De strijd om de
„Betty
Bonn"
RECLAME-BUREAU
Waar gaan we heen?
Dinsdag 12 Januari 1937
Heldersche Courant
Nabetrachting
Hef lot der sfraatversieriog
Doe Uw inkoopen bij
onze adverteerders
Raadpleeg onze advertentie
kolommen voor Uw inkoopen
Licht op voor alle voertuigen
Möttlinger-avond
Lezing Ds. Jansen
Inschrijvingen handelsregister
„Het Voorste Legioen".
Kanaria.
ATELIER VOOR DECORATIE
LICHTRECLAME ENZ.
Nieuwste aanwinst voor de
K.P.M. komt proefvaren,
Aanrijding op den Kanaalweg.
Visschertj
BRAND- EN SNUWONDEN.
ato iuoJJ mat
F e ullleton
door Friedrich
Lindem a n
f
was van mevrouw M. NymeyerMoorman.
Het koor mocht na elk nummer een welver
diend applaus in ontvangst nemen: het had
op schoone wijze haar steentje tot dezen eere
avond bijgedragen.
Tot besluit van het programma liet de
Kon. Marinekapel zich nog eens hooren en
wel in een tweetal zeer populaire nummers,
n.1. in de potpourri van Broochouse „Radio
journaal" en in de Marsch-potpourri van
Willem Ciere. Een bewijs hoezeer de stem
ming er inzat, was wel, dat alle bekende en
populaire melodieën lustig meegezongen wer
den door de aanwezigen, die dat ook even
lustig gedaan hadden, toen Albert Klein daar
voor een geschikt refreintje bij de hand had.
Daarmede was het uitstekend geslaagde
programma, waarvan we alleen zouden kun
nen zeggen, dat het wel iets te veel van het
goede gegeven had, ten einde.
Prijsuitreiking door en slotwoord
van den Burgemeester.
Onder applaus stapte toen Burgemeester
Ritmeester het tooneel op, gevolgd door den
heer Everards, die een stapel bekers en
plaquettes, de prijzen voor de buurtcomité's,
met zich droeg. De burgemeester begon met
te releveeren, dat er 43 buurtcomité's waren,
die hun liefde en aanhankelijkheid jegens het
Oranjehuis omgezet hebben in daden, door n.1.
18 kilometer straatversiering aan te leggen,
of anders gezegd, achter muziek een traject
van éy2 uur loopen! De juryleden, die al dat
moois moesten beoordeelen, hebben zich als
helden, Tromp en De Ruyter waardig, gedra
gen, want er bestond groot gevaar, dat men
zou zeggen: dat hebben jullie verkeerd gedaan.
Dit is echter niet het geval geweest, want de
jury heeft haar werk zeer goed gedaan. Bijna
steeds waren de leden het eens, wat de aan
wijzing van de mooiste straten e. d. betreft.
De prijzen moeten beschouwd worden als een
belooning voor wat de comité's gedaan heb
ben, terwijl zij, die geen prijs toegewezen kre
gen, er voor dienen te zorgen, dat zij er vol
genden keer wèl een in de wacht sleepen.
Vervolgens noodigde de heer Ritmeester een
lid van elk buurtcomité, dat een prijs gewon
nen had, (we hebben de prijswinnaars bereids
gepubliceerd) ten tooneele, waarna onze eer
ste burger met een hartelijk woord van geluk-
wensch den beker of de legmedaille aan den
gelukkigen vertegenwoordiger uitreikte. Een
speciaal woord van waardeering sprak de
burgemeester nog aan het adres van de co
mité's van de Hoogstraat, de Molengracht en
het Tuindorp, oude gedeelte.
Het Oranje-Comité op het tooneel.
„Ik wil het slotwoord niet eerder spreken",
aldus vervolgde de burgemeester als de uitrei
king der prijzen geschied was, „alvorens het
Oranje-Comité naast me staat". De leden van
dat Comité moesten dus wel, nolens volens,
in het licht der openbaarheid verschijnen,
waar de enthousiaste aanwezigen hen harte
lijk met een applaus verwelkomden. Dit
Comité, zoo vervolgde de burgemeester dan,
staat er nu zoo ernstig bij, maar het heeft
ook ernst getoond en geen gemakkelijke taak
gehad. De leden hadden eerst zichzelven te
overwinnen, omdat er verschillende opvattin
gen bij hen heerschten. Echter, men heeft zich
zoo aan elkaar weten aan te passen, dat het
Comité thans een ondeelbaar geheel is ge
worden. Met vreugde gewaagt spr. hiervan,
omdat dit in het belang is van de zaak, die
wij allen dienen. Wij allen hebben gezien en
ondervonden, welk een grooten en voornamen
arbeid het Comité verricht heeft en namens
allen wil spr. den leden hartelijk dank brengen
voor het vele, dat door hen gepresteerd werd.
(Hartelijke instemming van de aanwezigen).
Echter het Comité behoefde veler medewer
king en op gevaar af iemand te vergeten,
noemt spreker den vice-admiraal T. L. Kruys,
hoofden van gemeentelijke takken van dienst,
het gemeentepersoneel, het onderwijzend per
soneel, de kinderen, die gezongen hebben, en
hun leiders, den heer A. J. Leewens, de politie,
de Burgerwacht, de dames en heeren zangers,
den heer Asma, den stadsbeiaardier, den heer
Polak, de muziekkorpsen (extra dankwoord),
de Comité's van Julianadorp en Huisduinen
voor de samenwerking, de buurtcomité's. Aan
al deze personen en instanties brengt spr. een
hartelijk woord van dank en voorts aan allen,
die op eenigerlei wijze medewerking aan het
welslagen van de feesten verleend hebben.
Met genoegen kan spr. constateeren, dat de
feestelijkheden ter plaatse door geen wan
klank zijn verstoord en dat er een band tus-
schen de inwoners ontstaan is, welke spr. on
verbreekbaar acht. Laat dat zoo blijven, blijft
bij elkaar, zegt spr. tot de buurtcomité's, men
zal elkaar steeds beter leeren kennen en daar
door eikaars inzichten leeren apprecieeren.
Spr. kan niet besluiten alvorens nog eens
te herinneren, waarom die festiviteiten alle
maal zijn gehouden. Dat is, omdat de Groote
Gebeurtenis aan het Hof van zoo'n groote be-
teekenis is voor ons land en voor ons volk.
Oranje en Nederland zijn één, roept
spreker uit. Zij, die daar nog steeds niet
van overtuigd zijn, die moeten wij die
overtuiging bijbrengen door onze eensge
zindheid. De geschiedenis leert, dat
Oranje veel voor ons Vaderland heeft ge
daan; Nederland moet weten, dat het op
haar beurt veel voor Oranje te doen heeft.
De tijden blijven zorgelijk en om die goed
te kunnen doorkomen, dienen we eensge
zind te blijven: Wij moeten Nederlanders
zijn en blijven! Wij zullen onszelf zijn, wij
wenschen geen inmenging in onze zaken,
van welke zijde ook. Andere volken moe
ten zich niet met ons bemoeien!
Wij zullen geen vlagincident in het
leven roepen, laat men zich daarover geen
zorgen maken. Laten de Nederlanders, die
vinden dat het ergens anders een paradijs
is, van de Nederlandsche vrijheid een ge
bruik maken en naar dat paradijs toe
gaan. Zij hebben onzen zegen en kunnen
net spoorkaartje van ons cadeau krijgen,
maar geen retourtje!
Spr. is blij, dat de feesten zoo opgewekt ge
vierd zijn. Daarbij voelden we zoo echt, dat
er een band is, die ons vereenigt. Die band is
het Koninklijke Huis; laten we dat goed be
seffen, dan kunnen wé elkaar beter verdragen.
Nogmaals wekt spr. de buurtcomité's en alle
andere organisaties, die op overeenkomstig
gebied werkzaam zijn, op, om bij elkaar te
blijven, houdt stand!
Straks wordt het 40-jarig regeeringsjubi-
leum van H. M. de Koningin gevierd: weten
we dan allemaal wat ons te doen staat? (Een
luid: Ja! klinkt op uit de zaal!). Ook het
Oranje-Comité zal blijven bestaan, maar
de anders comité's moeten niet alle dubbeltjes
bij dit comité weghalen! Het geld is overigens
thans op, er moeten weer dubbeltjes komen.
Misschien zal het Comité later 2 centen gaan
vragen van elk dubbeltje, dat elk straat
comité ontvangt. „Die zult U met liefde
geven", aldus spr.
Tenslotte spreekt de burgemeester nog een
hartelijk woord over elk Lid van de Konink
lijke Familie persoonlijk. Hij roemt Prins
Bernhards eenvoudigen aard en zijn juist in
zicht en herinnert eraan, dat de Koningin van
Hem gezegd heeft, dat hij een man is, die
midden in het werkelijke leven staat.
Prinses Juliana heeft reeds veel voor de
nooden van ons volk gedaan en boven hen
staat H. M. de Koningin, Wier schuldenaren
wij zijn en blijven. Spr. besluit dan met een
„Leve de Koningin, Leve de Prinses, Leve
Prins Bernhard!", en het „Hoezee!!!" davert
Het Feest
Is geweest.
We hebben gedanst,
Lampions gebrand.
Gejubeld en gezongen,
Gefuifd en gesprongen.
De verliêhting was aan:
In optocht gegaan.
Verkleed en gedold,
Geschreeuwd en gesold.
De straten versierd,
Gelachen, gegierd.
De band met Oranje
Verstevend met franje.
Heel Holland liep uit
Voor den Prins en zijn Bruid!
Nu wordt alles weer stil
Nog een enkele gil,
Een knal hier of daar
Zonder gevaar
Een streep hier gezet,
En uit is de pret!
Vraagt gij tot slot,
Vindt ge 't niet zot?
Dan wil ik wel zeggen
En er den nadruk op leggen:
Holland bewees, al is 't er wat stijf:
Het heeft nog een vroolijke noot in 't lijf;
Heeft het maar eenmaal zin in het plan,
Dan blijkt wel, dat 't nog feestvieren kan!
B.
tot driemaal toe door de zaal. „Casino" moet
op haar grondvesten getrild hebben
Onmiddellijk daarop verheffen allen zich van
de zetels, want de Kon. Marinekapel heeft het
Wilhelmus ingezet, waarvan de eerste 2 cou
pletten gespeeld worden. Welke natuurlijk van
harte meegezongen worden!
Nog neemt de heer De Jong even het woord
en dat is om aan 2 personen dank te betuigen,
aan den burgemeester voor zijn medeleven en
steun (applaus) en aan den heer H. Nypels
voor zijn harde werken (wederom applaus).
Daarna legde de heer De Jong de laatste
hand aan dezen zoo zeer geslaagden Eere
avond. Het was bijna kwart voor éérten ge
worden
Het wordt een Vreugdevuur!
Het Oranje-feest is voorbij: het is daverend
geweest en daar was een demonstratie van
burgerzin, zooals men die maar zelden zal
aantreffen.
Thans is het evenwel zaak, hoe het ook de
vele buurtcomité's aan het hart zal gaan, dat
zoo spoedig mogelijk de versiering verdwijnt,
en in dit verband is van politiezijde vorige
week in een circulaire den comité's verzocht,
dit verdwijnen gister, of uiterlijk vandaag, te
doen plaats hebben.
Het afval moet op 1 punt in de straat of
wijk verzameld wonden, waarvandaan de Ge
meentereiniging het zal komen halen.
Donderdagavond een Vreugdevuur!
Het ligt voorts in de bedoeling, dat al
het afval verzameld zal worden op één
punt, en dat men, zoo de wind het toelaat,
deze enorme verzameling vlambaar ma
teriaal, in brand zal steken.
Als plaats, wéAr dit vreugdevuur ont
stoken zal worden, heeft men het oog
laten vallen op het terrein tusschen Java-
straat, Singel en Timorlaan.
Ten overvloede willen wij nog de aandacht
vestigen op het euvel, hetwelk wij gisteren
verscheidene malen gezien hebben. En wel,
dat de jeugd zicht meester maakt van onder-
deelen der versiering en hiermede de straten
onveilig maakt door de voorwerpen brandend
mee te sleepen.
Dat de ouderen onder ons hierop een wakend
oogje houden!
Dinsdag 12 Jan16-38 uur
Hedenavond 8.15 uur spreekt Ds. Sillevis
Smith, van Haarlem, blijkens een in dit nr.
voorkomende advertentie, in het Evangeli
satiegebouw, Vijzelstraat.
De toegang tot deze samenkomst is vrij.
Na de samenkomst zal, zooals dat de ge
woonte is, een spreekuur worden gehouden.
Men verzoekt ons de aandacht te vestigen
op de openbare lezing op Donderdagavond 8
uur, in de Chr. Geref. Kerk (Steengr.), waar
Ds. H. Jansen, Leger- en vlootpredikant in
alg. dienst, zal spreken over het onderwerp:
„Is de N.S.B. christelijk?"
Men zie voor bizonderheden de advertentie.
Van 5—12 Jan. 1937.
Administratiekantoor voor Onroerende Za
ken „Den Helder en Omstreken", N.V.; be
stuurswijziging.
B. Vader „Vatax", Laan 46, vrachtrijderij
en taxi-onderneming; overgegaan aan me
vrouw B. VaderDoorn.
Wieringerwaard
F. Zwaag, Tweewegen A 82, schilders
bedrijf; overgegaan aan K. Rezelman.
Zeer sterke bezetting.
Op Vrijdag, 22 Januari a.s. zal de derde
Abonnementsvoorstelling in Casino gegeven
worden.
Opgevoerd wordt „Het Voorste Legioen",
een tooneelspel rondom de Jezuïetenorde Em-
met Lavery, in 3 bedrijven (11 tafreelen).
Het stuk, dat het vorige seizoen een zeer
groot succes behaalde, wordt gebracht door
het Centraal Tooneel, waarvan Cees Laseur
de leiding heeft.
Van de medespelenden noemen wij Cor Her
mus, Coen Hissink, Cees Laseur, Joan Rem-
melts, Jan van Ees, Herman Schwab en Mary
Dresselhuys.
Wij komen nog met bijzonderheden op dit
stuk terug.
Na sluiting der gehouden tentoonstelling
op Zondagavond, werd dadelijk overgegaan
tot de verloting der prijzen met den volgen
den uitslag:
Lotno.
Prijsno.
Lotno.
Prijeno.
Lotno.
Prijsno.
Lotno.
Prijsno.
491
138
1134
146
1117
107
792
128
1427
115
417
127
262
151
631
124
1497
121
1457
129
397
110
1433
108
1171
103
1147
114
712
109
850
144
1359
117
1221
120
1232
142
230
143
632
102
811
139
1449
145
185
113
969
111
771
125
946
132
875
148
1149
135
554
101
10
147
1001
118
599
106
355
116
429
123
896
112
1401
140
189
126
316
131
1042
137
675
122
799
134
1271
115
295
150
131
119
579
149
637
104
1262
141
395
130
538
136
237
133
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Dinsdag 1% Januari.
R. K. Volksbond, 8.80 u. Concert K.R.o,
Troubadours.
Woensdag 18 Januari.
Musis Sacrum, 8 u. Bedrijfsfilm „Maggi's
voedingsmiddelenfabriek".
Donderdag H Januari.
Musis Sacrum, 36 u. en 812 u. Bedrijfs-
film „Maggi's voedingsmiddelenfabriek".
LAAN 31 HENK MEBIUS
A.s. Donderdag zal de nieuwste aanwinst
van de K.P.M., de verscheidene duizendtallen
ton metende „Maatsuyker" van 8 tot 16 uur
de gemeten mijl komen varen.
Het schip werd gebouwd bij de Nederl.
Droogdok Maatschappij.
Gistermiddag omstreeks 4 uur, reed ter
hoogte van de Apotheek van den heer Kingma
een handwagen, welke geladen was met een
vracht denneboomen. Deze wagen kwam uit
de richting Oude Helder.
Van den anderen kant naderde een dame
op de fiets en door een onhandige manoeuvre
geviel het, dat èn dame èn handkar met elkan
der in minder prettig contact kwamen.
De gevolgen waren, dat de fiets der dame
vrij ernstig beschadigd werd.
Prijzen kunnen worden afgehaald bij den
heer G. G. Rosa, Gravenstraat 104 alhier.
Nog zeer hooge vischprijzen.
De hooge prijzen hebben ook Maandag te
IJmuiden stand gehouden. Tarbot liep op tot
2.05 per kilo en tong tot 1.45 per kilo.
De scholprijzen waren weer zeer hoog, voor
al weer de meest gevraagde soorten van zet-
schol en kleine schol, die resp. opliepen tot
44.en 36.per 50 kilo. Ook de andere
vischsoorten toonden een goed prijsbeeld, zoo
dat de schepen dien dag heel goede besom
mingen maakten; er was zelfs één treiler, die
tegen de 5000.besomde.
Een logger kwam weer over de duizend gul
den, terwijl een logger, die met versche haring
aan de markt was, ruim 1200.maakte.
Een klein wondje is dikwijls gevaarlijker dan
een groote wond, omdat U zich daarbij on
middellijk zoudt verzorgen. Het is niet noodig
elk klein snij-, brand- of schaafwondje direct
te verbinden en aan den heilzamen invloed
van licht en lucht te onttrekken als U er
maar onmiddellijk Zwitsal - de zalf met onbe
grijpelijke geneeskracht - opdoet. Zwitsal zui
vert, verzacht en geneest die kleine „ongeluk,
jes", die in elke huishouding voorkomen. Zorg
dus steeds een doos bij de hand te hebben. 4
ganaaAJUcucAX
42)
Maar het schip. Er moest iets met het schip
aan de hand zijn. Nu ging het, als steeds bij
ruimenden wind, met een lichte deining en een
neiging naar bakboord. Maar plotseling be
gonnen de zeilen te klapperen. De vaart ver
minderde. Het schip helde van de eene zijde
naar de andere.
Om dan weer plotseling met een vernieuwde
vaart door te gaan. Ik was nu lang genoeg aan
boord van de „Frisco" om deze bewegingen te
kunnen thuisbrengen. Het beteekende, ja, het
kon niet anders, we waren aan de plaats onzer
bestemming, we waren te Genua en het
schip ging de haven binnen. Ik sprong op. Ik
wierp het dek weg. Ik trommelde tegen den
hutwand van Nancy.
Opstaan! We zijn er!
Ik stormde naar buiten, het dek op.
Maar neen, het was niet zoo. We bevonden
ons nog op zee. Overal om ons heen water en
nog eens water. Heel in de verte waren de
spitsen van een bergketen te zien. Was dat nog
altijd Corsica? Ik keek naar de zon. Neen. Dat
moest de Fransche of Italiaansche kust zijn,
de toppen van de Zee Alpen, schatte ik. Dan
waren we toch tot zoover reeds gekomen.
Bijna was ik tegen het dek geslagen .In het
schip kwam weer de wonderlijk-tuimelende be
weging.
De zeilen klapperden.
De ra's knarsten.
De „Frisco" leek dronken. Nu eerst be
merkte ik, dat er niemand aan het roer stond.
Wat? Zouden de broeders zich waarlijk uit
angst bedronken hebben en nu in hun kooien
liggen en dezen prachtigen wind onbenut
laten
Ik had mij voorgenomen, mij niet meer met
den stuurman te bemoeien, maar deze onver
schilligheid, vlak bij het doel, ergerde mij. Ik
liep naar voren, om het gezelschap met een
kernachtigen vloek te voorschijn te roepen.
Ik rukte de deur van het logies open:
Sta op, daar!
Hoe? Wat? Ja, waar ben ik dan?
Leeg.
Ik wilde het in den beginne niet gelooven,
maar het was zoo.
De kooien waren door elkaar gesmeten, de
zeekisten, die anders aan de zijkanten ston
den, verdwenen. De bak en de grond lag vol
verkreukeld papier, leege kartonnen doozen,
asch, sporen van een overhaaste vlucht.
Ik ging naar buiten. Ik riep zonder eenig
doel:
Crane, Crane!
Geen antwoord. Ik verwachtte er ook geen
meer. De vier waren verdwenen. Ik zag ook
hoe. Boven op het dek hadden de twee booten
gezeten. Een ervan ontbrak.
Dus deze hadden zij genomen en waren
's nachts, toen wij onder de rivierkust kwa
men, weggeroeid of weggezeild. Nu zaten de
vier waarschijnlijk al lang lachend en drin
kend in een kroeg te Nizza of waar dan ook.
Geld hadden zij genoeg. Eerst hun deel van
het bergloon, waarvan zij de helft al ontvan
gen hadden, en dan daarbij nog het geld van
den kapitein, dat zeker wel tegen het gedeelte,
wat hen te Genua nog te wachten stond, op
woog. Honderdduizend door vieren. Een aar
dig sommetje.
Mijn hart had een oogenblik stil gestaan bij
de gedachte aan de verdwijning van deze vier
menschen, maar nu moest ik hardop lachen.
Üaar hadden we opnieuw een door de beman
ning verlaten schip, zooals de „Betty Bonn".
Maar deze nieuwe wending had niets spook
achtigs aan zich. Integendeel: een heerlijk
avontuur.
Toen Nancy van beneden kwam, stond ik
al bij het roer en probeerde het schip in den
wind te houden, waardoor het ellenidge klap
peren van de zeilen en doellooze heen- en weer
zwaaien van de brik zou ophouden. Nancy
staarde mij hoogst verbaasd aan.
Wat voert ge daar uit?
Ik laAte tegen haar.
Het schip staat onder mijn commando!
Ik ben kapitein hier, mejuffer de Kok! Voor
uit, vooruit! vuur aanmaken, koffie wil ik
hebben!
Mijn plotselinge vreugde kwam haar ver
dacht voor. Zij keek mij nog steeds achter
dochtig aan. Ik vertelde haar wat er gebeurd
was. En opnieuw bewees Nancy, uit welk hout
zij gesneden was, als een echte kameraad, als
zoo een, waar ge u op verlaten kunt. Oogen-
blikkelijk zag zij den humoristibchen kant van
het avontuur.
Vooruit, vooruit, kok!
Tot uw dienst, kapitein.
En reeds was zij bezig, ons een heerlijk ont
bijt klaar te maken.
Het werd een prachtige dag. Als twee kin
deren, die alleen thuis gebleven zijn en voor
wie een paar uur dus niets verboden is, voel
den zij zich heerlijk vrij en zonder zorg. Ik
kon het niet laten, maar ik moet Nancy
steeds weer in mjjn armen nemen en kussen.
Tot het klapperen van het zeil mij weer aan
mijn plicht herinnerde.
Maar kapitein, wat veroorlooft ge u wel!
Den morgen brachten wij door met leeren
sturen. Er stond een frissche, Noordwesten
wind, die ook 's nachts al gewaaid moest heb
ben. Want toen wij aan dek kwamen, waren
de zeilen gebrast.
Dus was het niet tnoeilijk, de brik in den
wind te houden. Onze koers ging naar het
Oosten, zoowat parallel met de kust. Ik pro
beerde zelfs, overmoedig geworden, het schip
dichter in den wind te brengen en naar het
Noord-Oosten om te gaan, in de richting
waarin Genua lag.
Het was werkelijk een avontuurlijk en span
nend spel, dat wjj speelden, „twee jonge men
schen op een schip".
Wij dachten ook geen oogenblik aan gevaar.
Zelfs niet, toen tegen den middag door de
zonnewarmte zeedamp opkwam en de kust in
een witten mantel hulde. IVjj hielden ongeveer
de richting, die wjj noodig hadden. Wij waren
in een sterk bevaren gedeelte, en hoe meer wij
naar het Oosten gingen, des te grooter was
de kans, dat een voorbij varende Oceaan-
stoomer ons zien zou en meenemen.
Ja, zelfs dachten wij een oogenblik mét een
zekeren weemoed aan het moment, waarop
dit prachtige avontuur achter den rug zou
ztjn. 's Middags, wjj hadden genoten op het
achterdek in de zon en gegeten, kwam iets
nieuws bij Nancy boven.
Op eens was de eigenlijke bedoeling van
onzen tocht weer boven gekomen. Zij begon
in de kajuit, in Spurling's hut, in het logies,
elke kast, elke schuifla, elke kleine plek en
eiken smerigen hoek te onderzoeken, of ner
gens een enkel spoor te ontdekken was, of
niets er op wees welke rol de Frisco-beman
ning gespeeld had bij het geheim der „Betty
Bonn".
Maar zij kwam met leege handen terug.
Niets, in 't geheel niets, had zij gevonden.
Het was net, alsof de „Frisco" de „Betty
Bonn" nooit gezien had. Het eenige wat Nancy
meebracht, en dat kenden we al lang
waren de scheepspapieren van de „Frisco", het
het journaal met de mededeelingen betreffen
de het vinden en de scheepslijst met den naam
van den raadselachtigen passagier Emmo
Deerkson. Anders niets.
Stil kwam zij bij mij zitten, daar ik nog
steeds aan het roer stond. Zij dacht wellicht
aan haar vader, die nu waarschijnlijk in Gi
braltar aan zijn schrijftafel zat en toekomst
dromen fantaseerde, die wij waarschijnlijk
nooit in vervulling zouden kunnen brengen.
Maar waarom denkt ge dan, dat die
vier vannacht verdwenen zijn Zou het alleen
het geld van de scheepskas zijn, dat hen ver
lokt heeft?
Ik haalde mijn schouders op.
(Wordt .clgd.)
4