Stadsnieuws Ook al Griep? AKKER.CACHETS De strijd om de „B etty Bonn" Die „Schöpfung Waar gaart we heen? Dinsdag 19 Januari 1937 Tweede Blad Amusementsavond „Held. Mannenkoor". Ruwefgesprongen handen cüj sloJU met 40 c' Licht op voor alle voertuigen 'AKKERTJES" Het doodelijk ongeval aan boord van Hr. Ms. Gelderland Louis Davids-revue „Groote Polonaise". Verslag van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Den Helder Feuilleton door Friedrich Lindeman INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER 1219 Jan. '37. Wijzigingen: Den Helder: Fa. M. A. Grunwald Zn., Kanaalweg 75—76; acte van vennootschap gewijzigd J. Geervliet, Spoorstraat 25, makelaar in onroerende goederen; zaak verplaatst naar Velzen-Noord, Wijkerstraatweg 2. Texel: L. Bakker, Oosterend, Peperstraat 46 uit gever van en grossierderij in prentbrief kaarten; overgegaan aan N.V. Boekhandel en Drukkerij voorheen Langeveld de Rooij tt Bgzonder goede opvoering van Haydn's meesterwerk, door de „Maat schappij tot Bevordering der Toon kunst". Een succes voor den heer Leewens. Gisteravond is in het Casino de z.g. Volksuitvoering gegeven van J. Haydn's Oratorium „Die Schöpfung" en wel door het vocaal koor van de plaatselijke afdeeling van „Toonkunst", door een 3-tal solisten van naam en het strijkensemble van het Amsterdamsche Bach-orkest, het geheel onder leiding van den heer A. J. Leewens. Het is, dit priori, een uitvoering van het prachtige werk geworden in grooten stijl en zelden mochten wij een gelukkiger combinatie van koor, solisten en orkest beluisteren. Het is dan ook des te meer be droevend, dat voor deze eerste opvoering slechts zéér geringe belangstelling bestond. Gezien het hoog artistiek peil, waarop dit alles stond en den wel zeer lagen entrée- prijs, zou men geneigd zijn aan den goeden wil van muzieklievend Den Helder te gaan twijfelen. Het was, en hiermede zullen wij van dit onaangenaam chapiter afstappen, droevig enbeschamend. Het Oratorium „Die Schöpfung" werd door Haydn geschreven toen deze reeds een hoogen leeftijd bereikt had, doch nochtans beschikte over de volle kracht van zijn genialen schep pingsdrang. Het werk is voor een goed deel naar den letter van den Bijbel ontworpen door den Engelsehen dichter Thompson, waarna Haydn het componeerde voor koor- en solozang met orkestbegeleiding. Er treden in op de aartsengelen Gabriël (sopraan), Uriel (tenor) en Raphaël (bas-bariton). In het laatste be drijf zijn het Adam en Eva, respectievelijk hier vertolkt door bas-bariton en sopraan. Zooals wij bereids hierboven schreven, heeft men een opvoering beluisterd, die vrijwel tot in details op een buitengewone verzorgdheid kan bogen. Herhaaldelijk bleek, dat de diverse on- derdeelen op voortreffelijke wijze op elkander afgestemd waren, iets wat niet naliet op de aanwezigen diepen indruk te maken. Alvorens tot een meer gedetailleerde be schouwing over te gaan, zouden wij hier nog willen wijzen op de zeer zuivere sfeer, waar in dit Oratorium gehouden is. Bijna nergens vervlakt het werk tot een aaneenschakeling van sentimenteel pathos, en eveneens is nergens de tekst secundair aan de muziek. Hier is dan ook met recht sprake van een klassiek verfijnden geest, die op verscheidene plaatsen een zeer religieus en tevens een zeer dichterlijk karakter draagt. Het eerste der drie deelen vertelt van de schepping der aarde, zooals wij het verhaal ennen uit het boek Genesis van den Bijbel, voorafgegaan door een instrumentale ouver ture. Even ontbrak hier de eenheid, doch ook slechts ev^p. Direct daarna had men den goe den toon en zwaar en imponeerend hoort men den strijd van de duisternis tegen het licht vertolkt. Het koor vangt aan met het indrukwekkende ..En Gods geest zweefde over de wateren", sterk en beheerscht gezongen, waarna aarts engel Uriel (de tenor Henk Viskil) in het eerste recitatief vertelt hoe God den chaos bant. Zoowel solisten als koor bleken reeds direct op dreef te zijn, daarbij gesteund door het orkest, dat zich op alleszins voortreffelijke wijze van zijn taak wist te kwijten. De keuze der solisten was wel bijzonder gelukkig. Henk Viskil, de Haagsche tenor, heeft zijn Uriel- partij gezongen zooals men die niet beter zou mogen wenschen. Deze solist beschikt over een benijdenswaardig stemmateriaal, waarmede hij met name in dit Oratorium opvallend werk weet te presteeren. Zonder een zweem van bra voure weet hij zijn partijen steeds een groote mate van natuurlijke aandoening en zuiverheid te geven. Waardiger vertolker voor deze rol zouden wij niet kunnen denken. Naast hem moet direct genoemd worden de bas-bariton Otto Couperus uit Den Haag, die in de beide eerste deelen de Raphaël-partij gaf. Een begaafde zanger, die overal aan zijn te zingen gedeelten een opvallend relief wist te geven en aan een groote mate van technische beheersching een in het oog loopende beschei denheid paart. O.i. zeker niet de mindere van Viskil. De eenige vrouwelijke soliste, de sopraan Corry van StaaBeverslui, die wij persoonlijk nog niet mochten hooren, was een verrassing. Een stem, waarmede zoowel in de hoogere als lagere registers bijzondere prestaties werden verricht, zonder dat dit de zangeres merkbare inspanning kostte. Een fijn, gecultiveerd ge luid, zeer warm en met een teederheid, die den gezongen gedeelten een aparte bekooring gal. Een der hoogtepunten van het eerste deel was daar, waar het koor zingt het „Stimmt an die Saiten, ergreift die Leier". Hierin bleek overduidelijk, wat de heer Leewens met zijn menschen bij ijverige studie kan bereiken. Daar was een enthousiasme en een élan, zoo als men die slechts zelden zal aantreffen. Dit eerste deel wordt besloten met het koor „Die Himmel erzahlen die Ehre Gottes", be geleid met een buitengewoon nobele instru mentale begeleiding. Hier was het trio solisten met het koor en orkest afgestemd op een wijze, die men niet beter zou kunnen ver langen, iets, wat door een hartelijk applaus der aanwezigen dan ook gewaardeerd bleek te worden. Het tweede deel brengt de schepping der dierenwereld en die van den mensch. Heel fijn en met uiterste nuanceering is daar Gabriël, die vertelt van „Auf starken Fittichen schwinget sich der Adler", en de niet minder schoone samenzang van koor en solisten „Wie viel sind deiner Werk', 0 Gott". Ook hier wederom een eenheid, die prijzenswaardig te noemen viel. Het jubelkoor „Vollendet ist das grosze Werk" besluit dit tweede gedeelte en het is een waarlijk majestueus einde van den zesden scheppingsdag. Een koor, dat op z'n best was, solisten die zich, aangestoken door het alge meen enthousiasme, volkomen gaven en een orkest-, orgel- en pianobegeleiding, die even eens slechts te roemen waren. Het derde en laatste deel brengt goeddeels uitsluitend de duetten tusschen Eva en Adam (sopraan en bas-bariton), waarbij verschei dene malen het koor zich als accentueerende instantie van de heerlijkheid Gods aansluit. Ongetwijfeld is dit het schoonste van alle: reeds de orkest-inleiding demonstreerde een groote mate van innigheid en warmte en wordt direct gevolgd door het lieflijke duet tusschen de beide Paradijs-kinderen, wat door het koor overgenomen wordt met het „Ge- segnet sei des Herren Macht". Het zou ons te ver voeren ieder onderdeel van dit machtige werk te noemen, doch een uitzondering moeten wij maken voor het „Ihr, deren Pfad die Höh'n erklimmt". Ook hier valt het koor prijzenswaardig in, om over te gaan tot het „Heil dir, o Gott, o Schöpfer Heil!" Na een kort intermezzo is daar de prachtige climax van het „Mit dir, mit dir erhöht sich jede Freude", hetgeen op een dusdanige wijze vertolkt werd, dat een open doekje de zangers en zangeressen huldigde. De finale komt met het fuga „Des Herren Ruhm", één forschen jubel zang van het koor. Het was weliswaar een klein, doch desniettemin een zeer dankbaar audito rium, dat den heer Leewens en den velen anderen een spontanen dank bracht voor het vele goede, wat men dien avond had mogen beluisteren. Wij voegen hieraan nog toe, dat de pianopartij in uitstekende handen bleek te zijn bij mevr. C. W. VelthuysHuchshorn, terwijl het orgel (welwillend afgestaan door den heer Tielrooy) bespeeld werd door den heer Feike Asma, op een wijze, zooals men van hem gewend is. Zij allen hebben in gelijke mate mede gewerkt tot het welslagen van dezen bijzonderen avond. Tenslotte vestigen wij er nog de aan dacht op, dat ook hedenavond deze zelfde uitvoering wederom gegeven wordt, en dat wfl tot een bezoek aan Casino zonder eenig voorbehoud kunnen adviseeren. Ook dit jaar en wel a.s. Zaterdag 23 Jan., zal b.g. koor een gezelligen avond geven, waar voor haar kunstlievende leden dezer dagen een uitnoodiging zullen ontvangen, doch die ook voor het publiek tegen een zeer lage entrée toekankelijk is. Het programma belooft af wisselend te zijn. Muziek, zang, voordracht en dansen, doch als bijzondere attractie noemen wij het optreden van de gunstig bekend staan de sopraanzangeres mevr. Dora Arisz Schrama van IJmuiden, die met een speciaal repertoire operette-liederen komt, waarmede zij al meermalen groot succes oogstte. Het koor zal dezen avond op een geheel aparte wijze met eenige nummers voor het voetlicht treden, terwijl het Casino-orkest voor de vroo- lijke stemming en dansmuziek zal zorgen. Voor bijzonderheden, betreffende toegang, zie men in de advertentiekolommen van het Advertentieblad en de Heldersche Courant van Donderdag. barsten en groeven, jeukend en branderig, ge zwollen en rood. Neen, zóó kunt U zich niet in gezelschap vertoonen. Waarom ook? Zwitsal - de zalf met onbegrijpelijke geneeskracht maakt ook Uw handen weer zacht, glad en blank. Vraag het oordeel van Moeders, die het gevoelige huidje van hun kinderen met Zwitsal behandelen, zij kénnen de waarde van deze Zwitsersche Balsem. 5 DOOZEN 30 en 60 c. TUBE 25 c. POEDER in STROOIBUS ottbG^tyfieJUj'ka. Dinsdag 19 Jan. 16-49 uur Die hoofdpijn, dat gevoel van ziek zijn en die pijnen overal /u> zullen dan snel verdwijnen met (akker) Volgens recept tan Apotheker Dumont. Naar aanleiding van het verslag van de zit ting van het H.M.G. te Den Haag inzake het doodelijk ongeval aan boord van Hr. Ms. Gel derland, voorkomende in ons blad van Zater dag j.1., verzoekt ons de raadsman van be klaagde de daarin voorkomende zinsnede: „De raadsman betoogde, dat men hier te doen heeft met een geval van roekeloosheid, zooals vaak bij verkeersongelukken voor komen." als volgt te rectificeeren: „De raadsman betoogde, dat de feiten, waarmede men hier te doen heeft, in zoo scherpe mate verschillen van gevallen van dood door schuld, veroorzaakt door roeke loosheid voortvloeiende uit een gebrek aan achting voor een anders lijf en leven van bestuurders van motorrijtuigen e.d." Op Zondag a.s. zal de Nederlandsche Revue (dir. Renée Sleeswijk) in Casino haar nieuwe Louis Davids-Revue „Groote Polonaise" op voeren. De revue gaat in origineele bezetting als te Amsterdam. Naast Louis Davids treden o.a. op: Cor Smit, Jopie Koopman, Cisca Harms, Kees van Dam, Tim Telby, Jean du Bela, Jack Bow en de 14 Helena Bell Stars. Solodans Lydia en Jack Bow. Orkest onder leiding van directeur Fred Man. Het gezel schap voert een volledige technische machi natie mede, waaronder een draaitooneel en speciale belichtings-instrumenten. De plaatsbespreking voor deze voorstelling begint Woensdag a.s. Over de maand Dec. 1936. Mannen. Aanbiedingen kwamen in van: 4 bakkers, 1 bakschipper, 5 bankwerkers (2 ben. 18 j.)2 betonwerkers, 2 boekdrukkers, 5 bollenarbeiders, 1 brugwachter, 9 chauf feurs, 1 colporteur, 3 conciërges, 4 electri- ciens 2 ben. 18 j.)23 grondwerkers, 2 in casseerders, 4 kantoorbedienden, 1 kapper ben. 18 jaar, 5 kleermakers, 1 kok, 51 landarbei ders (2 ben. 18 jaar), 8 loodgieters (3 ben. 18 jaar), 7 loopknechts (6 ben. 18 jaar), 3 ma chinisten, 1 melker, 13 metselaars, 4 mon teurs (1 ben. 18 jaar), 9 opperlieden, 13 schil ders (4 ben. 18 jaar), 4 slagers (1 ben. 18 j.), 1 smid, 2 stoffeerders, 1 stoker, 2 stucadoors, 1 stuurman, 1 straatmaker, 38 timmerlieden (3 ben. 18 j), 45 transp.arb., 4 tuinlieden, 2 vrachtrijders, 62 werklieden (10 ben. 18 jaar), 2 winkelbedienden. Totaal: 346 personen. Aanvragen kwamen in om: 2 bakkers (1 ben. 18 jaar), 1 boekdrukker, 1 brugwachter, 1 colporteur, 1 electricien, 7 grondwerkers, 2 kantoorbedienden, 2 kappers (1 ben. 18 jaar), 1 landarbeider, 1 letterzetter, 2 loodgieters ben. 18 jaar, 2 loopknechts ben. 18 jaar, 2 metselaars, 6 schilders, 31 timmer lieden (1 ben. 18 jaar), 6 tooneelspelers, 36 transp.arb., 1 tuinman, 30 werklieden. Totaal 135 personen. Geplaatst werden: 1 bakker ben. 18 jaar, 1 boekdrukker, 1 brugwachter, 1 electricien, 7 grondwerkers, 2 kantoorbedienden, 1 kapper ben. 18 jaar, 1 landarbeider, 1 letterzetter, 2 loodgieters ben. Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Dinsdag 19 Januari. Casino, 8.15 u. Uitvoering „Toonkunst". Woensdag £0 Januari. Musis Bacrum, £0.30 u. Nederlandsche Reis- vereeniging. Filmavond. Vrijdag Januari. Casino, 8.30 u. Derde Abonnementsvoorstel ling „Het voorste Legioen". Zaterdag £3 Januari. Casino, 8.30 u. Soirée „Helders Mannen koor". 18 jaar, 2 loopknechts ben. 18 jaar, 2 metse laars, 6 schilders, 31 timmerlieden (1 ben.18 jaar), 36 transp.arb., 1 tuinman, 30 werklie den (1 ben. 18 jaar). Totaal 126 personen. Op het einde der verslagmaand stonden in geschreven: 1 architect, 1 aut. lasscher, 4 bakschippers, 11 banketbakkers (2 ben. 18 jaar), 48 bank werkers (5 ben. 18 jaar), 2 bed. gr. vaart, 6 betonwerkers, 1 boekdrukker, 14 bollenarbei ders (2 ben. 18 jaar), 1 brugwachter, 52 chauf feurs, 1 colporeur, 9 conciërges, 14 electri- ciens (4 ben. 18 jaar), 1 emballeur, 1 graniet werker, 107 grondwerkers, 3 huisknechts, 10 incasseerders, 32 kantoorbedienden (2 ben. 18 jaar, 2 kappers, 8 kellners, 13 kleermakers, 4 koks, 1 koperslager, 1 kraandrijver, 154 landarbeiders (3 ben. 18 jaar), 7 letterzetters, 10 loodgieters (1 ben. 18 jaar), 36 loopknechts (29 ben. 18 jaar), 1 maaier, 12 machinisten, 4 magazijnbedienden (1 ben. 18 jaar), 1 mel ker, 25 metselaars (1 ben. 18 jaar), 1 mole naar, 12 monteurs (1 ben. 18 jaar), 34 opper lieden, 6 opzichters, 4 reizigers, 1 rijwielher steller, 1 scheepmaker, 76 schilders (9 ben. 18 jaar), 3 schoenmakers, 9 slagers (1 ben. 18 jaar), 7 smeden, 2 steenzetters, 6 stoffeer ders, 13 stokers, 12 straatmakers, 10 stuca doors, 1 stuurman, 1 teekenaar, 112 timmer lieden (7 ben. 18 j.), 192 transp.arb., 1 touw slager, 18 tuinlieden (1 ben. 18 jaar), 1 uur werkmaker, 1 vischknecht, 1 voerman, 2 vrachtrijders, 374 werklieden (21 ben. 18 jaar), 7 winkelbedienden. Totaal 1506 personen. Vrouwen. Aanbiedingen kwamen in van: 1 costuumnaaister, 14 dagmeisjes, 10 dag dienstboden intern, 4 hulp in de huish., 1 huis houdster, 3 kantoorbedienden (1 ben. 18 jaar), 2 1.1. kapsters, 2 naaisters, 8 verkoopsters (3 ben. 18 jaar), 1 noodh. dienstbode, 3 schilsters, 1 spoelmeisje, 1 waschvrouw, 10 werksters. Totaal 64 personen. Aanvragen kwamen in om: 1 colportrice, 20 dagdienstboden, 14 dag meisjes, 9 dienstboden, 1 hulp in de huish., 1 keukenwerkmeisje, 1 naaister, 1 noodhulp dienstbode, 1 spoelmeisje, 1 verkoopsters, 6 werksters. Totaal 56 personen. Geplaatst werden. 13 dagdienstboden, 7 dagmeisjes, 3 dienst boden intern, 1 hulp in de huish., 1 naaister, 1 noodhulp dienstbode, 1 verkoopster, 1 spoel meisje, 6 werksters. Totaal 34 personen. Op het einde der verslagmaand stonden in- geshreven. 1 costuumnaaister, 2 dagdienstboden, 5 dag meisjes, 1 dienstbode intern, 1 hulp in de huish., 2 huishoudsters, 5 kantoorbedienden (ben. 18 jaar), 2 naaisters, 2 1.1. kapsters, 6 schilsters, 9 verkoopsters (7 ben. 18 jaar), 12 werksters. Totaal 48 personen. In het dekhuis stonden de matrozen en keken door de luiken en de half-geopende deur naar dit wonderlijke schouwspel. Glover riep hen toe, dat zij eruit moesten komen en den Spanjaard grijpen. Maar Jack Dugan haalde met een grijnzend lachen zijn schouders op. Ibarra lachte schel er tusschendoor, zwaaide hij met zijn dolk en speelde voor wildeman in een comedie. De messenheld voelde zich heer en mees er over het schip. Hij ging naar de kombuis, haalde een pan met eten, zette zich op en rand van het voorluik en lepelde met smaak zijn portie boonen. Boven hem schimpte, dreigde, vloekte ver en grijnsden de manschappen in het logies. Toen viel den Spajaard wat nieuws in Nog kauwend veegde hij zijn mond af met zijn mouw, ging naar achteren waar de man aan 't roer stond. Keer om. no_ Frank Clyde zag glimlachend Ibarra aan. Deze kreeg alweer zijn woede-oogen. - Keer om, zeg ik U. Ik wil terug naar New-York. De matroos probeerde hem aan zijn verstand te brengen, dat hij niet zoomaar een anderen koers nemen kon, dan moesten de zeilen ge reefd en gebrast worden en de wacht geblazen worden. Hij sprak tegen hem als tegen een zieke. Ibarra nam het echter op als een kwaad willige weigering. Hij greep alweer naar zijn dolk. Clyde sprong opzij en liet het roer los. De Spanjaard gooide het om. Het schip helde zwaar over. De zeilen slegen terug. De ra's knarsten en steunden. De zware blokken sloegen tegen het dek. Een oogenblik van hopelooze verwarring. De „Betty Bonn" tuimelde als een beschonken man. Nu stormde Andrew Gilling uit de kajuit te voorschijn. Wat gebeurd hier Waar is de kapitein Ibarra schreeuwde vanaf het roer: De kapitein ben ik. Maar niet, zoolang ik aan boord ben. En opnieuw begon een verbitterd gevecht tusschen deze twee mannen, dezen keer op het smalle achterdek; ook dezen keer had de stuurman alle voordeel op zijn kant. Het schip slingerde. De bodem onder de voeten der wachtenden ging op en neer. Ibarra, niet gewend aan deze deinende beweging, moest zich telkens met een hand aan het roer vastklemmen om niet te vallen. De oude zeerot Andrew Gilling daar tegenover stond net zoo stevig op zijn beenen als op 't strand. Hij trok den Spanjaard los van zijn steun, riep daarbij nog over zijn schouder: Clyde, neem het roer! En reeds rolden Gilling en Ibarra als twee dolle honden over het dek. Nog eenmaal maakte de Spanjaard zich vrij. 2*jn dolk was hij kwijt. Hij sprong op. Maar een hamerende vuist slag van Gilling sloeg hem bewusteloos. Nu stond plotseling Glover naast den stuur mal!, woedend en wou opnieuw op den be- wusteloozen inslaan. Gilling zei droog: Laat maar, dat kan ik alleen wel af. Maar de kapitein van de „Betty Bonn" was niet te houden. Hij moest op iets, al was het nog zoo zin loos, zijn nederlaag wreken. Hij snauwde en vloekte. Gilling bleef onverschillig, wendde zich om en bemoeide zich met het schip. Glover liet zich in zijn zinnelooze woede een touw brengen, bond den hulpelooze vast en sleepte hem, met behulp van Dugan, die zich plotseling weer bootsman voelde, naar voren. Hier bonden zij den Spanjaard met den rug tegen het ankerspil en Glover bezwoer met de wildste eeden, zoolang hij kapitein was, zou deze appelsienen-venter aan het spil vastblrjven, totdat zijn bloed tot ijs bevroren was. De namiddag verliep zooals alle namiddagen op zee. De stuurman lag in zijn kooi. Glover liep zijn wacht op dek. Betty zat bij hem stil in een mantel gewikkeld. Allen zwegen. Zelfs in het manschapslogies bleef het stil. Als de roerganger afgelost werd, sloop hij met neergeslagen oogen voorbij den kapitein. De noodzakelijke woorden bij de overgave van het roer klonken zacht en ge haast. Alleen van het achterdek klonken tus- schenbeide schreeuwen en vloeken, als de Novemberkoude den gebondene al te scherp in de leden stak. 's Nachts, gedurende de stuurmanswacht, ging Gilling er heen en maakte den Span jaard los. De kapitein had weliswaar er geen bevel toe gegeven, maar hij durfde den stuurman er toch geen verwijt van te maken. Hierdoor was Gilling, zonder een woord binnen de vier en twintig uur na de afreis, heer en meester op de „Betty Bonn". Hierdoor was zonderling genoeg, de orde aan boord volkomen hersteld. De volgende dagen, zelfs twee weken lang, bleef het rustig aan boord. De manschappen deden hun wacht, deden hun dienst zooals op elk ander schip en op iedere andere reis. Zelfs Ibarra had zich, sedert dien halven nacht, dat hij aan het ankerspil vastgebonden gezeten had, bezon nen. Hij gehoorzaamde de bevelen van den stuurman, was altijd juist op tijd en hielp op dek en in den mast, zoo goed en zoo kwaad als een landrot dit dan kan. Zeker waren er de gewone kibbelarijen. Eens op een nacht werd er ingebroken in de proviandkamer en het versche vleesch voor den officersdienst gestolen. Maar zelfs dit voerde slechts tot een welis waar opgewonden, doch vergeefsch onderzoek, hoewel niet meer tot een uitbarsting. Met den Spanjaard scheen zoowat de geheele beman ning getemd te zijn en ten minste schuchter. Ook de verhouding van den stuurman tot den kapitein bleef vreedzaam, zonder eenige storing. Het was nauwelijks te bemantelen, dat Gilling de eigenlijke gezagvoerder van het schip was, maar waar hg geen enkele maal zondigde tegen de goede vormen, steeds den kapitein aan het woord het hoewel een „neen" van Glover zeker niets uitgewerkt zou hebben zoo was er geen enkele reden tot kibbelarijen of uiteenzettingen. Maar deze rust op de „Betty Bonn" was slechts een zwoele rust, een gladde bast. waarachter het reeds kookte en en bruiste. Bij de manschappen waren het steeds weer opnieuw Dugan en Moore, de beide „verzoe- nings"-leden van den ronselaar Fisher, die het water troebel maakten. De bleeke slungel, Moore, kon urenlang naast Ibarra zitten en vond steeds nieuwe oorzaken, waarom hij den Spanjaard tegen hen in de kajuit kon opzetten, waarom hg hun de schande en hoon moest terugbetalen, ja, zelfs bewees hij hem met de meeste spits vondige argumenten, dat Ibarra nooit van het schip zou afkomen, zoolang een der schurken bleef leven. JÖe roodharige bootsman daarentegen begon praatjes te verkoopen over Betty Bonn. Zij was heelemaal niet de vrouw van den kapitein. Het was alleen maar een matrozen- liefje, zooals duizend andere. Ze moesten het maar eens bij haar probeeren. Hijzelf sloop met een allerliefst glimlachje om de hut heen. Zoo smeulde het vuur onder de asch en kon elk oogenblik weer opnieuw oplaaien. Het was ook duidelijk, vijf of zes man van deze groep menschen, die op de „Betty Bonn" waren, zouden aan land geen half uur samen gebleven zijn, eenvoudig omdat zij niet sa men pasten. Hier waren zij door een noodlottigen ket ting aan elkaar verbonden in de kleine ruim te van een scheepsdek en moesten weken, ja, misschien zelfs maanden aldus samen leven. De ijdele kapitein, die daarenboven nog door de aanwezigheid van zijn jonge vrouw opge zweept werd, de zelfbewuste en heerschzuch- tige stuurman. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5