Hoopvolle verwachting voor de wintersportbeoefenaars De dans van de lotosbloem U' De reuzendiamant als kogel des doods KORT VERHAAL Het Is weer winter. Hoe zal het weer worden? Zullen wij dè ver langde sneeuw krijgen? Deze vraag leeft in de harten van alle wintersportliefhebbers! De vrien den v. d. ski- en bosleesport zul len het op prijs stellen van des kundige zijde iets over de voor uitzichten voor dezen winter te vernemen. De sneeuw beteekent voor tallooze bergbe woners een broodwinning. Als zij in het be gin van den winter met bezorgde blik naar de lucht kijken, heeft dit al een bijzondere re den. Iedere dalbewoner weet dat voor hem en de overige bewoners van het gebergte, de winter een bron van inkomsten geworden is, die voor het grootste deel van het jaar in hun levensonderhoud moet voorzien, en hoewel men iederen winter kan rekenen op een groot aantal gasten voor de wintersport in elk gebied, dat daarvoor geschikt is, hangt het toch van het weer af, of het be zoek zóó groot wordt, dat het inderdaad een verdienste voor den bergbewoner beteekent In dit opzicht hebben de laatste jaren groote teleurstellingen gebracht. Evenals de laatste zomers, behalve dan de zomer van 1936, weinig regen brachten, zijn ook de winters vanaf 1931 zeer arm aan sneeuw ge weest, en hebben vooral in het groote sei zoen, dat duurt van half December tot en met Februari, niet aan de verwachtingen beantwoord. Zelfs in internationaal bekende wintersportgebieden gingen de wedstrijden die men georganiseerd had, niet door. Der gelijke storingen in de weersgesteldheid zijn niet alleen een belemmering voor de sport- feesten, maar zij brengen vooral den maat schappelijk afhankelijken bewoner een groot verlies. De periode der sneeuwarme winters is mis schien beëindigd! De ommekeer in den weerstoestand is eigenlijk al in den vorigen winter ingetreden, toen tegelijkertijd met het toenemende maximum van zonnevlek ken, dat in 1939 te verwachten is, een groo- tere neerslag intrad, die in Februari 1936 ge durende de Olympische Winterspelen tot een enorme sneeuwval in de Beiersche Alpen leidde. Maar ook de overige sneeuwsport- gebieden profiteerden toen veertien dagen van de sneeuw. Naar de algemeene weerstoestand van de laatste maanden te oordeelen, die natuur lijk maar zeer beperkte gevolgtrekkingen ,voor de toekomst toelaat, zal de grootere neerslag van den afgeloopen zomer en herfst in de komende winterweken aan houden, ja zelfs toenemen. Het valt echter moeilijk te zeggen, wanneer deze sneeuw val zal zijn. Juist in het klimaat van Mid den-Europa komen groote verschillen voor, maar wij mogen verwachten, dat zich reeds betrekkelijk vroeg, tenminste in stre ken hooger dan 1000 Meter, een duurzame sneeuwlaag vormt. Het komt vooral aan op den neerslag. De meening, dat bij een goed wintersport jaar een koude en strenge winter hoort, moet sterk worden tegengesproken. Het karakter van den winter is in dit opzicht voor de vorming van sneeuwlagen in het gebergte niet beslissend, maar het komt op den rijk dom aan neerslag van den winter aan. Al is een winter op het vlakke land in het al gemeen nogal mild, dan beteekent dat voor het gebergte, waar met hoogten van meer dan 100 Meter rekening moet worden ge houden, iets geheel anders. Wij moeten niet vergeten, dat de temperatuur elke 100 Me ter één graad warmte verliest. Wanneer wij dus in de vlakte regen hebben bij een tem peratuur van 5 graden, dan zal reeds in 'n gebergte met een hoogte van 600 M. i.p.v. regen sneeuw vallen en de barometer 0 tot 1 gr. vorst aanwijzen. Wanneer 't weer er dus in het vlakke land troosteloos uitziet, be hoeft de wintersportliefhebber zich daarom in het geheel niet te bekommeren, want hij weet, dat hij in het gebergte een flinke laag sneeuw zal aantreffen. Als wij nu verder in aanmerking nemen, dat de normale gemiddelde temperatuur op het vlakke land gedurende December 1.0 graad, in Januari 0, en in Februari 1 2 graden bedraagt, dan kan men gemakkelijk hieruit afleiden, dat de temperaturen van de bekende sportgebieden onder nul liggen. Het is waar, dat de West-Duische sport gebieden minder begunstigd zijn, daar ze op de plaats liggen, waar de warme lucht- stroomen van den Oceaan het land binnen komen. Met een gemiddelde hoogte van 600 a 800 Meter benoorden de West-Duitsche ber gen nog tot die luchtstreek, die kan wor den beinvloed door dooiweer, terwijl bij ber gen van meer dan 1000 Meter een totale om slag van het weer, het smelten van de sneeuw tot gevolg heeft. In dit opzicht is het Zuid-Duitsche gebergte gunstiger gelegen voor de wintersport, omdat aan den eenen kant de wintersportplaatsen aanzienlijk hoo ger liggen dan de West-Duitsche en zij aan den anderen kant minder last hebben van den invloed van den Oceaan. Overigens kan men de slechte reputatie, die de Westenwind In den winter heeft, n.1. dat hij dooi veroorzaakt, niet laten gelden voor de bergstreken. Al is de Westenwind op het vlakke land gewoonlijk een zachte zee wind, die zelfs in Januari een temperatuur stijging van minstens 7 graden kan veroor zaken, heeft in het gebergte dezelfde lucht stroom door de lagere temperatuur daar bo ven, slechts een geringe stijging tot gevolg. Als de Westenwind in de vlakte dooi en re gen brengt, dan beteekent dit voor de berg streken, vooral boven de 1000 Meter, dat men spoedig sneeuw verwachten kan. Men kan erop rekenen dat de voorwaarden voor de wintersport dezen winter veel gun stiger zullen zijn, dan in de afgeloopen ja ren. Niet gezien van het standpunt, dat de winter 19361937 beslist koud en langdu rig zal zijn, maar op grond van de mogelijk heid, dat de aan neerslag arme periode ten einde is en in den winter de regenval zal aanhouden, die wij dezen zomer reeds had den. Dan zal de regen in de vlakte, in over eenstemming met de temperatuursdaling, die afhankelijk is van de hoogte, in de Duit- sche Middel- en Hooggebergten overwegend in den vorm van sneeuw neervallen, en dan zouden wij de wintersportvrienden een welgemeend „Skiheil!" kunnen toeroepen. DE WAANZINNIGE WEDDENSCHAP IN DE MANHATTAN-CLUB. Een goede afloop van een treu rige sensatie. Een werkloos timmerman ontvangt onver wachts 10.000 dollar. Als den millionnairszonen het geld van hun vader naar het hoofd stijgt. Eenige dagen geleden ontving de werk- looze timmerman Jozeph Ruzcika onver wacht 10.000 dollar. Dit is het eenige heuge lijke van deze waanzinnige weddenschap van twee millionnairszoons. Vroeger tien jaar geleden lag het geld tenminste voor de „upper ten" als het ware op straat. Iedere zaak, die ze begon nen bracht schatten op. En tegelijkertijd met deze geldzegen kwam de verkwisting, de zucht naar sensatie. Vooral de zoons van deze multimillion- nairs werden door deze waanzinnige harts tocht opgezweept. Het waren jonge men- schen, die weliswaar zelf nog geen cent verdiend hadden maar die door het geld van hun vader hun verstand verloren. Het verzamelpunt van deze jonge heeren was toentertijd de Manhattan Club en hier begon ook de geschiedenis van deze waanzinnige weddenschap. Op een avond zaten twee vrienden, Hen- ry Holmes en John van Driberg tegenover elkaar in de Manhattan-Club, beide zoons van millionnairs. Ze hadden genoeg van de vermaken van het leven, en hun eenige hartstocht als ze dat begrip kenden was hun mede- menschen te tracteeren op sensaties. Wat kan de wereld ons nog bieden?... meende Henry Holmes. Wat zou je ervan zeggen als we, nu we toch genoeg hebben van deze wereld eens een zelfmoord-wedden schap zouden aangaan? De voorwaarden kunnen we wel daar ginds in het kantoor opstellen... Zoo gezegd, zoo gedaan! In het kantoor schaarden zich een aantal vrienden om de beide levensmoede millionnairszoons, die nu inderdaad begonnen de plotselinge inval om te zetten in een precies omlijn de vorm van een weddenschap: Ieder moest een bedrag van 5000 dolar betalen. Binnen een week moesten beide zelfmoord gepleegd hebben. Degeen die de grootste sensatie veroorzaakte en de meest origi- neele manier van zelfmoord bedacht hqA de weddenschap gewonnen. Hoe kan echter iemand winnen als de beide partijen dood waren?" De vindingrijke heeren wisten er wel raad op. We zullen beide een adresboek doorbladeren en de een of andere naam prikken. De candidaat van degeen die wint krijgt over tien jaar de 10.000 dollar uitbe taald! Deze belachelijke weddenschap werd werkelijk tot in de puntjes vastgelegd en door de beide vrienden en nog eenige ge tuigen onderteekend. Toen ging men lachend naar huis, vooral omdat de vrienden het geval geen oogenblik ernstig opvatten, en er geen oogenblik aan dachten, dat de millionnairszoons het werkelijk meenden. Drie dagen later wisten ze echter wel beter; Driberg was tegen den avond in zijn vliegtuig opgestegen, en kruiste over New York tegen middernacht. Toen zagen plotseling eenige voorbijgangers in de lucht een helder licht als een vuurpijl als een fakkel viel een brandend lichaam naar beneden. Driberg landde half ver koold op de straat. Hij had in de lucht petroleum over zijn kleeren' gegooid en was als brandende fakkel naar beneden gestort. Nu, als dat geen sensatie was? De ouders deden alle moeite het publiek aan het verstand te brengen dat men hier te doen had met een ongeluk dat hun zoon waarschijnlijk door een explosie van streek was geraakt en uit het toestel was ge sprongen. Alleen zijn vrienden uit de Man hattan-Club wisten de waarheid. Een van deze vrienden was zoo verstan dig dat moet tot zijn eer gezegd worden Henry Holmes voortaan zorgvuldig te bewaken opdat hij de waanzinnige wed denschap niet ook ernstig zou opvatten. En toch acht dagen na het aangaan van de weddenschap was ook Henry Holmes d°,°En hoe is hij gestorven?" «Hij hef" zich doodgeschoten!" Nu dat ls paald origineel! Nu deze weddenschap een maal bestaat heeft Driberg ongetw gewonnen". Toch niet! WantHenry Holmes had zijn pistool met een diamant geladen, een van de mooiste steenen, hij had kunnen vinden. Die heeft hi] m een oud wapen door zijn hoofd geschoten. In alle stilte kwam de Manhattan-Club bijeen: de treurige overwinning werd toe gekend aan Henry Holmes. -mono Tegelijkertijd werd het bedrag van 10.WU dollar bij de Amerikaansche staatsbank gedeponeerd, zonder verder commentaar, alleen met de mededeeling, dat dit bedrag over tien jaar utgekeerd moest worden aan den timmerman Jozeph Ruzcika. En eigenlijk moet men toegeven, dat de geschiedenis daarmede tot een „happy end gekomen is, waar de Amerikanen altijd bij zonder op zijn gesteld: want deze werklooze timmerman zal het geld zeker beter gebrui ken dan de beide millionnairszoons, voor wie het leven niets meer beteekende. IT het donker van den parkeerenden wagen maakte zich een schaduw los en trad op de kleine Indische toe, die juist den tooneeluitgang met vlugge pasjes wilde verlaten. „Vimala!" fluisterde een stem, het kleine wezentje schrok alsof zij op een booze daad betrapt was en sloeg de groote, donkere oogen naar den grond: „Niemand weet, waar ik ben". „Dan is het goed!" zei de donkere, man nelijke stem, de portier van een donkergroe ne cabriolet werd geopend, zij stegen in en dadelijk reed de wagen weg. De kleine ging dicht bij den bestuurder zitten, als of zij beschutting en warmte zocht. „Ik ben zoo bang, Harry!" zei ze zacht. „Angst kan een liefde alleen maar mooi er maken, Vamila!" lachte de trotsche be stuurder, zonder een blik van den gevaarlij ken weg voor hem af te wenden. „Als Raga er iets van te weten komt, wordt ik uit den troep gestooten. De kunst is onze liefde, zegt hij altijd. Wie zich aan een ander wijdt, is voor ons onbruikbaar geworden. Ook Naba Koemar moest gaan, toen zijn genegenheid voor een blank meis je sterker werd, dan Raga dit wenschte". „Maak je nu geen zorgen, zoolang ik bij je ben zal je niets overkomen". „Dat weet ik, maar als het noodlot zich tusschen ons plaatst, wat dan?" „Dan zal mijn kleine, dappere Vimala weten te wachten." „Wachten?! Ook wachten heb ik geleerd. In Manipoeri, mijn vaderland, op onze tochten door de wereld, in de tempels der Goden en op de tooneelen der steden. Eens heb ik gewacht tot men mij uit de schare van danseressen zou halen, daarna heb ik gewacht op een klein beetje geluk, dat jij me hebt gegeven, Harry. Jij, de Engelsch- man aan een vreemde danseres." „Het was op de „Miss Mabel" dat ik je voor het eerst zag. Je stond aan de rai- ling toen ik in Dublin aan boord kwam. Wij gingen beiden naar Liverpool." „Het waren de mooiste uren van mijn leven, ook al had ik steeds angst voor on zen leider. Maar nu is spoedig alles voorbij Harry. Binnen een week verlaat onze troep Engeland. Ons gastspel in Londen besluit onze Europeesche tourneè." „Dan zullen wij elkaar in langen tijd niet meer zien, Vimala!" „Je moet mee naar Indië gaan, Harry. Ik heb geld genoeg, voor ons..." „Neen, dat gaat niet, kleintje. Mijn plicht bindt mij aan Engeland. Ik moet in Lon den blijven, als ik tenminste niet spoedig hier of daar heen gezonden wordt." „Is dat mogelijk"? „Ja Misschien heb jij het in je macht om te bewerken dat ik naar ndië wordt over geplaatst." „Ik, Harry?" „Het ligt in jouw handen mij naar Bom- bay te halen, Vimala. Men heeft je kort geleden enkele documenten ter bewaring ge geven; Geschrokken keek het meisje den man aan. „Neenneenwat weet jij daar vanals Raga „Raga komt er niets van te weten en ook jou zal niets geschieden als je mij die stukken geeft. Je weet heelemaal niet, wat men jou ter bewaring heeft gegeven, Vi mala, voor welke dingen men jouw on voorzichtigheid misbruikt heeft. Jij draagt de namen bij je van hen, die met Engeland oorlog willen gaan voeren, de namen van gezworenen en volksophitsers, die heimelijk bij elkaar gekomen zijn en veel leed over Indië zullen brengen, als wij niet te voren vrede stichtten en hen konden overtuigen, hoe slecht hun plannen waren." „En wat kan ikwat zal ik „Je zult mij die stukken geven, zoodat ik er voor kan zorgen, dat ik bij je kan blijven... langen tijdmisschien wel voor altijd". De auto reed langzaam door een eenzame villawijk, de man had zijn rechterarm om de schouders van de kleine danseres ge legd en streek haar zacht over het raven zwarte haar. „Wil je mij de stukken bren- WELKE ZIJN DE SCHRANDERSTE DIEREN? Een Belgische rijkszoöloog, die tientallen van jaren in alle koloniale landen der we reld heeft gereisd, heeft thans uit eigen ervaring een interessant overzicht over de intelligentie der dieren uitgegeven, welke in menig opzicht in tegenspraak staat met de tot heden gehuldigde opvattingen. Fun damenteel was altijd bij de beoordeeling der bevattelijkheid: 1 Bekwaamheid te overleggen, 2 Geheugen. 3 Geschiktheid tot leeren. In de dierenwereld vond hij acht „ster ren" op de rij af als volgt geclassificeerd: a) de Menschapen, waaronder de Chim pansee wegens zijn merkwaardige handig- en vaardigheid, welke zoover gaan, dat hij zelfs aan een tafel kan eten en zichzelf kan aankleeden de eerste plaats inneemt De Orang-oetan wedijvert met den chimpan see wat de handigheid aangaat, maar wordt nog bijzonder merkwaardig door zijn plot selinge invallen. De Gorilla is misschien nog bekwamer, maar niet zoo handelbaar, niet zoo gedwee, en „eigengereid" bij het leeren. b) de Olifant. Is een dierenphilosoof eerste klas. Is hij eenmaal gevangen, dan begrijpt hij al spoedig dat zijn leven onder de nieu we omstandigheden gemakkelijker is en geeft alle pogingen tot ontvluchten op. is nooit te oud om wat te leeren en leidt met een enkel woord gecommandeerd zelfstandig geheele arbeidstroepen. 2ïjn slaapkamer, al is het dan ook slechts een stal, sluit hij zelf als het weder koud ia en laat de deur open, zoolang het warm weer is. c) de Hond. Heeft het voordeel, met don mensch sinds duizenden van jaren in Ver. binding te staan. De geschiktheid om hem te schooien, is zeer groot. Daarentegen ja hij geenszins in staat, zoo juist, logisch of consequent te denken als een aap. d) de Bever. Beschikt over een algemeen sterk constructief instinct. Bekend zijn da pogingen om door zelfgegraven tunnels uit de zoölogische tuinen te ontsnappen of bruggen over de tralies heen te bouwen ouj weg te komen. e) het Paard. Kan door lange africhting zoo ontvankelijk worden gevormd, dat hef gelijk de „denkende paarden" bewijzen op de geringste teekens van den meestee reageert. f) de Zeehond. Leert zeer snel en herin, nert zich lang. Maar de zeehond voert iq beginsel zijn kunststukken alleen maar uit, om er visch mee te verdienen. Daardoor ziet men dan ook op iedere variété-tooneel en in elk circus, dat zeehonden alleen dan prompt werken, als zij naderhand mef visch gevoed worden. g) de Beer. Heeft een geprononceerd gevoel voor humor Hij werkt in zekere matei voor de galerij. Alle foefjes, kunststukjes en trucs die hij hier of daar geleerd' heeft, voert hij alleen dan uit, als hij de zeker, heid heeft daarvoor applaus te oogsten. Overigens is hij slim genoeg om hef droge brood, dat men hem geeft, eerst in het water te doopen en het pas te eten als het een beetje geweekt is. h) de Kat. Zij is tot op zekere hoogte slim, houdt echter volhardend vast aan haar eigen levensrechten. Zij leeft haan eigen leven zoo zeer, dat zij niemand ten wereld gehoorzaamt wanneer het haan niet past. Op 'n drogen weg moet uw auto bij 40 km per uur binnen 16 meter kunnen stoppen. Maar bij 80 km per uur is die remweg niet 32, maar 64 meter! gen, Vimala?" vroeg hij zacht „Ja" zei ze droomerig en onder den invloed van dit heimelijke uur Raga trad de garderobe van Vimala bin nen, die voor haar schmincktafel zat en vluchtig de wenkbrouwen natrok. „Was er iemand, die mij wilde spreken?" vroeg zij schuw en toch met een zekere haast in haar stem. „Neen!" zei de Indiër met de koude oogen en legde onverschillig zijn armen over zijn zwarte kimono over elkaar. „Ver wacht je iemand?" „Neen...ja...toch, een kennis, die ik op het schip heb leeren kennen. Hij wilde mij den laatsten avond een bezoek 'brengen „Het is vandaag de laatste voorstelling. Wie vandaag niet komt, kan bij ons niet meer terecht. Over enkele uren begint de reis over de zee naar het vaderland." „Ik weet het", antwoordde zij deemoedig „Vergeet de bijzonderheden van den dans der Lotosbloem niet, Vilama, Je danst hem vandaag voor het eerst; Vishnoe, de god der schepping, roept je tot leven. Je ontwaakt en opent betooverd je bladeren, je bloeit ter eere van Vishnoe, tot dan Shiwa na dert, de God der vernietiging, om je te doen verwelken. Vergeet het rythme niet in Kerva-Tal en Dadra-Tal!" „Ik zal aan alles denken, Raga". De Indiër keek de danseres doordringend aan, zoodat zij zich vermoeid afwendde, terwijl hij zacht de garderobe verliet. Vi mala sprong op, toen de deur achter hem in het slot viel. Als zware slagen waren deze woorden op haar neergekomen: „Wie vandaag niet komt, kan bij ons niet meer terecht!" En Harry? Harry? Sinds den dag dat zij hem het document bracht, is hij niet meer naar haar toe gekomen, al haar pogingen hem te bereiken, zijn zonder ge volg gebleven. Slechts de stijve, correcte bediende had haar toendertijd de stukken teruggegeven. Lachend en hoffelijk, een lachen, dat haar overal vervolgde. Een plotseling besluit verhardde haar trekken. Zij moest Harry nog eenmaal zien nog eenmaal! Haastig wierp zij een bonte doek over haar hoofd en liep vlug door de lange gangen naar de portiersloge, waar zij zich telefonisch met Harry Poo ling liet verbinden. De oude portier legde zijn hand op den horen en vroeg zacht- „Prive-woning of villa?" „Privéwoning!" zei imala en nam de horen van hem over. „Hallo?" fluisterde zij. „Ja, hier Mevrouw Pooling. Wie wenscht U te spreken? Har ry? Mijn man is nog niet thuis!" Met een harden slag viel de horen op den grond, verschrikt ving de portier de kleine danseres op, die bijna het bewustzijn verloren had. „Het is niets! heelemaal niets!" zei Vimala toonloos en sloop schuw weg. ten" r!! '0ge Van hCt ovcrvolle theater za- aga en Skir°dckar, „Nu zul je de kleine zien, die ik de stukken gaf", zei Ra* ga tegen zijn begeleider. „Denk je, dat ze bij haar veilig zijn?" „Neen!" „Waarom heb je ze haar dan gegeven?" „Omdat de echte stukken op de plaats van bestemming zouden komen." „Heeft zij vervalschte stukken gekregen?" „Ja, zij heeft ze terug. De lijst was reeds in handen van de Britsche geheime politie, die zich nu de grootste moeite geeft, diei menschen te zoeken die nooit hebben bei staan". „Goed Raga, heel goed! Men moet steeds voor zijn werk zorgen.! Maar stil!" De dans der Lotosbloertl1 De gordijnen werden opengetrokken. Voor het bonte zijden scherm die in zware plooien over het tooneel hingen, zaten met gekruiste beenen jonge Bengaalsche musb ci, die in hun witte kleeding op hun eigen- aardige eentonige, rythmische wijzen speel den. Vimala knielde in een kleurengedwarl van prachtige stoffen op den grond, vaö opzij naderde in gouden opschik de God Vishnoe en danste om de sluimerende lo tosbloem die door de lyrisch-zachte klank der Sarode met langzame en fijn afgewo gen bewegingen ontwaakte, terwijl de God heid op den achtergrond verdween. Toen danste Vimala. Een wonderlijke strakheid lag over haar tot een masker geworden gezicht, in zachte lijnen bewog haar slank lichaam, dat tot een dansend geheel leek te zijn geworden. Steeds sneller klonken de rhytmen, steeds inniger werd het spel dei! handen, steeds verwarrender het musicee- ren der Indiërs. Toen trad uit een roodert vlam Shiwa naar voren en vernietigde in zijn dans de bekoorlijke lotosbloem, terwijl trommels gongs en Senmbalen in zinbetoo- verende klanken speelden. Vilama danste verder licht en soepelj zag de donkere gapende afgrond van de toeschouwersruimte niet, hoorde niet meer de scherpe maat van de muziek, voelde het verterende vuur binnen in haar niet meer zij zag slechts den grooten, knappen man, die het geluk in haair leven had ge bracht voor een paar uur, het geluk, waar mede zij weg wilde dansen uit dit leven in een anderDof sloeg het kleine lichaam van de danseres tegen den harden tooneelgrond aan. Onmiddellijk brak de muziek af, snel viel het doek, on rust en opwinding stroomden door de ruim te. De inspecient en de tooneelknechts li* pen naar haar toe, er werd om een dokter geroepen. Op sterke armen werd Vimala naar haar kleedkamer gebracht. De haas tig toegeloopen theaterarts schudde het hoofd, nam van de toilettafel der danseres een leeg fleschje en zei zacht: Vergiftigd." „Verwelkt" fluisterde Raga. „Arme, kleinfl Lotosbloem.!" rL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 8