DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER
UITGAVE, N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ V/H G DE BOER JR.. KONINGSTRAAT 78. DEN HELDER. TELEFOON 50 EN 412. POSTGIROREKENING 16066 64e JAARG. No. 7872
4#:
HELDERSCHE COURANT
DINSDAG
8 DECEMBER 1936
Het is met diepen weemoed, dat wij ons neerzetten een
In memoriam te schrijven over mevrouw M. de Boer
Jongkees, de presidente-commissaris van de N.V. Drukkerij
en Uitgeverij, v.h. C. de Boer Jr. en over den heer P. C. de
Boer, directeur van genoemde vennootschap.
We kunnen ons het ontzettende gebeuren moeilijk
realiseeren. Mevrouw De Boer, een vrouw nog vol vitaliteit,
nog vol plannen en idealen niettegenstaande haar jaren
begonnen te klimmen tot de hoogte der zeer sterken
plotseling uit het leven weggeroepen.
De heer De Boer, man met scherp zakelijk inzicht, direc
teur van het groote bedrijf in de Koningstraat, in één
oogenblik, in den bloei zijner jaren weggerukt, door dat
noodlottige auto-ongeval, waarvan men elders de bijzonder
heden zal vinden.
Nog gisterenmorgen gingen moeder en zoon samen voor
een zakenreis naar Amsterdam en op den terugweg, kwam
daar de Dood tusschenbeide. Wij hebben te buigen voor de
majesteit van Hem, die leven en dood regeert en in Wiens
handen ook onze tijd ligt; maar naar den mensch gesproken
konden deze twee leidende figuren van onze zaak niet
gemist worden. Vooral in een tijd als de onze, die de
mobilisatie vraagt van alle krachten, was hun werk, hun
advies, hun helder inzicht zoo noodig en wij betreuren diep
dit plotseling heengaan.
Mevrouw De BoerJongkees heeft in het openbare leven
van onze stad een vooraanstaande plaats ingenomen. Er
was eigenlijk geen vereeniging van beteekenis, waarin zij
niet een werkzaam aandeel had, waarvan zij niet de stuwen
de kracht was. Haar heldere kijk op de dingen, haar
warm meevoelend hart met de nooden van de minder
bedeelden, konden nog niet gemist worden. En haar heen
gaan zal in alle kringen van onze bevolking als een zwaar
gemis worden gevoeld.
In de allereerste plaats was mevrouw De Boer voor ons
de presidente-commissaris van de vennootschap. Met heel
haar hart leefde ze mee in de dingen, die de zaak betroffen;
de belangen van het personeel gingen haar zeer ter harte
en ook in de persoonlijke moeilijkheden, waarin haar
ondergeschikten mochten verkeeren, leefde ze mee en gaf
zij haar steun en raad.
De zaak heeft aan mevrouw De Boer—Jongkees zeer
veel te danken. Met haar man heeft zij haar groot gemaakt.
Zij was naast haar man de stuwende kracht, de bezielende
echtgenoote en nooit is zij eigenlijk volkomen het verlies
van haar man te boven gekomen. Zij dacht en handelde
nog steeds in den geest van hem, met wien zij een zoo
harmonisch huwelijk heeft gehad.
„Haar adviezen," zoo vertelde ons de presidente van de
Ned. Ver. v. Huisvrouwen, waarvan mevrouw De Boer
van de oprichting af bestuurslid is geweest, „waren zoo
zakelijk, dat zij meestal werden opgevolgd. Van mevrouw
De Boer ging initiatief uit. Je kon op haar woord rekenen.
Velen heeft ze met raad en daad gesteund en niemand
klopte ooit tevergeefs bij haar aan."
't Is ons niet doenlijk een volledig overzicht te geven
van wat mevrouw De BoerJongkees in het vereenigings-
leven van onze stad heeft beteekend. We willen slechts
enkele corporaties noemen, waarin zij in het bijzonder een
leidende rol heeft gespeeld. Daar was dan allereerst haar
presidentschap van de „Ver. Liefdadigheid naar Ver
mogen". Zooals we schreven, ging het leed van haar mede-
menschen haar zeer aan 't hart, en in deze vereeniging heeft
zij goed en zegenrijk werk gedaan. Het was ook aan het
initiatief van mevrouw De Boer te danken, dat kon wor
den overgegaan tot de stichting van „Huize Parkzicht".
Zij heeft de voltooiing van dit stuk levenswerk nog mo
gen beleven en het was met groote vreugde, dat men ken
nis nam van de hooge waardeering van de regeering voor
haar arbeid in dit opzicht, door de Koninklijke onder
scheiding tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Mevrouw De Boer was voorzitster van de Vakschool
voor Meisjes, bestuurslid van de Ver. „Tot Nut van
't Algemeen", van de „Kinderherstellings- en -vacantie-
kolonies, lid van het Hoofdbestuur vanhet„Dorus Rijkers
fonds", bestuurslid van de Algemeene Oranje-vereeniging.
Zij was indertijd bestuurslid van het Nat. Crisis-comité
en zij heeft persoonlijk ook heel wat gedaan om den nood
van anderen te lenigen.
De zwijgende belangstelling van tientallen, tot diep in
den nacht voor ons kantoor, spreekt meer dan woorden
kunnen zeggen.
Met mevrouw De BoerJongkees werd ook haar eenige
zoon, de heer P. C. de Boer, directeur van de N.V. en
redacteur van de „Heldersche Courant", uit het leven
weggerukt.
De heer De Boer volgde, bij het overlijden van zijn
vader, in 1929, hem op als directeur van de drukkerij. Hij
was een man met ruimen blik, die de dingen groot zag
en een scherp zakelijk inzicht had.
De veranderde omstandigheden in het zakenleven
maakten, dat de heer De Boer veel uitstedig was. De tijden
waren, sinds zijn vader de zaak verliet, zoo geheel anders
geworden. Dat de zaak desniettegenstaande mocht groeien
en de groote verbouwing in 1931 mocht ondergaan, die
haar tot een van de meest moderne drukkerijen van ons
land maakte, is, naast zijn moeder, te danken aan hef
initiatief van den heer De Boer.
Hij was een man die voor zijn vrienden een trouwe en
toegewijde kameraad was. Hij werd indertijd gedelegeerd
commissaris van de Heldersche Uitgeversmaatschappij, om
hierdoor voornamelijk in het belang van het personeel
te kunnen werken. Dat typeert onzen directeur, bij wien
ook de belangen van het personeel een goede behartiging
vonden.
Het objectieve, neutrale standpunt ten opzichte van de
krant heeft ook de heer De Boer, evenals zijn vader, altijd
voorgestaan. De krant moest openstaan voor ieder, die
in het algemeen belang meende te moeten spreken.
Evenals zijn vader was hij niet de man, die in het open
bare leven direct naar voren trad. Bescheiden en een
voudig van aard diende hjj de belangen, die hem waren
toevertrouwd.
De heer De Boer, die de vorige maand 45 jaar werd,
heeft toch ook als „stille kracht" veel en goed werk ver
richt in de verschillende vereenigingen, waarvan hij als
bestuurslid deel uitmaakte. Hij was een van de mede
oprichters van de Mij. voor Nijverheid en Handel, Dep.
Den Helder en Omstreken. In deze maatschappij heeft hij
krachtig medegewerkt om den band tusschen Den Helder
en de omliggende gemeenten sterker te maken. Hij was
voorzitter van het district Den Helder en Omstreken van
de Federatie der Werkgeversorganisatiën in het Boek-
drukkersbedrijf; voorzitter van de Districts Leerlingen-
commissie in de Typografie; vice-voorzitter van de Kon,
Ned. Ver. „Onze Vloot", lid van de Economische Com
missie, bestuurslid van de V.V.V. Helders Belang, com
missaris van de N.V. Zeebad Huisduinen, commissaris
van de N.V. Esona, president van de Ver. Nederlandsche
Padvinders en lid van het Alg. bestuur van de Openbare
Leeszaal en Bibliotheek.