De lotgevallen van mijn motorfiets BINNENLAND De hertog van Saint-Simon voor de rechtbank BUITENLAND en water aan vastzat De parkeerheffingen in de gemeenten De pan-Amerikaansche conferentie Trotsky mag niet naar Mexico ZONDAG 6 DECEMBER. MAANDAG 7 TEHERAN. In November. De toestand was hoogst zonderling: zoowel mijn oude reiskameraad als mijn motorfiets met zijspan waren onvindbaar en ik ge voelde me als een generaal, die op het slag veld gekomen, moet vaststellen, dat zijnhee- le leger spoorloos is verdwenen. Van enkele menschen hoorde ik, dat ze mijn machine eenige malen hadden gezien, eenmaal be stuurd door een Iranschen vlieger-officier en een andere maal door een Iranschen politie officier. En mijn machine is gemakkelijk te herkennen: ze is de eenige vier-cylinder- Ariël met zijspan in geheel Iran. Ik ben, begeleid door een Iraniër als tolk, weder naar de thans leege garage gegaan en heb daar bij de buren nagevraagd. Het was een echt Oriëntaalsche geschiede nis, waarbij een Europeaan, ook al heeft hij jaren Oriënt-ervaring, niet meer weet waar de waarheid eindigt en waar de verdraaiing der feiten aanvangt. De man, aan wien ik het vorige jaar steeds de huur voor de garage had betaald en dien ik voor den bezitter had gehouden, was de bezitter niet, zoo vertelde men mij. De eige naar van de garage was een Iraniër met een grooten naam en een prachtige villa, van wien ik voor dien tijd nimmer had gehoord. Tot hem ben ik gegaan Ik werd er te woord gestaan door een soort vertrouwensman, die me verklaarde, dat mijn machine was we. - gehaald door 'n hoogere officier daar' de garage moest worden ontruimd, ten einde de militaire school te kunnen vergrooten. Hier over verbaasde ik me zeer, daar de militaire school zich op een grooten afstand van de garage bevindt. De zaak werd me echter dui delijker, toen ik vernam, dat de officier, die de machine had weggehaald, de schoon zoon was van den garage-bezitter. Hadden al deze menschen ook het gerucht gehoord, dat ik in Abessinië het leven had gelaten en meenden ze, dat mijn machine zonder bezitter was? Ook tot de douane wendde ik me. Deze immers had voor mijn vertrek naar Afrika mijn machine in de garage zoodanig inge pakt in ijzerdraad, dat men er geen meter mede rijden kon, en daarna verzegeld met loodjes. Bij mijn terugkeer en indien ik ver der wilde reizen met mijn machine, zou de douane deze loodjes weder afnemen en me het recht geven tot uitvoer van de motor fiets met zijspan. De douane te Teheran is gevestigd in een der groote moderne gebouwen, welke den laatsten tijd in de Iransche hoofdstad zijn verrezen bij dozijnen. En in dit gebouw be gonnen weder nieuwe besprekingen met den directeur, met een onder-directeur, met epn inspecteur en nog andere menschen. Men had daar vergeten, dat mijn machine verzegeld was geworden en had gemeend, dat ze een voudig was verdwenen, vermoedelijk onder de hand verkocht en daarom had men den Nederlandschen gezant de vastgestelde waar borgsom laten betalen, zonder dat daarvoor een grond was. Nu ontdekten de heeren der douane, dat inderdaad de verzegeling had plaats gehad, zonder dat ze de minste nei ging toonden de zonder recht geïnd som te rug te betalen aan den gezant. Nu moest ik den officier vinden, die mijn machine in bezit had genomen, na de douane-zegels verbroken te hebben, wat in alle landen der wereld een zeer ernstig ver grijp is. De douane scheen zich daarom ech ter niet te bekommeren, daar ze volkomen tevreden was met het geld, dat de Nederland- sche gezant ten onrechte had betaald. De officier, die zich zoo gemoedelijk in het bezit van mijn machine bad gesteld, was een majoor van de luchtstrijdkrachten, die vele jaren in Frankrijk had vertoefd en uitste kend Fransch kende. Hij woont in een echt Iransch huis, waarvan men van buiten al leen een muur met een enkele poort ziet. Gaat men die poort door, dan komt men in een fraaien tuin met een vijvertje en om dien tuin is de woning gebouwd met vele gaanderijen. Ik begaf me tot hem begeleid door den tolk van het gezantschap, wat eigenlijk overbodig was, gezien het feit, dat de officier het Fransch uitstekend beheerscht. We werden gelaten in een keurigen salon, yaar spoedig de majoor verscheen, die in zijn donkere uniform een volkomen EuroDeeschen indruk maakte. Een bediende bracht kleine glazen thee met een kristallen fleschje met citroen sap; sigaretten werden aangeboden. De majoor ontkende niet, dat hij mijn machine uit de garage had gehaald, doch dit was geweest (van de vergrooting der mi litaire school was geen sprake meer) omdat het dak was ingestort.'Hij had daarom dus, om zoo te zeggen, mijn machine „gered". Mi.in machine was geheel in ijzerdraad ge wikkeld geweest, maar dat er loodjes der douane als zegels waren aangebracht had hij niet gezien. Waar mijn machine was, wilde ik we ten. De machine bevond zich op een veilige plaats, vertelde de majoor, maar hij zou haar weder naar de garage laten terug brengen. De majoor verklaarde, dat hij bezitter was van de garage, maar dat hij tijdelijk zijn bezitrechten had overgedragen aan een an der, die dus de huursommen te vorderen had. Die ander verscheen ook. Het was een Iraniër uit de volksklasse. Dat was dus de vierde bezitter. F.erst was er de man ge weest, met wien ik vroeger te doen had en aan wien ik vroeger huur had betaald. Dan was er de schoonvader van den officier, daarna kwam de officier zelf en tenslotte verscheen de vierde „bezitter", dien de of ficier ons presenteerde. De eerste „bezitter", der garage, de man, dien ik gekend had en aan wien ik steeds had betaald, had den officier op de ge meenste wijze met geld bedrogen, zoo moest ik hooren. Te zien kreeg ik hem natuurlijk niet Op dat oogenhlik gevoelde ik zooiets als heimwee naar Afrika, naar Abessinië, ndar den oorlog. Daar hadden wel eens kogels om mijn ooren gefloten, maar kogels zijn eerlijk. Ze maken geen onderscheid tus- schen den een en den andef. Indien ik de geschiedenis hier uitvoerig verhaal, is het,, om den lezer een blik te doen werpen op de psychologie der Ooster lingen, want deze geschiedenis is typisch „Oriënt". De officier had nog meer. De man, die mij de garage verhuurd had, had het recht niet gehad zoo goedkoop te verhuren, namelijk voor vier tuman (dat is thans ongeveer vier gulden) per maand. Dat had tien tu man moeten zijn. Bovendien had ik, volgens den officier, nog nimmer een cent betaald. En daar dook een nieuw vraagstuk op, dat der quitanties. De man, die mij het eerst had verhuurd, kon niet lezen, of schrijven, of tenminste beweerde dat. Ter opstelling der quitanties moesten we dus steeds een beroep doen op een der buren en zoo heb ik quitanties, die in het Iransch en andere, die in het Rus sisch zijn gesteld. Enkele dezer quitanties hebben een krabbeltje als onderteekening, andere hebben alleen een duimafdruk. Toen ik voor mijn vertrek naar Afrika voor het laatst en nog acht maanden vooruit betaal de. had ik evenwel een getuige, tevens tolk, een Duitscher, bij me en dien heb ik reeds teruggevonden. Grappig is. dat de hoodofficier door liet schemeren, dat hij wel bereid was „voor een kameraad" mijn machine te koopen, natuur lijk tegen een zeer schappelijk prijsje, waar van dan eerst de garagehuur, zeer hoog be rekend, zou worden afgetrokken. Het is wel overbodig te zeggen, dat ik hier niet op in ben gegaan. Ten eerste wilde ik mijn machine op de oude plaats, in de ga rage hebben en twee dagen later heb ik haar daar weder gezien, deze oude reisge zel van drie werelddeelen, die me zoo moe dig heeft gedragen door gloeiende woestij nen, onder eiken en palmen, over bergen en vlakten. Een weinig ontroerd was ik bij dit weder zien, want het wekte in mij vele oude herin neringen: aan den mislukten monarchisti- schen staatsgreep in Spanje, vier jaar gele den, aan sneeuw in Marokko; aan dorst en ellende in de Libische woestijn; aan een panne, 's nachts in de woestijn van Syrië, aan onzen tocht over de machtige Iransche bergen, waar men nog nimmer een motor fiets had gezien; en ook aan mijn ouden Tsjechischen kameraad van vele jaren. Waar is hij nu? vroeg ik me met zorg af. Intusschen gaf ik mijn oogen goed den kost. Van een instorting van het dak was in de garage niets te bemerken en bij na vraag bleek ook geen der buren daarvan ooit iets te hebben gehoord. Doch er was nog iets; achter de rugleuning van het zij wagentje in een kastje, dat afgesloten was met een letterslot. Dat slot was verdwenen en het kastje opengebroken. Maar dit heb ik den braven officier der Iransche luchtmacht nog niet verteld. Dat hoop ik elders nog wel ter sprake te bren gen. Intusschen heb ik een nieuwen kameraad gevonden, een Ilongaarschèn ingenieur, die mijn belangen kan behartigen als ik verder reis, want heel lang wachten op de afwik keling van al deze ingewikkelde zaken, wil ik niet. Ik wil verder over land naar Indië, met of zonder mijn machine, met of zonder mijn ouden makker, die misschien ook ge loofd heeft aan mijn dood in Afrika en zich waarschijnlijk niet meer in Iran be vindt; J. K. BREDERODE. DE INDISCHE DEPUTATIES NAAR HET PRINSELIJK HUWELIJK Vanwege het departement van koloniën is aan de verschillende Indische deputaties die het prinselijk huwelijk komen bijwonen toegevoegd de heer H. J. van Mook, hoofd ambtenaar bij het departement van econo mische zaken in Ned. Indië met verlof, ge wezen assistent-resident in de Vorstenlan den, ten einde deze deputaties gedurende haar verblijf hier te lande met raad en daad bij te staan. DE COMMISSIE INZAKE DE LANDBOUW CRISISMAATREGELEN ONTBONDEN. Prof. Van Loon onderscheiden. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, heeft de minister van landbouw en vissche rij de commissie, welke tot taak had te on derzoeken, of en zoo ja, welke wijzigingen naar haar meening dienden te worden ge bracht in de landbouwcrisismaatregelen, de uitvoering en de controle, ontbonden onder dankbetuiging voor het door haar uitge brachte rapport, dat de vorige maand werd gepubliceerd. Het heeft Hare Majesteit de koningin be haagd den voorzitter der commissie, Prof. Mr. J. van Loon, te benoemen tot ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw. In strijd met de strekking, den geest en de bedoeling van de Mo torrijtuigenbelastingwet, aldus het oordeel van de K.N.A.C. Aangezien bekend werd, dat een wijziging der Motorrijtuigenbelastingwet in voorberei ding is, heeft de K.N.A.C. de gelegenheid aan gegrepen aan de Ministers van Financiën, van Waterstaat en van Binnenlandsche Za ken te verzoeken deze wet zoodanig te wil len doen wijzigen, dat het voor de gemeen tebesturen onmogelijk zal zijn gemaakt om lasten op het stilstaan of parkeeren van motorrijtuigen te heffen. In dat adres teekent de K.N.A.C. o.m. aan, dat krachtens Art. 1 eerste lid, der Motor rijtuigenbelastingwet een belasting wordt geheven, terzake van het rijden met motor rijtuigen op den openbare weg. Deze redactie wordt te eng geacht, terwijl wordt vermeend, dat daarin de uit den con siderans blijkende bedoeling van den wetge ver (het motorverkeer door eene be lasting te treffen) niet juist is weergegeven, omdat „motorverkeer' immers méér omvat dan het enkele „rijden met motorrijtuigen". De te enge redactie van Art. 1 heeft dan ook tengevolge, dat tal van gemeenten in den lande van oordeel zijn, dat zij, nu de Motorrijtuigenbelasting\yet slechts treft het „rijden" met motorrijtuigen op den openba ren weg, gerechtigd zijn om in een of ande ren vorm (meestal door precario-verordehin- gen) belastingen te heffen op het stilstaan, laten staan of het zoogenaamde „parkeeren" van automobieler^. Door deze heffipgen wordt het toch reeds overbelaste gebruik van automobielen (door invoerrechten, personeele belasting, motor rijtuigenbelasting, hijzonder invoerrecht op benzine) nog met éen nieuwe last bezwaard en bedreigd. De man, die de vlam op het graf van den onbekenden sol daat ontstak. Onze V.P.B.-correspondent schrijft ons uit Parijs: Henry Philippe Octave Jean Marie d' Au- bussen graaf Dissandes de Lavillatte, Vi- comte de la Feuillade de Roaqes en hertog van Saint Simon grand van Spanje, Fransch staatsburger, is door de 10de Pa- rijsche strafkamer wegens het ongerechtigd dragen van een buitenlandschen adellijken titel tot 500 francs boete veroordeeld. De eerste groteske van dit proces bestond hierin, dat een republikeinsche rechtbank gedwongen was, het ongerechtigd dragen van een door den koning verleenden adelij- ken titel volgens een keizerlijk decreet van 1859 te veroordeelen. De tweede vaststel ling van de rechtbank versterkte deze vroo- lijke noot nog, er bleek namelijk, dat de Fransche titels en de Spaansche waardig heid van grande eigenlijk van den koning van Montenegro stamden. De man met de vele titels heet eenvoudig Philippe Dissandes. Zijn vader was een welgesteld koopman en hofleverancier van koning Niki- ta van Montenegro, die hem echter in plaats van met baar geld met een aantal ridderorden en de bo vengenoemde titels betaald De oude Disandes was realist genoeg om noch de decoraties nog de titels te dragen, maar zijn zoon dacht er an ders over. Hij ging na zijn vaders dood naar Spanje en had geluk. Koning Alfons erkende zijn titels onkundig van hun burlesken oor sprong, en verleende hem boven dien de waardigheid van grande. Met deze documenten uitgerust keer de de eerzuchtige naar Frankrijk terug, en vroeg het voorgeschreven verlof tot het dragen van zijn titels De regeering weigerde echter aan zijn verzoek te voldoen. Daarop wil de hij de autoriteiten dwingen hun houding te bepalen en haalden een dolle streek uit. Op II Juli, den Franschen nationalen feestdag verscheen onder de Are de Jri- omphe, omgeven door een aantal buiten- landsche militaire attache's een heer in den uniform van een Italiaanschen over ste, met talrijke ridderorden behangen en ontstak de vlam op het graf van den onbe kenden soldat. Generaal Mariaux, die de cermonie leidde, was over deze verandering van het program zeer verwonderd en liet een van zijn stafofficieren op discrete wijze naar den naam van den onbekenden „ka meraad" vragen. Deze stelde zich bereidwil lig voor: „Overste hertog van Saint-Simon, a la suite van het regiment Prins van Pie- mont doctor honoris causu van de Colum- bia-universiteit, commandeur van de ko ninklijke Montegrijnsche Danilo-orde". Tijdens het daarna ingestelde onderzoek kwam het bovenstaande aan het daglicht. De „hertog" verdedigde zich met te zeggen, dat hij door middel van zijn streek de aan dacht op zijn nog nimmer onopgeloste ti- telkwestie had willen vestigen De rechter was echter van meening, dat de grap te ver gegaan was en veroordeelde hem, zonder eigenlijk verder op de titel- kwestie in te gaan. Zoodat de hooge adellij ke keer nog even ver is als voor 14 Juli. De leider van de Mexicaansche Trotskyis- tcn verklaarde President Cardenas te heb ben verzocht Trotsky in Mexico het asiel recht te verleenen. De president heeft dit geweigerd omdat de aanwezigheid van Trotsky onnoodige tweedracht onder de Mexicaansche arbeiders zou verwekken. Op het ministerie van buitenlandsche za ken verklaarde men niets van deze kwestie te weten. Volgens Roosevelt een succes Aan boord van de „Idianapolis" heeft Roo sevelt een onderhoud toegestaan aan de pers. Op een vraag omtrent zijn meening inzake de resultaten van de pan-Amerikaan sche conferentie, zeide hij, „het is een suc ces". Hij voegde hieraan toe, dat de Ameri- kaansche landen een politiek van goede na buurschap volgden ten aanzien van de Ver- eenigde Staten. Tijdens een receptie, welke te zijner eer te Montevideo werd gehouden verklaarde Roosevelt, dat de staten van de nieuwe wereld gelukkig door sterke gid sen worden geleid, die hun taak vervullen overeenkomstig de theorie der democratie. Het is noodzakelijk, dat de landen een nauw contact bewaren, want zij hebben gelijke moeilijkheden op te lossen. behoort dit het geval te zijn boven bedoelde gemeentelijke Preca"obei fingen op het stilstaan of parkeeren van au tomobielen. Deze heffingen zouden naar bet oord eet van adressante op de meest eenvoudige j ze kunnen worden onmogelijk .gemaakt door bij de op handen zijnde w'J^igingdei Motorrijtuigenbelastingwet de Abelen 1, lste lid en 41, lste lid daarvan in dier voege te wijzigen, dat zij komen te luiden volgt: Art. 1, lste lid: „Onder den naam „Mot rijtuigenbelasting zal eene belasting Word geheven terzake van het gebruik van od»; bare wegen met motorrijtuigen". Q' Art 41, lste lid: „Behoudens de heffing Va„ tol wordt terzake van het gebruik van <W openbare weg met motorrijtuigen en rijwiT len geen andere belasting geheven dan wél ke krachtens deze wet aan het Verkeek fonds ten goede komt Noot der Redactie; Na verzending van ^et Adres is inmiddels in den Haagschen Ge meenteraad medegedeeld, dat de Kroon d« Verordening op de Parkeergeldheffing heeft goedgekeurd. HILVERSUM H. •o c <D X3 be d 'd T3 ■0 a o O i Orkest Concerten 6.20 VARA-Orkest Nieuwsberichten A.N.P. 8.00 11.00 Lichte Muze Kovacs Lajos AVRO 12.35 1.30 Revue AVRO 11.00 Populair programma VARA 7.00 Godsdienstige Uitz. Ned. Herv. Kerkdienst VPRO 10.30 Dansmuziek AVRO-dansorkest 4.15 Lezingen Tuinbouwhalfuur VARA 9.05 Lezing van Staat en 9.45 Maatschappij VARA Filmpraatje AVRO 12.10 Causerie AVRO 1.10 Boekenhalfuur AVRO 2.00 Lezing over poëzie 3.05 AVRO Hoe leert men denken VARA 5.30 Orgelbespelingen VARA 9.30 AVRO 12.00 -t, Solis ten-conccrt Piano-recital AVRO 2.30 Mozart-concert. 9.25 De componisten van den Zonnekoning 10.15 Sport Sportberichten AVRO 4.55 Voetbaluitslagen VARA 6.00 Sportuitslagen A.N.P. 6.15 Voor de jeugd Zondagshalfuur voor 10.00 kinderen VPRO Diversen St. Nicolaas cantate AVRO 3.40 Hij komt... hij komt AVRO 8.15 Radio journaal AVRO 9.00 ■O HILVERSUM H 0) cö ■a O ja 13 O i Orkest Concerten VARA-Orkest 4.00 VARA-Orkest 5.00 Nieuwsberichten A.N.P. 8.03 10.00 Gramofoonmuziek 8.00 2.15 3.00 11.00 Lichte Muze Melody Circle VARA 10.40 Godsdienstige Uitz. 11.30 Morgendienst VPRO 10.00 Dansmuziek Flierefluiters VARA 12.3® De Ramblers VARA 5.50 Lezingen Voordracht VARA 10.20 Voordracht VARA 11.15 Causerie over de jeugd VARA 2.00 Muzikaal Babbeltje VARA 6.35 8.40 Voordracht VARA Orgelbespelingen Orgelspel VARA 12.00 Solisten-concert Alt en piano VARA 2.30 Volksliederen, Ricital VARA 8.10 Residentie orkest met vioolsolist VARA 9.00 Residentieorkest VARA 10.15 Voor de jeugd Na schooltijd VARA 4 30 Diversen VARA Kinderkoor n o a HILVERSUM L Orkest Concerten Sted. orkest v. Maas tricht KRO Nieuwsberichten A.N.P. Gramotoonmuziek Lichte Muze KRO-melodisten The Novelty Five KRO The Novelty Five KRO Godsdienstige Uitz. Morgenwijding NCRV Hoogmis uit de Paro chiekerk van den H. Christophorus te Schagen KRO Godsdienstoefening voor ouderen KRO Ziekenlof KRO Ned. Herv. Kerk NCRV Epiloog KRO Lezingen Boeken en schrijvers KRO Schoolarts en geeste lijke volksgezondh. KRO Solisten-concerten Solistenconcert KRO Sport Voetbaluitslagen KRO Diversen 't Nationale feest v. Joego Slavië KRO Advent-stemmen II KRO ■o O V 9 30 11.30 8.30 10.00 be ri •O ■O 2.45 5.00 12.15 2.00 4.00 5.20 1.00 1.20 ■o Q O 8.10 10.30 8.20 9.40 10.40 7.50 8.55 7.45 10.05 7.30 HILVERSUM I Nieuwsberichten A.N.P. Gramofoonmuziek Godsdienstige Uitz. Schriftlezing NCRV Chr. Lectuur NCRV Bijbellezing NCRV Vragenuur NCRV Vragenuur NCRV Lezingen Lezing over Kamer planten NCRV Orgelconcerten Orgelconcert NCRV Solisten-concerten Viool, cello en piano NCRV Voor de jeugd Uitzending voor scholen NCRV Diversen Reportage NCRV Samenkomst Leger des Heils te Leeu warden NCRV Voorbereiding Huwe lijks feesten NCRV ■o a v 2 O o 8.15 11.30 8.00 ho ca •o ■o 12.15 2.35 5.00 11.00 4.00 •o a O '8.00 10.00 10.30 6.30 7.15 3.00 12.30 5.30 2.00 7.45 8.15 9.35

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 2