Uitdijend heelal Het slangenparadijs Amok Vliegende schaakmeesters "ïrirsr-ond, De vliegramp bij Senlis Opening Feyenoord-stadion op 20 Februari? Verkeers-ongeluk te Amsterdam Nog geen vrede in Abessinië Oi is het toch in evenwicht? Het jongste astronomisch onder zoek. A. N. B. schrijft in de N.R.Crt.: De moderne natuurwetenschap beweegt zich op verre baden, zij schroomt voor niets meer terug. Haar wegen zijn echter moei lijk te volgen vooi wie haar taal niet ver staat; steods verder schrijdt ze weg van de dingen, die wij dagelijks ontmoeten. De phy- sica daalt steeds verder af in de geheime kelders van het inwendige der atomen, in gebieden, waar nooit één menschelijk oog een blik zal kunnen slaan. De hstronoinie die, evenals de natuurkunde in de laatste decenniën een stormachtige ontwikkeling doormaakte, waagt zich steeds verder bui ten de zichtbare wereld, en dihgt naar een oplossing van de vraag naar structuur en ontwikkeling van het heelal. Over het resultaat, waartoe de onderzoe kingen van de laatste jaren over de bewe ging der ver-verwijderde spiraalnevels, die reusachtige stersystomen, geleid hebben, de opvatting dat het heelal steeds grooter wordt, uitdijt, is hier bij een vroegere ge legenheid reeds geschreven. Het feitenmate riaal, waarop de theorie van het uitdijende heelal steunt, is intusschen weer uitgebreid, maar heeft tevens twijfel doen rijzen aart de juistheid der gégeven interpretatie. De over tuiging van een groot aantal astronomen dat ons heelal in een niet-stabielen toestand .verkeert, in een toestand van voortdurend'e expansie, is op eenigzins lossere schroeven komen te staan, al is ze daarmede nog lang niet gevallen. De opvatting dat het heelal zich echter wel degelijk in een stabielen toestand bevindt, heeft door de jongste on derzoekingen van Hubble een krachtigen steun gekregen. Daarover wilde ik u een en ander vertellen. Moge eerst nog herinnerd worden aan de gronden die ons schenen te overtuigen van een expansie van het heelal. De spiraalnevels. Vèr buiten het groote melkwegsysteem, waar ons zonnestelsel deel van uitmaakt, en waar ook alle voor ons zichtbare sterren toe beliooien, zweven andere reusachtige sterrenstelsels, de z.g. nevels. Dit zijn, even als het melkwegsysteem, samenhoopingen van enorm veel sterren, welke zich echter op zoo groote afstanden van ons bevinden, dat wij de afzonderlijke sterren niet meer kun nen onderscheiden, docli slechts het wazi ge geheel waarnemen, waardoor dié stelsels ons toeschijnen als schitterende lichtende wolken. Het zijn ongetwijfeld de schoonste objecten welke vour ons aan den nachtelij ken hemel te bewonderen vallen, slechts een enkele is echter maar zwak voor het blootc oog zichtbaar. De meeste van deze nevels hebben een spiraalvormige structuur en daarom spreekt men gewoonlijk van spiraal nevels, ook al hebben ze soms een anderen vorm. De bestudeering dor spiraalnevels, die eerst met de moderne reuzehtelescoperf-mo gelijk is geworden, heeft ons interessante dingen geleerd. Ze bevinden zich allen op. zeer groote afstanden van ons, afstanden die geteld moeten worden met honderddui zenden of millioenen lichtjaren. Een licht jaar is de afstand die een lichtstraal in één jaar tijd aflegt Het licht heeft een snelheid van 300.000 kilometer per seconde, zoodat men voor den afstand van 1 lichtjaar vindt: ong. 9,5 billioen kilometer, Een van de be kendste spiraalnevels is de Andromeda-ne- vel, die nog juist met het bloote oog zicht baar is. Deze bevindt zich op den respecta belen afstand van 350.000 lichtjaren, d.w.z, het licht dat wij op het oogen- blik van deze nevel ontvangen werd door deze reeds 850.000 jaren geleden uitgezonden! Toch is deze afstand nog maar een peule- schilletje bij dio van de nevels welke men voor kort eerst heeft kunnen waarnemen, die nl. op een afstand van niet minder dan 500 millioen lichtjaren staan! Zou een dergelijke nevel bijvoorbeeld van daag aan den dag plotseling verdwijnen, eerst ons nageslacht dat over 530 millioen jaren de aarde zal bevolken, zal daar ken nis van kunnen nemen, omdat dan pas het staartje van de momenteel door die nevel uit gezonden lichtstraal op aarde zal zijn aan gekomen. Het aantal van deze nevels eilanden in de groote, overigens vermoedelijk leeg Wereld ruimte, zou men ze kunnen noemen, is bui tengewoon groot. Het aantal voor ons thans zichtbare wordt geschat op ong. 100 millioen. Voor ons thans zichtbaar wil zeggen: waar neembaar in den grooten telescoop van de sterrewacht van Mount Wllson In Califoi- nië. De spiegel van dezen telescoop heeft eén doorsnede van 2.5 meter. Dank zij dezen kij ker ls men in staat over de spiraalnevels wat meer te weten komen. Nog slechts twin tig jaren geleden kon men niet verder dan ten hoogste 50.000 lichtjaren In de ons om ringende wereldruimte doordringen, maar sedert dien heeft onze horizon zich verruimd tot op 500 millioen lichtjaren. Gelijk men weet wordt thans gewerkt aan een nog veel grooteren kijker met een spiegel van 5 me ter middellijn, die over eénige laren klaar zal zijn. Met deze nieuwen telescoop zal men vermoedelijk nog tot tweemaal zoo grooten afstand in het heelal kunnen kijken. Wat nu aan de spiraalnevels het meest interessant is, ls de groloe snelheid waar mede deze van ons weg schijnen te vluch ten. Het eerste onderzoek naar de beweging der nevels nu al weer 15 Jaar geleden, lever de reeds merkwaardige resultaten. Men vond snelheden van 1000 tot 2000 K.M. pér seconde, waarmede deze reusachtige ster- systemen door de ruimte schenen te vlie gen. Men meet deze snelheden uit de ver schuiving van het spectrum ikleuronbeeld van het ontlede licht dier nevels). Sedert 1928 wordt door de aslronomen Hubble en Hnmnson op het observatorium van Motint-Wilson en zorgvuldig onder zoek ingesteld naai de cging der spiraal nevels, zooals deze valt af fe leiden uit de verschuiving der spectraallijnen, Aan een nevel welke zich in het sterrebeeld de Groo te Beer bevindt, werd tot nu toe de grootste snelheid gemeten en wel ten bedrage van 42.000 K.M. per seconde. En wel zijn al deze snelheden van ons wèg gericht, zonder één uitzondering! Dit laatste is nu het meest vreemde van het geval. Die onverwacht groote snelheden zonder méér, nu ja, wnurom niet?, zou men kunnen zeggen. Maar hot feit, dat deze snel heden allen Juist van ons vveg gericht zijn, moet een bepaalde beteekenis hebben! Maar er was nog meer om zich over te verwon deren. Hubble toonde tenslotte nog aan dat de snelheid waarmede de nevels zich van ons verwijderen niet willekeurig groot is, maar precies evenredig met den afstand waarop de nevel zich van ons bevindt. M.a.w. naarmate de nevel op grooteren af stand van ons staat, is zijn snelheid te grooter. En met dus steeds toenemende snel heid vliegen de nevels van ons weg. Het uitdijende heelal. Het resultaat van de uitgebreide discus sies waar deze waarnemingen toe leiden zij hier in slechts weinige woorden meege deeld. De conclusie Was dat ons heelal zich in een toestand van voortdurende vergroo ting bevindt. Niet alleen van óns bewegen zich de nevels weg maar overal in het heel al, waar men zich ook zou bevinden, zou men hetzelfde waarnemen: alle sterrenstel sels vluchten van elkaar weg. Het bekende beeld waarmede men zich eenigszins een voorstelling van deze opvatting kan maken, is het volgende. Men dunkt zich op een gum miballon een aantal papiertjes geplakt. Wordt de bol nu opgeblazen, dan komen de papiertjes op steeds grootere afstanden van elkaar te liggen (gemeten langs het ballon- oppefvlak). Iets dergelijks is nu met onze wereldruimte het geval. De papiertjes stel len de groote stersystemen, de spiraalne vels voor. Door het uitdijen van het heelal schijnen de nevels van elkaar weg te vluch ten, met steeds toenemende snelheden. Deze interpretatie van de waargenomen feiten was in goede overeenstemming met de uit komsten van de theorie van Einstein, zoo die verder is uitgewerkt door de Sitter, Lc- maitre, Eddington en anderen. Steeds zijn echter vele physici en astro nomen blijven twijfelen aan de juistheid van deze uitleg der waarnemingsresultaten. Inderdaad is de meting van de snelheden der spiraalnevels slechts een indirecte me ting. Een werkelijke verplaatsing van de ne vels in de richting van de gezichtslijn valt niet te constatecren natuurlijk. Men leidt de snelheid af uit de verplaatsing der spec traallijnen, die in het spectrum naar den kant van het roode licht verschoven zijn. Is hét échter Wol juist deze roodverplaat- sing als een gevolg van een voortbeweging der nevels uit te leggen, heeft men zich af- gevraagd, Weliswaar staat het vast dat y«r- plaétsing van een lichtbron in de gezichts lijn een -verschuiving van de spectraallijnen lcnsfoviiTge hoéft, daar valt niet aan te twij felen, maar de vmag is, kan een verschui ving der spectraallijnen -mogelijk ook nog door eén ander verschijnsel bewerkt wor den? Daarop knh men slechts antwoorden: voor zoover bekend niet. Maar onze ken nis van den aard van het. licht berust ge heel op waarnemingen van aardsehe licht bronnen d.w.z, licht/bronnen vlak bij huis. En bij de nevels hebben we te maken met licht dat afstanden van een abominabel aan tal kilometers heeft afgelegd, en „wie weet wat er clan. gebeuren kan?" De verdeeling der nevels. Nu zou men aan een dergelijk argument weinig aandacht behoeven ie schenken, wa re het niet dat er andere redenen zijn die het succes van de theorie van het uitdijende heelal komen bedreigen. Hubble heeft nl. voor kort een onderzoek gepubliceerd naar de ruimtelijke verdeeling der nevels. Daartoe moet dus de afstand bepaald worden waarop de nevels zich van ons bevinden ep daarbij moet rekening ge houden worden - n^et oen eventueele ver plaatsing der nevels en met de rood-ver-, schuiving. Voor de afstandsbepaling der he- melobjeeten moet de schijnbare helderheid (die wij dus waarnemen) bepaald worden. Het licht is echter op zijn weg rooder ge worden en daarmede moet rekening gehou den worden bij het schatten van de schijn bare helderheid der nevels. Als Hubble dit doet, vindt hij een uniforme verdeeling der spiraalne vels in het gedeelte van het heelal dat wij tot nu toe kunnen waarne men, dat is binnen een gezlchts- straal van 500 millioen lichtjaren om ons heen. Een uniforme verdee ling is wat men zou verwachten van een statisch heelal, van een heelal dus wat zich in rust bevindt. Indien echter de nevels van ons weg vluchten, zal er per seconde ons minder licht van de nevels bereiken dan in het ge val van stilstaande nevels. Als de theorie van liet uitdijende heelal dus juist is, zal men ook daarmede rekening moeten hou den bij de bepaling van de schijnbare hel derheid. Door dit laatste te doen vindt Hubble dan een verdeeling waarbij in alle richtingen om ons heen de dichtheid der ne vels naar buiten toeneemt. Dan zou ons melkwegstelsel echter een bijzonder centrule plaats in het heelal moeten innemen, wat niet waarschijnlijk lijkt, omdat óns ster systeem zich in niets schijnt te onderschel den van de andere stersystemon. Nu zou de ze schijnbare centrale plaats van ons melk wegsysteem nog niet in strijd behoeven te zijn met de theorie van het uitdijend heelal, ais men aanneemt dat wij ons juist in één heel bepaald stadium van hét uitdijingspro- Cës bevinden, waarin dit inderdaad mogelijk Wordt. Hubble meent dat dit een buitenge wone toevalligheid genoemd zou moeten worden. Neemt men echter aan dat het heel al zich momenteel niet precies in dit ééne stadium bevindt, dan komen volgens Hub ble de neveltellingen in strijd met de opvat ting van het uitdijende heelal. Is het heelal in evenwioht? Daarom, meent Hubble, verdient het aan beveling de mogelijkheid yan pen niet- uitdljend of -inkrimpend heelal, niaar van een heelal in evenwicht, eens nadei te on derzoeken, omdat dan de waarnemingsre sultaten zich eenvoudiger in het beeld laten schikken. Maar, dan op één ernstige uitzon dering na! De roodverschuiving zal dan een nieuwe verklaring moeten vinden, en in de huidige natuurkunde is er geen ver schijnsel aan te wijzen, wat ook maar eeningszins in deze richting zou kunnen lei den! Zoo gezien eischt bot aannemen van een statisch heelal het geloof aan een nog niet-ontdekt verschijnsel, dat oorzaak moet zijn van een „Verkleuring' van het licht, een energierverminderirfg dns, als het licht een zeer grooten afstand aflegt. Of het probleem daarmede Inderdaad een voudiger wordt, is zeer de vraag, het zal een kwestie van smaak zijn waar men de Voorkeur aan wil geven. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat vele moeilijkheden die zich hier voordoen voor een groot deel op gelost zullen worden als de nieuwe 5-meter telescoop van Mount-VVilson eenmaal in be drijf gesteld zal zijn. Als deze ons tenminste weer niet voor nieuwe raadsels zet ONZE OOST. Omtrent het amok-géval te Tandjong Pri- ok waarvan wij onlangs melding maakten, lezen wij in het N. v. d. Dag van N.-Indië de volgende toedracht: De uit de gevangenis ontslagene zat aan het stalletje van een toekang tahoe te eten, toon er een mandoer van de N, I. E. II, M. voorbijkwam. Of die man iets gezegd of gedaan heeft np het moment, waarop hij voorbij het stalle tje kwam, is nog niet bekend, doch in ieder geval wekte hij de woede van den ontsla gen veroordeelde op. Deze greep hét voor hem op het tafeltje liggend mes van den tahoe-verkooper en rende daarmede op den mandoer toe, dien hij een steek tusschen de ribben trachtte te geven. Het mes stuitte evenwel op een der rib ben af en veroorzaakte slechts een schram metje. Dé mandoer, die ongewapend was, zette het op de vlucht naar het aan don over kant van de straat staande politiepost huls. Hli kwam, nog steeds achtervolgd door den gegratieerde, in het wachtlokaal, waar eenigc agenten zaten, De man met het mes drong ook door tot in de wachtkamer en viel den mandoer wederom met het mes aan. Hij werd hierbij blijkbaar gehinderd door een der agenten, waarop zich de woe de van den achtervolger togen hom richtte De Inlandsche agent kreeg een steek ln de borst vermoedelijk direct in het hart althans hij overleed vrijwel onmiddellijk daarop. Doch dat was niet voldoende; een andere kreeg een por ln de lendenstreek en een derde een snede in den llnker-bovcparm. Hierop vluchtte de dader uit het nolitie- bureau en zocht zijn heil in een der links van het bureau staande houten huisjes, waar een gewezen hoofdagent op zijn voor galerij zat. Deze trachtte den woesteling het mes te ontwringen, waarbij hij zelf steken in hals cn rug kreeg. In dien tusschontijd het geheele dnma heeft zich binnen één minuut afgespeeld hadden de overblijvende agenten in 't wacht lokaal zich gewapend en zetten den vluch teling na. Deze zag zich tegenover een rij vast aaneengesloten politie agenten met ge- trokken klewangs geplaatst Hij rende er ln dolle-mans waanzin op af en liep in een der klewangs, waardoor hij ernstig werd ge wond en in het ziekenhuis opgenomen. De overleden politie-agcnt ls bereids met politioneele eer begraven. i Het sehaaktournooi te Stockholm. Het voorbeeld Van dr. Euwe volgend, be geven zich tegenwoordig de schaakmeesters per vliegtuig naar tournoöien om op deze wijze aan meer op elkaar volgende tour- noolen te kunnen deelnemen. Nauwelijks was Hastings teneinde of Fine en Landau vlogen naar Stockholm. Ook de tijd geduren de de vlucht werd door belden nuttig be steed, dank zij do medewérking van de K.L.M., die een magnetisch schaakspel be schikbaar stelde, om den meesters gelegen heid te geven zich te oefenen. Het werk werd ook beloond. Fine en I.andau konden reeds in de eerste ronde, de in de lucht ge analyseerde opening toepassen. Het was een variant van liet orthodox damegambiet. Pas met den zeventienden zet, door een onoverwogen zet, gaf de Amerikaan zijn voordeel prijs, waardoor Stahlberg het betere eindspel verkreeg. Met groote inspanning kon Fine nog remise houden. Landau ging het beter af. Ook hij speelde op het eindspel, hetwelk hem goede winstkansen bood. Door niet op tijd af to wikkelen, maakte hij het zich moeilijk. In den stand, waarin wérd afgebroken, heeft hij goede winstkansen. De belangstelling was reeds den eersten dag Zeer gröot. Meer dan 500 toeschouwers volgden met groote belangstelling het spel der meesters. Men verwacht ook met de landenwedstrijden, wetke In den zomer hier gehouden worden, ongekende toeloop. De groote zaken van Grand Hotel, gelegen tegenover het Koninklijk Paleis, welke ruim 5000 toeschouwers kunnen bergen, worden hiervoor geïnstalleerd. Men verheugt zich, dat ook dr. Euwe, volgens berichten uit Nederland, van de partij zal zijn. Sinds 1920 ln het tournooi te Goeteborg, waar onze landgenoot aan het tweede tournooi deel nam, heeft hij de Scandinavische landen niet bezocht. De tweede ronde bracht Landau tegenover Stahlberg. Onze landgenoot speelde Tsjechisch en kon op tijd alle dreigingen pareeren. Op een ge geven moment kon hij remise afdwingen door herhaling van zetten, hij meende heter te doen om op winst te spelen. In tijdnood geraakte hij ln nadeel en verloor een pion. liet éindspel verloor hl] na 74 zetten. Ook Fine had geen walk over tegen Sandberg maar toen zijn tegenstander op complica ties speelde, toonde zich Fine de meerdere en won een pion. Het nu volgende eindspel \vas voor den Amerikaan zuiver techniek. De partij werd in voor hem gewonnen stel- zich schitterend in een moeilijke tegen Sundberg verdedigde, slecht. Toen hij reeds de winst in handen haó. maakte hu het spel te ingewikkeld en boe te tenslotte een pion in. Het verdere gedeelte wikkelde de Zweed onberispelijk af en W0{1„ boekte een vlugge overwinning op Daniels- son. die zich Nimzowitsch-Indisch verdedig- de. Landau won zijn afgebroken partij uit de eerste ronde met Collet. ErIJ)es'aan P'an" nen om een match FineStahlberg en Landau—Stolz te arrangeeren. Happort van deskundigen gereed. Het rapport naar de oorzaak van de vlieg ramp bij Senlis, opgemaakt door den tech- nischen dienst van het Fransche ministerie voor de luchtvaart met medewerking van den Parijschcn vertegenwoordiger van de K.L.M., den heer Mohr, is thans gereed. De conclusie luidt, dat een vleugelbreuk in de lucht als oorzaak van den val van de PJ.H.M.A.G. moet worden beschouwd. Wel is er een cylinder gevonden, welke vondst, naar door sommigen werd aangenomen, zou wijzen op een warmloopen van den motor, maar deze veronderstelling mist eiken grond omdat is vastgesteld, dat deze cylinder als onderdeel in de cabine werd vervoerd. Over een motorische storing is nog niets bekend, omdat de motor nog niet geheel is uitgegraven. De officieele identificatie van de stoffelijke overblijfselen van de slachtoffers is gisteren geschied. Naar men weet zijn de lijken van de vier slachtoffers in een chapelle ardente te Senlis opgebaard. Onmiddellijk na verkregen toestemming van de justitieele autoriteiten, zullen de overblijfselen van de slachtoffers naar Nederland worden getransporteerd. Verpleegster gedood. Gisterenavond omstreeks kwart voor zeven is op de Stadhouderskade een verkeersonge luk gebeurd, waarbij een verpleegster van de Luthersche Diaconesseninrichting aan den Overtoom zoo ernstig gewond werd, dat zij korten tijd daarna overleed. Zij wilde per fiets de Frans Halsstraat uit rijden in de richting van het Rijksmuseum. Van dezen kant kwam een auto. De ver pleegster gaf geen teeken en de chauffeur kon een botsing niet meer vermijden. Met een schedelbasisfraetuur werd zij opgeno men en naar het Wilhelmina-Gasthuis ver voerd, waar zij korten tijd later is over- iMcn. JONGETJE DOOR ACHTERUITRIJDENDE AUTO AANGEREDEN. Gisterenavond omstreeks kwart voor zeven is een 7-jarige jongen C. G. toen hij op den hoek ven de Sloepstraat en de Maststraat te Scheveningen aan het spelen was, onder een achteruitrijdende auto, bestuurd door den heer P. C. B,, gekomen. Het ventje werd in zorgelijken toestand naar het Roode Kruis Ziekenhuis overge bracht, waar bleek, dat hij een linkerdijbeen- fractuur en een schedelbasisfraetuur had opgeioopen. Naar de schuldvraag stelt de politie een onderzoek in. AUTO-ONGELUK TE BORCULO. Gisteravond omstreeks half tien is op den Eibergschenweg to Borculo, een vrij ern stig auto-ongeluk gebeurd. Dr. P. J. Andries sen, de opvolger van den op 4 Januari zoo tragisch om het leven gekomen Dr. G. P. Scheij, is tengevolge van de gladheid van den weg er was natte sneeuw gevallen, welke des avonds opvroor met zijn auto geslipt en tegen een boom terecht gekomen Dr. Andriesseo werd hierbij ernstig aan het gelaat gewond en brak een been. Per auto is hij naar het ziekenhuia te Zutphen ver voerd. De auto werd geheel vernield. ÖOODELIJK OPGEVAL AAN BOORD VAN DE „NIEUW AMSTERDAM". Aan boord van het hij de Rotterdamsche Droogdok maatschappij in aanbouw liggende motorschip „Nieuw Amsterdam", is gisteren avond de 18 jarige arbeider F. K„ wonende in de Derde Carnissestraat te Rotterdam, van een vijftien meier hooge stelling naai' beneden geslagen. De jongeman is naar 't Havenziekenhuis Overgebracht. Bij aan komst aldaar, bleek hij reeds te zijn over leden. Naar men weet ligt, het ln de bedoeling van de directie van het Stadion Feyenoord N.V., om ter gelegenheid van de officieele opening Arsenal een wedstrijd te laten spelen tegen een nog nader aan te wijzen tegen partij. De komst van Arsenal is echter geheel af hankelijk van de verrichtingen dezer club ln de vierde en eventueel vijfde ronde voor den Cup, Mocht Arsenal in een dezer wed strijden worden uitgeschakeld, dan zal de Londensche vereeniging zeker naar Rotter dam komen. In dat geval zou de openings wedstrijd op Zondag 21 Februari plaats vin den. De eerowedstrljd op Zaterdag 20 Fobr tusschen Feyenoord en waarschijnlijk een Bclglselio vereeniging. Aan het Feyenoordstadion wordt momen teel do laatste hand gelegd en met de ln richtinfe van het parkeerterrein ls reeds een aanvang gemaakt, Vroolijke Carnevalstemming. Graziani neemt zelf de leiding bij de operaties te velde. Uit Addis Abeba wordt vernomen, dat Graziani zich op het oogenblik te Irgalem bevindt in het land der Sidano. Hij heeft persoonlijk het opperbevel op zich genomen in een uitgestrekt operatiege bied, waar een actie zal beginnen tegen dis sidente groepen, die op de been gebracht zijn door Ras Desta Damtoe. Het tweede operatiegebied zal het land der Aroussi zijn. DE TOESTAND VAN DEN DUITSCHEN EX-KEIZER. Nog niet hersteld van de griep. Daar de Duitsche ex-keizer nog niet geheel hersteld is van de griep, zijn de voorgenomen uitnoodigingen ter gelegenheid van zijn ver jaardag op 27 Januari a.s. afgelast. MOORDENAAR IN RUSLAND TER DOOD VEROORDEELD. De rechtbank van Melekess heeft gisteren den moordenaar van de afgevaardigde naar het Sovjet-congres Pronina, tot den dood veroordeeld. Twee medeplichtigen werden veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf. Tusschen Calcutta en Dardsjiling strekt zich een landstreek uit, bestaande uit moe rassen en oerwoud, die op de Engelsche ge nerale stafkaart als „land der slangen" is aangegeven. Inderdaad beheerschen adders, boa-con- strictors, cabra's di capello en brilslangen dat oerwoud. Talrijke slangen vormen hun gezelschap, onschadelijke en vergiftige. Verder scorpioonen, wier beet den mcnsch binnen een half uur doet sterven. Bij hoo- pen kotnen hier reusachtige bloedzuigers voor, die zich in groepen aan de beenen der voetgangers vastzuigen en die, wanneer men ze niet spoedig ontdekt, hun slacht offers eveneens ter dood brengen. Een wetenschappelijke expeditie, onder leiding van een bekenden Engelschen on derzoeker, kwam bij een ontdekkingstocht in aanraking met dit slangenland. Hij ver telt er het volgende van. Langzaam cn vol inspanning, op halsbre kende, onbegaanbare wegen, over ver molmde boomstammen en moerasachtige kolken, waarin allerlei dieren angstig voor ons bescherming zochten, trokken wij door bet dichte, bijna ondoordringbare struik gewas. Een onbarmhartige hitte heerscht in het oerwoud, geen enkele verfrisschende luchtstroom valt er te bespeuren. De gloei en de zonnebrand laat de verrottende voch tigheid in bedwelmende dampen opstijgen. Duizenden insecten zoemen en gonzen door de koorstachtige zwoele lucht. Kleine bonte vogels vliegen angstig van boom to boom. De in de lucht zwevende niiasmen dringen in de menschelijke lon gen en veranderen de samenstelling van het bloed. In de diepste stilte neemt het oog iedere beweging waar. Een aap, die zich krabt. Een vlinder, die van bloem tot bloem flad dert. Een wei'konde bij, Iedere, ook de ge ringste beweging valt in het oog. Men ziet dingen, die er uit zien als takken of dunne stammen, plotseling zet zoo'n vermeende tak of stam zich in beweging, glijdt weg, kronkelt zich cn verdwijnt. Een fijn gesis wordt vernomen. Vaak klinkt het alsof eV zacht op een fluit gespeeld woordt. Het ge luld van slangen. Slangen, overal slangen» grijszwarte, cn witachtige, als zilver glan zende, groote, kleine, heele kleine slangen met komische teekeningen op den kop, die er uitzien als een hoed, een hoorn, een bril Menschen en groote dieren zijn hun bult. /telfs de sterke, lenige panter. De panter, die met één slag van zijn klauwen de kleine adders en kleine slangen verplettert, wordt door do reuzenslangen verslagen. Verschrikkelijke gevechten spe len zich hierbij af. Door de kaken van het ondier anngegropen, huilt de panter woe dend, slaat razend cn tierend om zich heen, di aait zich om en om, scheurt den bodem met zijn sterke scherpe klauwen open en verbreekt met zijn geweldig krachtigen staart het struikgewas om hem hoen alsof mi was getroffen door een wervelwind. Maar zonder erbarming blijft de slang 01,1 bom been geslingerd en drukt hem zoo lang tot de kracht van den panier is uit geput en hij levenloos neerzakt. Dan rolt de slang zich om haar slachtoffer ineen»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 2