De strijd om de „Betty Bonn" RECLAME-BUREAU Waar gaan we heen? Dinsdag 12 Januari 1937 Heldersche Courant Nabetrachting Hef lot der sfraatversieriog Doe Uw inkoopen bij onze adverteerders Raadpleeg onze advertentie kolommen voor Uw inkoopen Licht op voor alle voertuigen Möttlinger-avond Lezing Ds. Jansen Inschrijvingen handelsregister „Het Voorste Legioen". Kanaria. ATELIER VOOR DECORATIE LICHTRECLAME ENZ. Nieuwste aanwinst voor de K.P.M. komt proefvaren, Aanrijding op den Kanaalweg. Visschertj BRAND- EN SNUWONDEN. ato iuoJJ mat F e ullleton door Friedrich Lindem a n f was van mevrouw M. NymeyerMoorman. Het koor mocht na elk nummer een welver diend applaus in ontvangst nemen: het had op schoone wijze haar steentje tot dezen eere avond bijgedragen. Tot besluit van het programma liet de Kon. Marinekapel zich nog eens hooren en wel in een tweetal zeer populaire nummers, n.1. in de potpourri van Broochouse „Radio journaal" en in de Marsch-potpourri van Willem Ciere. Een bewijs hoezeer de stem ming er inzat, was wel, dat alle bekende en populaire melodieën lustig meegezongen wer den door de aanwezigen, die dat ook even lustig gedaan hadden, toen Albert Klein daar voor een geschikt refreintje bij de hand had. Daarmede was het uitstekend geslaagde programma, waarvan we alleen zouden kun nen zeggen, dat het wel iets te veel van het goede gegeven had, ten einde. Prijsuitreiking door en slotwoord van den Burgemeester. Onder applaus stapte toen Burgemeester Ritmeester het tooneel op, gevolgd door den heer Everards, die een stapel bekers en plaquettes, de prijzen voor de buurtcomité's, met zich droeg. De burgemeester begon met te releveeren, dat er 43 buurtcomité's waren, die hun liefde en aanhankelijkheid jegens het Oranjehuis omgezet hebben in daden, door n.1. 18 kilometer straatversiering aan te leggen, of anders gezegd, achter muziek een traject van éy2 uur loopen! De juryleden, die al dat moois moesten beoordeelen, hebben zich als helden, Tromp en De Ruyter waardig, gedra gen, want er bestond groot gevaar, dat men zou zeggen: dat hebben jullie verkeerd gedaan. Dit is echter niet het geval geweest, want de jury heeft haar werk zeer goed gedaan. Bijna steeds waren de leden het eens, wat de aan wijzing van de mooiste straten e. d. betreft. De prijzen moeten beschouwd worden als een belooning voor wat de comité's gedaan heb ben, terwijl zij, die geen prijs toegewezen kre gen, er voor dienen te zorgen, dat zij er vol genden keer wèl een in de wacht sleepen. Vervolgens noodigde de heer Ritmeester een lid van elk buurtcomité, dat een prijs gewon nen had, (we hebben de prijswinnaars bereids gepubliceerd) ten tooneele, waarna onze eer ste burger met een hartelijk woord van geluk- wensch den beker of de legmedaille aan den gelukkigen vertegenwoordiger uitreikte. Een speciaal woord van waardeering sprak de burgemeester nog aan het adres van de co mité's van de Hoogstraat, de Molengracht en het Tuindorp, oude gedeelte. Het Oranje-Comité op het tooneel. „Ik wil het slotwoord niet eerder spreken", aldus vervolgde de burgemeester als de uitrei king der prijzen geschied was, „alvorens het Oranje-Comité naast me staat". De leden van dat Comité moesten dus wel, nolens volens, in het licht der openbaarheid verschijnen, waar de enthousiaste aanwezigen hen harte lijk met een applaus verwelkomden. Dit Comité, zoo vervolgde de burgemeester dan, staat er nu zoo ernstig bij, maar het heeft ook ernst getoond en geen gemakkelijke taak gehad. De leden hadden eerst zichzelven te overwinnen, omdat er verschillende opvattin gen bij hen heerschten. Echter, men heeft zich zoo aan elkaar weten aan te passen, dat het Comité thans een ondeelbaar geheel is ge worden. Met vreugde gewaagt spr. hiervan, omdat dit in het belang is van de zaak, die wij allen dienen. Wij allen hebben gezien en ondervonden, welk een grooten en voornamen arbeid het Comité verricht heeft en namens allen wil spr. den leden hartelijk dank brengen voor het vele, dat door hen gepresteerd werd. (Hartelijke instemming van de aanwezigen). Echter het Comité behoefde veler medewer king en op gevaar af iemand te vergeten, noemt spreker den vice-admiraal T. L. Kruys, hoofden van gemeentelijke takken van dienst, het gemeentepersoneel, het onderwijzend per soneel, de kinderen, die gezongen hebben, en hun leiders, den heer A. J. Leewens, de politie, de Burgerwacht, de dames en heeren zangers, den heer Asma, den stadsbeiaardier, den heer Polak, de muziekkorpsen (extra dankwoord), de Comité's van Julianadorp en Huisduinen voor de samenwerking, de buurtcomité's. Aan al deze personen en instanties brengt spr. een hartelijk woord van dank en voorts aan allen, die op eenigerlei wijze medewerking aan het welslagen van de feesten verleend hebben. Met genoegen kan spr. constateeren, dat de feestelijkheden ter plaatse door geen wan klank zijn verstoord en dat er een band tus- schen de inwoners ontstaan is, welke spr. on verbreekbaar acht. Laat dat zoo blijven, blijft bij elkaar, zegt spr. tot de buurtcomité's, men zal elkaar steeds beter leeren kennen en daar door eikaars inzichten leeren apprecieeren. Spr. kan niet besluiten alvorens nog eens te herinneren, waarom die festiviteiten alle maal zijn gehouden. Dat is, omdat de Groote Gebeurtenis aan het Hof van zoo'n groote be- teekenis is voor ons land en voor ons volk. Oranje en Nederland zijn één, roept spreker uit. Zij, die daar nog steeds niet van overtuigd zijn, die moeten wij die overtuiging bijbrengen door onze eensge zindheid. De geschiedenis leert, dat Oranje veel voor ons Vaderland heeft ge daan; Nederland moet weten, dat het op haar beurt veel voor Oranje te doen heeft. De tijden blijven zorgelijk en om die goed te kunnen doorkomen, dienen we eensge zind te blijven: Wij moeten Nederlanders zijn en blijven! Wij zullen onszelf zijn, wij wenschen geen inmenging in onze zaken, van welke zijde ook. Andere volken moe ten zich niet met ons bemoeien! Wij zullen geen vlagincident in het leven roepen, laat men zich daarover geen zorgen maken. Laten de Nederlanders, die vinden dat het ergens anders een paradijs is, van de Nederlandsche vrijheid een ge bruik maken en naar dat paradijs toe gaan. Zij hebben onzen zegen en kunnen net spoorkaartje van ons cadeau krijgen, maar geen retourtje! Spr. is blij, dat de feesten zoo opgewekt ge vierd zijn. Daarbij voelden we zoo echt, dat er een band is, die ons vereenigt. Die band is het Koninklijke Huis; laten we dat goed be seffen, dan kunnen wé elkaar beter verdragen. Nogmaals wekt spr. de buurtcomité's en alle andere organisaties, die op overeenkomstig gebied werkzaam zijn, op, om bij elkaar te blijven, houdt stand! Straks wordt het 40-jarig regeeringsjubi- leum van H. M. de Koningin gevierd: weten we dan allemaal wat ons te doen staat? (Een luid: Ja! klinkt op uit de zaal!). Ook het Oranje-Comité zal blijven bestaan, maar de anders comité's moeten niet alle dubbeltjes bij dit comité weghalen! Het geld is overigens thans op, er moeten weer dubbeltjes komen. Misschien zal het Comité later 2 centen gaan vragen van elk dubbeltje, dat elk straat comité ontvangt. „Die zult U met liefde geven", aldus spr. Tenslotte spreekt de burgemeester nog een hartelijk woord over elk Lid van de Konink lijke Familie persoonlijk. Hij roemt Prins Bernhards eenvoudigen aard en zijn juist in zicht en herinnert eraan, dat de Koningin van Hem gezegd heeft, dat hij een man is, die midden in het werkelijke leven staat. Prinses Juliana heeft reeds veel voor de nooden van ons volk gedaan en boven hen staat H. M. de Koningin, Wier schuldenaren wij zijn en blijven. Spr. besluit dan met een „Leve de Koningin, Leve de Prinses, Leve Prins Bernhard!", en het „Hoezee!!!" davert Het Feest Is geweest. We hebben gedanst, Lampions gebrand. Gejubeld en gezongen, Gefuifd en gesprongen. De verliêhting was aan: In optocht gegaan. Verkleed en gedold, Geschreeuwd en gesold. De straten versierd, Gelachen, gegierd. De band met Oranje Verstevend met franje. Heel Holland liep uit Voor den Prins en zijn Bruid! Nu wordt alles weer stil Nog een enkele gil, Een knal hier of daar Zonder gevaar Een streep hier gezet, En uit is de pret! Vraagt gij tot slot, Vindt ge 't niet zot? Dan wil ik wel zeggen En er den nadruk op leggen: Holland bewees, al is 't er wat stijf: Het heeft nog een vroolijke noot in 't lijf; Heeft het maar eenmaal zin in het plan, Dan blijkt wel, dat 't nog feestvieren kan! B. tot driemaal toe door de zaal. „Casino" moet op haar grondvesten getrild hebben Onmiddellijk daarop verheffen allen zich van de zetels, want de Kon. Marinekapel heeft het Wilhelmus ingezet, waarvan de eerste 2 cou pletten gespeeld worden. Welke natuurlijk van harte meegezongen worden! Nog neemt de heer De Jong even het woord en dat is om aan 2 personen dank te betuigen, aan den burgemeester voor zijn medeleven en steun (applaus) en aan den heer H. Nypels voor zijn harde werken (wederom applaus). Daarna legde de heer De Jong de laatste hand aan dezen zoo zeer geslaagden Eere avond. Het was bijna kwart voor éérten ge worden Het wordt een Vreugdevuur! Het Oranje-feest is voorbij: het is daverend geweest en daar was een demonstratie van burgerzin, zooals men die maar zelden zal aantreffen. Thans is het evenwel zaak, hoe het ook de vele buurtcomité's aan het hart zal gaan, dat zoo spoedig mogelijk de versiering verdwijnt, en in dit verband is van politiezijde vorige week in een circulaire den comité's verzocht, dit verdwijnen gister, of uiterlijk vandaag, te doen plaats hebben. Het afval moet op 1 punt in de straat of wijk verzameld wonden, waarvandaan de Ge meentereiniging het zal komen halen. Donderdagavond een Vreugdevuur! Het ligt voorts in de bedoeling, dat al het afval verzameld zal worden op één punt, en dat men, zoo de wind het toelaat, deze enorme verzameling vlambaar ma teriaal, in brand zal steken. Als plaats, wéAr dit vreugdevuur ont stoken zal worden, heeft men het oog laten vallen op het terrein tusschen Java- straat, Singel en Timorlaan. Ten overvloede willen wij nog de aandacht vestigen op het euvel, hetwelk wij gisteren verscheidene malen gezien hebben. En wel, dat de jeugd zicht meester maakt van onder- deelen der versiering en hiermede de straten onveilig maakt door de voorwerpen brandend mee te sleepen. Dat de ouderen onder ons hierop een wakend oogje houden! Dinsdag 12 Jan16-38 uur Hedenavond 8.15 uur spreekt Ds. Sillevis Smith, van Haarlem, blijkens een in dit nr. voorkomende advertentie, in het Evangeli satiegebouw, Vijzelstraat. De toegang tot deze samenkomst is vrij. Na de samenkomst zal, zooals dat de ge woonte is, een spreekuur worden gehouden. Men verzoekt ons de aandacht te vestigen op de openbare lezing op Donderdagavond 8 uur, in de Chr. Geref. Kerk (Steengr.), waar Ds. H. Jansen, Leger- en vlootpredikant in alg. dienst, zal spreken over het onderwerp: „Is de N.S.B. christelijk?" Men zie voor bizonderheden de advertentie. Van 5—12 Jan. 1937. Administratiekantoor voor Onroerende Za ken „Den Helder en Omstreken", N.V.; be stuurswijziging. B. Vader „Vatax", Laan 46, vrachtrijderij en taxi-onderneming; overgegaan aan me vrouw B. VaderDoorn. Wieringerwaard F. Zwaag, Tweewegen A 82, schilders bedrijf; overgegaan aan K. Rezelman. Zeer sterke bezetting. Op Vrijdag, 22 Januari a.s. zal de derde Abonnementsvoorstelling in Casino gegeven worden. Opgevoerd wordt „Het Voorste Legioen", een tooneelspel rondom de Jezuïetenorde Em- met Lavery, in 3 bedrijven (11 tafreelen). Het stuk, dat het vorige seizoen een zeer groot succes behaalde, wordt gebracht door het Centraal Tooneel, waarvan Cees Laseur de leiding heeft. Van de medespelenden noemen wij Cor Her mus, Coen Hissink, Cees Laseur, Joan Rem- melts, Jan van Ees, Herman Schwab en Mary Dresselhuys. Wij komen nog met bijzonderheden op dit stuk terug. Na sluiting der gehouden tentoonstelling op Zondagavond, werd dadelijk overgegaan tot de verloting der prijzen met den volgen den uitslag: Lotno. Prijsno. Lotno. Prijeno. Lotno. Prijsno. Lotno. Prijsno. 491 138 1134 146 1117 107 792 128 1427 115 417 127 262 151 631 124 1497 121 1457 129 397 110 1433 108 1171 103 1147 114 712 109 850 144 1359 117 1221 120 1232 142 230 143 632 102 811 139 1449 145 185 113 969 111 771 125 946 132 875 148 1149 135 554 101 10 147 1001 118 599 106 355 116 429 123 896 112 1401 140 189 126 316 131 1042 137 675 122 799 134 1271 115 295 150 131 119 579 149 637 104 1262 141 395 130 538 136 237 133 Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Dinsdag 1% Januari. R. K. Volksbond, 8.80 u. Concert K.R.o, Troubadours. Woensdag 18 Januari. Musis Sacrum, 8 u. Bedrijfsfilm „Maggi's voedingsmiddelenfabriek". Donderdag H Januari. Musis Sacrum, 36 u. en 812 u. Bedrijfs- film „Maggi's voedingsmiddelenfabriek". LAAN 31 HENK MEBIUS A.s. Donderdag zal de nieuwste aanwinst van de K.P.M., de verscheidene duizendtallen ton metende „Maatsuyker" van 8 tot 16 uur de gemeten mijl komen varen. Het schip werd gebouwd bij de Nederl. Droogdok Maatschappij. Gistermiddag omstreeks 4 uur, reed ter hoogte van de Apotheek van den heer Kingma een handwagen, welke geladen was met een vracht denneboomen. Deze wagen kwam uit de richting Oude Helder. Van den anderen kant naderde een dame op de fiets en door een onhandige manoeuvre geviel het, dat èn dame èn handkar met elkan der in minder prettig contact kwamen. De gevolgen waren, dat de fiets der dame vrij ernstig beschadigd werd. Prijzen kunnen worden afgehaald bij den heer G. G. Rosa, Gravenstraat 104 alhier. Nog zeer hooge vischprijzen. De hooge prijzen hebben ook Maandag te IJmuiden stand gehouden. Tarbot liep op tot 2.05 per kilo en tong tot 1.45 per kilo. De scholprijzen waren weer zeer hoog, voor al weer de meest gevraagde soorten van zet- schol en kleine schol, die resp. opliepen tot 44.en 36.per 50 kilo. Ook de andere vischsoorten toonden een goed prijsbeeld, zoo dat de schepen dien dag heel goede besom mingen maakten; er was zelfs één treiler, die tegen de 5000.besomde. Een logger kwam weer over de duizend gul den, terwijl een logger, die met versche haring aan de markt was, ruim 1200.maakte. Een klein wondje is dikwijls gevaarlijker dan een groote wond, omdat U zich daarbij on middellijk zoudt verzorgen. Het is niet noodig elk klein snij-, brand- of schaafwondje direct te verbinden en aan den heilzamen invloed van licht en lucht te onttrekken als U er maar onmiddellijk Zwitsal - de zalf met onbe grijpelijke geneeskracht - opdoet. Zwitsal zui vert, verzacht en geneest die kleine „ongeluk, jes", die in elke huishouding voorkomen. Zorg dus steeds een doos bij de hand te hebben. 4 ganaaAJUcucAX 42) Maar het schip. Er moest iets met het schip aan de hand zijn. Nu ging het, als steeds bij ruimenden wind, met een lichte deining en een neiging naar bakboord. Maar plotseling be gonnen de zeilen te klapperen. De vaart ver minderde. Het schip helde van de eene zijde naar de andere. Om dan weer plotseling met een vernieuwde vaart door te gaan. Ik was nu lang genoeg aan boord van de „Frisco" om deze bewegingen te kunnen thuisbrengen. Het beteekende, ja, het kon niet anders, we waren aan de plaats onzer bestemming, we waren te Genua en het schip ging de haven binnen. Ik sprong op. Ik wierp het dek weg. Ik trommelde tegen den hutwand van Nancy. Opstaan! We zijn er! Ik stormde naar buiten, het dek op. Maar neen, het was niet zoo. We bevonden ons nog op zee. Overal om ons heen water en nog eens water. Heel in de verte waren de spitsen van een bergketen te zien. Was dat nog altijd Corsica? Ik keek naar de zon. Neen. Dat moest de Fransche of Italiaansche kust zijn, de toppen van de Zee Alpen, schatte ik. Dan waren we toch tot zoover reeds gekomen. Bijna was ik tegen het dek geslagen .In het schip kwam weer de wonderlijk-tuimelende be weging. De zeilen klapperden. De ra's knarsten. De „Frisco" leek dronken. Nu eerst be merkte ik, dat er niemand aan het roer stond. Wat? Zouden de broeders zich waarlijk uit angst bedronken hebben en nu in hun kooien liggen en dezen prachtigen wind onbenut laten Ik had mij voorgenomen, mij niet meer met den stuurman te bemoeien, maar deze onver schilligheid, vlak bij het doel, ergerde mij. Ik liep naar voren, om het gezelschap met een kernachtigen vloek te voorschijn te roepen. Ik rukte de deur van het logies open: Sta op, daar! Hoe? Wat? Ja, waar ben ik dan? Leeg. Ik wilde het in den beginne niet gelooven, maar het was zoo. De kooien waren door elkaar gesmeten, de zeekisten, die anders aan de zijkanten ston den, verdwenen. De bak en de grond lag vol verkreukeld papier, leege kartonnen doozen, asch, sporen van een overhaaste vlucht. Ik ging naar buiten. Ik riep zonder eenig doel: Crane, Crane! Geen antwoord. Ik verwachtte er ook geen meer. De vier waren verdwenen. Ik zag ook hoe. Boven op het dek hadden de twee booten gezeten. Een ervan ontbrak. Dus deze hadden zij genomen en waren 's nachts, toen wij onder de rivierkust kwa men, weggeroeid of weggezeild. Nu zaten de vier waarschijnlijk al lang lachend en drin kend in een kroeg te Nizza of waar dan ook. Geld hadden zij genoeg. Eerst hun deel van het bergloon, waarvan zij de helft al ontvan gen hadden, en dan daarbij nog het geld van den kapitein, dat zeker wel tegen het gedeelte, wat hen te Genua nog te wachten stond, op woog. Honderdduizend door vieren. Een aar dig sommetje. Mijn hart had een oogenblik stil gestaan bij de gedachte aan de verdwijning van deze vier menschen, maar nu moest ik hardop lachen. Üaar hadden we opnieuw een door de beman ning verlaten schip, zooals de „Betty Bonn". Maar deze nieuwe wending had niets spook achtigs aan zich. Integendeel: een heerlijk avontuur. Toen Nancy van beneden kwam, stond ik al bij het roer en probeerde het schip in den wind te houden, waardoor het ellenidge klap peren van de zeilen en doellooze heen- en weer zwaaien van de brik zou ophouden. Nancy staarde mij hoogst verbaasd aan. Wat voert ge daar uit? Ik laAte tegen haar. Het schip staat onder mijn commando! Ik ben kapitein hier, mejuffer de Kok! Voor uit, vooruit! vuur aanmaken, koffie wil ik hebben! Mijn plotselinge vreugde kwam haar ver dacht voor. Zij keek mij nog steeds achter dochtig aan. Ik vertelde haar wat er gebeurd was. En opnieuw bewees Nancy, uit welk hout zij gesneden was, als een echte kameraad, als zoo een, waar ge u op verlaten kunt. Oogen- blikkelijk zag zij den humoristibchen kant van het avontuur. Vooruit, vooruit, kok! Tot uw dienst, kapitein. En reeds was zij bezig, ons een heerlijk ont bijt klaar te maken. Het werd een prachtige dag. Als twee kin deren, die alleen thuis gebleven zijn en voor wie een paar uur dus niets verboden is, voel den zij zich heerlijk vrij en zonder zorg. Ik kon het niet laten, maar ik moet Nancy steeds weer in mjjn armen nemen en kussen. Tot het klapperen van het zeil mij weer aan mijn plicht herinnerde. Maar kapitein, wat veroorlooft ge u wel! Den morgen brachten wij door met leeren sturen. Er stond een frissche, Noordwesten wind, die ook 's nachts al gewaaid moest heb ben. Want toen wij aan dek kwamen, waren de zeilen gebrast. Dus was het niet tnoeilijk, de brik in den wind te houden. Onze koers ging naar het Oosten, zoowat parallel met de kust. Ik pro beerde zelfs, overmoedig geworden, het schip dichter in den wind te brengen en naar het Noord-Oosten om te gaan, in de richting waarin Genua lag. Het was werkelijk een avontuurlijk en span nend spel, dat wjj speelden, „twee jonge men schen op een schip". Wij dachten ook geen oogenblik aan gevaar. Zelfs niet, toen tegen den middag door de zonnewarmte zeedamp opkwam en de kust in een witten mantel hulde. IVjj hielden ongeveer de richting, die wjj noodig hadden. Wij waren in een sterk bevaren gedeelte, en hoe meer wij naar het Oosten gingen, des te grooter was de kans, dat een voorbij varende Oceaan- stoomer ons zien zou en meenemen. Ja, zelfs dachten wij een oogenblik mét een zekeren weemoed aan het moment, waarop dit prachtige avontuur achter den rug zou ztjn. 's Middags, wjj hadden genoten op het achterdek in de zon en gegeten, kwam iets nieuws bij Nancy boven. Op eens was de eigenlijke bedoeling van onzen tocht weer boven gekomen. Zij begon in de kajuit, in Spurling's hut, in het logies, elke kast, elke schuifla, elke kleine plek en eiken smerigen hoek te onderzoeken, of ner gens een enkel spoor te ontdekken was, of niets er op wees welke rol de Frisco-beman ning gespeeld had bij het geheim der „Betty Bonn". Maar zij kwam met leege handen terug. Niets, in 't geheel niets, had zij gevonden. Het was net, alsof de „Frisco" de „Betty Bonn" nooit gezien had. Het eenige wat Nancy meebracht, en dat kenden we al lang waren de scheepspapieren van de „Frisco", het het journaal met de mededeelingen betreffen de het vinden en de scheepslijst met den naam van den raadselachtigen passagier Emmo Deerkson. Anders niets. Stil kwam zij bij mij zitten, daar ik nog steeds aan het roer stond. Zij dacht wellicht aan haar vader, die nu waarschijnlijk in Gi braltar aan zijn schrijftafel zat en toekomst dromen fantaseerde, die wij waarschijnlijk nooit in vervulling zouden kunnen brengen. Maar waarom denkt ge dan, dat die vier vannacht verdwenen zijn Zou het alleen het geld van de scheepskas zijn, dat hen ver lokt heeft? Ik haalde mijn schouders op. (Wordt .clgd.) 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 8