Stadsnieuws
De strijd om de
„Betty
Bonn"
onze adverteerders
Waar gaan we heen?
Heldersche Courant
Tweede Blad
Het vreugdevuur van hedenavond
Modellen-wedstrijd
„Onze Vloot",
Doe Uw inkoopen bij
Raadpleeg onze advertentie
kolommen voor Uw inkoopen
Maggi's propaganda-
avond
Licht op voor alle voertuigen
Haydn's Schöpfung
Zeekrj^araad
Wi$4ef»®©ofcL
F euilleton
door Friedrioh
Lindeman
Benoemd tot kantonrechter plaatsvervanger
m het kanton Den Helder: Mr. D. B. A. Fran
ken, fiscaal bij den krijgsraad vooi de zee
macht binnen het rijk in Europa te Wilems-
oord en G. J. Lovink, burgemeester der ge-
meente Anna-Paulowna.
Om half 8.
Hedenavond te half 8 zullen de overblijf
selen van de eens roemrijke Heldersche ver
siering aan de vlammen prijsgegeven worden.
Zooals wij reeds schreven, zal dit vreugde
vuur gehouden worden op het terrein tus-
schen Javastraat en Singel.
Ongetwijfeld zullen velen van deze branden
de gebeurtenis getuige zijn.
Onze Vloot is op het aardige idee gekomen
een modellen-wedstrijd te organiseeren van
eenige van Hr. Ms. oorlogsbodems.
In het Januarinummer van „Onze Vloot" vin
den we over dezen wedstrijd, waarvoor bij een
deel onzer lezers zeker veel animo zal zijn, de
volgende 'bijzonderheden.
1. Model van den Flottieljeleider.
Aan leden van „Onze Vloot" (of hun kin
deren) zal, op aanvrage gratis, en aan niet-
leden tegen toezending van 2.50 (per post
wissel of op giro no. 37.486, Penningmeester
Hoofdbestuur „Onze Vloot", Den Haag) een
stel teeekeningen (aanzicht, topzicht, spant-
teekening) worden toegezonden van Hr. Ms.
Flottieljeleider „M. H. Tromp".
Hierbij dient opgemerkt dat ieder, die
zich vóór 15 Febr. als lid opgeeft (mini
mum contributie 1.per jaar) gratis
mee kan doen.
Opgave van deelneming moet vóór 1-5 Febr.
a.s. (aanvragen uit Oost en West vóór
1 April) ontvangen zijn bij het Hoofdbestuur,
Surinamestraat 15, Den Haag. De modellen
zullen aldaar moeten zijn ingekomen vóór
1 September a.s. (uit Oost en West vóór 1
October).
De inzendingen zullen aan de volgende
eischen moeten voldoen:
a. Schaal vrij, doch niet grooter dan
1 100 (max. lengte 1.35 m.);
b. Materiaal-keuze vrij. Daar het de bedoe
ling is ieder zooveel mogelijk een kans te
geven, komen voor prijzen alleen in aanmer
king modellen samengesteld uit eenvoudige
materialen (gedachtenbepaling: waarde hoog
stens ca. 10.
Fantasie-modellen zijn eveneens welkom,
doch blijven „buiten mededinging".
2. Model van een Zee-bommenwerper (T.4).
Op dezelfde voorwaarden, doch wat maxi
mum afmeting betreft lengte over vleugels
(spanwijdte) niet meer dan 1 m., wordt ge
vraagd modellen van een dergelijk vliegtuig
in te zenden, waarvan, op aanvrage als
boven, eveneens de gegevens zullen worden
toegezonden. Data voor inzending enz. als
boven.
Voor bizonderheden verwijzen wij verder
naar het Januari-nr. van genoemd tijdschrift.
Een dankbare luisterschare.
Maggi, de bekende fabriek van Voedings
middelen, heeft weer eens een deputatie naar
onze stad gezonden, om onze huisvrouwen na
der in kennis te brengen met de verschillende
artikelen, die de fabriek in den handel brengt.
Ditmaal heeft de fabriek haar toevlucht ge
zocht tot een filmavond, waar men tevens de
gelegenheid heeft om middels een paar korte
causerieën de voedingsproducten en hun be
reidingswijze toe te lichten.
Er zijn twee van dergelijke bijeenkomsten
in „Musis Sacrum" georganiseerd, de eerste
had gisteren voor een vrij goed bezette zaal
plaats, de tweede hoopt men hedenavond, op
hetzelfde tijdstip, en in het zelfde gebouw te
geven. Een bezoek aan deze demonstratie is
werkelijk de moeite waard, wij, als vertegen
woordigers van het mannelijk geslacht zeggen
dat, maar de vele dames, die gisteren pre
sent waren, zullen dat kunnen beamen. Zij
waren immers in haar nopjes met datgene
wat op de films vertoond werd en met de
uiteenzettingen van de beide propagandisten.
Het filmisch gedeelte bestaat uit een land-
bouwfilm, waarin we prachtig gefotogra
feerde beelden zien van het agrarisch bedrijf,
dat in ons land zoo'n voornaam middel van
bestaan vormt. Dan is er de bedrijfsfilm van
de Maggi-fabriek in Amsterdam, die een uit
stekend beeld geeft van de wijze, waarop de
Maggi-producten tot stand worden gebracht.
Opvallend is de zindelijkheid en de hygiëne,
prachtige, blinkende, vernuftig geconstrueer
de machines draaien en wentelen steeds maar-
door en leveren de producten kant en klaar
af. De producten worden op absoluut hygië
nische wijze bereid. Tevens krijgt men een
goeden indruk van het groote aantal men-
schen, dat in deze industrie een goed be
staan vindt en van den bloei, waarin dit 40-
jarige bedrijf zich mag verheugen.
Het laatste filmpje is van geheel anderen
aard, maar vormt een alleraardigst slot. Dat
is n.1. een teekenfilm „Sneeuwtijd", waarom
braaf gelachen wordt.
Zooals gezegd, er wordt en passant het een
en ander over de Maggi-producten gezegd, de
voordeelen van de Maggi-aroma's, soepen,
bouillon-blokjes etc. worden opgesomd, terwijl
op vlotte wijze de dames in kennis gesteld
worden met de bereidingswijze van soepen,
e.d. Die bereidingswijze is zoo eenvoudig, dat
een van de aanwezige heeren (die waren er
óók) tegen zijn vrouw zeide: „Ga jij nu mor
gen maar wandelen, ik weet nu hoe 't moet
en als jullie terugkomen eten we door m ij
klaargemaakte soep
Niet het minst attractieve gedeelte van
den avond wordt gevormd door de bouillon
en vermecelli-soep, waarvan men de aanwezi
gen laat proeven. Te zien hoe de naast ons
gezeten dames van hun kopje soep smulden,
was een genoegen op zichzelf.
Te half elf werd de geslaagde bijeenkomst,
die ongetwijfeld voor het Maggi-concern zijn
nuttig effect zal afwerpen, met een kort
woord van dank voor de betoonde belangstel
ling, gesloten.
Donderdag 14 Jan16.38 uur
door Toonkunst op Maandag en Dinsdag a.s
18 en 19 Januari, in „Casino".
Dir.: A. J. Leewens.
Bereids is in dit blad reeds mededeeling ge
daan, dat bovenstaand Oratorium voor soli
koor en orkest, op genoemde data door Toon
kunst zal worden uitgevoerd.
Betreffende de geëngageerde solisten: Me
vrouw Corry van StaaBeversluis, te Arn
hem (sopraan), die de Gabriel-partij vertolkt,
de heer Henk Viskil, te Den Haag (tenor),
welke de Uriel-partij zingt, en de heer Otto
Couperus, te Amsterdam (bas-bariton), die
de Raphel-partij voor zijn rekening heeft ge
nomen, volgen hieronder eenige kritieken.
De begeleiding is toevertrouwd aan het be
kende Bach-orkest (afd. strijkensemble) te
Amsterdam, mevr. C. A. Velthuijs-Huchshorn
te Den Helder (piano) en de heer Feike
Asma, te Leiden (orgel).
(De firma Tielrooy, Muziekhandel, West
straat alhier, stelt een Klammborg-orgel be
langeloos ter beschikking.)
Corry van StaaBeversluis.
„Mevr. van Staa droeg de liederen voor met
de distinctie, welke deze behoeven, met
groote muzikaliteit en doordrongen van be
grip." Louis Couturier.
„N. Arnh. Crt.":
„Mevr. van Staa zong de tekstregels sug
gestief nadichtend, met dringende teederheid,
met snijdende melancholie, met fugitieve
phraseeringsfijnheid".
„Matthëus Passion" van Bach, onder Lod.
de Vocht, te Antwerpen.
„Mad. Corry van StaaBeversluis possède
un soprani de belle qualité et de non moins
m heerlijk stuk
toiletzeeit.
Dat buitenkansje mag U niet
ontgaan. 1.2.3. voor de wasch
en deze fijne toiletzeep voor U.
1 2 3. is toch al zoo zeldzaam
goedkoop slechts 18 cent
per groot pak. En nu deze Savon
Mille Fleurs, een pracht stuk
toiletzeep van 121/2 cent, gratis
bij 2 pak.
Zijn er nog huisvrouwen, die
geen 1.2.3. gebruiken? Probeert
het dan nu en ziet zelf hoeveel
mooier Uw waschgoed wordi.
hoeveel gemakkelijker Uw werk.
Ho-vee! mooier vooral ook hr
fijne góed. Dan zegt U voortaar
ook, evenals duizenden vóór U
Eerlek is eerlek,
1. 2. 3. is 't best
HANDELSONDERNEMING ARSOL. APELDOORN
splendides qualites musicales au service d'une
culture classique solide.
„Le Matin" (G. Davenel).
„Prov. Gron. Crt.":
„We hebben de zangeres bewonderd om
haar prestaties in zoo geheel verschillend
genre, om de schoonheid van haar stem en
de wijding van haar voordracht. Zij is een
zangeres van uitgesproken talent".
„Utrechts Dagblad":
„Zij bleek een vocaliste te zijn van onge-
meene kwaliteiten. Het gebruik van stemmid-
delen is technisch en muzikaal verantwoord
Ook in de voordracht toonde zij een gelijk
waardige beheersching."
Piet Tiggers.
Henk Viskil.
„Schöpfung", Chr. Gem. Koor, Deventer:
„De tenor Henk Viskil heeft een mooie
soepele stem. Van de drie solisten beviel hij
mij het best. Vooral zijn groote aria was goed
en daarin speciaal het slotund wenne
zu". („Deventer Dagblad").
Bach Weihnachts Oratorium, Dec. '34, Rot
terdam, onder leiding van Flipse:
„De tenor Henk Viskil was een verrassing.
Vooral de aria „Frohe Hirten eilet", klonk
uitstekend, technisch paraat en aandoenlijk
van voordracht." („Rott. Nbl.")
„Messias", Amsterdam Concertgebouw.
„Sympathieke en veelbelovende eigenschap
pen van stemmateriaal en ernstige intenties".
(„Alg. Handelsblad".)
„Das Lied v. d. Glocke", Gebouw v. K. en
W., Den Haag:
„Van de solisten noemen wij in de eerste
plaats den tenor Henk Viskil".
Betreffende de bas-bariton, Otto Couperus,
hopen wij deze week nog eenigen zijner veel
vuldige kritieken te plaatsen.
Zitting van Woensdagmiddag 13 Januari.
De openbare zitting van den Zeekrijgsraad,
welke onder presidium van mr. Arn. Veldman,
gistermiddag gehouden werd, ving twintig
minuten na het gebruikelijke tijdstip, half
twee, aan.
Diefstal in functie van schildwacht.
Van de rol, die een drietal zaken ver
meldde, verscheen de zeemillicien 3e klasse
F. L. voor het bekende hekje. Hij was naar
den Zeekrijgsraad verwezen, terzake, dat hij
op 9 November van het vorige jaar als uitkijk
op de 2e verdieping van de Onderzeedienst-
kazerne fungeerde, uit den broekzak van een
anderen schepeling een portemonnaie gehaald
had, die het luttele bedrag vqn 65 centen be
vatte. Nu gaat het hier minder om het ge
ringe bedrag, dan wel om den ernst van het
feit, daar het misdrijf gepleegd werd door den
schildwacht, dus door den man, aan wien allen
hun volle vertrouwen sofrenken. Met nadruk
wees de fiscaal, officier van administratie der
lste klasse, mr. D. B. A. Franken op deze
omstandigheid, vooral ook omdat dergelijke
prijktijken meer schijnen voor te komen. Mede
omdat L. al eens eerder veroordeeld is voor
diefstal, meende de fiscaal een zware straf te
moeten eischen, n.1. 3 maanden gevangenis
straf met aftrek van den tijd in preventieve
hechtenis doorgebracht (van 12 Nov. af) en
ontslag uit den zeedienst.
Mr. J. Mulder, die als raadman aan bekl.
was toegevoegd, had juridisch niets tegen het
requisitoir in te brengen, terwijl hij het voorts
met den fiscaal eens was, dat het een ernstige
misdrijf is, als de schildwacht van het in hem
gestelde vertrouwen misbruik maakt.
Echter pl. wilde ook de persoon van den
bekl., dien hij nu ging belichten, een woordje
mee laten spreken. P. wilde n.1. als verzach
tende omstandigheid aanvoeren, dat bekl. niet
begrepen heeft wat hij in zijn functie als
schildwacht heeft gedaan. Hij beschouwde hem
M atuurh\stor\sch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Donderdag H Januari.
Musis Sacrum, S6 u. en 812 u. Bedrijfs
film „Maggi's voedingsmiddelenfabriek".
als geestelijk niet heelemaal normaal. Veertien
dagen nadat het vonnis over het stelen van
een oud baadje over hem uitgesproken was,
deed L. dit, hetgeen er op wijst, dat het hem
totaal aan militair besef mankeert. Of hij nu
als schildwacht fungeert of niet, het verschil
voelt hij gewoon niet aan. Daar L. geestelijk
arm is, vroeg pl. een gevangenisstraf gelijk
aan den tijd, welke in voorarrest is doorge
bracht. Overigens is pl. het met den fiscaal
eens, dat bekl. den dienst uit moet.
In zijn repliek zeide de heer Franken, dat
z.i. de opgelegde straf voor den eersten dief
stal te licht is geweest en dat hij in deze
zware straf een prikkel voor L. ziet om beter
de verleiding te léeren weerstaan. Mr. Mulder
antwoordde, dat z.i. de langere straf L. stomp
zinniger zal maken en, dat hij bovendien niet
verwacht, dat de lange straf corrigeerend op
L. zal werken.
De Raad, na besloten zitting doende, ver
oordeelde L. tot 4 maanden gevangenisstraf,
met aftrek van preventief, en ontslag uit den
zeedienst.
Een halfbloed-fantast, die in moeilijk
heden zat.
De matroos 2e kl. P. E. N. P., een jonge
man met Indisch bloed in de aderen, had op
4 November 1.1. in de Onderzeedienstkazerne
een portemonnaie gestolen, inhoudende
14.61%. 6 dagen later was hij bij recher
cheur Beukers met het verhaaltje gekomen,
dat er uit zijn kastje een bedrag van 4.58
was weggenomen. Beukers vertrouwde het
zaakje echter niet en onderzocht het grondig,
zoodat na verloop van korten tijd vast was
komen te staan, dat P. den dief was van het
bedrag van ruim 14 gulden en dat het ver
haaltje aan den rechercheur maar een ver
zinsel was om de aandacht van hem, als ver
dachte, af te leiden. Er bleek meer achter deze
zaak te zitten, want volgens zeggen van bekl.
stond hem het eten op den O.Z.D. niet aan en
had hij veel rijst-eten gekocht in een winkel
in de Spoorstraat. Zoodoende had hij schuld
gemaakt, die hem zwaar ging drukken. De
fiscaal maakte een compliment aan den heer
Beukers, dien hij een uitstekend politieman
noemde. Vervolgens eischte hij tegen P. 4
maanden gevangenisstraf met aftrek van den
tijd in voorarrest gezeten.
Ook P. werd door Mr. Mulder verdedigd.
Deze noemde hem 'n zeldzamen fantast, wiens
Indische mentaliteit hem aan fantasiedroomen
doet lijden. Die droomen zijn helaas niet on
schuldig, daar ze hem tot daden van niet te
best allooi inspireeren, als oplichting e.d. Pl.
ging vervolgens de geschiedenis van de schul
den-makerij na, waarna hij betoogde, dat be
klaagde oorspronkelijk niet de bedoeling had
om te stelen. Hij zag echter op een gegeven
moment de sleutels van 'het kastje van een
buurman en toen heeft hij aan een plotseling
opkomenden drang om te stelen toegegeven.
Pl. noemde P. géén misdadiger, doch zag de
oorzaak van den diefstal in het feit, dat P.
onrustig was geworden door die schuld bij den
rijst-leverancier. Ook het tweede delict schreef
pl. toe aan bekl.'s onrust, daar deze meende,
dat men hem als den dader van den diefstal
aankeek. Dat hij geen misdadiger is, bewijst
wel het volgende: Van het gestolen geld ging
hij eerst zijn schuld betalen, later gaf hij 2
gulden aan den bestolene terug en de rest
van het geld heeft hij zoo vlug mogelijk opge
maakt aan bioscoopjes, eten e.d., om zoo
doende de onrust af te koopen. Pl. was van
meening, dat een gevoelige straf inderdaad
44)
Ik snauwde hem toe:
Wie zijt ge?
Hij was zichtbaar angstig, maar hij trachtte
zich groot te houden.
Inplaats van antwoord te geven vroeg hjj
mij:
Waar zijn de anderen?
Ik wil weten, wie gij zijt?
Waar is de stuurman?
Er is hier aan boord geen stuurman
meer. Geef antwoord op mijn vraag!
Dan wil ik den kapitein spreken. Ik heb
met u niets te maken. Gij zijt een passagier.
Snel ging door mijn hoofde hoe weet deze
man, dat ik een passagier ben?
Maar ik schoof deze vraag voorloopig opzij.
De zag in, dat wij hier niet eeuwig konden
bljjven staan, het wapen tusschen ons in, en
tegen elkaar schreeuwen.
Ik liet mjjn revolver zaken en probeerde
het met een vriendelijker toon:
Luister eens, beste man, hier aan boord
ie geen kapitein en geen bemanning meer,
alleen wij drieën. Deze jonge dame ie me-
juffer Trevor. Mijn naam is..*
Ik noemde hem.
En nu wilt gij mischien ook wel zoo
vriendelijk zijn u voor te stellen.
De manier, waarop ik tot hem sprak, scheen
scheen hem in de war te brengen. Of mis
schien kwam het, doordat wij alleen waren?
In ieder geval, hij maakte een soort buiging
en noemde zijn naam.
Deerkson.
Nancy gaf een schreeuw.
Emmo Deerkson?
De jonge man maakte opnieuw een link
buiging.
Jawel.
Ik moet toegeven, dat ik een oogenblik
sprakeloos was. Dat had ik zeker niet ver
wacht, dien geheizinnigen passagier van de
„Frisco" hier aan boord in dezen toestand
terug te vinden. Iets was mij vanaf het begin
opgevallen: hij sprak Engelsch, maar En-
gelsch met een bijzonderen tongval, die mij
meer van Duitschen oorsprong scheen.
Op de volgende wijze trachtte ik nauwer
met hem in contact te komen. Ik stak de re
volver weg en sprak hem in 't Duitsch toe.
Zijt ge een landgenoot?
Hij was verbluft en werd eenigsins spraak
zamer.
Jawel. Hoe weet ge dat?
Dat hoor ik.
Ik kom uit Oost-Friesland.
En hoe* komt ge als passagier op dit
schip?
Weer keek hij mij verwonderd aan.
Passagier? IK?
Terloops zei ik:
Ik verwonderde er mij ook al over, dat
men passagiers opsluit, maar Kapitein Spur-
ling heeft u zoo genoemd.
Nu gooMe Deerkson of Dieriwcm, zooals
hij eigenlijk heette, er de vraag uit, die hem
door zijn vrees werd ingegeven:
Zijt ge van de politie?
Ik moest lachen.
Neen, man, zie ik er zoo uit?
Toch vertrouwde hij mij niet.
Maar die stuurman heeft gezegd...
Ik liet hem niet eens uitspreken. Ik pakte
hem eenvoudig bij zijn arm.
De stuurman heeft zooveel gezegd, die
is namelijk ook bang voor de politie. Maar
kom uit uw hok en ga met ons naar achteren.
Hij liet zich weliswaar meetroonen, maar
was toch lang niet overtuigd, dat hier of daar
niet een valstrik voor hem gespannen was.
Loerend keek hij het dek rond.
Zijn ze er werkelijk niet meer?
Ik vertelde hem met drie woorden, wat er
gebeurd was. Hij luisterde en zweeg.
De wind was nu heelemaal gaan liggen. De
„Frisco" dreef rustig verder. Wij brachten
onzen gast dus naar de kajuit. Nancy stak de
lamp aan. Wij gingen om de tafel zitten,
waarop nog het avondeten stond
Hier in het licht der lamp kon ik hem be
ter zien. Hij had een goed, openhartig ge
zicht, een echt jongensgezicht van het soort,
zooals het aan den waterkant opgroeit. Zijn
oogen lagen eenigszins diep in zijn hoofd,
met zware wenkbrauwen. Dat gaf aan zijn
blik iets scherps, verstandigs.
Hij was van het soort, waaruit de zeelui
gemaakt worden, maar toch behoorde hij er
niet toe. Hij hield zijn hoofd m^t het witblon
de haar naar beneden. Hij wist nog niet goed
hoe hij het had in dezen nieuwen toestand,
waarin de lui van de „Frisco" hem verlaten
hadden en hem ewer, naar zijn meening, in
handen van de politie gespeeld hadden.
Maar ik moest hem geruststellen. Moest
hem aan 't spreken krijgen. Ik spraK dus nog
eens met hem in onze moedertaal.
Luister eens, Dierksen. Wij zijn land-
genooten. Ik zeg u als landgenoot:
Ik ben niet van de politie. Van mij hebt
ge niets te vreezen. Juffrouw Trevor en ik
zijn passagiers hier op de „Frisco". De be
manning heeft ons bij nacht en ontij verlaten.
En ge begrijpt, dat wij graag willen weten:
Waarom Waarom zij ook u in den steek
gelaten hebben? Misschien alleen, omdat ge
ook passagier zijt? Waart ge ook passagier?
Hij keek mij met zrjn staalblauwe oogen
onderzoekend aan.
Passagier, als ge dat zoo noemen wilt,
was ik het ook.
Hoe bedoelt ge: als ge het zoo noemen
wilt? Spurling heeft het gezegd .Kijk maar
eens hier.
Ik greep de scheepslijst, die nog op tafel
lag, en liet hem de invulling van zgn naam
zien. Hij haalde zijn schouders op. Maar ik
drong aan.
Als ge passagier waart, waarom sloten
zij u dan op?
Ik was niet opgesloten, ze hielden me
alleen maar verborgen.
Ja, maar waarom dan? Uw naam staat
hier duidelijk genoeg.
Ze mochten me niet te zien krijgen.
Wie? Ik? Wjj beiden?
Ja.
Maar waarom dan niet? Wij hebben en
hadden toch niets met u te maken.
De stuurman heeft het me uitgelegd.
Wie, Crane? Wat heeft hjj u dan uit
gelegd
Dat ze me zochten.
Ik keek Nancy aan en zn mij. Zou Crane
werkelijk iets vermoed hebben? Of was dat
maar een truc tegenover Deerkson?
Ja, maar beste jongen, waarom denkt
ge dan dat wij, juist wij u zochten, zooals ge
dat noemt?
Hij haalde zijn schouders op.
Vlak in zijn gezicht vroeg ik hem:
Hebt ge dan wat uitgehaald?
Vlug, zoo bliksems vlug, waardoor men
onmogelijk zijn slechte geweten had kunnen
ontkennen, antwoordde hij:
Neen.
Dan hoefde ge u toch niet te laten
verstoppen.
Opnieuw haalde hij zijn schouders op.
Op deze manier was niets met hem te be
ginnen. Nu probeerde Nancy het.
Waart ge er destijds bij, toen de „Betty
Bonn" gevonden werd?
Hij keek haar onderzoekend aan, wat te be
grijpen was. Maar hij kon het toch moeilijk
ontkennen.
Ja.
Waarom hebt ge u dan niet te Gibraltar
als getuige aangemeld?
Ik mocht niet.
Wie had u dat gezegd?
Crane. Omdat ik toch niet meer kon
zeggen dan de anderen.
Komt ge van New-York?
Ja.
Gaat ge naar Genua?
Ja.
Hebt ge een betrekking?
Neen.
Dus ge wilt nog verder?
Ja.
Waar naartoe dan?
Naar huis.
Naar Oost-Friesland. Over C
Ja.