan heen, om hun land te dienen, hun plicht voor het va derland te doen. Dan komen ze allen in drommen naar het havenhoofd. Er zijn vele oude moedertjes onder, en haar gang is zwaar, de avond van hun leven is gekomen. Zal het voor het laatst zijn, dat zij haar zoon uitgeleide doet of zal zij hem nog weer het welkom in het vaderland kunnen toeroepen Jonge vrouwen, met kinderen aan hun hand, staan op het Havenhoofd, om een laat- sten blik te werpen op het schip, waarop het T MAAR WACHT NIET TOT 4 DECEMBER DE POST KAN NIET TOOVEREN EN UW PAKKET MAQ NIET TE LAAT KOMEN.' liefste is, dat het leven hun gaf. In hun hart snikt het, maar op hun gelaat is een lach. Hun man daar op het schip mag niets zien van den zwaren strijd. Dappere marinevrouwen! Een groot gebeuren is het, maar niet alleen voor Den Helder, doch voor heel ons land. Waneer de tros wordt losgesmeten, het schip langzaam door de haven gaat, vaart een stuk Nederland weg. „De Ruyter" is niet de eerste boot, die naar Indië vertrekt! Iedere generatie in Den Hel der heeft dit ontroerend moment meermalen meegemaakt, maar toch... altijd weer komen ze naar de haven en kijken uit over het woe lige, breede Marsdiep, waarop het schip weg vaart, om het na te staren tot het aan de kim verdwijnt. Altijd, altijd kijken de Nieuwediepers over het Marsdiep Het Marsdiep, waarop eens de Tromp en de Ruyter voeren om evenals deze gene ratie hun plicht te doen voor het vaderland. Straks, 13 Januari, vaart wéér een „De Ruyter" uit over de golven van het Marsdiep, „De Ruyter", de nieuwe oorlogsbodem, die met eere den naam van onzen grooten vloot voogd draagt. Onze nieuwe kruiser heeft reeds een triomf tocht door Nederland gemaakt. In alle plaat sen, waar hij aan de haven meerde, en zeer zeker in de hoofdstad, kwamen vele Neder landers den valreep op. Vol trots bezichtigden zij de nieuwe aanwinst van de Nederlandsche Marine. Er waren ook vele oud-marinegasten, oud-gedienden, die heel lang geleden, ook Oost-Indië-vaarders geweest waren. Zij had den echter gevaren op heel eenvoudige booten. Enkelen hadden nog op de oude „Van Galen" en de „Zilverkruis" gediend, het waren man nen uit den zeiltijd, toen het op een schip nog rook naar touw en pek. En heel lang soms vele maanden hadden ze op zee gezwalkt, om de reis van Nieuwediep bij het Peperhuisje naar Batavia te maken. Van Nieuwediep, bij het Peperhuisje, tot Batavia! Zóó waren zij van Blank naar Bruin gevaren. In Nieuwediep was altijd de eerste schakel van den keten, dien de Marine legt, van Nederland naar Indië. 13 Januari vaart weer een schip uit van de plaats waar eens het Peperhuisje stond. De Helderschen zullen komen! Tot in hun ziel geroerd zullen ze staan op den steenen dam, de tonen van het Wilhelmus, door de Stafmuziek gespeeld, zullen tot hun komen overwaaien. Tot hen en tot de bemanning van de „De Ruyter", die voorbijtrekt. Een laatst vaarwel bij den uittocht der Gladiatoren. De Helderschen züllen komenmaar overig Nederland? Waar blijft dat? Zullen de Amsterdammers, de Rotterdammers en de Hagenaars alleen op het witte doek in de cinema's dit historisch moment meemaken? Dit mag dit keer niet. Zij moeten nu komen naar Den Helder. Allen, die beweren nationaal te zijn, moeten dan optrekken naar Neder- land's marinehaven. Tegenwoordig wordt overal het nationa lisme aangewakkerd. Niet altijd is het een gezond nationalisme, dat berust op de traditie en het grootsch verleden van Nederland. Michiel de Ruyter, een lichtend voorbeeld uit de historie van ons vaderland, is zeer zeker een symbool van de eenheid van volk en hèm ter eere zullen, naar wij hopen, velen naar de Heldersche haven komen, wanneer het trotsche schip, dat zijn naam draagt, uit de haven van Nieuwediep naar Batavia ver trekt, om déér onze vlag hoog te houden. Het moet een groote marinedag worden! De leden van „Onze Vloot", het N.J.V., de Prince- vlag, Burgerwacht, Reserve-officieren, oud gedienden bij de Marine, zij allen moeten dit keer naar de Marine in Den Helder komen om daar een gezond nationalisme tot uiting te brengen. Wanneer zij voor den vertrek kenden kruiser zullen defileeren en op waar dige wijze met hun vaandels een groet bren gen, dan zal Nederland getoond hebben, de groote namen uit het verleden niet vergeten te hebben. Voorzeker zullen, als ons denkbeeld door de besturen van vele vereenigingen wordt over genomen, er propaganda voor gemaakt wordt, vele Nederlanders 13 Januari naar Den Helder komen en ongetwijfeld zullen de Nederland sche sporen gaarne medewerken om dezen tocht naar Den Helder gemakkelijk en goed koop organiseeren. Hoofdzaak is, dat dit idee weerklank vindt, zoodat 13 Januari een grootsche Marinedag wordt. Oudeschild. ST.-NICOLAAS' INTOCHT OP TEXEL. Zaterdagmiddag met de boot van 12.20 uur uit Den Helder arriveerde Z.H. op ons eiland. Daar zijn komst reeds geruimen tijd bekend was, had zich op de haven een groot aantal kinderen en belangstellenden op dit uur ver zameld. Staande op het promenadedek was Z. H. reeds van verre zichtbaar en toen de boot vastlag en de Sint eersten voet op Texels bodem zette, werd hij hartelijk toegejuicht door de kinderen. Spontaan werden verschil lende toepasselijke liedjes gezongen, en de vreugde nam een hoogtepunt, toen Piet in den zak met pepernoten graaide en ze met kwis tige hand rond zich strooide. Bovendien werden er vlaggetjes uitgedeeld, waarna de Sint in den gereedstaanden open landauer stapte en onder vroolijk gezang en begunstigd door een mooi zonnetje, koers zette naar Den Burg, waar Z.H. z'n intrek nam bij de Firma Moerbeek, in de Parkstraat, aldaar. De Waal NED HERV. KERK. Bij de heden gehouden stemming voor de Ned. Herv. Gemeente werden gekozen: Voor den aftredenden ouderling, den heer D. Eelman, de heer P. Former. De aftredende diaken, de heer A. S. Kik kert, werd als zoodanig herkozen. Aftredende notabelen de heeren J. Plaats man en P. Kikkert, werden eveneens her kozen. Oosterend. VERGADERING ZIEKENFONDS. Zaterdagavond had in „Het Wapen van Amsterdam" te Oosterend een openbare ver gadering plaats van de leden van het Zieken fonds „Helpt Elkander" aldaar. De voorzitter, de heer IJ. Koppen, opende de vergadering en deelde mede, dat in deze vergadering de z.g. „Crisisregeling" besproken zou worden, en dat dit waarschijnlijk de oorzaak was, dat zooveel leden aanwezig waren. Hierna werd door den secretaris, den heer J. Bakker, het jaarverslag voorgelezen, dat onveranderd werd goedgekeurd. Hierin werd medegedeeld, dat de Koninklijke goedkeuring was verkregen. Het bestuur had een bedrag van 50 gulden gezon den voor kosten en zegel. Van Minister van Schaick was een schrijven ontvangen melden de, dat het fonds recht van bestaan heeft, waarna het geld weer terug ontvangen was. (Applaus der vergadering). Hierna kwam de ineensmelting der drie Texelsche ziekenfond sen ter sprake. De voorzitter deelde mede, dat niet van de gemeente, noch van de doc toren het voorstel tot samenvoegen komt, doch van de Maatschappij van Geneeskunde, welke bepaalt, dat voor degenen, die de con tributie niet kunnen betalen de gemeente een vierde, de Mij. v. Geneeskunde eveneens een vierde gedeelte en de rest door het lid zelf betaald moet worden. Verder zegt de voorz., heeft de heer S. Keijzer hier met B. en W. Natuurhistorisch Museum. Elke week: Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u. en Zaterdag nam. van 36 u., alsmede op den eersten Zondag van elke maand nam. van 35 u. Dinsdag 1 December. B. K. Kerk, Kerkgracht, 8.30 u. Conferentie voor niet-katholieken, door Pater A. Win kel, Dominicaan. Maandag 30 Nov16.20 uur over gesproken, doch aan 't gemeentebestuur was hieromtrent nog niets bekend. Als het Ziekenfonds van Oudeschild dit had geweten, zou volgens den voorz., dit fonds ook nooit zijn overgegaan tot samenvoeging. Verder gaat de voorz. voort, zou, indien het fonds wordt opgeheven, ook het legaat van wijlen Mej. H. Bakker, ons wel voorbij gaan, daar dat gegeven is aan het Ziekenfonds te Oosterend. De penningmeester, de heer R. v. d. Vis, heeft verschillende vergaderingen van de be sturen der vereenigingen medegemaakt en zegt, dat het fonds te Den Burg steeds het vormen van één fonds heeft voorgestaan. Ook heeft.de heer v. d. Vis een vergadering mede gemaakt, welke uitging van verschillende arbeidersbesturen e.a. en waarin als spreker optrad de heer Noordhof. Het gemeente bestuur was daar uitgenoodigd, doch de hee ren Parlevliet, Dros en De Lugt niet. Dit was den heer van der Vis opgevallen. Waarom niet de geheele Raad? De voorzitter wees nog op de contributie, die hier niet hoog is, daar b.v. te Den Helder 25 cent per week wordt betaald en hier 20 cent pl. 5 cent voor het Verplegingsfonds. Van de Landelijke Federatie, met een leden aantal van 74000, is een schrijven ingekomen, waarin geadviseerd wordt om niet tot ineen smelting over te gaan. De voorzitter gaf daarna de vergadering eenigen tijd om over dit punt van gedachten te wisselen. Hierna werd overgegaan tot stemming over al of niet samenvoegen van de drie fondsen. Uitgebracht werden 71 stemmen. Vóór stem den 7 personen, tegen 63 en 1 stem werd blanco uitgebracht. Zoodat besloten is niet met de overige fondsen in één fonds samen te smelten. Hierna sluit de voorzitter met de beste wen schen voor de vereeniging de vergadering. De 2de ontmoeting tusschen „de Bruin- visschen" en L.Z.C. „Groote Wielen" is een overwinning voor „De Bruinvisschen" gewor den, met een verschil van slechts één punt. De wedstrijd werd door veel publiek be zocht. „De Bruinvisschen" kwamen door ver hindering en blessures van verscheidene eerste krachten met diverse reserves uit. Het eerste nummer voor de puntentelling was 2 X 25 meter wisselslag pers. meisjes. No. 1 was Maartje Forrer in den tijd van 40.4 sec. No. 2 M. Naberman, 41.1 sec. Het tweede nummer bracht als eerste aan komende in de 2 X 25 m wisselslag jongenst 1. A. Zuurmond in den tijd van 38.0 sec. 2. R. Bosman, 38.1 sec. 3. P. v. d. Werff, 38.4 sec. Maar ik zal niet zwijgen. Denkt gij misschien dat wij geen hart in ons lijf hebben Denkt gij misschien dat wij geen gevoel hebben als een hond? Het gaat hier niet om gevoel, kapitein, maar de werkelijkheid, die... Om de werkelijkheid! de eenige werke lijkheid, die ik ken, ben ik zelf. Ge spreekt uzelf tegen, kapitein, maar uw uitvluchten zijn mij onbegrijpelijk. Voor één enkel geval zou ik het mij kunnen in denken. En dat is? Dat gij iets verzwijgt, dat..» Ik verzwijg niets. Maar gij hebt gezwegen, kapitein. Dat is het. Gij hebt bij de behandeling der zaak gisteren de uiteenzetting aan uw stuurman overgelaten, omdat gij zelf niet bijzonders wist te melden. Nu kom ik echter tot de con clusie dat gij is het niet meer, dan toch in ieder geval nauwkeuriger u alles kunt herin neren niettegenstaande gij het schip pas bij de aanlegplaats in de haven voor het eerst betreden hebt. Meneer de Rijksadvocaat, wat wilt gij daarmee zeggen? Niets meer, dan gij uit mijn woorden kunt opmaken. Dan verzoek ik u onmiddellijk mijn schip te verlaten. Dus dat maakt u er uit op? Weg! Kapitein, gij schijnt te vergeten, wie gij voor u hebt. En gij dat ge u op mijn schip bevindt. Ik zal met u niet in nadere uiteenzetting vervallen. Wat ik u te zeggen hebt is het volgende: de laatste termijn betreffende het door u opgeëischte bergloon is op mijn ver zoek voor onbepaalden tijd verschoven. Zoo even heb ik het besluit inzake heropening van het vooronderzoek betreffende de zaak „Betty Bonn' onderteekend. Ik verzoek u daarom u voorloopig als getuige in deze zaak ter be schikking van den Rijksadvocaat te houden. Goeden morgen, kapitein. Trevor pakte mij bij den arm en wilde weg gaan. Maar voordat wij de deur bereikten, had Spurling stoel en stuurman opzij geworpen en versperde ons als een koppige stier den weg. Wat moet dat beteekenen Ik geloof, dat wij reeds afscheid genomen hebben, kapitein? Ik wil weten, wat dat te beteekenen heeft. Daarover krijgt gij een officieel schrijven. Ge maakt een Amerikaansch burger ver dacht; ik ga naar den Consul. Gaat u naar den Consul. Maar Ameri kaansch burger of niet; een mensch maakt alleen zichzelf verdacht kapitein. Bovendien gaat het hier zooals ge schijnt te vergeten, om voorvallen op een Engelsch schip. Plotseling balde Spurling de vuisten in opperste woede tegen het hoofd. Neen! Gij! Gij doet het, gij, rechters, gij, geweldigen, gij, fijne kerels met gladge streken gezichten. Wij armzaligen verfoeiden, wij beleedigen alleen reeds, door ons ver schijnen. Alleen onze tegenwoordigheid als is voor u een schande. Gij gooit met drek naar ons, om zelf des te reiner te kunnen te voorschijn komen! Gij brengt ons aan de galg om uw rechtvaardigheid te kunnen bewijzen. Zijn stem sloeg over. Gij, gij maakt misdadigers van ons! Trevor liet zich niet terughouden. Neem me niet kwalijk. Met zijn elleboog schoof hij Spurling achte loos ter zijde. Deze stond door deze ongewone lompheid als verlamd. Zijn bloed kookte. Dat was hem aan te zien. Het benam hem een voudig den adem. Anders zou hij ons zijn aan gevallen. Zoo liet hij ons gaan. Eerst toen wij drieën, Trevor, de haven wachter en ik, de kajuitstrap afgingen, brak het daarbinnen opnieuw los: de stemmen van den kapitein en van den sturman: Brullen, lawaai en gestommel. Crane viel languit de kajuit uit op het achterdek, brulde van woede en vloekte. Maar toen hij ons zag, stond hij op, klopte het stof van zijn broek, deed on schuldig alsof er niets gebeurd was en ging fluitend verder. In het matrozenlogies was het doodstil. Door de kier van de deur keek een argwanend oog ons na, toen wij het schip langs de loopplank verlieten. De havenwachter was alweer in zijn boot. De Rijksadvocaat en ik gingen zwijgend over den steiger. Pas veel later tusschen de huizenrijen der stad vroeg Trevor mij en zonder eenigen triomf in zijn stem: En wat denkt ge er nu van, wat ik ze vanmorgen allemaal gezegd heb? Uw fantasie, meneer de Rijksadvocaat, was nog te zwak. Denzelfden middag ontmoette ik Nancy weer. Het was gedurende het Zondagmiddag concert der gamizoenskapel. Tusschen de palmen der Alameda, over de wegen der om geving, onder de wintersch kale boomen der Kingsway bewoog zich een haast zomersch gezelschap. Tusschen het zwart en wit der kleeding, mengde zich het blauw, goud en rood der uniformen. Ik slenterde zoowat doelloos alleen verder, groette hier, groette daar, beantwoordde enkele vriendelijke opmerkingen, maar mengde mij in geen enkel gesprek. Ik sloeg een zijweg in, liop, om de rust banken heen, floot nonchalant de melodie der militaire muziek mee en deed mij geheel voor als een muziekliefhebber. Daarbij lette ik nauwkeurig op, want ik wist, dat ik Nancy hier zou vinden, en enkele woorden met haar behoorden reeds geheel tot mijn dagelijksche behoefte. Eindelijk zag ik haar dicht bij het muziek- paviljoen. Ook zij had mij gezien, en, wat zij nog nooit gedaan had, zij maakte zich dadelijk los van een kleine kring jonge meisjes, waar mee zij in gesprek was en kwam op mij toe. Met een opvallende openhartigheid gaf zij, die toch gewoonlijk van een opmerkelijke terug houdendheid was, mij de hand. In een der lanen zetten wij ons op een bank in een stille omgeving. De schetterende tonen der militaire muziek waren hier nog hoorbaar. Menschen kwamen haast niet voorbij. Hier begon Nancy te spreken over datgene, wat haar den heelen middag op de tong gebrand had. Dus gij zijt er ook van overtuigd, dat op de „Betty Bonn" een misdaad heeft plaats gehad? Heeft Uw vader U dat verteld? Ja. Hij noemde mij Uw naam en prees U als een der scherpzinnigste journalisten. Ik moest stil in mezelf lachen Over de bekwame journalist? Ook om hem, mijnheer. Dan dank ik U zeer, dame. Ach nee, zonder gekheid, Vader weet toch niet, dat wij Dan moet ge hem ook voorloopig niets vertellen. Ik wil niet, dat hij wat mij betreft zich bepaalde illusies zal maken. Maar hij heeft zijn grootste verwachtin gen op U gebouwd. Als hij dan maar niet teleurgesteld wordt. (Wordt vervolgd)»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 7