Stadsnieuws
SlagroomtrufFels
L. Elte, Banketbakker
KLGOSTERBALSEM
De strijd om de
„Betty
Bonn"
aan Winterhanden
en Wintervoeten
Predikbeurten
Zaterdag 22 Januari 1937
Lezing Mevr. W. L. Boldingh-
Goemans.
Ds. C. J. Hoekendijk.
Museumniewws.
Cabaret-avond in Casino.
met bijzonder fijne vulling
20 ct. per ons
«Het Voorste Legioen".
l)f MCCI3TC fCTC
Heldersche Courant
Goedkoop stoken
Fa. H. BOOY ZOON
Tel. 235 en 479 MOLENSTRAAT 134
Tweede Blad
ELKEN WINTER LEED HIJ
Amuscmentsavond
Held. Mannenkoor.
Nutsspaarbank tc Den Helder.
Burgerlijke Stand van Den Helder
WIJ KOOPEN
Louis Davids revue
„Groote Polonaise"»
Feuilleton
door Friedrich
Lindem a n
L.
Op den gehouden internationale tentoon
stelling der Kon. Ned. Vereeniging „Avicul-
tura", in Den Haag, behaalden onze'plaats-
genooten, de heeren Gebr. Wiering, met 4
inzendingen goud- en zilver-Brackies 4 eerste
prijzen en een eereprijs.
APOTHEKEN*.
Van hedenavond 10 uur tot Maandagmorgen
is alleen geopend de apotheek der firma
SmeetsSnel, Weststraat.
Van Maandag 25 Januari tot 1 Februari
wordt avond- en Zondagsdienst waargenomen
door A. P. Hoolmans, Spoorstraat.
Men verzoekt ons nog even de aandacht
van onze lezers te vestigen op den literairen
avond, die de Afd. Den Helder, van de Ned.
Ver. v. Huisvrouwen geeft. Mevr. Boldingh—
Goemans zal spreken over de boeken „Brui
loft in Europa" van Marianne Philips en
^Boerenpsalm" van Felix Timmermans.
De geringe toegangsprijs maakt het bijwo
nen van dezen avond gemakkelijk. Men zie
de advertentie in dit blad.
Blijkens een in dit nummer voorkomende
advertentie hoopt Dinsdag a.s. in het Evange
lisatiegebouw, Palmstraat, Ds. C. J. Hoeken
dijk, vrij evang. predikant te Bussum, te
spreken.
De samenkomst, die voorafgegaan wordt
door een zangdienst van een half uur, vangt
aan te kwart over acht.
Vanwege het Natuurhistorisch Museum
wordt, dank zij de onbaatzuchtige medewer
king van de Directie van Rialto, op Zaterdag
6 Februari, 's midags om 3 uur, weder een
Bioscoop-middag gegeven.
Evenals in de vorige periode heeft het Mu
seum-bestuur het programma met zorg ge
kozen. De keuze is gevallen op de verfilming
van het prachtige boek van Waldemar Bonsels
„Die Biene Maja": onder den titel „De avon
turen van de bij Maja".
Ook hierbij zal een duidelijke explicatie ge
geven worden door den heer N. H. Wolf, den
Directeur van de Cinematografische Volks
universiteit te Amsterdam. Allen, die iets ge
voelen voor de aesthetische filmkunst, zullen
dien middag zeker niet ontevreden zijn, wan
neer zij zich een toegangskaart aanschaffen.
De afdeeling Den Helder van de „Vara",
organiseert Dinsdag 26 Januari a.s. een
Cabaretavond in Casino. Medewerking ver-
leenen: het accordeon-trio „The Lucky Match"
en Willem van Iependaal. Conferencier-zanger.
Opvoering van één-acters en straat-scènes.
De prijs is zóó laag gesteld, dat ieder van
dezen avond kan profiteeren. Er wordt nage-
danst. Voor bijzonderheden verwijzen wij naar
de advertentie, voorkomende in dit blad.
(eigen fabrikaat)
Bijzonder goede opvoering van
het „Centraal Tooneei".
Gisteravond heeft in „Casino" de derde der
serie abonnementsvoorstellingen plaats gevon
den en wel met een der merkwaardigste
stukken van het vorige seizoen: „Het Voorste
Legioen".
„Het Voorste Legioen" mogen wij zonder
eenige restrictie noemen een stuk dramatiek
van grooten stijl, zoowel wat betreft belang
wekkendheid van inhoud als de waarlijk niet
te verbeteren weergave, die de leden van het
„Centraal Tooneei" ons hebben doen zien.
Een tooneelstuk, dat men een gebeurtenis
zou kunnen noemen.
Het stuk behandelt een episode uit de ge
schiedenis van een Jezuïeten-college van den
Heiligen Gregorius in een niet genoemde stad
der Vereenigde Staten van Noord-Amerika,
en werd geschreven door den Amerikaan
Emmet Lavery. Het bezit een zeer sterke in
nerlijke handeling met daarnaast een machtig
zielsconflict, dat op niet te miskennen wijze
indruk maakte op het groote auditorium, dat
gisteravond deze voorstelling bijwoonde.
De inhoud.
Wat den inhoud betreft, in het kort behelst
deze het volgende:
Genoemde Jezuïeten-orde is het z.g. „voor
ste legioen" en het conflict is de strijd in de
zielen van eenige leden. Het is een strijd van
wóór geloof tegen wereldsch bedrog, van zui
verheid in het geloof tegen wereldsche con-
sessies.
Er gebeurt een wonder in het klooster, al
thans iets, wat hierop gelijkt. Een verlamde
wordt plotseling weder in het gebruik van
zijn beenen gesteld en het klooster juicht. Er
is een wonder geschied!
En we hooren van den indruk, die dit alles
op de wereld daar buiten maakt, hoe duizen
den en duizenden naar het wonder-klooster
komen getogen. Nieuwsgierigen, persmen-
schen, fotografen...
In deze periode is het, dat een tweetal
novicen in hun hart den twijfel voelen ont
waken. Het is Lente... ze zijn jong. In de
paars-en-geel gekleurde ruiten van de cellen
lokt het licht van het voorjaar.
Het is pater Ahern, de man van de letter
van den bijbel- streng-geloovige Jezuïet, die
den twijfel uit hun jonge zielen bant. Die hen
weet te behouden voor de Orde.
Dan komt het wonder, en is het pater
Ahern, wiens geloof ditmaal op de proef ge
steld wordt. Pater Ahern, de zuivere in de
lëer, die hooger stelt het geloof in den on-
zichtbaren God, dan dat in waarschijnlijk be-
driegelijke verschijnselen, zijn deze dan ook
„zichtbaar".
An het einde van het stuk eerst biecht
dokter Morell, aanvankelijk spotter, cynicus,
aan pater Ahern op, dat het wonder inderdaad
geen wonder was. Dat het wantrouwen van
den pater inderdaad terecht was.
Evenwel, de geneesheer van het klooster
heeft zijn bekentenis in den biechtstoel afge
legd, en eischt volledige geheimhouding. Pa
ter Ahern is gebonden aan zijn belofte.
En het is deze pater, deze ijveraar voor
recht en geloof, die dan moet toezien, hoe er
met de waarheid gezwendeld wordt. Hoe het
college, zijn boven alles verheven orde, de
dupe wordt van bedrog.
De rector, van het klooster wil hem, den
vurige en ter zake kundigen advocaat naar
Rome zenden om daar als postulator op te
treden. Hij weigert. Zelfs op het sterfbed van
PORTRET ATELIER
JAC. DL BCÉR
den door allen vurig geliefden meester.
Dan komt in het geestelijk drama het we
reldsche vallen. Het drama van den dokter
en zijn neefje Jimmy, die zich reeds jaren in
een rolstoel voortbeweegt. Eveneens aan beide
beenen verlamd.
Het is aan dezen jongen, dat zich thans
een wonder gaat voltrekken. Een echt, een
levend wonder. Want bjj het zingen van het
schoone Te Deum in de kapel, merkt de
jonge plotseling, dat het leven in zijn ver
lamde leden terugkeert. Voor pater Ahern de
verlossing.
Het grootste wonder is toch tenslotte voor
hem niet het wonder op zich zelf maar de
gedachte, dat het grootste aller wonderen
tenslotte bestaat uit het geloof!
Zooals men ziet: een belangwekkend gege
ven, dat vertolkt werd door uitsluitend man
nenrollen, met uitzondering vag Mary Dres-
selhuys, die echter als travesti speelde.
Er is gisterenavond tooneei gespeeld met
een bewonderenswaardige opvatting en een
opvallende mate van soberheid. Afgezien van
tendenz is het schoone van dit „Voorste
Legioen" o.i. voornamelijk gelegen in het feit,
dat de schrijver kans gezien heeft zijn idee
van het begin tot het einde volkomen in harmo
nie te houden. Alles verloopt even rustig,
even logisch Daarbij is het geschreven met
een onmiskenbare kennis van zaken in de So
ciëteit van Jezus Christus, en fascineert het
zoowel niet-katholieken ongetwijfeld in even
groote mate als de belijders van dit geloof.
Allen staan in dit stuk anders tegenover
het geloof. Ieder heeft zijn eigen opvattin
gen, maar zij allen zijn zuiver, eerlijk tegen
over zichzelf. Een strijd tegen de wereld,
vóór God.
De spelers.
Wat de spelers betreft, het zou ons te ver
voeren de waarlijk buitengewone anteceden
ten van ieder afzonderlijk in de breedte naar
voren te moeten brengen. En gezien de aller
gunstigste reputatie van ons „Centraal Too
neei" meenen wij dat dit ook niet noodig is.
Cor Hermus bracht den rector, de hoofdrol.
In wezen de vader over al die mannen in dat
klooster. Ernstig, onverbiddellijk daar waar
het 't Geloof betreft, maar ook mild en lief
derijk. Hermus op zijn best en wel speciaal
daar, waar hij zijn magistrale sterfscène
geeft.
Joan Remmelts vertolkte de eveneens zeer
zware rol van pater Ahern; wij zagen Rem
melts nog nimmer zóó zeker van zijn zaak,
zóó nobel, zóó eerlijk en overtuigd. Een speler
van ongetwijfeld groot talent.
Herman Schwab was de oude pastoor, de
zilvergrijze Monseigneur. Vriendelijk, wijs, en
de eenige die zijn goedmoedige humor over
de ernstige broeders uitstort. Geen groote rol,
maar een héél dankbare.
Cees Laseur als pater Edward, een fijne
figuur, aanvankelijk wat op den achtergrond,
doch die tenslotte met sterken arm ingrijpt.
Gevoelig en met een groote mate van be-
heerschtheid.
Voorts noemen wij nog Mary Dresselhuys,
die haar kleine rol op uitmuntende wijze
weergaf, Jan van Ees als huisarts van het
college, die ons aanvankelijk een ietsje vlak
voorkwam en tenslotte Gijsbert Tersteeg, een
voor ons onbekenden naam op de Nederland-
sche planken, die evenwel met een flair en
begrip acteerde, die den waren tooneelspeler
verraadt. Van hem zullen, wij zeker nog
hooren.
Laat ons besluiten met te vermelden, dat
de regie van deze voortreffelijke opvoering
goed was, dat er, ondanks de 11 tafereelen
doet men met onze ANTHRACIET ad
f 1.80 per H L., franco thuis
NEEMT NOG HEDEN EEN PROEF
Gratis Juliana-spelen verkrijgbaar
Dank zij den KLOOSTERBALSEM
komt hij daar voor goed van af.
„Door mijn beroep moest ik den ge-
geheelen dag op straat loopen en daar
door gingen de plekken altijd open en
begonnen te zweren. Van alles pro
beerde ik, maar baat vond ik niet, tot
dat ik met Kloosterbalsem begon. El-
ken ochtend en avond deed ik die op
de plekken. Ze genazen binnen een
week prachtig en voor goed. Nu smeer
ik als 't koud wordt van te voren mijn
handen en voeten eiken ochtend met
Kloosterbalsem in en heb sedert dien
geen last meer van winterhanden en
-voeten gehad." w te VGr>
fHflfEB'C MISINEEL TER INZAQb
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand- en Cafjwonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel by
Rheumatiek, spit eiI pijnlijke spiereu
Schroefdoos HL ct Potten: 62% ct. en 1.04
snel afgewerkt werd en dat de décors fraai
waren.
Ziedaar: een opvoering, waarvan men ze
ker mag zeggen, dat zij in optima forma
was.
Hedenavond geeft Held. Mannenkoor haar
jaarlijksche Soirée in Casino. Ditmaal brengt
het een bijzonder afwisselend programma.
Mevr. Dora AriszSchrama, van IJmuiden,
zingt operetteliederen; er wordt tooneelspel
gegeven, Prof. Mullens, de bekende illusionist,
treedt voor het eerst voor deze vereeniging
op, terwijl H. M. zelve met eenige speciale,
verrassende nummers uitkomt en ten slotte
een gezellig samenzijn met dansen. Ook voor
het publiek is deze amusementsavond tegen
een zeer geringe entrée toegankelijk.
Vergeljjkend jaaroverzicht over de
jaren 1935 en 1936.
Bij de Nutsspaarbank te Den Helder werd in
1936 aan spaargelden ontvangen 2.376.317,43
(v. j. 2.363.665,63) en terugbetaald
2.332.275,88 (v. j. 2.536.396,15), zoodat
meer werd ingelegd dan terugbetaald
44.041,55 (v. j. meer terugbetaald dan inge
legd .172.730,52).
Op 31 December werd aan rente over 1936
op de spaarbankrekeningen bijgeschreven
totaal 74.454,73 (v. j. 77.873,12).
Het tegoed van de spaarders bij den aan
vang van 1936 groot 2.797.365,33, bedroeg
derhalve aan het einde van dat jaar
2.915.861,61.
In het jaar 1936 werden 1398 nieuwe boek
jes uitgereikt (vorig jaar 1312), terwijl 514
boekjes werden ingetrokken (v. j. 572).
Bij den aanvang van 1936 bedroeg het aan
tal in omloop zijnde spaarbankboekjes 9460.
Dit aantal vermeerderde in 1936 met 884 tot
10.344.
In 1936 bedroeg het aantal posten van inleg
27.605 (v. j. 26.808) en dat van terugbetaling
24.552 (v. j. 23.397) tezamen: 52.157 (v. j.
50.205).
22 Januari 1937.
BEVALLEN: C. J. van Galenvan der
Vliet, z.
OVERLEDEN: T. van der KnaapDrijver,
36 jaar.
Zondag 24 Januari 1937
Ned. Herv. Gem. (Nw. Kerk, Weststraat)
's Morgens 10.30 uur, Ds. F. W. J. v.d. Poel
's Avonds 6.30 u., Eerw. HeerC. Korndörffer
Liturgische Jeugddienst.
Onderw.: Jer. 16. „Ach Heer, ik ben jong"
Westerkerk, (Helden der Zeeplein).
Geen dienst.
Geref. Kerk. (Julianapark).
s Morgens 10 uur, Ds. Tollenaar
's Avonds 5.30 uur, Ds. Meijnen
Geref. Kerk (Rehoboth-Kerk).
's Morgens 10 uur Ds. Meijnen
s Avonds 5.30 uur, Ds. Tollenaar
Oud Geref. Kerk (Hoogstraat).
's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur
Leesdienst.
Donderdagavond 7.30 u., Ds. N. v.d. Kraats
Chr. Geref. Kerk (Steengracht).
's Morgens 10 uur, bediening H. Avondmaal
's Avonds 5 uur, Nabetrachting
door Ds. A. Ponstein, van Lisse.
Woensdagavond 8 uur, Bijbellezing door
den heer J. Rebel.
Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.).
's Morgens 10.30 uur, Ds. W. J. F. Meiners
Doopsgezinde Gemeente (Kerkgracht).
's Morgens 10 uur, Ds. P. J. Smidts
Evangelisatie (Palmstraat).
's Morgens 10 uur, Cand. J. B. Oskamp
's Avonds 6 u., Ds. M. v.d.Voet, van Haarlem
Gebouw Middenstraat 117.
's Avonds 8 u., Evangelisatie-samenkomst
Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 76)
's Morgens 10 uur, kerkdienst
Evangeliesatiegebouw, Vijzelstraat:
's Morgens 10.30 uur, samenkomst
Zondagmiddag 4 uur, straatprediking
Tuindorp. Verschillende sprekers,
's Avonds 8 uur, samenkomst
Leger des Heils.
10 uur v.m. Heiligings-Samehkomst
3.30 Openluchtsamenkomst.
8 uur n.m. Verlossings-Samenkomst
Donderdagav. 8 u., Heiligings-samenkomst
Hersteld Apostolische Zending Gemeente
Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat.
Geen dienst.
Kerk van Jezus Christus, Janzendw.str. 8
's Morgens 9.30 en 's avonds 5 uur
Samenkomsten.
rrcui y hoi.» n
HUISDUINEN
Ned. Herv. Gemeente.
's Morgens 10 uur, Ds. M. van Wichen
oud goud en zilver tegen
de hoogste waarde.
Fa. Beemsterboer.
De Directie van de Nederlandsche Revue
verzoekt ons in verband met de voorstelling
op morgenavond in Casino nog mede te deelen,
dat zij naar aanleiding van eenige ingekomen
verzoeken den aanvang nader bepaald heeft
op kwart over acht.
In verband met het gerucht, als zou Casino
voor deze voorstelling reeds geheel uitver
kocht zijn, deelt de Directie mede, dat in
tegendeel op alle rangen nog goede plaatsen
verkrijgbaar zijn. Men zie de advertentie.
52
Neen, neen, Dierksen, zeker niet. Zoo
als ik nu door uw verhaal zie, kunt ge vrij
en frank ieder sterveling onder de oogen ko
men wannneer ge niet en deze vraag
moet ge eerlijk beantwoorden wanneer ge
niet een deel van het bergloon gekregen hebt.
Reeds sprong hem opnieuw de jongens
achtige angst in zijn oogen, toen hij opnieuw
bezwoer:
Niets, heelemaal niets heb ik gekregen.
Absoluut. Ik zou het ook niet aangenomen
hebben, neen, neen, zelfs niet wanneer ze het
mij aangeboden hadden. Maar de stuurman
zei eiken dag, als hij mg eten bracht, dat ik
big mocht zijn, dat zg mij er zoo doorsleepten.
Ik had net zoo goed overboord kunnen vallen
als Glover en Ibarra...
En nu begon hij te schimpen op Crane, die
voor hem zooiets van den vlieeschelijken dui
vel moet gehad hebben.
De stuurman, die was de ergste, die was de
eigenlijke oorzaak en aanstoker geweest bg
de heele geschiedenis van het bergloon. De
stuurman had hem, den overtolligen vier e
van de „Betty Bonn' getemd. De stuurman
had hem angstig gemaakt, met alle mogelg e
straffen en bedreigingen. De stuurman ha
hem eiken dag, elk uur, toegesnauwd: als ge
verdwijnt of als ge iets verraadt, dan komen
niet alleeen wij, maar dan komt gijzelf ook
in de gevangenis; ons kunnen ze alleen maar
voor bedrog opsluiten, maar gij nu, gij,
dat weet gezelf wel: muiterij, misschien wel
moord!
De arme jongen moest bijna gek geworden
zijn van angst door de praatjes van Crane. Hij
had zich in zijn vertwijfeling beslist nog er
ger dingen laten welgevallen dan de gevan
genschap in het hok,
Maar meneer, geloof me, ik wilde niets
anders dan zoo gauw mogelijk naar huis!
Voor mij waren de laatste weken te Gibral
tar de ergste, die ge u inbeelden kunt, niet
door de onzekerheid van het proces, neen,
neen, alleen omdat het niet opschoot, omdat
ik niet verder kon.
Gebruld heb ik van heimwee, geloof me.
En ik was misschien, niettegenstaande alle
bedreigingen, toch nog gevlucht, als de stuur
man mij niet beloofd had; hij zou mijn terug
reis van Genua tot mijn vaderland betalen.
Dat is dan ook het eenige.
En om die reden alleen reeds, zou ik ge
zwegen hebben, had ik zeker gezwegen. Maar
ziet u meneer, nu zal ik morgen of overmor
gen alweer in een vreemde stad staan, alleen,
op straat, zonder eenig geld en zonder dat ik
een woord versta, van wat de menschen zeg
gen...
Ik reikte hem over de tafel heen mijn
hand.
Luister, Dierksen, daarover hoeft ge
geen grijze haren te krijgen. Deze verplichting
van mijn specialen vriend Crane, neem ik
over. Ik zal dat wel in orde maken met die
terugreis. Misschien ga ik wel een groot ge
deelte met u mee, op z'n minst tot aan de
Duitsche grens...
Emmo Dierksen keek mij met zijn goedige
oogen dankbaar aan.
Wilt ge dat doen? En juist voor U heeft
Crane me zoo gewaarschuwd. Ik moest
lachen.
Ja, die! Maar ik heb daar dan ook een
bedoeling mee. Ge moet ons eerst nog helpen,
voordat we verder gaan. We gaan te Genua
eerst naar den Britschen Consul, en daar zet
ge uw verhaal nog eens op een protocol.
De jongen schrok.
Protocol? Rechtbank?
Ik stelde hem aanstonds op fijn gemak.
Neen, neen, ge hoeft niet bang te zijn,
Dierksen. U persoonlijk kan niets overkomen.
Daar geef ik u mijn woord van eer op. En
ten hoogste over een week zijt ge thuis.
Dit vooral scheen hem gerust te stellen.
Als ge denkt...
Maar ik moest hem toch nog een vraag
stellen. Tot nu toe was in zijn verhaal over
het voorgevallene op de „Frisco" steeds de
stuurman op den voorgrond getreden.
Ik kon mij dan ook best voorstellen dat
Crane steeds de motor bij de heele geschie
denis geweest was. De drie mannen hadden
hem het schip in handen gespeeld, maar zijn
ongebreidelde fantasie had steeds weer nieu
we mogelijkheden en wendingen verzonnen
voor de geschiedenis, die men ben het Admi
raliteitsgerechtshof te Gibraltar opdisschen
zou.
En toch zou een zoo fantastisch comediant
als Crane zich per slot van rekening gewoon
„vastgelogen" hebben, wanneer de koelbloe
dige energie en het helder overleg van Spur-
ling'hem niet gered hadden. Maar juist deze
Spurling was voor mij de meest raadselach
tige en trieste figuur in dit spel; het zonder
linge verlangen naar zijn proces en zg'n dood
juist op het moment, dat het geluk van zg'n
leven hem in den schoot gevallen was.
Ik vroeg daarom:
Ge spreekt maar steeds over den stuur
man. Welke rol speelde de kapitein, toen de
beide schepen elkaar ontmoet hebben.
Bij Emmo Dierksen scheen iets te verkil
len. Zijn antwoorden werden kort.
Hij wilde niet.
Ik vroeg verder:
Wat wilde hij niet?
Hij wilde de „Betty Bonn" niet gevonden
hebben.
Ge bedoelt, hij wilde aan het bedrog niet
meedoen, hij wilde eerlgk blijven?
Emmo werd steeds meer gesloten.
Eerlijk? Hij wilde niet.
Ja, maar jongen, waarom? Om welke
reden dan?
Dat weet ik niet.
Maar hg heeft het dan toch maar ge
daan. Door hem is het eigenlgk gekomen
en er kwamen allerlei gelukkige omstandig
heden bij maar zonder hem hadden de lui
van de „Frisco" nooit een penning ook maar
te zien gekregen. Waarom heeft hij dat dan
gedaan?
Alleen voor zijn mannen.
En heeft Crane hem eerst daartoe moe
ten overhalen?
Ja.
Dierksen, ge weet meer.
Waarom, zijt ge dan opeens zoo zwijg
zaam?
Ik weet niet, of ik daarover spreken
mag.
Waarover?
Spurling was zoo zonderling.
Heeft hg dan vaak met u gesproken?
Vaak.
En wat?
Ik weet het niet...
Nu, bijvoorbeeld, toen de stuurman u
naar de „Frisco" overgebracht had, moest ga
toen niet eerst bij den kapitein komen?
Ja, en ik moest hem alles haarfijn ver
tellen. Wij waren geheel alleen. Al de anderen
had hg weggestuurd. En toen aan 't slot
vroeg hij mij plotseling: In dien nacht, toen
Glover over boord sloeg, hebt ge mij toen
daar niet gezien? Ik vroeg: Waar dan? Hg
zei: Op de „Marlborough". Hij noemde het
schip nog steeds de „Marlborough", nooit
„Betty Bonn".
En wat hebt ge hem geantwoord, toen
hij dat vroeg?
Niets. Hij werd erg geheimzinnig en ik
ben snel weggegaan.
Maar wat denkt ge, dat hij ermee bedoelde?
Bedoelde? Ik geloof: hij verbeeldde zich,
dat hij zelf op de „Betty Bonn" geweest was
en de oorzaak van wat er gebeurd was.
Eens vroeg hg mij zelfs, of Ibarra geen
overeenkomst met hem vertoonde, met Spur
ling, moet u zich voorstellen!
Te Gibraltar vroeg hij mij, of ik geloofde,
dat men met zijn gedachten een schip bestu
ren kon en een mensch dooden. Ik wist na
tuurlijk niet, wat ik daarop antwoorden moest.
Maar dan schoof hij de vraag al weer van zich
af en zei: de Rechtbank zou oordeelen. Maar
ik kan het allemaal niet zoo vertellen, als het
werkelijk was.
Wat bedoelt ge daarmee? Zooals het
werkelijk was?
Zoo... zoo akelig. Hij liet me vaak bij
zich komen. Dan vroeg hij in wezen steeds
hetzelfde, vooral naar de vrouw. Maar op den
duur trilden mijn knieën al, wanneer ik door
hem geroepen werd.
(Wordt vervolgd).