Uitdijend heelal
Het slangenparadijs
Amok
Vliegende
schaakmeesters
"ïrirsr-ond,
De vliegramp bij
Senlis
Opening Feyenoord-stadion
op 20 Februari?
Verkeers-ongeluk te
Amsterdam
Nog geen vrede in
Abessinië
Oi is het toch in evenwicht?
Het jongste astronomisch onder
zoek.
A. N. B. schrijft in de N.R.Crt.:
De moderne natuurwetenschap beweegt
zich op verre baden, zij schroomt voor niets
meer terug. Haar wegen zijn echter moei
lijk te volgen vooi wie haar taal niet ver
staat; steods verder schrijdt ze weg van de
dingen, die wij dagelijks ontmoeten. De phy-
sica daalt steeds verder af in de geheime
kelders van het inwendige der atomen, in
gebieden, waar nooit één menschelijk oog
een blik zal kunnen slaan. De hstronoinie
die, evenals de natuurkunde in de laatste
decenniën een stormachtige ontwikkeling
doormaakte, waagt zich steeds verder bui
ten de zichtbare wereld, en dihgt naar een
oplossing van de vraag naar structuur en
ontwikkeling van het heelal.
Over het resultaat, waartoe de onderzoe
kingen van de laatste jaren over de bewe
ging der ver-verwijderde spiraalnevels, die
reusachtige stersystomen, geleid hebben, de
opvatting dat het heelal steeds grooter
wordt, uitdijt, is hier bij een vroegere ge
legenheid reeds geschreven. Het feitenmate
riaal, waarop de theorie van het uitdijende
heelal steunt, is intusschen weer uitgebreid,
maar heeft tevens twijfel doen rijzen aart de
juistheid der gégeven interpretatie. De over
tuiging van een groot aantal astronomen dat
ons heelal in een niet-stabielen toestand
.verkeert, in een toestand van voortdurend'e
expansie, is op eenigzins lossere schroeven
komen te staan, al is ze daarmede nog lang
niet gevallen. De opvatting dat het heelal
zich echter wel degelijk in een stabielen
toestand bevindt, heeft door de jongste on
derzoekingen van Hubble een krachtigen
steun gekregen. Daarover wilde ik u een en
ander vertellen.
Moge eerst nog herinnerd worden aan de
gronden die ons schenen te overtuigen van
een expansie van het heelal.
De spiraalnevels.
Vèr buiten het groote melkwegsysteem,
waar ons zonnestelsel deel van uitmaakt,
en waar ook alle voor ons zichtbare sterren
toe beliooien, zweven andere reusachtige
sterrenstelsels, de z.g. nevels. Dit zijn, even
als het melkwegsysteem, samenhoopingen
van enorm veel sterren, welke zich echter op
zoo groote afstanden van ons bevinden, dat
wij de afzonderlijke sterren niet meer kun
nen onderscheiden, docli slechts het wazi
ge geheel waarnemen, waardoor dié stelsels
ons toeschijnen als schitterende lichtende
wolken. Het zijn ongetwijfeld de schoonste
objecten welke vour ons aan den nachtelij
ken hemel te bewonderen vallen, slechts een
enkele is echter maar zwak voor het blootc
oog zichtbaar. De meeste van deze nevels
hebben een spiraalvormige structuur en
daarom spreekt men gewoonlijk van spiraal
nevels, ook al hebben ze soms een anderen
vorm.
De bestudeering dor spiraalnevels, die
eerst met de moderne reuzehtelescoperf-mo
gelijk is geworden, heeft ons interessante
dingen geleerd. Ze bevinden zich allen op.
zeer groote afstanden van ons, afstanden
die geteld moeten worden met honderddui
zenden of millioenen lichtjaren. Een licht
jaar is de afstand die een lichtstraal in één
jaar tijd aflegt Het licht heeft een snelheid
van 300.000 kilometer per seconde, zoodat
men voor den afstand van 1 lichtjaar vindt:
ong. 9,5 billioen kilometer, Een van de be
kendste spiraalnevels is de Andromeda-ne-
vel, die nog juist met het bloote oog zicht
baar is.
Deze bevindt zich op den respecta
belen afstand van 350.000 lichtjaren,
d.w.z, het licht dat wij op het oogen-
blik van deze nevel ontvangen werd
door deze reeds 850.000 jaren geleden
uitgezonden!
Toch is deze afstand nog maar een peule-
schilletje bij dio van de nevels welke men
voor kort eerst heeft kunnen waarnemen,
die nl. op een afstand van niet minder dan
500 millioen lichtjaren staan!
Zou een dergelijke nevel bijvoorbeeld van
daag aan den dag plotseling verdwijnen,
eerst ons nageslacht dat over 530 millioen
jaren de aarde zal bevolken, zal daar ken
nis van kunnen nemen, omdat dan pas het
staartje van de momenteel door die nevel uit
gezonden lichtstraal op aarde zal zijn aan
gekomen.
Het aantal van deze nevels eilanden in de
groote, overigens vermoedelijk leeg Wereld
ruimte, zou men ze kunnen noemen, is bui
tengewoon groot. Het aantal voor ons thans
zichtbare wordt geschat op ong. 100 millioen.
Voor ons thans zichtbaar wil zeggen: waar
neembaar in den grooten telescoop van de
sterrewacht van Mount Wllson In Califoi-
nië. De spiegel van dezen telescoop heeft eén
doorsnede van 2.5 meter. Dank zij dezen kij
ker ls men in staat over de spiraalnevels
wat meer te weten komen. Nog slechts twin
tig jaren geleden kon men niet verder dan
ten hoogste 50.000 lichtjaren In de ons om
ringende wereldruimte doordringen, maar
sedert dien heeft onze horizon zich verruimd
tot op 500 millioen lichtjaren. Gelijk men
weet wordt thans gewerkt aan een nog veel
grooteren kijker met een spiegel van 5 me
ter middellijn, die over eénige laren klaar
zal zijn. Met deze nieuwen telescoop zal
men vermoedelijk nog tot tweemaal zoo
grooten afstand in het heelal kunnen kijken.
Wat nu aan de spiraalnevels het meest
interessant is, ls de groloe snelheid waar
mede deze van ons weg schijnen te vluch
ten. Het eerste onderzoek naar de beweging
der nevels nu al weer 15 Jaar geleden, lever
de reeds merkwaardige resultaten. Men
vond snelheden van 1000 tot 2000 K.M. pér
seconde, waarmede deze reusachtige ster-
systemen door de ruimte schenen te vlie
gen. Men meet deze snelheden uit de ver
schuiving van het spectrum ikleuronbeeld
van het ontlede licht dier nevels).
Sedert 1928 wordt door de aslronomen
Hubble en Hnmnson op het observatorium
van Motint-Wilson en zorgvuldig onder
zoek ingesteld naai de cging der spiraal
nevels, zooals deze valt af fe leiden uit de
verschuiving der spectraallijnen, Aan een
nevel welke zich in het sterrebeeld de Groo
te Beer bevindt, werd tot nu toe de grootste
snelheid gemeten en wel ten bedrage van
42.000 K.M. per seconde. En wel zijn al deze
snelheden van ons wèg gericht, zonder één
uitzondering!
Dit laatste is nu het meest vreemde van
het geval. Die onverwacht groote snelheden
zonder méér, nu ja, wnurom niet?, zou men
kunnen zeggen. Maar hot feit, dat deze snel
heden allen Juist van ons vveg gericht zijn,
moet een bepaalde beteekenis hebben! Maar
er was nog meer om zich over te verwon
deren. Hubble toonde tenslotte nog aan dat
de snelheid waarmede de nevels zich van
ons verwijderen niet willekeurig groot is,
maar precies evenredig met den afstand
waarop de nevel zich van ons bevindt.
M.a.w. naarmate de nevel op grooteren af
stand van ons staat, is zijn snelheid te
grooter. En met dus steeds toenemende snel
heid vliegen de nevels van ons weg.
Het uitdijende heelal.
Het resultaat van de uitgebreide discus
sies waar deze waarnemingen toe leiden zij
hier in slechts weinige woorden meege
deeld. De conclusie Was dat ons heelal zich
in een toestand van voortdurende vergroo
ting bevindt. Niet alleen van óns bewegen
zich de nevels weg maar overal in het heel
al, waar men zich ook zou bevinden, zou
men hetzelfde waarnemen: alle sterrenstel
sels vluchten van elkaar weg. Het bekende
beeld waarmede men zich eenigszins een
voorstelling van deze opvatting kan maken,
is het volgende. Men dunkt zich op een gum
miballon een aantal papiertjes geplakt.
Wordt de bol nu opgeblazen, dan komen de
papiertjes op steeds grootere afstanden van
elkaar te liggen (gemeten langs het ballon-
oppefvlak). Iets dergelijks is nu met onze
wereldruimte het geval. De papiertjes stel
len de groote stersystemen, de spiraalne
vels voor. Door het uitdijen van het heelal
schijnen de nevels van elkaar weg te vluch
ten, met steeds toenemende snelheden. Deze
interpretatie van de waargenomen feiten
was in goede overeenstemming met de uit
komsten van de theorie van Einstein, zoo
die verder is uitgewerkt door de Sitter, Lc-
maitre, Eddington en anderen.
Steeds zijn echter vele physici en astro
nomen blijven twijfelen aan de juistheid
van deze uitleg der waarnemingsresultaten.
Inderdaad is de meting van de snelheden
der spiraalnevels slechts een indirecte me
ting. Een werkelijke verplaatsing van de ne
vels in de richting van de gezichtslijn valt
niet te constatecren natuurlijk. Men leidt
de snelheid af uit de verplaatsing der spec
traallijnen, die in het spectrum naar den
kant van het roode licht verschoven zijn.
Is hét échter Wol juist deze roodverplaat-
sing als een gevolg van een voortbeweging
der nevels uit te leggen, heeft men zich af-
gevraagd, Weliswaar staat het vast dat y«r-
plaétsing van een lichtbron in de gezichts
lijn een -verschuiving van de spectraallijnen
lcnsfoviiTge hoéft, daar valt niet aan te twij
felen, maar de vmag is, kan een verschui
ving der spectraallijnen -mogelijk ook nog
door eén ander verschijnsel bewerkt wor
den? Daarop knh men slechts antwoorden:
voor zoover bekend niet. Maar onze ken
nis van den aard van het. licht berust ge
heel op waarnemingen van aardsehe licht
bronnen d.w.z, licht/bronnen vlak bij huis.
En bij de nevels hebben we te maken met
licht dat afstanden van een abominabel aan
tal kilometers heeft afgelegd, en „wie weet
wat er clan. gebeuren kan?"
De verdeeling der nevels.
Nu zou men aan een dergelijk argument
weinig aandacht behoeven ie schenken, wa
re het niet dat er andere redenen zijn die
het succes van de theorie van het uitdijende
heelal komen bedreigen.
Hubble heeft nl. voor kort een onderzoek
gepubliceerd naar de ruimtelijke verdeeling
der nevels. Daartoe moet dus de afstand
bepaald worden waarop de nevels zich van
ons bevinden ep daarbij moet rekening ge
houden worden - n^et oen eventueele ver
plaatsing der nevels en met de rood-ver-,
schuiving. Voor de afstandsbepaling der he-
melobjeeten moet de schijnbare helderheid
(die wij dus waarnemen) bepaald worden.
Het licht is echter op zijn weg rooder ge
worden en daarmede moet rekening gehou
den worden bij het schatten van de schijn
bare helderheid der nevels.
Als Hubble dit doet, vindt hij een
uniforme verdeeling der spiraalne
vels in het gedeelte van het heelal
dat wij tot nu toe kunnen waarne
men, dat is binnen een gezlchts-
straal van 500 millioen lichtjaren
om ons heen. Een uniforme verdee
ling is wat men zou verwachten van
een statisch heelal, van een heelal
dus wat zich in rust bevindt.
Indien echter de nevels van ons weg
vluchten, zal er per seconde ons minder
licht van de nevels bereiken dan in het ge
val van stilstaande nevels. Als de theorie
van liet uitdijende heelal dus juist is, zal
men ook daarmede rekening moeten hou
den bij de bepaling van de schijnbare hel
derheid. Door dit laatste te doen vindt
Hubble dan een verdeeling waarbij in alle
richtingen om ons heen de dichtheid der ne
vels naar buiten toeneemt. Dan zou ons
melkwegstelsel echter een bijzonder centrule
plaats in het heelal moeten innemen, wat
niet waarschijnlijk lijkt, omdat óns ster
systeem zich in niets schijnt te onderschel
den van de andere stersystemon. Nu zou de
ze schijnbare centrale plaats van ons melk
wegsysteem nog niet in strijd behoeven te
zijn met de theorie van het uitdijend heelal,
ais men aanneemt dat wij ons juist in één
heel bepaald stadium van hét uitdijingspro-
Cës bevinden, waarin dit inderdaad mogelijk
Wordt. Hubble meent dat dit een buitenge
wone toevalligheid genoemd zou moeten
worden. Neemt men echter aan dat het heel
al zich momenteel niet precies in dit ééne
stadium bevindt, dan komen volgens Hub
ble de neveltellingen in strijd met de opvat
ting van het uitdijende heelal.
Is het heelal in evenwioht?
Daarom, meent Hubble, verdient het aan
beveling de mogelijkheid yan pen niet-
uitdljend of -inkrimpend heelal, niaar van
een heelal in evenwicht, eens nadei te on
derzoeken, omdat dan de waarnemingsre
sultaten zich eenvoudiger in het beeld laten
schikken. Maar, dan op één ernstige uitzon
dering na! De roodverschuiving zal dan een
nieuwe verklaring moeten vinden, en in
de huidige natuurkunde is er geen ver
schijnsel aan te wijzen, wat ook maar
eeningszins in deze richting zou kunnen lei
den! Zoo gezien eischt bot aannemen van
een statisch heelal het geloof aan een nog
niet-ontdekt verschijnsel, dat oorzaak moet
zijn van een „Verkleuring' van het licht,
een energierverminderirfg dns, als het licht
een zeer grooten afstand aflegt.
Of het probleem daarmede Inderdaad een
voudiger wordt, is zeer de vraag, het zal
een kwestie van smaak zijn waar men de
Voorkeur aan wil geven. Het is echter niet
onwaarschijnlijk dat vele moeilijkheden die
zich hier voordoen voor een groot deel op
gelost zullen worden als de nieuwe 5-meter
telescoop van Mount-VVilson eenmaal in be
drijf gesteld zal zijn. Als deze ons tenminste
weer niet voor nieuwe raadsels zet
ONZE OOST.
Omtrent het amok-géval te Tandjong Pri-
ok waarvan wij onlangs melding maakten,
lezen wij in het N. v. d. Dag van N.-Indië
de volgende toedracht:
De uit de gevangenis ontslagene zat aan
het stalletje van een toekang tahoe te eten,
toon er een mandoer van de N, I. E. II, M.
voorbijkwam.
Of die man iets gezegd of gedaan heeft np
het moment, waarop hij voorbij het stalle
tje kwam, is nog niet bekend, doch in ieder
geval wekte hij de woede van den ontsla
gen veroordeelde op.
Deze greep hét voor hem op het tafeltje
liggend mes van den tahoe-verkooper en
rende daarmede op den mandoer toe, dien
hij een steek tusschen de ribben trachtte te
geven.
Het mes stuitte evenwel op een der rib
ben af en veroorzaakte slechts een schram
metje.
Dé mandoer, die ongewapend was, zette
het op de vlucht naar het aan don over
kant van de straat staande politiepost huls.
Hli kwam, nog steeds achtervolgd door
den gegratieerde, in het wachtlokaal, waar
eenigc agenten zaten, De man met het mes
drong ook door tot in de wachtkamer en
viel den mandoer wederom met het mes
aan. Hij werd hierbij blijkbaar gehinderd
door een der agenten, waarop zich de woe
de van den achtervolger togen hom richtte
De Inlandsche agent kreeg een steek ln de
borst vermoedelijk direct in het hart
althans hij overleed vrijwel onmiddellijk
daarop.
Doch dat was niet voldoende; een andere
kreeg een por ln de lendenstreek en een
derde een snede in den llnker-bovcparm.
Hierop vluchtte de dader uit het nolitie-
bureau en zocht zijn heil in een der links
van het bureau staande houten huisjes,
waar een gewezen hoofdagent op zijn voor
galerij zat.
Deze trachtte den woesteling het mes te
ontwringen, waarbij hij zelf steken in hals
cn rug kreeg.
In dien tusschontijd het geheele dnma
heeft zich binnen één minuut afgespeeld
hadden de overblijvende agenten in 't wacht
lokaal zich gewapend en zetten den vluch
teling na. Deze zag zich tegenover een rij
vast aaneengesloten politie agenten met ge-
trokken klewangs geplaatst Hij rende er ln
dolle-mans waanzin op af en liep in een der
klewangs, waardoor hij ernstig werd ge
wond en in het ziekenhuis opgenomen.
De overleden politie-agcnt ls bereids met
politioneele eer begraven.
i
Het sehaaktournooi te Stockholm.
Het voorbeeld Van dr. Euwe volgend, be
geven zich tegenwoordig de schaakmeesters
per vliegtuig naar tournoöien om op deze
wijze aan meer op elkaar volgende tour-
noolen te kunnen deelnemen. Nauwelijks
was Hastings teneinde of Fine en Landau
vlogen naar Stockholm. Ook de tijd geduren
de de vlucht werd door belden nuttig be
steed, dank zij do medewérking van de
K.L.M., die een magnetisch schaakspel be
schikbaar stelde, om den meesters gelegen
heid te geven zich te oefenen. Het werk
werd ook beloond. Fine en I.andau konden
reeds in de eerste ronde, de in de lucht ge
analyseerde opening toepassen.
Het was een variant van liet orthodox
damegambiet. Pas met den zeventienden zet,
door een onoverwogen zet, gaf de Amerikaan
zijn voordeel prijs, waardoor Stahlberg het
betere eindspel verkreeg.
Met groote inspanning kon Fine nog
remise houden. Landau ging het beter af.
Ook hij speelde op het eindspel, hetwelk hem
goede winstkansen bood. Door niet op tijd
af to wikkelen, maakte hij het zich moeilijk.
In den stand, waarin wérd afgebroken, heeft
hij goede winstkansen.
De belangstelling was reeds den eersten
dag Zeer gröot. Meer dan 500 toeschouwers
volgden met groote belangstelling het spel
der meesters. Men verwacht ook met de
landenwedstrijden, wetke In den zomer hier
gehouden worden, ongekende toeloop.
De groote zaken van Grand Hotel, gelegen
tegenover het Koninklijk Paleis, welke ruim
5000 toeschouwers kunnen bergen, worden
hiervoor geïnstalleerd. Men verheugt zich,
dat ook dr. Euwe, volgens berichten uit
Nederland, van de partij zal zijn. Sinds 1920
ln het tournooi te Goeteborg, waar onze
landgenoot aan het tweede tournooi deel
nam, heeft hij de Scandinavische landen niet
bezocht.
De tweede ronde bracht Landau tegenover
Stahlberg.
Onze landgenoot speelde Tsjechisch en kon
op tijd alle dreigingen pareeren. Op een ge
geven moment kon hij remise afdwingen
door herhaling van zetten, hij meende heter
te doen om op winst te spelen. In tijdnood
geraakte hij ln nadeel en verloor een pion.
liet éindspel verloor hl] na 74 zetten. Ook
Fine had geen walk over tegen Sandberg
maar toen zijn tegenstander op complica
ties speelde, toonde zich Fine de meerdere
en won een pion. Het nu volgende eindspel
\vas voor den Amerikaan zuiver techniek.
De partij werd in voor hem gewonnen stel-
zich schitterend in een moeilijke
tegen Sundberg verdedigde, slecht. Toen hij
reeds de winst in handen haó. maakte hu
het spel te ingewikkeld en boe te tenslotte
een pion in. Het verdere gedeelte wikkelde
de Zweed onberispelijk af en W0{1„
boekte een vlugge overwinning op Daniels-
son. die zich Nimzowitsch-Indisch verdedig-
de. Landau won zijn afgebroken partij uit
de eerste ronde met Collet. ErIJ)es'aan P'an"
nen om een match FineStahlberg en
Landau—Stolz te arrangeeren.
Happort van deskundigen gereed.
Het rapport naar de oorzaak van de vlieg
ramp bij Senlis, opgemaakt door den tech-
nischen dienst van het Fransche ministerie
voor de luchtvaart met medewerking van
den Parijschcn vertegenwoordiger van de
K.L.M., den heer Mohr, is thans gereed.
De conclusie luidt, dat een vleugelbreuk
in de lucht als oorzaak van den val van de
PJ.H.M.A.G. moet worden beschouwd. Wel
is er een cylinder gevonden, welke vondst,
naar door sommigen werd aangenomen, zou
wijzen op een warmloopen van den motor,
maar deze veronderstelling mist eiken grond
omdat is vastgesteld, dat deze cylinder als
onderdeel in de cabine werd vervoerd.
Over een motorische storing is nog niets
bekend, omdat de motor nog niet geheel is
uitgegraven.
De officieele identificatie van de stoffelijke
overblijfselen van de slachtoffers is gisteren
geschied. Naar men weet zijn de lijken van
de vier slachtoffers in een chapelle ardente
te Senlis opgebaard.
Onmiddellijk na verkregen toestemming
van de justitieele autoriteiten, zullen de
overblijfselen van de slachtoffers naar
Nederland worden getransporteerd.
Verpleegster gedood.
Gisterenavond omstreeks kwart voor zeven
is op de Stadhouderskade een verkeersonge
luk gebeurd, waarbij een verpleegster van
de Luthersche Diaconesseninrichting aan
den Overtoom zoo ernstig gewond werd, dat
zij korten tijd daarna overleed.
Zij wilde per fiets de Frans Halsstraat uit
rijden in de richting van het Rijksmuseum.
Van dezen kant kwam een auto. De ver
pleegster gaf geen teeken en de chauffeur
kon een botsing niet meer vermijden. Met
een schedelbasisfraetuur werd zij opgeno
men en naar het Wilhelmina-Gasthuis ver
voerd, waar zij korten tijd later is over-
iMcn.
JONGETJE DOOR ACHTERUITRIJDENDE
AUTO AANGEREDEN.
Gisterenavond omstreeks kwart voor zeven
is een 7-jarige jongen C. G. toen hij op den
hoek ven de Sloepstraat en de Maststraat te
Scheveningen aan het spelen was, onder een
achteruitrijdende auto, bestuurd door den
heer P. C. B,, gekomen.
Het ventje werd in zorgelijken toestand
naar het Roode Kruis Ziekenhuis overge
bracht, waar bleek, dat hij een linkerdijbeen-
fractuur en een schedelbasisfraetuur had
opgeioopen.
Naar de schuldvraag stelt de politie een
onderzoek in.
AUTO-ONGELUK TE BORCULO.
Gisteravond omstreeks half tien is op
den Eibergschenweg to Borculo, een vrij ern
stig auto-ongeluk gebeurd. Dr. P. J. Andries
sen, de opvolger van den op 4 Januari zoo
tragisch om het leven gekomen Dr. G. P.
Scheij, is tengevolge van de gladheid van
den weg er was natte sneeuw gevallen,
welke des avonds opvroor met zijn auto
geslipt en tegen een boom terecht gekomen
Dr. Andriesseo werd hierbij ernstig aan het
gelaat gewond en brak een been. Per auto
is hij naar het ziekenhuia te Zutphen ver
voerd.
De auto werd geheel vernield.
ÖOODELIJK OPGEVAL AAN BOORD VAN
DE „NIEUW AMSTERDAM".
Aan boord van het hij de Rotterdamsche
Droogdok maatschappij in aanbouw liggende
motorschip „Nieuw Amsterdam", is gisteren
avond de 18 jarige arbeider F. K„ wonende
in de Derde Carnissestraat te Rotterdam,
van een vijftien meier hooge stelling naai'
beneden geslagen. De jongeman is naar 't
Havenziekenhuis Overgebracht. Bij aan
komst aldaar, bleek hij reeds te zijn over
leden.
Naar men weet ligt, het ln de bedoeling
van de directie van het Stadion Feyenoord
N.V., om ter gelegenheid van de officieele
opening Arsenal een wedstrijd te laten spelen
tegen een nog nader aan te wijzen tegen
partij.
De komst van Arsenal is echter geheel af
hankelijk van de verrichtingen dezer club
ln de vierde en eventueel vijfde ronde voor
den Cup, Mocht Arsenal in een dezer wed
strijden worden uitgeschakeld, dan zal de
Londensche vereeniging zeker naar Rotter
dam komen. In dat geval zou de openings
wedstrijd op Zondag 21 Februari plaats vin
den. De eerowedstrljd op Zaterdag 20 Fobr
tusschen Feyenoord en waarschijnlijk een
Bclglselio vereeniging.
Aan het Feyenoordstadion wordt momen
teel do laatste hand gelegd en met de ln
richtinfe van het parkeerterrein ls reeds een
aanvang gemaakt,
Vroolijke Carnevalstemming.
Graziani neemt zelf de leiding
bij de operaties te velde.
Uit Addis Abeba wordt vernomen, dat
Graziani zich op het oogenblik te Irgalem
bevindt in het land der Sidano.
Hij heeft persoonlijk het opperbevel op
zich genomen in een uitgestrekt operatiege
bied, waar een actie zal beginnen tegen dis
sidente groepen, die op de been gebracht
zijn door Ras Desta Damtoe.
Het tweede operatiegebied zal het land der
Aroussi zijn.
DE TOESTAND VAN DEN DUITSCHEN
EX-KEIZER.
Nog niet hersteld van de griep.
Daar de Duitsche ex-keizer nog niet geheel
hersteld is van de griep, zijn de voorgenomen
uitnoodigingen ter gelegenheid van zijn ver
jaardag op 27 Januari a.s. afgelast.
MOORDENAAR IN RUSLAND TER DOOD
VEROORDEELD.
De rechtbank van Melekess heeft gisteren
den moordenaar van de afgevaardigde naar
het Sovjet-congres Pronina, tot den dood
veroordeeld. Twee medeplichtigen werden
veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf.
Tusschen Calcutta en Dardsjiling strekt
zich een landstreek uit, bestaande uit moe
rassen en oerwoud, die op de Engelsche ge
nerale stafkaart als „land der slangen" is
aangegeven.
Inderdaad beheerschen adders, boa-con-
strictors, cabra's di capello en brilslangen
dat oerwoud. Talrijke slangen vormen hun
gezelschap, onschadelijke en vergiftige.
Verder scorpioonen, wier beet den mcnsch
binnen een half uur doet sterven. Bij hoo-
pen kotnen hier reusachtige bloedzuigers
voor, die zich in groepen aan de beenen
der voetgangers vastzuigen en die, wanneer
men ze niet spoedig ontdekt, hun slacht
offers eveneens ter dood brengen.
Een wetenschappelijke expeditie, onder
leiding van een bekenden Engelschen on
derzoeker, kwam bij een ontdekkingstocht
in aanraking met dit slangenland. Hij ver
telt er het volgende van.
Langzaam cn vol inspanning, op halsbre
kende, onbegaanbare wegen, over ver
molmde boomstammen en moerasachtige
kolken, waarin allerlei dieren angstig voor
ons bescherming zochten, trokken wij door
bet dichte, bijna ondoordringbare struik
gewas. Een onbarmhartige hitte heerscht in
het oerwoud, geen enkele verfrisschende
luchtstroom valt er te bespeuren. De gloei
en de zonnebrand laat de verrottende voch
tigheid in bedwelmende dampen opstijgen.
Duizenden insecten zoemen en gonzen door
de koorstachtige zwoele lucht.
Kleine bonte vogels vliegen angstig van
boom to boom. De in de lucht zwevende
niiasmen dringen in de menschelijke lon
gen en veranderen de samenstelling van
het bloed.
In de diepste stilte neemt het oog iedere
beweging waar. Een aap, die zich krabt.
Een vlinder, die van bloem tot bloem flad
dert. Een wei'konde bij, Iedere, ook de ge
ringste beweging valt in het oog. Men ziet
dingen, die er uit zien als takken of dunne
stammen, plotseling zet zoo'n vermeende
tak of stam zich in beweging, glijdt weg,
kronkelt zich cn verdwijnt. Een fijn gesis
wordt vernomen. Vaak klinkt het alsof eV
zacht op een fluit gespeeld woordt. Het ge
luld van slangen. Slangen, overal slangen»
grijszwarte, cn witachtige, als zilver glan
zende, groote, kleine, heele kleine slangen
met komische teekeningen op den kop, die
er uitzien als een hoed, een hoorn, een bril
Menschen en groote dieren zijn hun bult.
/telfs de sterke, lenige panter.
De panter, die met één slag van zijn
klauwen de kleine adders en kleine slangen
verplettert, wordt door do reuzenslangen
verslagen. Verschrikkelijke gevechten spe
len zich hierbij af. Door de kaken van het
ondier anngegropen, huilt de panter woe
dend, slaat razend cn tierend om zich heen,
di aait zich om en om, scheurt den bodem
met zijn sterke scherpe klauwen open en
verbreekt met zijn geweldig krachtigen
staart het struikgewas om hem hoen alsof
mi was getroffen door een wervelwind.
Maar zonder erbarming blijft de slang 01,1
bom been geslingerd en drukt hem zoo
lang tot de kracht van den panier is uit
geput en hij levenloos neerzakt. Dan rolt
de slang zich om haar slachtoffer ineen»