Ten behoeve van zijn broeder den Hertog van York EEN OPENHARTIGE UITEENZETTING DE BOODSCHAP VAN DEN KONING Baldwin's gesprekken met Koning Edward Zaterdag 12 December 1936 Derde blad LONDEN* De Engelsche Minister- Pres* Baldwin heeft Donderdagmiddag in het Lagerhuis zijn met zoo groote span ning verwachte verklaring afgelegd* De Minister-President deelde aan het parlement mede, dat Koning Edward VIII besloten heeft, afstand te doen van den troon* Baldwin deelde verder aan het parle ment mede, dat de Hertog van York den Koning zal opvolgen* De Hertog van Y'ork die zijn broeder als Koning opvolgt Kroningsdatum van den nieuwen Koning „geen ernstiger boodschap parlement ontvangen en geen zwaarder taak ooit gelegd op de schouders van den eersten minister". Troonafstand van Koning Edward Dc acte van Abdicatie is mede onderteekend door de Hertogen van York, Kent en Gloucester. De Koning heeft voor zichzelf en zijn nakomelingen van alle rechten op den roon afstand gedaan. „IK VERLAAT MIJN VOLKEN IN DE VASTE HOOP, DAT DE WEG, DIEN IK GEKOZEN HEB, DE BESTE ZAL ZIJN VOOR DE STABILITEIT VAN DEN TROON EN 'T GELUK VAN MIJN VOLKEN". Londen.- Nog nimmer heeft het Engel sche lagerhuis een zóó ontzaglijken toeloop van belangstellenden gezien als Donderdag middag. Reeds twintig minuten voor de opening .van de zitting waren alle banken en tribu nes tot op de laatste plaats volkomen bezet. Slchts twee zetels waren toen nog leeg: die van Baldwin, en die van den leider der op positie, Attlee. De tribunes der pers, evenals de voor de diplomaten en de vertegenwoor digers der dominions gereserveerde plaatsen ■waren overvol. In de wandelgangen heersch- te een groote opwinding en in de zittings zaal zelf waren de gesprekken zóó levendig, dat het onmogelijk was iets te verstaan. Eindelijk betrad Baldwin de zittingzaal. Onmiddellijk begaf nij zich naar den spea ker, boog en overhandigde hem, met de woorden: „een boodschap van zijne majes teit den koning'", een groot document, dat de sepaker vervolgens voorlas. Het luidde: „Na langdurige en zorgvuldige overwe ging heb ik besloten, afstand te doen van den troon, dien ik na den dood van mijn vader heb bestegen en ik deel thans dit, mijn definitief en onherroepelijk besluit u mede. In het bewustzijn van den ernst van de zen stap kan ik slechts hopen, dat mijn vol ken de beslissing, die ik genomen heb, als mede de redenen, die mij genoopt hebben deze beslissing te nemen, zullen begrijpen. Ik wil thans niet spreken over mijn menschelijke gevoelens, maar ik zou willen, dat men er aan denken zou, dat de last, die voortdurend drukt op de schouders van den vorst zoo zwaar is, dat deze slechts ge dragen kan worden onder omstandigheden, die anders zijn dan die, waarin ik mij be vind. Ik geloof niet, den plicht te vergeten, die op mij rust om de belangen van den staat in de eerste plaats te doen gelden, wanneer ik verklaar, dat ik mij ervan bewust ben, deze zware taak niet langer meer doelmatig of met persoonlijke voldoening te kunnen vervullen. Ik heb derhalve hedenmorgen de akte mijner abdicatie onderteekend en deze luidt aldus: „Ik, Eduard VIII, Koning van Groot-Brittannië, Ierland en de over- zeesche Dominions, Keizer van Indië, verklaar bij dezen onder de huidige omstandigheden afstand te doen voor mij en mijn nageslacht van mijn rechten op den troon en spreek den wensch uit, dat hieraan terstond ge volg zal worden gegeven. „Aldus gedaan, heden 10 Decem ber 1936. In tegenwoordigheid van de getuigen". Dit document was onderteekend door Eduard, rex imperator en mede onderteekend door de Hertogen van York, Gloucester en Kent. Vervolgens gaat de koninklijke boodschap letterlijk verder: „Ik stel grooten prijs op de ver schillende beroepen, die op mij zijn gedaan, een andere beslissing te ne men, maar mijn besluit is genomen. Bovendien zou een verder uitstel slechts schade kunnen veroorzaken voor de volken, die ik getracht heb te dienen als Prins van Wales en als Koning. Ik verlaat mijn volken in de vaste hoop, dat de weg, dien ik ge kozen heb, de beste zal zijn voor de stabiliteit van den troon en het geluk van mijn volken." De boodschap besluit met de woorden: Ik wensch zeer levendig, dat er geenerlei vertraging zal zijn in het ten uitvoer leggen van het document dat ik geteekend heb en dat alle noo- dige maatregelen onmiddellijk geno men zullen worden om mijn wettigen opvolger, mijn broeder, den Hertog van York, de troonsbestijging te ver zekeren." Blijft waarschijnlijk 12 Mei. Naar Havas uit Londen meldt, is het niet waarschijnlijk, dat de kro ningsdatum, die was vastgesteld voor de kroning van den Koning, die thans afstand heeft gedaan, zal worden veranderd warneer de Her- tög van York' op den'troon komt. Deze zal dus geschieden op den 12en Mei. „BESCHERMER VAN HET GELOOF". Londen. Ten aanzien van het wetsont werp over den troonsafstand wordt opge merkt, dat onder de titels van den koning niet voorkomt die van „beschermer van het geloof", welke in koninklijke verklaringen altijd gevonden kan worden. Het is nog niet mogelijk te zeggen, welke beteekenis deze weglating heeft. is Ooit door het engelsche LONDEN, 10 Dec. (A.N.P.): Onmiddellijk nadat de speaker de Koninklijke boodschap had teneinde gelezen, stond Baldwin op en stelde voor terstond de boodschap van den koning in behandeling te nemen. Baldwin zeide. „Geen ernstiger bood schap is ooit door het parlement ontvangen en geen zwaarder taak is ooit op de schouders van den eer sten minister gelegd. Ik moet u zeg gen, wat ik naar waarheid oprecht en volledig zonder eenige poging tot opsmukken of versieren heb mede te deelen. Ik zal weinig of niets te zeg gen hebben als commentaar, critiek, lofspraak of blaam. Mijn beste han delwijze thans is de Kamer zoo uit voerig mogelijk te vertellen wat ge schied is tusschen den Koning en mijzelve en wat geleid heeft tot den tegenwoordigen toestand. Ik zou willen aanvangen met te zeggen, dat de Koning, toen hij nog Prins van Wales was, mij talrijke jaren vereerd heeft met een vriendschap, die ik op prijs stel. Het was niet alleen een vriendschap tusschen twee mannen maar een vriendschap van diepe aanhankelijkheid. Ik zou de Kamer ook wil len mededeelen, dat toen wij Dinsdagavond op fort Belverdère afscheid van elkander namen, wij beiden wisten en voelden dat wij tegen elkander gezegd hebben, dat onze vriendschap, verre van te zijn aangetast door de besprekingen van deze afgeloopen BALDWIN weken, ons nauwer bindt en ons leven lang zal duren (applaus). De Kamer zal willen weten op welke wijze ik mijn eerste onder houd met den Koning heb gehad. Baldwin herinnerde er aan hoe hem in Augustus en September een tijdlang rust was voorgeschreven en hoe hem half October, toen hij terugkeerde, twee dingen veront rustten. Er kwamen brieven op zijn bureau van Britsche onderdanen, burgers van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika en eenige uit de dominions, welke alle uitdruk king gaven aan verontrusting ten aanzien van hetgeen in de Amerikaansche bladen gepubliceerd werd. Ook wist hij dat de scheidingskwestie in de onmiddellijke toe komst te verwachten was. De resultaten hiervan deden hem er zich rekenschap van geven, dat zich daarna een moeilijke toe stand wellicht zou kunnen voordoen.' Hij vatte toen de meening op, dat het noodzakelijk was, dat iemand zich tot den Koning wendde en hem waarschuwde voor den moeilijken toestand, die zich later zou kunnen voordoen, wanneer men toestond, dat deze soort van gepraat en critiek voort ging. Onder deze omstandigheden was er slechts een man, die deze kwestie met den Koning kon bespreken, n.1. de eerste minister. „Ik raadpleegde toen mijn collega's, en stelde er den Koning van in kennis, dat ik hem op Fort Belvedère volstrekt particulier wensch- te te spreken en wij ontmoetten elkaar op Fort Belvedère den °0en October. Een raadsman van den Kroon kan van geen enkel nut zijn voor zijn meester, tenzij hij hem altijd de waarheid, zooals hij die ziet, zegt, (applaus), of deze waarheid welkom is of niet. De houding van den Ko ning is voortdurend zoodanig ge weest, dat hij nooit eenig teeken heeft gegeven van beleedigd of ge kwetst zijn door wat ook, dat ik hem gezegd heb. Al onze besprekin gen voltrokken zich met zoo moge lijk nog een toenemen van den we derzij dsch en eerbied en de egards, die tusschen ons hebben bestaan. Ik zeide den Koning, dat ik twee groote redenen voor ongerustheid had: Ten eerste de gevolgen van een voortgang van dit soort dingen in de Amerikaansche dagbladen en de indruk, die gewekt zou wor den in de dominions, in het bijzonder in Canada, waar deze bladen veel gelezen wor den, en in dit land, ten tweede bracht ik den Koning in herinnering ,wat ik vaak tegen hem en zijn broeders gezegd heb in de voor bije jaren, n.1. dat de Kroon in dit land in den loop der eeuwen beroofd is van tal van prerogatieven, maar dat, ofschoon dit juist was, de Kroon toch heden veel meer verte genwoordigt dan ooit in de geschiedenis (Applaus.) Het belang van integriteit van de Kroon is boven iederen twijfel ver heven, want deze vormt niet alleen den laatsten schakel van het empi- rum, welke gebleven is, maar bo vendien een waarborg in dit land, zoolang zij bestaan zal in deze inte griteit, tegen talrijke euvels, die an dere landen hebben getroffen of aan getast. Hieraan voegde spr. toe, dat dit gevoel grootendeels een uitvloeisel is van den eer bied, die gegroeid is onder de drie laatste generaties ten opzichte van de monarchie. Het zou mogelijk zijn, dat dit gevoel niet zoo langen tijd stand zou houden tegenover den critieken toestand, waaraan de mo narchie werd blootgesteld, zoodat zij veel vlugger deze macht zou verliezen dan zij was opgebouwd. Wanneer de eerbied een maal verloren is gegaan, betwijfel ik of wat het ook zij, hem weer zou kunnen her stellen. Deze overwegingen vormden de basis van mijn gesprek over dezen kant van de aan gelegenheid en ik gaf uiting aan mijn on gerustheid en vervolgens aan mijn verlan gen, dat dergelijke critiek geen enkele oor zaak mocht hebben. Ik zeide tegen den Koning, dat ik zelf zijn regeering onder oogen had gezien als een groote periode in een nieuwen tijd. Hij beschikte over zoovele der noodzake lijke eigenschappen. Ik zeide hem, dat ik met hem over dit onderwerp wilde spreken als vriend, ja zelfs, wanneer ik kon, hem in deze kwestie wilde helpen. In de vele, ve le uren, die wij tezamen hebben doorge bracht en vooral tegen het einde heeft de Koning mij niet eenmaal, maar vele malen gezegd: Wij moeten samen deze kwestie regelen, ik zal niet dulden, dat wie ook zich hierin mengt. Ik wees den Koning op de gevaren van echtscheiding en op het feit. dat de pe riode van afwachten vernietigend zou kun nen zijn. Toen spr. den Koning 16 November ont moette, toen de echtscheiding uitgesproken was, geloofde spr. dat het zijn plicht was met den Koning te spreken over de moge lijke huwelijkskwestie. Hij zeide tot den Koning, dat hij geloofde dat dit bijzondere huwelijk niet de goedkeu ring van het .land zou wegdragen. Tevens stelde hij in het licht, dat de positie van echtgenoote van den Koning afwijkt van die van elk ander burger en dat bij de keuze van een Koningin de stem des volks ge hoord moest worden. De koning antwoordde toen, dat hij iets wilde zeggen, dat hij reeds lang tot uiting had willen brengen n.1. dat hij met Mrs. Simpson in het huwelijk ging treden, en dat hij be reid was heen te gaan. Dit was, aldus Baldwin een zeer smarte lijk bericht en het was spr. onmogelijk daar dien dag nog commentaar op te leveren. De Koning stelde dien avond nog koningin Mary in kennis en later ook zijn broers, Vervolgens ontbood de Koning spr. op 25 November en vroeg hem, of hem een voor stel tot het sluiten van een morganatisch huwelijk was gedaan en wat hij daarvan dacht. Baldwin was toen niet in staat een overwogen antwoord te geven, maar zijn eerste reactie was, dat het parlement nooit een dergelijke wetgevende maatregel zou aanvaarden (applaus) Toen spr. daarop vroeg, of de Koning wenschte dat hij deze kwestie zou bestu- deeren, antwoordde de Koning, bevestigend De Koning ging er tevens mee accoord, dat deze kwestie voorgelegd werd aan het ka binet en de eerste ministers der dominions. De ingewonnen-inlichtingen gaven echter aan, dat noch in Engeland, noch in de Do minions eenig vooruitzicht bestond op aan vaarding van zoodanige wetgevende maat regelen. Op 2 December deelde spr. den Ko ning mede, dat hij vreesde, dat het voor stel onuitvoerbaar was, hetgeen den Ko ning niet verraste. Daarna heeft de koning nooit meer eenige toespeling op deze kwes tie gemaakt. De Koning overwoog voortdurend vier punten, n.1. wanneer hij heen zou gaan, zou dit waardig en met zoo min mogelijk last voor zijn ministers en zijn volkeren geschieden. Tevens wenschte hij heen te gaan onder omstandigheden, die de troons bestijging zoo gemakkelijk mogelijk zou maken voor zijn broers, terwijl iedere ge dachte aan een z.g. „koningspartij" hem tegenstond (langdurig en krachtig applaus) De koning wilde op fort Belvedere blijven aangezien hij geen bezoek wilde brengen aan Londen zoolang geen oplossing was bereikt. Ik eer en eerbiedig hem wegens dit besluit, aldus Baldwin. (wederom krachtig applaus) De positie van den Koning, verder be sprekende, zeide Baldwin, „Zijne Majesteit heeft ons gezegd, nietl anger den bijna on- dragelijken last van het Koningsschap te kunnen blijven dragen zonder een vrouw aan zijn zijde, en wij weten, dat deze cri sis vroeger is los gebarsten juist tengevolge van de openhartigheid van karakter van den Koning. Het zou hem volkomen moge lijk zijn geweest, ons niet te hebben inge licht, mar hij was zich bewust van het ge vaar en wenschte te vermijden, wat hij, niet alleen voor Groot Brittanië maar voor het geheele empirium gevaarlijk wist. Mijn pogingen hadden ten doel den Ko ning te helpen een beslissing die hij niet nam, te nemen. Wij slaagden hierin niet en de Koning heeft het besluit genomen, dat wij bekend hebben gemaakt. Het was mij een groote steun, toen ik hem Dinsdagavond verliet, de zekerheid te hebben gekregen, dat ik niets had nagelaten, om hem het ingeno men standpunt te doen wijzigen. Intusschen is er niemand onder ons, die het besluit van den Koning niet oprecht zal betreuren. Evenmin is hier iemand, die een oordeel zou willen uitspreken. Wij zijn geen rech ters. De Koning heeft zijn besluit te ken nen gegeven. Wij moeten thans ons aaneen sluiten en hedenavond zal ik het noodige wetsontwerp indienen. De Kamer zal mor gen bijeenkomen en het is van groot belang, dat het ontwerp morgen wet wordt. Voortgaande deelde Baldwin mede, dat het kabinet tijdens zijn zitting van Woens dagmorgen het officieele en definitieve ant woord van dèri Koning heeft ontvangen.' Unaniem heeft het kabinet toen den Ko ning verzocht een daad, die diepe droefheid zou veroorzaken voor zijn onderdanen en hen vitaal zou treffen nog eens in over weging te nemen. De Koning antwoordde, dat hij de kwestie nogmaals overwogen had, maar betreurde zijn besluit niet te kunnen wijzigen. Ik ben er van overtuigd, aldus Baldwin, dat niemand zou hebben kunnen slagen, waar ik gefaald heb, en zij, die den koning het beste kennen, zullen wefen wat dat be- teekent. Deze vergadering, aldus voegde Baldwin hier nog aan toe, is thans een tooneel waar op de' geheele wereld de oogen gericht houdt. Laten wij ons bijgevolg gedragen met de waardigheid, die de koning zelf toont in het uur van zijn beproeving en welke oolc het gevoel van spijt moge zijn, dat de in houd van zijn boodschap bij ons opwekt, laat ons zijn wenschen ten uitvoer leg gen, doen wat hij vraagt en het snel doen. Herinnert u de geliefde en geëerbiedigde Koningin Marv (toejuichingen), laten wij aan haar denken tijdens het debat dat wij zullen moeten voeren als bewaker van de democratie en laten wij onzen plicht doen, die erin bestaat de integriteit van de mo narchie te handhaven, welke de eenige band van ons rijk en de waarborg van onze vrijheid vormt. Baldwin besloot zijn rede aldus: Laten wij ons aaneensluiten achter den nieuwen Koning en hem helpen. (Langdurig en krachtig applaus). Laten wij er naar stre ven de schade te herstellen, die voor het land zou kunnen zijn ontstaan en den taak voortzetten ons land tot het beste land voor allen te maken. Temidden van hartelijke toejuichingen ging Baldwin zitten. Na een korte onderbreking van de zitting bracht de leider der oppositie, Attlee, een betuiging van sympathie der Labour-onpo- sitie aan den koning, aan Koningin Mary en Baldwin. Hij zegde den steun der oppo sitie toe. De leider der liberale oppositie, Sinclair, zeide vervolgens dat de regeering niet anders had kunnen doen dan een hu- welijksvoorstel verwerpen. Overigens sloot hij zich geheel bij de woor den van Attlee aan. Churchill sprak een lofrede uit op den Koning en voegde hieraan toe: „Ik aan vaard ten volle wat Baldwin bewezen heeft te weten: dat de deze week genomen beslis sing door den Koning vrijelijk, uit eigen wil en spontaan genomen is". DE FINANCIEELE ZIJDE. Londen, 10 Dec. Men meent te weten, dat er nog geen beslissing is genomen ten aanzien van de financieele bijkomstigheden van den troonsafstand. Het is niet waar schijnlijk, dat de opbrengsten van de her togdommen Lancaster en Cornwall ter be schikking van Edward zullen worden ge steld. Het wordt mogelijk geacht, dat de regeering het parlement zal verzoeken, een jaarlijksche som te voteeren. Dit zal waar schijnlijk weer niet geschieden, indien Edward te kennen geeft, dat zijn particu liere bronnen van inkomsten toereikend zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 9