De Defensie-debat ten Het nationale Huwelijksgeschenk Europeesche politiek rond Iran Ir. Albarda verklaart zich tegen de begrooting Mermos teruggevonden Kerkvervolging in Duitschland Bezoek van een Duitsch staa tsman Tweede Kamer Chineesche successen Soei-Joean in Doodclijk ongeval op een Japansch schip Heeft dit onrust te Moskou verwekt? Belangrijke opdrachten aan de Amsterdamsche Droogdok Mij PLEIDOOI VOOR NATIONALE ONTWAPENING EN EEN VOOR STERKER VERDEDIGINGSTOE- FUSTING. DEN HAAG. 11 Dec. 1936. De debatten over de begrooting van De fensie in de vergadering van gisteravond waren niet zeer afwisselend; de plannen der Regeering ten aanzien van belangrijke de fensie-versterkingen, zoowel hier te lande als in Indië, vonden immers schier algemeenen bijval, slechts eenigermate verzwakt door het betoog van den heer Schilthuis (V.D.), die zeer noode aan de dure plannen wil mee werken. Vandaag was de gedachtenwisseling heel wat kleuriger, en vonden zoowel vóór- als tegenstanders van een krachtige nationale verdedigings-mogelijkheid klanken, welke hun sympathiek moesten zijn, en eveneens werden gevoelens vertolkt dergenen, die wel een goede weermacht, doch niet een, zooals de Regeering zich die voorstelt, begeeren. Tot laatstgenoemde categorie behoorde de sociaal-democratische fractieleider Ir. Albar da. Natuurlijk was men wel benieuwd naar zijn inzichten over de aanhangige „oorlogs- begrooling" en 't was gisteravond de heer Tilanus geweest, die meende, dat de S.D.A.P. thans geen bezwaar meer behoefde te maken tegen steunbieden, in deze, van de Regee ring. De socialistische leider heeft zich echter Over het principieele inzicht zijner partij ten aanzien van de landsverdediging niet nader uitgelaten, hij verwees naar het ko mende partij-congres, dat deze kwestie be handelen zal. Aldus moest de heer Albarda zich heden wel houden aan practische be sprekingen. Vanzelfsprekend richtte zijn betoog zich aanvankelijk op de spannende internationale verhoudingen, op den bewa peningswedloop, op „den oorlog in geld", welke reeds lang bezig is, en die in een dito Van bloed dreigt te ontaarden. Ir. Al barda was er zich van bewust, dat de in dit verband gerezen beangstigende vraag stukken niet meer zaken van het verstand, doch ook die van ethiek zijn. Wat ons land aangaat, de afgevaardigde Onderstreepte, dat het partijbelang zeker niet boven het landsbelang uit gaat, maar... dit heeft ons, door de houding der Regee ring, een moeilijke zelfoverwinning gekost" aldus riep Ir. Albarda niet zonder bitter heid uit. De spreker gaf toe, dat er een moderne weermacht moet zijn, doch dan alleen in het kader eener collectieve veiligheid Daar om kunnen de Sociaal-Democraten zeker niet voor élke Defensie-begrooting stemmen! De gelden moeten allereerst doeltreffend worden besteed, zoo ging de afgevaardigde voort, van meening zijnde, dat onze hui dige weermacht niet efficiënt is, b.v.. de Marine achtte hij veel te duur, omdat zij „overvoerd" zou zijn met officieren van hoogeren rang. En in dit verband meende Ir. Albarda, dat men kruisers bouwt om de hooge heeren aan baantjes te helpen Met hetzelfde geld zou er dus veel meer te bereiken zijn. In allerlei opzicht, zoowel wat materieel als personeel betreft. De afge vaardigde achtte voorts een contingent van 32000 (thans 19500 man) niet noodig, men kan z.i. volstaan met verlenging van den eersten oefentijd niet 1M maand en een 3- ploegenstelsel, en verder met een groot aan tal kleine lichtingen (en niet omgekeerd.) Dit naar het negatieve neigende „midden standpunt" van den heer Albarda werd he den geflankeerd door de meening van twee leden, die even hardnekkig vóór als tégen het onderhouden van een nationale weer macht zijn, t.w. de heeren Westerman (ex- N.H.) en van Houten (C.D.U.) Sterker con trast is waarlijk niet denkbaar! Wat de Re geering voorstelt achtte eerstgenoemde spre ker het „uiterst-minimale minimum" ter wijl de ander zelfs vond, dat Dr. Colijn ook van de mentaliteit is, omhet volk lie ver kanonnen dan boter te verschaffen! De achter de groente tafel in luisterende houding gezeten premier schudde zachtkens met het hoofd, alsof hij zeggen wilde: hoe is 't mogelijk De heer Van Houten blijft nu eenmaal ondanks alles, iedere oorlogstoerusting be schouwen als in strijd met het Christendom; hij riep uit, dat zijn partij „de feestverstoor- der der beschaafde wereld" mag heeten, die de gewetens wakker maakt. Dr. Westerman, de anti-pode des heeren Van Houten, verheugde zich er in, dat ((dr. Colijn zichzelf weer heeft teruggevonden weer militair is geworden" na aan het spel der democratie te hebben deelgenomen... Maar de afgevaardigde was toch niet .opti mistisch ten aanzien van het iqhalen van den achterstand. Hij wees op Sovjet-Rusland dat reusachtig bewapent, evenals volksfron ten en fascistische landen.... „Alle overwe gingen van anderen aard moeten wijken voor het militaire belang!", zoo riep de heer Westerman uit! En in dit verband meende hij te moeten constateeren, dat de destijds „veelgesmade militaire adviseurs can Nati onaal Herstel" dus toch gelijk gekregen heb ben, welk woord eenige hilariteit in de zaal berokkende. De heer Westerman becritiseerde onze luchtmacht met zijn 27 grootendeels verou derde jagers, 54 toestellen zijn thans besteld, doch de afgevaardigde wenschte veel verder te gaan, wees op „het vliegende fort" van Fokker, waarvan wij best een serie hadden kunnen bestellen, meteen een mooie order voor onze nationale industrie! De afgevaardig'de bepleitte opleiding der piloten, gecombineerd met de sportvliegerij. Hij begeerde een „luchtvaart-centrum" aan het departement. In het verdere deel zijner rede huldigde de spr. dr. Colijn als een nationale figuur die vér boven de middelmaat uitsteekt (zijn meening is dus wel veranderd sinds 1933, toen hij dr. Colijn rekende onder de man nen, „die wij niet noodig hebben!") Maar ondanks de vriendelijke woorden van heden Vond mr. Westerman toch, dat de premier op den verkeerden weg is, en wel met het verbod voor de N.S.B. „De minister maakt martelaren van hen, die minstens even goede vaderlanders zijn als hij", aldus de afge vaardigde. (Dr. Colijn interrumpeerde: ,,'t Gaat om de vulgariteit!) Doch dat achtte de ander een subjectieve meening, zeggend, dat men verbittering kweekt bij hen, die hetl and willen dienen, (Mr. Wendelaar: Weet u wat dienen is? Dat is gehoorzaamheid aan de Overheid en niet aan een algemeenen leider!) Hoewel gewoekerd dient te worden met den nationalen tijd, eindigde de vergadering van heden vrij vroeg, hetgeen wel eenige verwondering wekte. Op het sprekerslijstje stonden nog sprekers van een „politiek al legaartje'; de heeren Wijnkoop (Comm.), Arts (KDP.), Sneevliet (RSAP), en er ko men nog wel meer opdagen! Misschien komt dr. Colijn a.s. Dinsdag middag nog aan het woord. Anders zal Z. Exc. zijn rede 's avonds kunnen houden, want op dien dag moet de begrooting toch geheel of grootendeels worden afgedaan. Sociale Zaken, Landbouw, Koloniën, ze wachten mede op afdoening, benevens het Vestigingswetje. Zou dat alles kunnen in een weekje..? Alle inzittenden van de „Croix du Sud" nog in leven. Het. Braziliaansche ministerie van marine heeft uit Fernando de Moronha een tele gram ontvatngen, dat vermeldde, dat het toestel van Mermoz en diens metgezellen, dat ,sinds eenige dagen vermist werd, op 120 -mijl afstand van de rots Sao Pedro (staat Sao Paulo) drijvende is gevonden. Dit bericht is afkomstig van het officieele station op het eiland Fernando de Moron ha. Nadere aanduiding ontbrak echter in het bericht, terwijl het tot nu toe onmoge lijk bleek een bevestiging van dit bericht ted verkrijgen. Fernando de Moronha ligt op 400 kilome ter afstand van de Braziliaansche kust en de genoemde rotsen op 300 K.M. afstand. Hulp onderweg. De Braziliaansche minister van marine heeft alle schepen, welke zich op weg be vinden tusschen Europa en Zuid-Amerika en zich ter hoogte van de rotsen Sao Pedro en Sao Paulo ophouden, verzocht, zich te begeven naar het punt, waar het zendsta tion van Fernando de Noronha het toestel van .Mermoz, het watervliegtuig „Croix du Sud" signaleerde. Parijs bevestigt de redding. De vertegenwoordiger der Air France te Amsterdam deelde ons mede bij telefonische informatie te Parijs de bevestiging te heb ben ontvangen van ons bericht, dat Mermoz en zijn metgezellen teruggevonden zijn. Het toestel werd ter hoogte van de Bra ziliaansche kust aangetroffen. Mermoz en zijn mannen zijn allen in leven. (Later wordt dit bericht tegengesproken.) Officieren van het Chineesche leger, die gisteren te Kweisoei aankwamen bevestig den dat nabij Oelan Hoea, 50 mijl ten oos ten van Pai Ling Miao een brigade vijan delijke cavalerie zich heeft overgegeven aan de Chineesche troepen. Ue Chineesche militaire autoriteiten zijn van meening, dat de inval in Soei Joean is mislukt en dat de regeering weer mees ter is in de gcheele provincie. „VOETBALLEN IS BETER DAN TER KERKE GAAN." In tal van protestantsche kerken is Zon dag j.1. naar de Msb. meldt, een manifest voorgelezen, waarin duidelijk te verstaan wordt gegeven, dat de kerkvervolging in het derde rijk nog onverminderd voortduurt. In de Matheuskerk te München, die tot in de uiterste hoeken met geloovigen gevuld was, beschuldigde de predikant openlijk de nationaal-socialistische partij ervan, doelbe wust de totale vernietiging van het chris tendom in Duitschland na te streven. Op denzelfden dag heeft M. Hoelz, de ad judant van den nationaal-socialistischen lei der van Frankenland, Julius Streicher, het woord gevoerd op een vergadering, waarop alle schoolgaande kinderen waren uitgenoo- digd. Hij sprak als volgt: „Het is veel beter te voetballen dan een godsdienstoefening hij te wonen, voor de ge zondheid der kinderen is het veel beter, om in de bosscben te eaan wandelen dan naar de kerk te gaan. Zijn er, die thans nog aarze len, dan moet het hun eens en voorgoed aan 't verstand gebracht worden 'door een pak slaag uit te deelen aan diegenen, die naar de kerk blijven gaan." Tot de vrouwen, die aanwezig waren zei de adjudant: „En wat u betreft, ge doet veel beter om in uw huishouden te blijven en een goeden maaltijd te bereiden voor uw echtgenooten, dan naar de godsdienstoefeningen te gaan, want dat dient nergens toe." In het negenmeter diepe ruim geslingerd. Aan boord van het Japansche stoomschip ..Katori Maru", gelegen in de Lekhaven te Rotterdam, is de 46.jarige G. Kint in aan raking gekomen met een hijschtoestel. De man werd in het negen meter diepe ruim geslingerd. Het slachtoffer werd met een schedelbreuk en gebroken ledematen naar het havenziekenhuis vervoerd, waar hij kort na aankomst is overleden, De inrichting van het paleis Soestdijk voor zijn nieuwe be stemming. Het paleis Soestdijk, dat het prin selijk paar voor zomer- en winter verblijf zal dienen, dateert, wat den middenbouw betreft, uit de tweede helft der 17de eeuw, toen stadhou der Willem II het als jachtslot liet bouwen. In 1815 werd het uit dankbaarheid aan den kroonprins, den held van Quatre Bras en Waterloo, den lateren koning Willem II, ten geschenke aangeboden, waarbij besloten werd tot den bouw van de beide vleugels, die het paleis het vorstelijk aanzien gaven, dat het heden ten dage heeft. Uit de ge schiedenis van het gebouw blijkt, dat, toen de kroonprins met zijn gemalin Anna Pati- lowna van Rusland, er in 1818 hun intrek nemen, de verbouwing nog niet voltooid was; de inrichting kon voldoende in hun aanwezigheid geheel in overleg met de be woners worden bepaald. Het is interessant deze bijzonderheid in herinnering te brengen, thans na ruim een eeuw tijdsverloop zal hetzelfde geschieden. In het oudste gedeelte van het paleis zijn de groote officieele vertrekken gelegen, die geheel intact worden gelaten. Ook uitwen dig zal Soestdijk zich blijven toonen, zoo als het in de laatste tientallen jaren tijdens de bewoning van de Koningin-Moeder is ge weest. Het prinselijk paar zal zijn intrek nemen in den vleugel aan de Baarnsche zijde, het z.g. Anna Paulowna kwartier, dat daartoe inwendig belangrijk zal wordeij verbouwd, ten einde daarvan de moderne vroolijke en huiselijke woning te maken, die de prinses en de prins wenschen. De voornaamste vertrekken zullen aan de achterzijde worden geprojecteerd en' krijgen een prachtig uitzicht op het park met de groote vijver, dat een van de s(ch°°",s^. scheppingen van den tuinarchitect Zoem is. Men zal daar vinden de kamer van ae prinses, die van den prins, de eetkamer en de ontvangkamer, van welke kamers de meeste uitkomen op een breed terras. Het prinselijk kwartier zal een afzonder lijken ingang rechts van den hoofdingang kriigen dicht daarbij is de bibliotheek, te vens werkkamer van het prinselijk paar gelegen, waarvan de inrichting, reeds gemeld, een geschenk van de Neder- landsche schooljeugd zal zijn. Een nieuw te bouwen trappenhuis zal naar de slaapkamers, kleedkamers en bad kamers leiden, die op de verdieping zijn gelegen. In het Sousterrain zal een uiterst modem ingerichte keuken plaatsing vin den, terwijl centrale verwarming en andere technische voorzieningen uiteraard niet zul len ontbreken. Deze belangrijke veranderingen, in de eerste plaats noodig omdat het Paleis, tot nu toe uitsluitend voor zomerverblijf be stemd, in den vervolge ook in den winter een comfortabele en zonnige woning moet zijn. zullen verscheidene maanden verei- schen zoodat de Baarnsche vleugel nog niet in het voorjaar zal kunnen worden be trokken. Evenals kroonprins Willem en Prinses Anna Paulowna in het begin der vorige eeuw deden, zullen onze Prins en Prinses tijdelijk hun intrek in het middel ste gedeelte nemen, waardoor de meubilee ring van het nieuwe kwartier hun voort durende aandacht zal kunnen hebben. Over de wijze van meubileering en verdere in richting zal dan ook eerst in het voorjaar worden beslist. Door het zoozeer verheugende feit, dat de hooge bewoners hun volle aandacht aan de inrichting zullen wijden, kan worden be reikt dat de geschenken, die ter gelegenheid van het huwelijk worden aangeboden met de bedoeling dat deze in het paleis Soest dijk plaatsing zullen vinden en die zooveel mogelijk volgens den wensch van het Prin selijk paar, een onderdeel zullen vormen van het nationaal huwelijksgeschenk, zullen bijdragen tot het ontstaan van een harmo nisch geheel in den smaak van het vorste lijk paar. In het park zal gelegenheid worden ge maakt voor het beofenen van sport, o.a. door den aanleg van eenige tennisbanen. Teheran. In November. TERWIJL ik rondloop, overal bespre kingen houd om mijn motorfiets en zijspan te bevrijden en tracht uit te vinden, waar mijn oude reismakker is ge bleven, gebeuren er hier dingen, die, naar het me voorkomt, ogk van zeer nabij de Europeesche politiek betreffen. Onverwacht heeft Teheran het bezoek ge kregen van dr. Schacht, den Duitschen minister voor economische zaken. Wat men aan de Duitsche buitenlandsche politiek mo ge kunnen verwijten, toch zeker niet gebrek aan activiteit. Overal, in Europa en buiten Europa, hoort men haar stem, voelt men haar hand. Dr. Schacht bevond zich voor besprekin gen in de Turksche hoofdstad, toen hem daar, naar de officieele lezing luidt, een uitnoodiging bereikte ook de Iransche hoofd stad te bezoeken en per vliegmachine heeft de Duitsche staatsman en financier de reis van Ankara naar Teheran gemaakt. Slechts weinige uren tevoren werd zijn komst aan gekondigd en op het vliegveld bevonden zich vele leden der talrijke Duitsche kolo- niet te Teheran om dr. Schacht hartelijk te begroeten. Wat was de reden tot dit bezoek? Daar naar kan men slechts raden, maar door de omstandigheden wordt dit raden betrek kelijk gemakkelijk gemaakt. Dat in de eerste plaats economische en handelsvragen aanleiding gaven tot dr. Schachts komst naar Teheran is niet zeer waarschijnlijk. Nog-niet lang geleden sloot Duitschland met Iran een zeer gunstig handelsverdrag op den grond van compen satie, den handel met gesloten beurzen dus. De in ruil voor Duitsche waren ontvan gen Iransche handelsartikelen stelden even wel Duitschland in de gelegenheid zich el ders van de zoo hoog noodige buitenland sche betalingsmiddelen, te voorzien. Gedroog de Iransche vruchten bij voorbeeld, verzon den voor Duitsche rekening in ruil voor Duitsche waren, brachten in Europa pon den sterling, francs en guldens op, die vloeiden in de Duitsche kas. Ook in ander opzicht heeft Duitschland zijn economische positie in Iran kunnen versterken en meer dan verleden jaar hebben Duitsche onder nemers belangrijke opdrachten ln Iran kunnen verkrijgen. Duitsche nijverheids- voortbrengselen komen in steeds grooter hoeveelheid naar deze streken. Niet slechts in Europa, ook daarbuiten wordt Duitsch- lands positie immer beter. Toen dr. Schacht te Teheran aankwam, bevond de Sjah-in-Sjah zich niet in zijn hoofdstad, maar maakte met zijn zoon, den troonopvolger, een reis door het land. Te Teheran werd de Duitsche gast ontvan gen door de ministers en aan feestelijke maaltijden werden buitengewoon hartelijke toespraken gehouden. Langdurige bespre kingen werden door dr. Schacht gevoerd met den Iranschen minister van financiën en met den Iranschen minister van bui tenlandsche zaken. Hierbij moet men in overweging nemen, dat de Iransche minis ter van financiën doorgaat voor een der invloedrijkste personen, die het meest vol komen vertrouwen geniet van de Sjah-in- Sjah. De beteekenis van minister Davar gaat door diens technische en algemeene kennis en door zijn karakter verre uit bo ven de toch reeds belangrijke positie, welke hij als minister van financiën inneemt. Begeleid door den minister van finan ciën Davar en den minister van buiten landsche zaken Samiï, is dr. Schacht ook door den Sjah-in-Sjah in een van diens buitenverblijven ontvangen en bij die ge legenheid zal ook wel niet over koetjes en kalfjes gesproken zijn. Juist toen dr. Schacht zich in Iran bevond kwam de tijding over het tusschen1 Duitsch land en Japan gesloten en tegen Rusland, of tenminste tegen het communisme gerich te verdrag en dit deed een nieuw licht val len op het onverwachte bezoek van dr. Schacht. Algemeen werd aangenomen, dat het bezoek van den Duitschen staatsman aan Turkije en Perzië wel eens in nauw verband kon staan met het Duitsch-Japan- sche verdrag, hetwelk de gemoederen te Moskou niet zeer opgewekt heeft gestemd. Men moet hierbij in het oog houden, dat zoowel Turkije als Iran met Rusland een gemeenschappelijke grens heeft. De verhouding van Turkije en Iran ten opzichte van Rusland is officieel goed en was tusschen Turkije en Rusland langen tijd zelfs zeer goed. Turkije, dat door den wereldoorlog zeer veel verloor, stond bij het sluiten van den wapenstilstand tegen over een wereld van vijanden. Noch in En geland, noch in Frankrijk, noch in Italië had het meer vertrouwen en onder deze omstandigheden wendde het zich tot Rus land, maar de vriendschap tusschen Turkije en Rusland bleef steeds gebonden aan zeke re grenzen. Turkije was steeds sterk ge kant tegen het communisme en terwijl het met de regeering te Moskou zeer nauwe betrekkingen onderhield, weerde het met de uiterste kracht alle communistische actie en propaganda af. Sedert is er veel veran derd. De verhouding tusschen Turkije en Engeland is uiterst vriendschappelijk ge worden en Turkije is niet meer „de zieke man" doch economisch en militair zeéb van Iran, maar begrijpelijk was het, dat meer zoozeer noodig en blijft even sterk als vroeger gekant tegen alles wat naar communisme zweemt. Iran moest langen tijd het eerste en drei- gendste gevaar zien in Engeland. Toen de huidige Sjah-in-Sjah het bewind in handen nam en daarmede zijn vaderland van den Reparatie aan en verbouw van Engelsche schepen. Sleepboot, orders voor Smit's internationa len sleepdienst te Rotterdam. Amsterdam. Voor het doen uitvoeren van een groote reparatie, o.a. aan de machi ne-installatie, is gisterenmiddag te half vijf bij de Amsterdamsche Droogdok Maatschap- Dij aangekomen het Engelsche vrachtschip Chief Lans", welk schip van New Castte - naar de hoofdstad is gesleept door de zeesleep boot „Indus" en „Lauwerzee" van Smit's internationalen sleepdienst te Rotterdam. Wij vernemen voorts, dat de Amsterdam- sche Droogdok Maatschappij nog een groot contract heeft afgesloten voor het verbouwen van twee Engelsche schepen. In dit verband is gister op order van de A.D.M. de zeesleep- - boot „Humber" van Smit's internationalen sleepdienst naar Falmouth vertrokken, om daar het tankschip .Invergarry" te halen. Dit schip, dat aan het eind van de volgende week te Amsterdam kan worden verwacht, zal bij de Amsterdamsche Droogdok Maat schappij tot vrachtschip worden verbouwd. De „Humber" zal daarna opnieuw naar Fal mouth vertrekken voor het naar Amsterdam vcrsleepen van het tankschip „Invergorden" van dezelfde reederij, welk schip eveneens door de A.D.M. tot vrachtschip verbouwd zal worden. ondergang redde, was Iran niet veel meer dan een Engelsch protectoraat. Sjah Reza Pacblevi maakte hieraan een einde en her stelde de volle vrijheid en onafhankelijkheid van Iran, maar begrijpelijk was het, dat men aanvankelijk tocli bleef vreezen voor een poging van Engeland zijn ouden in vloed te hernemen. Deze argwaan tegenover Engeland is zeer sterk verminderd, zoo niet geheel verdwe nen, waartoe niet weinig bijdraagt dat Iran thans, na de grondige hervorming van zijn leger, zich sterk genoeg voelt eiken aanval op zijn vrijheid en onafhankelijkheid met kracht van wapenen af te wijzen, zonder een beroep te doen op de hulp van een wei willenden buurstaat. Aan de andere zijde behoeft Iran geen vrees te koesteren voor Rusland. Het communisme vormt geen ge vaar voor Iran. De godsdienst reeds alleen, de Islam, maakt communistische besmetting in Iran zeer weinig waarschijnlijk, doch er komt meer bij. Het aan Iran grenzende Rus sische gebied (dat trouwens vroeger Iransch was). Azerbeidsian is grootendeels bewoond door Sjiïetische Mohamedanen, geloofsgenoo- ten dus van de eveneens Sjiïetisch-Mohame- daansche Iraniërs, en deze op Russisch ge bied wonende Mohamedanen zijn allerminst vervuld van liefde en dankbaarheid ten op zichte van de sovjets. Zij lijden zwaar onder economische en godsdienstige onderdruk king door de mannen van Moskou en wat er voor nieuws komt over de Russische gren zen betreffende de toestanden in Rusland, is allerminst een goede propaganda voor het communisme. Hoewel vandaar geen direct gevaar dreigt, blijft Rusland voor Iran toch een minder aangename buur. De vruchtbaarste en rijk ste Iransche provinciën liggen in het noor den, nabij de Russische grens en deze pro vinciën zijn voor hun uitvoer bijna uitslui tend aangewezen op den grooten communis- tischen buurman. En voor den invoer is het niet anders. Rusland bemoeilijkt allen door voer van en naar Iran, zoodra het in de doorgevoerde artikelen een concurrentie voor eigen nijverheid ziet. De vruchtbare Iransche noordprovinciën zijn dus in sterke mate economisch afhankelijk van de wel willendheid der Russen. In het noorden heeft Iran alleen havens aan de Kaspische Zee, maar deze zee is een gesloten zee, die slechts twee landen bespoelt: Iran en Rusland. Van buitengewone economische beteekenis voor Iran zou zijn een uitweg naar de Zwar te Zee, die door de Dardanellen met alle wereldzeeën in open verbinding staat. Gedurende het verblijf van dr. Schacht te Teheran is er in de gewisselde toespraken ook gezinspeeld op de mogelijkheid van een korteren weg voor de handelsverbindingen tusschen Iran en Duitschland. Wat beteekende dit? Welke bedoelingen staken achter deze woorden? Bestaat het voornemen het vraagstuk der Zwarte-Zee-ha- vens weder op te rakelen? Voor het handels verkeer van Noord-West-Iran zou Batoem, de thans reeds bijna zestig jaar Russische, vroeger Turksche haven aan de Zwarte Zee met haar overwegend Mohamedaansche be volking, van de grootste beteekenis kunnen i zijn, temeer, daar Batoem door een spoor weg verbonden is met de belangrijkste Iran sche stad in het noorden, Tebriz. Bovendien is volgens een oud verdrag Batoem feitelijk een vrijhaven voor het internationaal ver keer. De oude keizerlijke Russische regee ring heeft zich daarom nimmer bekom merd en de huidige Russische regeering heeft in dezen (als op zoovele andere gebie den) de voetstappen van de oude Russische regeering gedrukt. Echter de czaren stonden tegenover een uiterst verzwakt, schijnbaar stervend Iran; de sovjets bevin den zich tegenover een door Reza sjah Pachlevi uit langen slaap gewekt Iran, dat zijn rechten in de zon verlangt. Wat beduiden de besprekingen van dr. Schacht te Teheran? Hanige onrust mllen ze te Moskou wel hebben gewekt. J. K. BREDERODE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 14