Het Agrarische vraagstuk in Amerika Arbeider doodgereden Kamponggevecht na bruiloft Binnenland Buitenland Aquariumnieuws uit Artis Serie inbraken op gekelderd Het Engelsche pond Kaasf abricag e in België? De mineralen rijkdom van Zuid-Afrika Heeft Amerika weer hoop 1 De stakingen in Amerika Vliegtuig, tevens autobus Grootmoeder en Kleinkind Een daad van piëteit. In het late middaguur van den 7en Jan. j.1. heeft Prinses Juliana een daad van pië teit verricht, welke eerst thans bekend is ge worden. Op een oogenblik, dat allen zich in gissingen omtrent het uur van vertrek voor de huwelijksreis verdiepten, heeft Prinses Juliana het Paleis Noordeinde te 's-Graven- hage verlaten. Voor het gedenkteeken van de Koningin-Moeder in het Rosarium op het Jozef Israëlsplein heeft zij bij het invallen van de duisternis een ruiker van blauwe tulpen en aronskelken, bijeen gehouden door een wit lint, neergelegd en enkele oogenblik- ken in gedachten verzonken voor het monu ment gestaan. Uit deze piëteitsvolle daad, kan blijken, dat op dezen nationalen geluks dag, de gedachten van de Vorstelijke Bruid ook uitgingen naar Haar, die gedurende haar leven door geheel Nederland bemind en ge ëerd was en wier nagedachtenis ook thans nog in dankbare herinnering bij het Neder- landsche volk voortleeft. Den volgenden dag heeft de Vorst van Waldeck, een broeder van wijlen de Konin gin-Regentes, eveneens bloemen aan den voet van het gedenkteeken in het Rosarium neergelegd. In het Artisaquarium te Amsterdam is in dezen tijd allerlei merkwaardigs te bewon deren. De hondshaaien van onze kust heb ben er in het groote zeewaterbassin hun eieren afgezet aan de hoornkoraaltakken en Venuswaaiers. Als. langwerpige doorschij nende capsulus, waarbinnen de dooier zicht baar is, hangen deze haaieneieren aan de koraalwaaiers, waaraan ze zich met behulp van lange, sterk hygroscopische en dus in het water aan het kronkelen slaande slijm- d raden, waarin de vier hoeken der eischaal uitloopen, verankerd hebben. De moeder- haai zet dus haar eieren te bestemder plaats af, het ei zelf legt zich aan zijn slijmdraden voor anker. Voorts is er in de kleine zaal een aardig nest van Braziliaansche blauwe Acara's te zien, waarbij het ouderpaar een school larf- jes verzorgt en tegen deburen verdedigt. Een wondermooi mannetje van een Sia- meesche Sluierstaart Kempvisch heeft zijn schuimnest aan de oppervlakte van het water vervaardigd en eenige blauwzwarte, witgebefte mannen der Zuid-Afrikaarische Tilapia Sparmanni Weber zijn verwoed aan het graven van nestkuilen begonnen, waar na de wijfjes zich bij hen voegen, die kuit komen schieten in deze kuilnesien, om daar na de door het mannetje met hom be vruchte eieren in den bek te nemen en daar verder te verzorgen. Men ziet dan na eenige dagen een donker larvenklompje in moeders bek krioelen en van tijd tot tijd naar bui ten komen en ook weer naar binnen gaan. Tenslotte wijzen wij nog op een prachtig .geteekend paar Snuitkoffervischjes (Ostraci- on Nasus Bloch) door den heer Jac. J. Eren- stein, machinist aan boord m.s. „Poelau Roebiah" van de Sabangbaai meegebracht, welke sierlijke vischjes met hun „verstan dig" rondkijkende oogjes, niet als de meeste andere visschen wrikken derwijs met hun staart, doch met hun borstvinnen en dus roeienderwijs zwemmen, terwijl de staart hier alleen als stuur dient. Een maand hechtenis tegen auto mobilist geëischt. Op een winterschen avond in April 1935 gebeurde op de kruising Leidschestraat-Prin sengracht een ernstig ongeluk, waarbij een arbeider van de gem.-waterleiding het leven verloor, doordat een auto in den kuil reed, waarin deze man werkte. In de Leidsche- straat waren n.1. eenige arbeiders met her stelwerkzaamheden van een buis van de wa- leiding bezig. Zij werkten in een ongeveer 1 Meter diepen kuil, die op de gebruikelijke wijze was gemarkeerd door drie lantaarns. Van de zijde van het Koningsplein kwam een auto, waarvan de bestuurder niet vol doende oplette. Hij reed met de voorwielen van den auto in den kuil, waardoor de ar beider vrijwel onmiddellijk werd gedood. De rechtbank veroordeelde den automobi list wegens veroorzaken van dood door schuld tot twee maanden hechtenis en intrek king van het rijbewijs voor den tijd van een jaar. In hooger beroep voor het gerechtshof requireerde de Procureur-Generaal, Mr. A. Baron van Harinxma Thoe Slooten een hech- tenisstraf van een maand, zonder intrekking van bet rijbewijs. Op 10 December j.1. wees het Hof een inter locutoir arrest en beval een nieuw getuigen verhoor. Het Hof hoorde gisteren o.a. nog eenige getuigen over de verlichting van den kuil. Volgens opzichter Böse was het geheele com plex duidelijk zichtbaar voor iemand die normaal oplette. Een wielrijder daarentegen, die dien avond kort voor het ongeluk den kuil passeerde, was van meening, dat verd. geen straf ver diende. Ook hij was bijna in het gat gereden, dat z.i. slechts was gemarkeerd. Hij had slechts één lantaarn gezien. Een motorrijder had dezelfde ervaringen opgedaan. De Procureur^Generaal Mr. A. Baron van Harinxma thoe Slooten, vestigde er in zijn requisitoir de aandacht op, dat tientallen automobilisten den kuil wel hebben gezien. Spr. persisteerde bij zijn eisch: een maand hechtenis. De verdediger, Mr. Th. Folkers, pleitte vrij spraak, z.i. was het ongeluk toe te schrijven aan een noodlottigen samenloop van omstan digheden. Arrest 26 Januari. SCHILDERIJTJES VERDUISTERD. Dader meldt zich bij de politie. Bij de politie van het bureau Marnixstraat te Amsterdam heeft zich een jongeman ge meld met de mededeeling dat hij twee schil derstukjes, die hij van een op de Prinsen gracht wonende winkelierster in commissie ontvangen had, verduisterd heeft. Hij had de schilderijtjes, die geen groote waarde ver tegenwoordigden, voor een geringen prijs verkocht en het geld ten eigen bate aange wend. Kortgeleden had de winkelierster, die niets meer van den man gehoord had, wegens vermoedelijke verduistering aangifte gedaan. De dader is opgesloten. EEN BUIT DIE NIET MEEVIEL. Tot dusver onbekend gebleven personen hebben zich tijdens afwezigheid van de be woners toegang verschaft tot de eerste ver dieping van perceel Zeeburgerdijk 64 te Am sterdam. De geheele buit bestond uit een geldkistje met voor de daders waardelooze papieren. Gedurende den laatsten tijd werd in de omgeving van Utrecht herhaaldelijk ingebro ken, o.a. in Zuilen, Oude Rijn, Zeist, Maartensdijk, Vreeswijk en Houten. Ook de Bilt werd niet met rust gelaten. In een achttal woningen drongen de dieven binnen en ontvreemdden verschillende voor werpen en geld. Veel sieraden werden ver mist, o.a. gouden horloges, waardevolle ket tingen, ringen, enz. Eigenaardig was het, dat na een inbraak ook rijwielen verdwe nen waren. Deze rijwielen werden echter in de stad Utrecht teruggevonden, zoodat men concludeerde, dat de rijwielen alleen gebruikt werden om uit de voeten te komen Dank zij de samenwerking tusschen de gemeente-politie uit de reeds genoemde plaatsen, de politie te Utrecht en de Rijks- veldwacht, is het in den afgeloopen nacht gelukt, twee personen te de Bilt aan te houden. Een der aangehoudenen was in het bezit van een geladen pistool, terwijl de andere een groote hoeveelheid sieraden, ringen, horloges, enz. bij zich droeg. Het onderzoek is nog in vollen gang. Eén doode, vier gewonden. Nabij Sigli heeft een formeele vechtpartij plaats gehad tusschen twee kampongs. Ten gevolge van zware kwetsuren, tijdens den strijd opgeloopen, is een zeventienjarige jongen overleden, terwijl vier personen met verwondingen naar het hospitaal Sigli zijn overgebracht. Gedurende de vastenmaand waren de ge moederen nog al opgewonden, meldt het B. N., en allerlei lang vergeten veeten kwamen opnieuw voor den dag. Dit bleek ook het geval te zijn na een huwelijk van het kam ponghoofd B. van Boesoe (landschap Keu- mangan nabij Lammeulo) die kort voor den poeassa trouwde met een vrouw uit kampong Djeumpa (landschap Toembal. B. woonde in kampong Djeumpa en spoe dig werd daar algemeen verteld, dat de kepala kampong B. zich niet streng aan de godsdienstige voorschriften hield en ook geen trouw bezoeker van het bedehuis was. Dit wekte de verontwaardiging der bevol king op en men stak zijn misnoegen niet onder stoelen, en. banken. B. achtte het lijdelijk verzet en het ach- terbaksch gepraat een aantasting van zijn prestige als „kepala kampong" en hij zocht steun bij twaalf kamponggenooten uit Boesoe, die beloofden wraak te zullen ne men. Het twaalftal werd door B. in kampong Dieumpa op een maaltijd genoodigd en na afloop daarvan wilde men, zooals gebruike lijk, naar het bedehuis gaan. B.. begaf zich naar .buiten en toevalligerwijze pas seerde een man van Djeumpa, die door het wraakzoekende kanjpong-hoofd aangehou den werd. Het twistgesprek ontaardde in een gevecht en van alle kanten schoten Djeumpa-menschen toe, om hun kam- ponggenoot te helpen. Plotseling kwamen ook de twaalf Boesoe- wrekers opdagen ent zij stortten zich met geweld, in den strijd', Een zeventienjarige jongen viel als eerste slachtoffer, hij bekwam zeer ernstige kwetsuren en overleed spoedig. Vier andere vechtersbazen liepen voorts ernstige ver wondingen op. Later werd het twaalftal van Boesoe door een brigade politie zonder verzet in arrest gesteld, terwijl ook B. en enkele kampong- lieden van Djeumpa zijn aangehouden. Een Dnitsche persstem over een mogelijke verdere depreciatie v- het pond. De financieele correspondent te Berlijn van de N. R. Crt. meldt: Kastenholz, de financieele redacteur van het Berliner Tageblatt, bespreekt in een hoofdartikel de geruchten aangaande verdere depreciatie van het Engelsche pond, waar over in bepaalde Engelsche bladen gespro ken wordt. Het belang van den uitvoer zou deze nieuwe depreciatie gewenscht maken. Kastenholz meent, dat het Duitsche publiek zich voor het „devaluatiegedoe" weinig in teresseert, in het bewustzijn dat Duitsch- land, dank zij zijn deviezenpolitiek tamelijk goed tegen dergelijke gebeurtenissen is be schermd. Hij voegt er terstond aan toe dat voor zoover de valutamanipulaties bedoeld zijn als instrument van de handelspolitiek, zij wel degelijk in het buitenland handelingen kunnen uitlokken en bij deze handelingen heeft tenslotte Duitschland wel belang. Kastenholz kan moeilijk gelooven, dat be voegde instanties te Londen iets voelen voor een nieuwe depreciatie van het pond. Men beseft, dat een gevaarlijk experiment in geval van herhaling niet noodzakelijkerwijs op nieuw behoeft te gelukken. Anderzijds heb ben de ideeën aangaande een revalorisatie in Scandinavië voor Engeland een niet onbe denkelijke beteekenis. Ingeval van een nieu we depreciatie in Engeland zou Scandinavië, of ten minste 'n' deel van dit gebied, het ster lingblokvaarwel zeggen. Dit zou in Engeland een stijging van de prijzen van ijzererts en hout, eventueel ook van spek en boter betee- kenen. 't Succes van de Engelsche valutapo litiek steunt juist op de breede basis van het sterlingblok. Kastenholz ziet een bevestiging van zijn opvatting in de jongste verklaring van den heer Colijn, waarbij een beroep op heit „bekende zakeninstinct van den Neder lander" wordt gedaan. Hij komt tot de con clusie, dat allerlei logische motieven tegen een nieuwe depreciatie van het pond spre ken, maar voegt er aan toe, dat logica in het algemeen niet de sterkste zijde van de devaluatiepolitiek is. Het is bekend, dat Zuid-Afrika over haast onuitputtelijke mineralen-rijkdommen beschikt. Thans blijkt, dat waarschijnlijk die rijkdom nog grooter is dan vermoed werd. Bij Klerksdorp, aldus het Maandblad Zuid- Afrika, wordt al sinds jaren goud gegraven en onlangs heeft men eenige zeer rijke ge bieden blootgelegd. Men is van meening. dat deze gebieden daar niet ophouden en dat binnenkort zal bliik°n. dat ook de Vrij staat ziin goudmijnen heeft. In den Vrijstaat is men nu bezig boringen te verrichten naar de voortzetting van de gebieden, welke bij Klerksdorp doodloonen. De Great Western goudmh'n in den Vrij staat zoekt kanitaal voor uitbreiding en het schijnt, dat deze növërheid een groote ver andering in den Vrijstaat zal teweegbrengen De Vrijstaat is ook rijk aan steenkool en met het oog on de groote vraag naar steen kool als de goudmijnen in werking zouden treden, worden thans in koortsachtige haast voorbereidingen getroffen, om steen kolenmijnen te ooenen. Diezelfde goudkoorts heerscht op bet oogenblik in het Waterhergsche district, waar de maatschappiien in snel tempo bezig zijn naar goud te graven. De actie van den Boerenbond. Naar aanleidng van plannen, die bestaan om in België op grooter schaal dan tot nog toe het geval is geweest aan kaasfabricage te doen, had de Brusselsche „Standaard opge merkt, dat hier wel niet veel van terecht zou komen, zoolang de bedreiging zou be staan tegen het particulier initiatief in déze richting, van een Belgischen Boerenbond, die op een gegeven oogenblik het initiatief zou te niet doen, om zelf de zaak in handen te nemen, door de grondstof voor zich zelf te monopoliseeren en aldus verdere kaasfabri cage door particulieren, onmogelijk te maken. De Belgische Boerenbond heeft hierop een nota aan het blad gestuurd, waarin onder meer het volgende wordt gezegd: „Zonder bescherming, ten minste tijdelijk, is de uitbreiding van de kaasnijverheid on mogelijk. En ziehier waarom: zelfs onder normale mededingingsvoorwaarden zou een bij ons ontwakende kaasnijverheid het niet kunnen uithouden tegen de vreemde con currentie die in zake techniek en ervaring een hoog peil van volmaaktheid bereikt heeft. Er is echter meer: de mededingings voorwaarden zijn zelfs niet normaal. Zooals voor de meeste landbouwproducten is ook de internationale kaashandel het voor werp van dumpingspractijken. Zoo bijv. in Nederland, onze grootste leverancier, zijn productie en uitvoer financieel gesteilnd, wat onze Noorderburen in staat stelt kaas op onze markten te brengen tegen prijzen .beneden alle concurrentie". Daartegenover beteekent ons invoerrecht van zoowat, 80 centiemen slechts een schijn van bescher ming. Daarbij dient opgemerkt, dat in ons hui dig stelsel van bescherming der zuivelpro- ductie een groote leemte bestaat: het invoer recht op kaas berekend op basis botervet, is veel te laag in verhouding tot de bescher ming van het botervet in de boter en andere zuivelproducten. Zelfs afgezien van de nood zakelijkheid onze kaasnijverheid te bescher men, zou het niet meer dan logisch zijn de bescherming van kaas en boter, tegen ab normale en oneerlijke mededinging, op basis botervet gelijk te stellen. Het voorbeeld onzer groote industrieën houdt geen steek, juist omdat de industrieën de huidige, ongezonde mededinging niet ken den en ook omdat hun vreemde mededingers zich ook in een ontwikkelingsstadiuw en niet in een toestand van groote technische vaar digheid, bevonden". De „Standaard" teekent hierbij aan: ,.Wij moeten bekennen, dat wij aan die theoreti sche beschouwingen over de bescherming van het botervet in de kaas, met den besten wil van de wereld niet veel belang kunnen hechten". Verder zegt de Boerenbond nog: „De Boerenbond is geen producent van zuivelproducten; al zijn leden zijn volkomen vrij met hun melk te doen wat ze willen, te koopen en te verkoopen naar eigen goed dunken. Zijn werking, langs het Zuivelcon- sulentschap om, en langs allerlei andere middelen, bektaat in het aanmoedigen en verbeteren van de zuivelnijverheid, in het helpen oprichten van samenwerkende zui velfabrieken, in technische en andere raad gevingen, enz.: ze bestaat niet in het prn- duceeren van boter, kaas of eenig ander zui velproduct. Het zou ongewoon zijn als de Boerenbond aan de melkerijen waarvan de best ingerichte op samenwerkenden grond slag door zijn toedoen werd opgericht, moest rachten te beletten kaas te produceeren." (Msb.) ii. Een van onze eerste bezoeken op onzen ontdekkingstocht door Noord-Amerika geldt de Landbouwhoogeschool van den staat New-York. Waarom beginnen wij onze studiereis juist met een bezoek aan een wetenschappelijke instelling, zal menigeen wellicht vragen? Wij wilden immers het leven leeren kennen, zooals het werkelijk is en ons niet op academische zijwegen be wegen! Deze bedenking is ongegrond, want de staatslandbouwhoogescholen in Noord- Amerika zijn instellingen, die in nauw ver band met het practische leven werkzaam zijn, zij zijn het, die de vorderingen op land bouwkundig gebied rechtstreeks in de prac- tijk uitdragen. Hun werkzaamheden beper ken zich niet tot het opleiden van studen ten en tot wetenschappelijk onderzoek, doch zij hebben tevens tot taak, door de onder hen ressorteerende gewestelijke consulenten, de „county-agents", den landbouw met raad en daad ter zijde te staan. De regeering bedient zich van de hoogescholen om met de practijk in verbinding te komen. Zij be schikken dan ook ruimschoots over land en andere middelen, die voor de uitvoering van deze taak noodig zijn. De gewestelijke con sulenten, waarvan de Vereenigde Staten ei eenige duizenden tellen, vormen als het ware een verlengstuk van de hoogesehool, terwijl zij anderzijds in hun werk ten nauw ste voeling houden met de landbouwver- eenigingen. Door deze innige samenwerking tusschen wetenschap en landbouwpractijk, is niet alleen een middel geschapen om invloed op den boer en zijn bednjf uit te oefenen, doch men bereikt er tevens mee, dat liet wetenschappelijk onderzoek zien aan de behoeften van de practijk aanpast. Het was dus geenszins onze bedoeling, uit de laagvlakten van het leven naar de eenzame toppen van de abstracte theone te vluchten, toen wij met een 80 km vaartje, hoofdzakelijk in gezelschap van boeren en Wij laten hier het tweede artikel volgen van den bijzonderen cor respondent van de V.P.B. van zijn reis door de V. S. ter bestudeering van het agrarische vraagstuk. Wij volgen hem als hij een bezoek brengt aan de Landbouwhooge school van den Staat New-York. landbouwers, naar de beroemde Cornell- Universiteit in Ithaka koers zetten. In den staat New-York is de landbouwhoogeschool een deel van de Staatsuniversiteit, in vele andere staten daarentegen zijn de hooge scholen zelfstandige inrichtingen, die in kleine steden of ook wel op het platteland gevestigd zijn. Ik heb als student op vroe gere reizen, waarbij ik in een ouden Essex ongeveer 40.000 km op het Amerikaansche continent heb afgelegd, vele van deze instel lingen leeren kennen en daarbij telkens weer ervaren wat de Amerikaansche gast vrijheid beteekent. Het is zelfs wel voor gekomen, dat ik na dagenlange omzwervin gen en nachtelijk kampeeren in de open lucht met een min of meer landlooner achtig voorkomen op de plaats van bestem ming aankwam. Na mijn met olie doordrenkte reisplunje ergens in een verbor gen hoekje voor een beter pak te hebben verwisseld, ging het dan naar de wasch lokalen van de hoogesehool, waarna ik enkele minuten later zonder stoppels en ook overigens in meer presentabelen toestand, met een aanbevelingsbrief gewapend, bij den president mijn opwachting maakte. Dat het mij vergund is, in mijn studiejaren de agrarische problemen van Noord-Amerika meer dan oppervlakkig te leeren kennen, dank ik niet in de laatste plaats aan de professoren en studenten van de landbouw-" hoogescholen, die mij overal waar ik kwam, met de grootste tegemoetkomendheid op den juisten weg hielpen. De Amerikaansche boer ver anderlijker dan de Europeesch e. Op grond van deze ervaringen mochten wij ook van ons bezoek aan Cornell veel resultaat verwachten. Verschillende profes soren bereidden ons een allerhartelijkste ontvangst. Wij kregen een begrip van het wezen en de taak van een instelling, die in soortgelijken vorm zij het ook minder groot in eiken staat van de Unie te vin den is. Wij vernamen hier, dat in den staat New-York een vierde deel van de farms elke vijf jaar van eigenaar verandert. Men kent hier niet die gehechtheid aan huis en hof, als wij in Europa gewend zijn. De agrarische politiek stelt zich ten doel, den farmer, die het over het algemeen zonder vreemde arbeidskrachten kan stellen, een inkomen te verschaffen, dat eenigszins met dat van den stadsarheider en den kleinen beambte overeenkomt. In den staat New- York voltrekt zich sinds vele tientallen van jaren een omvormingsproces, dat ook thans nog niet is afgeloopen. In de bergen gaat de landbouw meer en meer achteruit, ter wijl in de streken waar de grond beter is, de landbouwproductie aan beteekenis wint. Het zwaartepunt van don landbouw verlegt zich dus van de Oostelijke deelen van den staat naar de Westelijke deelen van het land ten Zuiden van het Erie-meer. Deze verschuiving wordt door den staat bevor derd, men wil de noodlijdende streken zoo snel mogelijk uit hun ellende opheffen. Met deze verschuiving, die ongetwijfeld nog vele tientallen van jaren zal aanhouden, treedt steeds scherper de scheiding aan het licht tusschen de eigenlijke agrarische streken en de onvruchtbare, doch uit een oogpunt van landschapsschoon prachtig gelegen boschgebieden, die zich tot centra van toe risme, weekenduitstapjes en sport ontwik kelen. De verandering voltrekt zich tevens in dezen zin, dat de al te kleine landbouw bedrijven langzamerhand worden uitgescha keld. Elke farmer moet met gebruikmaking van alle mogelijke technische hulpmidde len, zoo veel mogelijk land bebouwen, ten einde een zoo groot mogelijke productie per man. op te brengen. De groote landrijkdom van Noord-Amerika in aanmerking geno men, is het niet noodzakelijk, van eiken vierkanten meter een maximum onbrengst te willen verkriigen, zooa's dit in D"'+sch- land tegenwoordig het streven is. Tot nu was de concurrentiestrijd tusschen de far mers zoo scherp, dat er in vele gevallen niet eens het allernoodzakelijkste kon wor den uitgetrokken om de vruchtbaarheid van den grond op peil te houden. Alle krach ten ziin er op geconcentreerd, zoo goedkoop mogelijk te produceeren. De kennis, die de hoogescholen over het land verbreiden, is een van de belangrijkste middelen om ten spijt van de concurrentie den boer een draaglijk bestaan te verschaffen. Practisch landbouwonderricht dat druk wordt qevolqd. De hoogescholen worden in den loop van het jaar bezocht door vele farmers, die hier door middel van korte cursussen en voor drachten over practische vraagstukken wor den ingelicht. Ons reisgezelschap vormt slechts in zooverre een uitzondering, dat het hier boeren van de overzijde van den Atlarjtischen Oceaan betreft, die hier met behulp van een tolk de cursussen komen volgen. 'Dè landbouwhoogescholen zijn ook de centrales-voor het werk onder de jeugd van het platteland, welk werk men van bijzonder belang acht. In de Vereenigde Staten Zijn meer dan 000.000 boerenjongens en meisjes tusschen de 12 en 18 jaar in „Boys and Girls Clubs" georganiseerd. In deze clubs worden onder leiding van de gewestelijke consulenten of speciale beamb ten en van de landbouwvereenigingen prac tische experimenten betreffende veeteelt, akkerbouw of huishoudkunde uitgevoerd. Ook organiseeren de hoogescholen voor de jongens en meisjes van de clubs nu en dan leerkampen. Naar wij later op een veeten toonstelling in Kansas City zagen, worden er ook wedstrijden gehouden tusschen de clubs onderling. Van ons bezoek aan de landbouwhoogescholen in den staat New- York nemen wij den indruk mede, dat deze instellingen de rechtstreeksche ondersteu ning van de practijk als hun voornaamste taak beschouwen. Ook bemerken wij, dat er geen sprake is van neerzien van den acade micus op den niet-academicus. Amerika heeft een weg gevonden om in de land- economie wetenschap en practijk met elkaar te vereenigen. De geweldige uitgestrektheid van het te bewerken terrein en de ver spreide ligging der bedrijven in aanmerking genomen, is dit zeker geen lichte taak. 170.000 man in staking, waarvan 112.000 bij de General Motors. In de verschillende takken van industrie in de Vereenigde Staten en in de scheep vaart zijn thans in het geheel 17JO.OOO man in staking, waarvan alleen reeds bij de Ge neral Motors 112.000 man. In nog slechts vijf fabrieken, welke on- derdeelen vervaardigen voor de General Mo tors, wordt gewerkt. Ernstige ongeregeldheden te Flint in Michiaan. Traangassen en leege melkflesschen. Dertien burgers en twee politie beambten moesten na een botsing tusschen politie en stakers in een ziekenhuis worden opgeno men. Het vuurgevecht, dat zich twintig minu ten tang afspeelde voor een sinds een week door stakers bezette fabriek van auto-chis- sis was het ernstigste incident sinds het begin van de staking in de automobielnij verheid. De politie loste twee salvo's op de sta- kingposten en zij maakte van traangas- bommen gebruik tegenover de vijandige menigte, welke was toegeschoten om ten gunste van de stakers te betoogen. De botsing begon, nadat de bewakings dienst der onderneming de ladders voor de vensters had verwijderd, waardoor de stakers levensmiddelen ontvingen. De politie heeft ook traangasbommen door de ruiten gegooid. .Na een vergeefsche po ging de traangasbommen door middel van waterstralen te verspreiden, vluchtten de stakers de daken van het fabrieksgebouw op, van waar zij met leege melkflesschen de politie-bgambten bekogelden. De Amerikaansche Handelskamer heeft onlangs de „autogiro-of-America" een proef- vliegtuig afgeleverd, hetwelk uit eigen kracht over den grond kan rijden. Heeft men het vliegtuig op den beganen grond noodig, dan worden de vleugels over elkaar geslagen en aan den buitenwand van den romp vastgemaakt. Een kleine omschakeling in de motoren en het toestel kan de snel heid van een automobiel bereiken. De breedte van het vliegtuig is zelfs nog iets smaller dan die van een autobus. De plaat sen voor de passagiers zijn twee aan twee gerangschikt. De motor is aangebracht ach ter de laatste passagiersplaatsen. In de lucht kan de kleine machine een snelheid ontwikkelen van 150 km en op straat een snelheid van 40 km.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 15