Stadsnieuws
Ook al Griep?
AKKER.CACHETS
De strijd om de
„B etty
Bonn"
Die „Schöpfung
Waar gaart we heen?
Dinsdag 19 Januari 1937
Tweede Blad
Amusementsavond
„Held. Mannenkoor".
Ruwefgesprongen handen
cüj sloJU met 40 c'
Licht op voor alle voertuigen
'AKKERTJES"
Het doodelijk ongeval aan boord
van Hr. Ms. Gelderland
Louis Davids-revue
„Groote Polonaise".
Verslag van de Gemeentelijke
Arbeidsbeurs te Den Helder
Feuilleton
door Friedrich
Lindeman
INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER
1219 Jan. '37.
Wijzigingen:
Den Helder:
Fa. M. A. Grunwald Zn., Kanaalweg
75—76; acte van vennootschap gewijzigd
J. Geervliet, Spoorstraat 25, makelaar in
onroerende goederen; zaak verplaatst naar
Velzen-Noord, Wijkerstraatweg 2.
Texel:
L. Bakker, Oosterend, Peperstraat 46 uit
gever van en grossierderij in prentbrief
kaarten; overgegaan aan N.V. Boekhandel en
Drukkerij voorheen Langeveld de Rooij
tt
Bgzonder goede opvoering van
Haydn's meesterwerk, door de „Maat
schappij tot Bevordering der Toon
kunst". Een succes voor den heer
Leewens.
Gisteravond is in het Casino de z.g.
Volksuitvoering gegeven van J. Haydn's
Oratorium „Die Schöpfung" en wel door het
vocaal koor van de plaatselijke afdeeling
van „Toonkunst", door een 3-tal solisten
van naam en het strijkensemble van het
Amsterdamsche Bach-orkest, het geheel
onder leiding van den heer A. J. Leewens.
Het is, dit priori, een uitvoering van
het prachtige werk geworden in grooten
stijl en zelden mochten wij een gelukkiger
combinatie van koor, solisten en orkest
beluisteren. Het is dan ook des te meer be
droevend, dat voor deze eerste opvoering
slechts zéér geringe belangstelling bestond.
Gezien het hoog artistiek peil, waarop dit
alles stond en den wel zeer lagen entrée-
prijs, zou men geneigd zijn aan den goeden
wil van muzieklievend Den Helder te gaan
twijfelen.
Het was, en hiermede zullen wij van dit
onaangenaam chapiter afstappen, droevig
enbeschamend.
Het Oratorium „Die Schöpfung" werd door
Haydn geschreven toen deze reeds een hoogen
leeftijd bereikt had, doch nochtans beschikte
over de volle kracht van zijn genialen schep
pingsdrang. Het werk is voor een goed deel
naar den letter van den Bijbel ontworpen door
den Engelsehen dichter Thompson, waarna
Haydn het componeerde voor koor- en solozang
met orkestbegeleiding. Er treden in op de
aartsengelen Gabriël (sopraan), Uriel (tenor)
en Raphaël (bas-bariton). In het laatste be
drijf zijn het Adam en Eva, respectievelijk hier
vertolkt door bas-bariton en sopraan.
Zooals wij bereids hierboven schreven, heeft
men een opvoering beluisterd, die vrijwel tot in
details op een buitengewone verzorgdheid kan
bogen. Herhaaldelijk bleek, dat de diverse on-
derdeelen op voortreffelijke wijze op elkander
afgestemd waren, iets wat niet naliet op de
aanwezigen diepen indruk te maken.
Alvorens tot een meer gedetailleerde be
schouwing over te gaan, zouden wij hier nog
willen wijzen op de zeer zuivere sfeer, waar
in dit Oratorium gehouden is. Bijna nergens
vervlakt het werk tot een aaneenschakeling van
sentimenteel pathos, en eveneens is nergens de
tekst secundair aan de muziek. Hier is dan ook
met recht sprake van een klassiek verfijnden
geest, die op verscheidene plaatsen een
zeer religieus en tevens een zeer dichterlijk
karakter draagt.
Het eerste der drie deelen vertelt van de
schepping der aarde, zooals wij het verhaal
ennen uit het boek Genesis van den Bijbel,
voorafgegaan door een instrumentale ouver
ture. Even ontbrak hier de eenheid, doch ook
slechts ev^p. Direct daarna had men den goe
den toon en zwaar en imponeerend hoort men
den strijd van de duisternis tegen het licht
vertolkt.
Het koor vangt aan met het indrukwekkende
..En Gods geest zweefde over de wateren",
sterk en beheerscht gezongen, waarna aarts
engel Uriel (de tenor Henk Viskil) in het eerste
recitatief vertelt hoe God den chaos bant.
Zoowel solisten als koor bleken reeds direct
op dreef te zijn, daarbij gesteund door het
orkest, dat zich op alleszins voortreffelijke
wijze van zijn taak wist te kwijten. De keuze
der solisten was wel bijzonder gelukkig. Henk
Viskil, de Haagsche tenor, heeft zijn Uriel-
partij gezongen zooals men die niet beter zou
mogen wenschen. Deze solist beschikt over een
benijdenswaardig stemmateriaal, waarmede hij
met name in dit Oratorium opvallend werk
weet te presteeren. Zonder een zweem van bra
voure weet hij zijn partijen steeds een groote
mate van natuurlijke aandoening en zuiverheid
te geven. Waardiger vertolker voor deze rol
zouden wij niet kunnen denken.
Naast hem moet direct genoemd worden de
bas-bariton Otto Couperus uit Den Haag, die
in de beide eerste deelen de Raphaël-partij gaf.
Een begaafde zanger, die overal aan zijn te
zingen gedeelten een opvallend relief wist te
geven en aan een groote mate van technische
beheersching een in het oog loopende beschei
denheid paart. O.i. zeker niet de mindere van
Viskil.
De eenige vrouwelijke soliste, de sopraan
Corry van StaaBeverslui, die wij persoonlijk
nog niet mochten hooren, was een verrassing.
Een stem, waarmede zoowel in de hoogere als
lagere registers bijzondere prestaties werden
verricht, zonder dat dit de zangeres merkbare
inspanning kostte. Een fijn, gecultiveerd ge
luid, zeer warm en met een teederheid, die den
gezongen gedeelten een aparte bekooring gal.
Een der hoogtepunten van het eerste deel
was daar, waar het koor zingt het „Stimmt
an die Saiten, ergreift die Leier". Hierin bleek
overduidelijk, wat de heer Leewens met zijn
menschen bij ijverige studie kan bereiken.
Daar was een enthousiasme en een élan, zoo
als men die slechts zelden zal aantreffen.
Dit eerste deel wordt besloten met het koor
„Die Himmel erzahlen die Ehre Gottes", be
geleid met een buitengewoon nobele instru
mentale begeleiding. Hier was het trio solisten
met het koor en orkest afgestemd op een
wijze, die men niet beter zou kunnen ver
langen, iets, wat door een hartelijk applaus
der aanwezigen dan ook gewaardeerd bleek
te worden.
Het tweede deel brengt de schepping der
dierenwereld en die van den mensch. Heel fijn
en met uiterste nuanceering is daar Gabriël,
die vertelt van „Auf starken Fittichen
schwinget sich der Adler", en de niet minder
schoone samenzang van koor en solisten „Wie
viel sind deiner Werk', 0 Gott". Ook hier
wederom een eenheid, die prijzenswaardig te
noemen viel.
Het jubelkoor „Vollendet ist das grosze
Werk" besluit dit tweede gedeelte en het is
een waarlijk majestueus einde van den zesden
scheppingsdag. Een koor, dat op z'n best was,
solisten die zich, aangestoken door het alge
meen enthousiasme, volkomen gaven en een
orkest-, orgel- en pianobegeleiding, die even
eens slechts te roemen waren.
Het derde en laatste deel brengt goeddeels
uitsluitend de duetten tusschen Eva en Adam
(sopraan en bas-bariton), waarbij verschei
dene malen het koor zich als accentueerende
instantie van de heerlijkheid Gods aansluit.
Ongetwijfeld is dit het schoonste van alle:
reeds de orkest-inleiding demonstreerde een
groote mate van innigheid en warmte en
wordt direct gevolgd door het lieflijke duet
tusschen de beide Paradijs-kinderen, wat door
het koor overgenomen wordt met het „Ge-
segnet sei des Herren Macht".
Het zou ons te ver voeren ieder onderdeel
van dit machtige werk te noemen, doch een
uitzondering moeten wij maken voor het „Ihr,
deren Pfad die Höh'n erklimmt". Ook hier
valt het koor prijzenswaardig in, om over te
gaan tot het „Heil dir, o Gott, o Schöpfer
Heil!"
Na een kort intermezzo is daar de
prachtige climax van het „Mit dir, mit
dir erhöht sich jede Freude", hetgeen op
een dusdanige wijze vertolkt werd, dat
een open doekje de zangers en zangeressen
huldigde. De finale komt met het fuga
„Des Herren Ruhm", één forschen jubel
zang van het koor.
Het was weliswaar een klein, doch
desniettemin een zeer dankbaar audito
rium, dat den heer Leewens en den velen
anderen een spontanen dank bracht voor
het vele goede, wat men dien avond had
mogen beluisteren.
Wij voegen hieraan nog toe, dat de
pianopartij in uitstekende handen bleek te
zijn bij mevr. C. W. VelthuysHuchshorn,
terwijl het orgel (welwillend afgestaan
door den heer Tielrooy) bespeeld werd
door den heer Feike Asma, op een wijze,
zooals men van hem gewend is.
Zij allen hebben in gelijke mate mede
gewerkt tot het welslagen van dezen
bijzonderen avond.
Tenslotte vestigen wij er nog de aan
dacht op, dat ook hedenavond deze zelfde
uitvoering wederom gegeven wordt, en
dat wfl tot een bezoek aan Casino zonder
eenig voorbehoud kunnen adviseeren.
Ook dit jaar en wel a.s. Zaterdag 23 Jan.,
zal b.g. koor een gezelligen avond geven, waar
voor haar kunstlievende leden dezer dagen een
uitnoodiging zullen ontvangen, doch die ook
voor het publiek tegen een zeer lage entrée
toekankelijk is. Het programma belooft af
wisselend te zijn. Muziek, zang, voordracht en
dansen, doch als bijzondere attractie noemen
wij het optreden van de gunstig bekend staan
de sopraanzangeres mevr. Dora Arisz
Schrama van IJmuiden, die met een speciaal
repertoire operette-liederen komt, waarmede
zij al meermalen groot succes oogstte. Het
koor zal dezen avond op een geheel aparte
wijze met eenige nummers voor het voetlicht
treden, terwijl het Casino-orkest voor de vroo-
lijke stemming en dansmuziek zal zorgen.
Voor bijzonderheden, betreffende toegang,
zie men in de advertentiekolommen van het
Advertentieblad en de Heldersche Courant
van Donderdag.
barsten en groeven, jeukend en branderig, ge
zwollen en rood. Neen, zóó kunt U zich niet
in gezelschap vertoonen. Waarom ook? Zwitsal
- de zalf met onbegrijpelijke geneeskracht
maakt ook Uw handen weer zacht, glad en
blank. Vraag het oordeel van Moeders, die
het gevoelige huidje van hun kinderen met
Zwitsal behandelen, zij kénnen de waarde
van deze Zwitsersche Balsem. 5
DOOZEN
30 en 60 c.
TUBE 25 c.
POEDER in
STROOIBUS
ottbG^tyfieJUj'ka.
Dinsdag 19 Jan.
16-49 uur
Die hoofdpijn, dat gevoel van
ziek zijn en die pijnen overal /u>
zullen dan snel verdwijnen met (akker)
Volgens recept tan Apotheker Dumont.
Naar aanleiding van het verslag van de zit
ting van het H.M.G. te Den Haag inzake het
doodelijk ongeval aan boord van Hr. Ms. Gel
derland, voorkomende in ons blad van Zater
dag j.1., verzoekt ons de raadsman van be
klaagde de daarin voorkomende zinsnede:
„De raadsman betoogde, dat men hier te
doen heeft met een geval van roekeloosheid,
zooals vaak bij verkeersongelukken voor
komen."
als volgt te rectificeeren:
„De raadsman betoogde, dat de feiten,
waarmede men hier te doen heeft, in zoo
scherpe mate verschillen van gevallen van
dood door schuld, veroorzaakt door roeke
loosheid voortvloeiende uit een gebrek
aan achting voor een anders lijf en leven
van bestuurders van motorrijtuigen e.d."
Op Zondag a.s. zal de Nederlandsche Revue
(dir. Renée Sleeswijk) in Casino haar nieuwe
Louis Davids-Revue „Groote Polonaise" op
voeren. De revue gaat in origineele bezetting
als te Amsterdam. Naast Louis Davids treden
o.a. op: Cor Smit, Jopie Koopman, Cisca
Harms, Kees van Dam, Tim Telby, Jean du
Bela, Jack Bow en de 14 Helena Bell Stars.
Solodans Lydia en Jack Bow. Orkest onder
leiding van directeur Fred Man. Het gezel
schap voert een volledige technische machi
natie mede, waaronder een draaitooneel en
speciale belichtings-instrumenten.
De plaatsbespreking voor deze voorstelling
begint Woensdag a.s.
Over de maand Dec. 1936.
Mannen.
Aanbiedingen kwamen in van:
4 bakkers, 1 bakschipper, 5 bankwerkers (2
ben. 18 j.)2 betonwerkers, 2 boekdrukkers,
5 bollenarbeiders, 1 brugwachter, 9 chauf
feurs, 1 colporteur, 3 conciërges, 4 electri-
ciens 2 ben. 18 j.)23 grondwerkers, 2 in
casseerders, 4 kantoorbedienden, 1 kapper ben.
18 jaar, 5 kleermakers, 1 kok, 51 landarbei
ders (2 ben. 18 jaar), 8 loodgieters (3 ben. 18
jaar), 7 loopknechts (6 ben. 18 jaar), 3 ma
chinisten, 1 melker, 13 metselaars, 4 mon
teurs (1 ben. 18 jaar), 9 opperlieden, 13 schil
ders (4 ben. 18 jaar), 4 slagers (1 ben. 18 j.),
1 smid, 2 stoffeerders, 1 stoker, 2 stucadoors,
1 stuurman, 1 straatmaker, 38 timmerlieden
(3 ben. 18 j), 45 transp.arb., 4 tuinlieden, 2
vrachtrijders, 62 werklieden (10 ben. 18 jaar),
2 winkelbedienden.
Totaal: 346 personen.
Aanvragen kwamen in om:
2 bakkers (1 ben. 18 jaar), 1 boekdrukker,
1 brugwachter, 1 colporteur, 1 electricien, 7
grondwerkers, 2 kantoorbedienden, 2 kappers
(1 ben. 18 jaar), 1 landarbeider, 1 letterzetter,
2 loodgieters ben. 18 jaar, 2 loopknechts ben.
18 jaar, 2 metselaars, 6 schilders, 31 timmer
lieden (1 ben. 18 jaar), 6 tooneelspelers, 36
transp.arb., 1 tuinman, 30 werklieden.
Totaal 135 personen.
Geplaatst werden:
1 bakker ben. 18 jaar, 1 boekdrukker, 1
brugwachter, 1 electricien, 7 grondwerkers, 2
kantoorbedienden, 1 kapper ben. 18 jaar, 1
landarbeider, 1 letterzetter, 2 loodgieters ben.
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Dinsdag 19 Januari.
Casino, 8.15 u. Uitvoering „Toonkunst".
Woensdag £0 Januari.
Musis Bacrum, £0.30 u. Nederlandsche Reis-
vereeniging. Filmavond.
Vrijdag Januari.
Casino, 8.30 u. Derde Abonnementsvoorstel
ling „Het voorste Legioen".
Zaterdag £3 Januari.
Casino, 8.30 u. Soirée „Helders Mannen
koor".
18 jaar, 2 loopknechts ben. 18 jaar, 2 metse
laars, 6 schilders, 31 timmerlieden (1 ben.18
jaar), 36 transp.arb., 1 tuinman, 30 werklie
den (1 ben. 18 jaar).
Totaal 126 personen.
Op het einde der verslagmaand stonden in
geschreven:
1 architect, 1 aut. lasscher, 4 bakschippers,
11 banketbakkers (2 ben. 18 jaar), 48 bank
werkers (5 ben. 18 jaar), 2 bed. gr. vaart, 6
betonwerkers, 1 boekdrukker, 14 bollenarbei
ders (2 ben. 18 jaar), 1 brugwachter, 52 chauf
feurs, 1 colporeur, 9 conciërges, 14 electri-
ciens (4 ben. 18 jaar), 1 emballeur, 1 graniet
werker, 107 grondwerkers, 3 huisknechts, 10
incasseerders, 32 kantoorbedienden (2 ben. 18
jaar, 2 kappers, 8 kellners, 13 kleermakers,
4 koks, 1 koperslager, 1 kraandrijver, 154
landarbeiders (3 ben. 18 jaar), 7 letterzetters,
10 loodgieters (1 ben. 18 jaar), 36 loopknechts
(29 ben. 18 jaar), 1 maaier, 12 machinisten,
4 magazijnbedienden (1 ben. 18 jaar), 1 mel
ker, 25 metselaars (1 ben. 18 jaar), 1 mole
naar, 12 monteurs (1 ben. 18 jaar), 34 opper
lieden, 6 opzichters, 4 reizigers, 1 rijwielher
steller, 1 scheepmaker, 76 schilders (9 ben.
18 jaar), 3 schoenmakers, 9 slagers (1 ben.
18 jaar), 7 smeden, 2 steenzetters, 6 stoffeer
ders, 13 stokers, 12 straatmakers, 10 stuca
doors, 1 stuurman, 1 teekenaar, 112 timmer
lieden (7 ben. 18 j.), 192 transp.arb., 1 touw
slager, 18 tuinlieden (1 ben. 18 jaar), 1 uur
werkmaker, 1 vischknecht, 1 voerman, 2
vrachtrijders, 374 werklieden (21 ben. 18 jaar),
7 winkelbedienden.
Totaal 1506 personen.
Vrouwen.
Aanbiedingen kwamen in van:
1 costuumnaaister, 14 dagmeisjes, 10 dag
dienstboden intern, 4 hulp in de huish., 1 huis
houdster, 3 kantoorbedienden (1 ben. 18 jaar),
2 1.1. kapsters, 2 naaisters, 8 verkoopsters (3
ben. 18 jaar), 1 noodh. dienstbode, 3 schilsters,
1 spoelmeisje, 1 waschvrouw, 10 werksters.
Totaal 64 personen.
Aanvragen kwamen in om:
1 colportrice, 20 dagdienstboden, 14 dag
meisjes, 9 dienstboden, 1 hulp in de huish.,
1 keukenwerkmeisje, 1 naaister, 1 noodhulp
dienstbode, 1 spoelmeisje, 1 verkoopsters, 6
werksters.
Totaal 56 personen.
Geplaatst werden.
13 dagdienstboden, 7 dagmeisjes, 3 dienst
boden intern, 1 hulp in de huish., 1 naaister,
1 noodhulp dienstbode, 1 verkoopster, 1 spoel
meisje, 6 werksters.
Totaal 34 personen.
Op het einde der verslagmaand stonden in-
geshreven.
1 costuumnaaister, 2 dagdienstboden, 5 dag
meisjes, 1 dienstbode intern, 1 hulp in de
huish., 2 huishoudsters, 5 kantoorbedienden
(ben. 18 jaar), 2 naaisters, 2 1.1. kapsters, 6
schilsters, 9 verkoopsters (7 ben. 18 jaar), 12
werksters.
Totaal 48 personen.
In het dekhuis stonden de matrozen en
keken door de luiken en de half-geopende deur
naar dit wonderlijke schouwspel.
Glover riep hen toe, dat zij eruit moesten
komen en den Spanjaard grijpen.
Maar Jack Dugan haalde met een grijnzend
lachen zijn schouders op. Ibarra lachte schel
er tusschendoor, zwaaide hij met zijn dolk en
speelde voor wildeman in een comedie.
De messenheld voelde zich heer en mees er
over het schip. Hij ging naar de kombuis,
haalde een pan met eten, zette zich op en
rand van het voorluik en lepelde met smaak
zijn portie boonen.
Boven hem schimpte, dreigde, vloekte
ver en grijnsden de manschappen in het logies.
Toen viel den Spajaard wat nieuws in Nog
kauwend veegde hij zijn mond af met zijn
mouw, ging naar achteren waar de man aan
't roer stond.
Keer om. no_
Frank Clyde zag glimlachend Ibarra aan.
Deze kreeg alweer zijn woede-oogen.
- Keer om, zeg ik U. Ik wil terug naar
New-York.
De matroos probeerde hem aan zijn verstand
te brengen, dat hij niet zoomaar een anderen
koers nemen kon, dan moesten de zeilen ge
reefd en gebrast worden en de wacht geblazen
worden.
Hij sprak tegen hem als tegen een zieke.
Ibarra nam het echter op als een kwaad
willige weigering.
Hij greep alweer naar zijn dolk.
Clyde sprong opzij en liet het roer los. De
Spanjaard gooide het om.
Het schip helde zwaar over.
De zeilen slegen terug.
De ra's knarsten en steunden.
De zware blokken sloegen tegen het dek.
Een oogenblik van hopelooze verwarring. De
„Betty Bonn" tuimelde als een beschonken
man.
Nu stormde Andrew Gilling uit de kajuit te
voorschijn.
Wat gebeurd hier Waar is de kapitein
Ibarra schreeuwde vanaf het roer:
De kapitein ben ik.
Maar niet, zoolang ik aan boord ben.
En opnieuw begon een verbitterd gevecht
tusschen deze twee mannen, dezen keer op het
smalle achterdek; ook dezen keer had de
stuurman alle voordeel op zijn kant.
Het schip slingerde.
De bodem onder de voeten der wachtenden
ging op en neer. Ibarra, niet gewend aan deze
deinende beweging, moest zich telkens met een
hand aan het roer vastklemmen om niet te
vallen. De oude zeerot Andrew Gilling daar
tegenover stond net zoo stevig op zijn beenen
als op 't strand. Hij trok den Spanjaard los
van zijn steun, riep daarbij nog over zijn
schouder:
Clyde, neem het roer!
En reeds rolden Gilling en Ibarra als twee
dolle honden over het dek. Nog eenmaal
maakte de Spanjaard zich vrij. 2*jn dolk was
hij kwijt.
Hij sprong op. Maar een hamerende vuist
slag van Gilling sloeg hem bewusteloos.
Nu stond plotseling Glover naast den stuur
mal!, woedend en wou opnieuw op den be-
wusteloozen inslaan. Gilling zei droog:
Laat maar, dat kan ik alleen wel af.
Maar de kapitein van de „Betty Bonn" was
niet te houden.
Hij moest op iets, al was het nog zoo zin
loos, zijn nederlaag wreken.
Hij snauwde en vloekte.
Gilling bleef onverschillig, wendde zich om
en bemoeide zich met het schip.
Glover liet zich in zijn zinnelooze woede
een touw brengen, bond den hulpelooze vast
en sleepte hem, met behulp van Dugan, die
zich plotseling weer bootsman voelde, naar
voren. Hier bonden zij den Spanjaard met den
rug tegen het ankerspil en Glover bezwoer
met de wildste eeden, zoolang hij kapitein
was, zou deze appelsienen-venter aan het spil
vastblrjven, totdat zijn bloed tot ijs bevroren
was.
De namiddag verliep zooals alle namiddagen
op zee. De stuurman lag in zijn kooi.
Glover liep zijn wacht op dek. Betty zat bij
hem stil in een mantel gewikkeld.
Allen zwegen. Zelfs in het manschapslogies
bleef het stil. Als de roerganger afgelost
werd, sloop hij met neergeslagen oogen voorbij
den kapitein. De noodzakelijke woorden bij de
overgave van het roer klonken zacht en ge
haast. Alleen van het achterdek klonken tus-
schenbeide schreeuwen en vloeken, als de
Novemberkoude den gebondene al te scherp in
de leden stak.
's Nachts, gedurende de stuurmanswacht,
ging Gilling er heen en maakte den Span
jaard los.
De kapitein had weliswaar er geen bevel
toe gegeven, maar hij durfde den stuurman
er toch geen verwijt van te maken.
Hierdoor was Gilling, zonder een woord
binnen de vier en twintig uur na de afreis,
heer en meester op de „Betty Bonn".
Hierdoor was zonderling genoeg, de orde
aan boord volkomen hersteld. De volgende
dagen, zelfs twee weken lang, bleef het rustig
aan boord.
De manschappen deden hun wacht, deden
hun dienst zooals op elk ander schip en op
iedere andere reis. Zelfs Ibarra had zich,
sedert dien halven nacht, dat hij aan het
ankerspil vastgebonden gezeten had, bezon
nen. Hij gehoorzaamde de bevelen van den
stuurman, was altijd juist op tijd en hielp
op dek en in den mast, zoo goed en zoo
kwaad als een landrot dit dan kan. Zeker
waren er de gewone kibbelarijen.
Eens op een nacht werd er ingebroken in
de proviandkamer en het versche vleesch voor
den officersdienst gestolen.
Maar zelfs dit voerde slechts tot een welis
waar opgewonden, doch vergeefsch onderzoek,
hoewel niet meer tot een uitbarsting. Met den
Spanjaard scheen zoowat de geheele beman
ning getemd te zijn en ten minste schuchter.
Ook de verhouding van den stuurman tot
den kapitein bleef vreedzaam, zonder eenige
storing.
Het was nauwelijks te bemantelen, dat
Gilling de eigenlijke gezagvoerder van het
schip was, maar waar hg geen enkele maal
zondigde tegen de goede vormen, steeds den
kapitein aan het woord het hoewel een
„neen" van Glover zeker niets uitgewerkt zou
hebben zoo was er geen enkele reden tot
kibbelarijen of uiteenzettingen.
Maar deze rust op de „Betty Bonn" was
slechts een zwoele rust, een gladde bast.
waarachter het reeds kookte en en bruiste.
Bij de manschappen waren het steeds weer
opnieuw Dugan en Moore, de beide „verzoe-
nings"-leden van den ronselaar Fisher, die het
water troebel maakten.
De bleeke slungel, Moore, kon urenlang
naast Ibarra zitten en vond steeds nieuwe
oorzaken, waarom hij den Spanjaard tegen
hen in de kajuit kon opzetten, waarom hg hun
de schande en hoon moest terugbetalen, ja,
zelfs bewees hij hem met de meeste spits
vondige argumenten, dat Ibarra nooit van het
schip zou afkomen, zoolang een der schurken
bleef leven.
JÖe roodharige bootsman daarentegen begon
praatjes te verkoopen over Betty Bonn.
Zij was heelemaal niet de vrouw van den
kapitein. Het was alleen maar een matrozen-
liefje, zooals duizend andere. Ze moesten het
maar eens bij haar probeeren.
Hijzelf sloop met een allerliefst glimlachje
om de hut heen. Zoo smeulde het vuur onder
de asch en kon elk oogenblik weer opnieuw
oplaaien.
Het was ook duidelijk, vijf of zes man van
deze groep menschen, die op de „Betty Bonn"
waren, zouden aan land geen half uur samen
gebleven zijn, eenvoudig omdat zij niet sa
men pasten.
Hier waren zij door een noodlottigen ket
ting aan elkaar verbonden in de kleine ruim
te van een scheepsdek en moesten weken, ja,
misschien zelfs maanden aldus samen leven.
De ijdele kapitein, die daarenboven nog door
de aanwezigheid van zijn jonge vrouw opge
zweept werd, de zelfbewuste en heerschzuch-
tige stuurman.
(Wordt vervolgd.)