Stadsnieuws
V isscherij
ASTO
voor Buitenritten
De winter zet door
Waar gaan we heen?
Feuilleton
Vrijdag 29 Januari 1937
Heldcrsche Courant
Tweede Blad
Helders Roomsch Katholiek
gemengd koor voor de radio.
Drie ijsbanen geopend.
Amusementsavond
van de V.C.M.P*
Vorst en vogels»
Burgerlijke Stand van Den Helder
Ster-Tabak puzzle.
Licht op voor alle voertuigen
EEN PHILIPS RADIOTOESTEL
EEN SIMPLEX HEEREN- OF DAMESFIETS
EEN ZILVEREN HEEREN- OF DAMESHORLOGE
Cn EVFIT Prins Hendrikkade 26
d.On.LEf ELI AMSTERDAM.;
STER KOFFIE STER THEE
HET RAADSEL
IC E-ADMIRAAL. DE GRAAFF HEEFT
ZIJN BENOEMING TOT HOOGEN
COMMISSARIS VAN DEN VOL
KENBOND NIET AANVAARD.
Naar wy vernemen heeft Vice-Admi-
raal J. de Graaff, die aangezocht was
voor de functie van Hoogen Commissaris
van den Volkenbond te Dantzig, gisteren
aan het secretariaat van den Volkenbond
medegedeeld, dat hij de benoeming niet
zal aanvaarden.
A.s. Zondag, des middags om 12.15
uur voor den K.R.O.
Wij vestigen er nog eens de aandacht op,
dat ons plaatselijk Roomsch Katholiek Ge
mengd Koor a.s. Zondagmiddag, te 12.15 uur,
een concert zal geven via den Hilversumschen
zender, op 301 meter.
Zij, die de kwaliteiten van dit uitnemende
koor, onder leiding van den heer Leewens ken
nen, zullen ongetwijfeld op genoemd uur hun
toestel afstemmen op Hilversum, doch ook
diegenen, welke nog nimmer dit koor beluis
terden kunnen wij hiertoe adviseeren.
Het feit, dat het koor een uitnoodiging van
den Katholieken Radio Omroep kreeg, getuigt
o.i. hiervoor op zich zelf reeds voldoende.
Het volgende programma zal worden uit
gevoerd:
„Wiegeliedje"
„Belofte"
„Krisanten"
„Exandi Deus"
Fred. J. Roeske.
Ol. Koop.
Ol. Koop.
H. Balthasar
Florence.
en na hierop volgende gramofoonmuziek
.Natuur" A. J. Leewens.
DeR Uil" Alph. Diepenbrock.
De heer Leewens,
onze plaatselijke muziekmeester, die Zon
dagmiddag 12.15 u. voor den K.R.O. met
„Helders R.K. Gemengd Koor" optreedt.
TELEF. 63© Ruijghweg38
Maar geen liefhebbers.
De talrijke liefhebbers van de schaatsen-
sport hebben het gisteren niet getroffen. Was
eenigen tijd geleden de intredende dooi spel
breker, thans was het de gure Oostenwind,
die de kracht had van een storm, welke een
verblijf op de ijsbanen schier onmogelijk
maakte. Gierend floot die wind over de be
vroren en besneeuwde landouwen, wolken
sneeuw vaagden over de ijsvlakte van de
baan aan de Langevliet
Mannen, die vol goeden moed begonnen
waren om lampen en masten aan te brengen,
moesten van hun arbeid afzien; geen hunner,
die zich in de masten waagdeZoo kwam
't, dat aan het oorspronkelijke plan om de
banen van Het Sportpark 's avonds te ver
lichten, geen gevolg gegeven kon worden.
Dat was n u niet erg, want men bleef lekker
bij de kachel zitten, voor zoover men niet
noodwendig naar buiten moest.
Kwam er dus 's avonds van schaatsen
rijden niets, ook 's middag was de animo be
grijpelijkerwijze miniem. Een enkele „ware",
zooals de gezusters Lanser en mevrouw Boo-
nen kwamen eens even kijken en de laatste
heeft ook een baantje getrokken, maar overi
gens bleef de baan leeg, akelig leeg. In het
hokje, waar de potkachel lekker stond te
snorren, wachtte de administrateur op de do
nateurs, die niet kwamen, de marinier en de
matroos, die het er laat in den middag op
gewaagd hadden, niet meegerekend. Ja, de
schaatsenrijders(sters) hebben werkelijk pech
(gehad?).
Behalve die aan de Langevliet werden er
nog twee banen geopend. Die op de breede
sloot van boer Schippers, nabij de Donkere
Duinen en die van de IJsclub „Eendracht",
aan de Kortevliet (nabij Vliegkamp De
Kooy), maar ook zij waren eenzaam en ver
laten.
Het is dus gisteren een scheepje van bij
leggen geweest voor de banen-exploitanten,
maar als de vorst nog eenige dagen aan
houdt en het ziet er, wat dat betreft, niet
ongunstig uit dan zal alles nog wel „reg
kom"
Vannacht ongeveer 7 8 graden
onder 0, b(j storm uit het Oosten.
Op onze informatie hedenmorgen bij hei;
Observatorium op den Dyk, deelde men!
ons mede, dat te 8 uur hedenmorgen de
geregistreerde thermometerstand 5,6 gra
den onder het vriespunt bedroeg.
Gedurende nagenoeg den geheelen nacht
bleef de temperatuur vrijwel constant en
wel schommelende tusschen 6,7 graden en
6,8 graden onder 0.
Gisterenavond van 6 tot 7 uur viel er een
merkbare stijging te constateeren, ondanks het
feit, dat toen de windkracht toch 10 was.
Van gistermiddag 4 uur tot des nachts
noteerde men windkracht 10 (ongeveer 22 tot
25 meter), hetgeen overeenkomt met storm-
sterkte en van 12 uur tot 8 uur hedenmorgen
9 (18 tot 22 meter per seconde).
Wat de verdere vooruitzichten betreft,
de barometer staat vrijwel stil en van
dooi is nog geen sprake. In ieder geval
verwacht men vandaag geen verandering
in de weersomstandigheden. Schaatsen
rijders kunnen zich dus paraat blijven
houden
Gisteravond hield de Vereeniging van Christe
lijk Marine-Personeel wederom een Amuse
mentsavond, de derde van het seizoen. De
opkomst was deze keer maar matig, waaraan
de vele ziektegevallen in onze stad en de
strenge koude wel niet vreemd zullen geweest
zijn. Te half negen kon de heer R. Zwolsman
de bijeenkomst voor een half gevulde Casino
zaal openen. Hij wees op het streven van de
vereeniging: het aankweeken van saamhorig
heid tusschen de marine en de burgers. Daar
na dankte 'hij diverse instanties, die dezen
avond hun Medewerking verleenden, n.1. het
ensemble- Bijl, de tooneelclub „D.I.C.", den
heer Zegel en den heer M. Polak, welke laatste
voor deze gelegenheid de consumptieprijzen
„aangepast" had.
Gezamenlijk zongen de aanwezigen vervol
gens het tiende vers van Psalm 68: „Gelooft
zij God met diepst ontzag", waarna een aan
vang werd gemaakt met de afwerking van
het programma.
Dit bestond uit muziek, film en tooneel. Na
een vroolijke muzikale inleiding van het
ensemble Bijl werd de eerste film gedraaid,
„De Brandweerman", welke een komische
créatie van den onvolprezen Charlie Chaplin
te zien gaf. Het was een acte uit den tijd, toen
de „talkie" nog geboren moest worden en het
was vermakelijk te zien, in welke malle frat
sen men toen de kracht van de film zocht.
Vroeger lachte men omdat men de film zoo
grappig vond, thans lachte men nog harder
om de dwaasheid waarmede we ons 10 15
jaar geleden zoo kostelijk amuseerden.
Ook de tweede film, „De Zaagmolen", gaf
gelegenheid tot een dergelijke komische ver
gelijking en vandaar, datnook deze zeer in den
smaak viel. Geen wonder dus, dat men den
heer Zegel dankbaar was voor deze specimen
uit de Kodascope-bibliotheek.
D. I. C. verscheen met een drietal korte
stukjes ten tooneele. Voor de pauze was het
de „Huwelijkscandidaten", die de aanwezigen
vroolijk bezig gehouden heeft, daarna was
het „De pet van den inbreker" die de vroolijk
heid er bij de aanwezigen inhield. Het derde,
eigenlijk een toegiftje, viel eveneens zeer in
den smaak.
De D. I. C.-ers hebben dan ook aardig werk
verricht, al moet men nog leeren zich meer los
van den tekst te maken en wat meer aandacht
aan het acteeren te besteden.
Rest ons nog te vermelden, dat het trio Bijl
de films op aangename wijze muziaak illustreer
de en dat de heer Zwolsman de bijeenkomst
sloot. Voldaan verlieten de aanwezigen over
elven „Casino", waarna zij gestreeld werden
door den snerpenden Oostenwind, hetgeen min
der aangenaam was
De strenge koude van de laatste dagen
wordt i vele vogels noodlottig en groot is het
aantal doode en stervende dieren, dat wij
langs dijk en strand kunnen vinden.
Op al deze dieren, onverschillig wat het z(jn,
stelt het Museum grooten prjjs. Laat dus nie
mand denken: „het is maar een meeuw of een
musch of een spreeuw", want ook deze vogels,
ook al hebben wy ze reeds, zijn ons welkom,
daar wijze kunnen gebruiken als ruilobject.
Dieren, die nog te genezen zijn, worden niet
doodgemaakt. Stervende of onherstelbaar be
schadigde vogels worden pijnloos afgemaakt.
Alle dieren voor het Museum kunnen ge
bracht worden bij den heer J. A. Nijkamp,
Javastraat 134, bij den heer L. J. Daalder,
Kanaalweg 119 of aan het Museum (alleen op
uren, dat het geopend is).
van 28 Januari 1937.
BEVALLEN: W. Lambregtse—van de
Voorde, z.; M. BokSteeman, d.; A.
Schouwenaarsde Jong, z.; C. A. Henze
Lugtig, z.
GETROUWD: G. Walboom en A. de Reus;
J. Lingbeek en J. Oorbeek; A. Rietdijk en
A. H. van der Steeg.
Wy ontvingen heden een exemplaar van de
interessante Ster-Tabak Puzzle, welke deze
week door geheel Nederland huis aan huis
verspreid is.
Tot 15 Maart a.s. kunnen oplossingen wor
den ingezonden, terwijl de uitslag op 30 April
a.s. zal worden bekend gemaakt.
Voor de prijzen welke voor deze puzzle wor
den uitgeloofd, zie men de advertentie op
pagina 2, eerste blad van dit nummer.
Haringvisschery.
Was er de laatste dagen by den Afsluitdijk
eenige vangst van haring, thans met den door-
staanden wind uit het Oosten, ysvorming in
zee en aanstrengende vorst is deze visscherij
komen stil te liggen.
Waarschijnlijk zal men genoodzaakt zijn om
de kamers en kommen weer weg te halen, wil
men ernstige schade wegens het ijs voor
komen.
Zoo brengt dit wintertje al weer zijn nadeel
aan, ofschoon het in het algemeen voor de
natuur misschien wel zijn voordeelen heeft, die
men niet zoo zichtbaar kan aanwijzen.
De treilvisscherjj.
Het kampen met veel slecht weer op zee
heeft de treilvisscherij groote moeilijkheden in
den weg gelegd.
Ook verschillende kotters van Texel, die niet
veel vertrouwen in het weer stelden, bleven
gemeerd in de haven, wachtend op wat betere
weerberichten.
Er is reeds geconstateerd, dat er minder
kleine slips worden aangebracht, nu men ge
dwongen is met een maaswijdte van 7 cm te
visschen.
Dit nadeel werd des te meer gevoeld nu
deze slips juist den laatsten tijd weer hoog in
prijs was en soms tot 1.per kilo kwam.
Nu is wel gezegd, dat er later voordeel uit
den maatregel zal voortvloeien, omdat de
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Vrijdag 29 Januari.
Chr. Militair Tehuis, 8.15 u. Ned. Chr,
Vrouwenbond. Lezing mevr. L. A. Lever-
Brouwer.
Zaterdag 30 Januari.
Militair Tehuis, Bpoorstraat 8 u. „Gysbert
Japicx".
Musis Bacrum, 8 u. Propaganda-feestverga-
dering afd. Centrum der Speeltuinvereeniging
„Den Helder".
Casino, 8.30 u. M.S.F. Bal-Masqué.
Zondag 31 Januari.
Casino, 2 u. Afternoon-bal. Dansinstituut
„Mouton".
R. K. Volksbond, 8 u.
Maria-vereeniging.
Propaganda-avond
Casino, 26 u. Tusschenbal Dansinstituut
Mouton.
Vrijdag 29 Jan17.00 uur
ontsnapte tong dan gelegenheid heeft gehad
zich te ontwikkelen en dus teruggevangen
wordt als meer marktwaardige visch, maar
dan houdt men te weinig rekening met het
geen juist Frankrijk vraagt, n.1. kleine slips,
die daar bijzonder gewild is door de men-
schen, die wel wat geld aan visch kunnen be-
Dit jaar bestaat onze firma 125 jaar, gedurende welken tijd zij steeds de be
kende prima Sterkoffie en Sterthee met stijgend succes heeft verkocht.
Om ook onze cliëntèle in dit jubileum te betrekken, stellen wij beschikbaar»
voor hen, die uit het opschrift van deze advertentie „Sterkoffie en Sterthee
jubileeren" de meeste, bestaande Nederlandsche woorden (oude spelling)
weten te vormen en aan ons vóór 1 Mei 1937 inzenden.
Voorwaarden voor deelname:
Voor ieder ingezonden woord moet een sluitetiket met een klein Sterretje, ge
knipt van een zak Sterkoffie of Sterthee, worden bijgesloten.
Ieder woord mag niet meer letters van één soort bevatten, dan totaal in het
opschrift voorkomen; alle woorden moeten verschillend zijn.
Alle inzendingen moeten ons vóór 1 Mei 1937 franco worden toegestuurd.
Bovendien ontvangt ieder deelnemer, die minstens 8 woorden en sluitetiketten
heeft ingezonden, een jubileumgeschenk. Dit geschenk heeft U direct, want het
opschrift geeft U zoo zonder meer reeds vier van de acht woorden.
VAN HET
ONBEWOONBARE j-Jjjjg
Naar het Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS
4)
„O, ja," merkte mevrouw Grey op, „ik
hoorde mijnheer Forsham over zijn broer pra
ten. Is die dan niet in Italië?"
„Er staat in de krant van wel", was het
antwoord, „maar... in diep vertrouwen, me
vrouw Grey ik geloof dat hij in Londen is
en dat de reporters het hem zóó lastig ma
ken, dat hy zich schuil houdt. Kent u hèm
ook?"
„Ja," zei Amabel. Het duurde even eer zij
verder ging. „U wilt toch niet zeggetj, dat u
in die spokerij gelooft?"
„Overdag niet", meende de notaris. „Maar
als je midden in den nacht in een verlaten
huis zit, met regenweer en mist om je heen,
dan weet ik 't nog zoo net niet."
„Omdat u een stadsmensch bent!" riep
Amabel. „Ik ben gewend aan donkere nach
ten en regen en mist. Ik zal 't er heerlijk vin
den. Weet u ook, wie er op 't kasteel Fors
ham woont 7"
„Een zekere Bronson, een heel geschikt
iemand."
„En weet u ook, of de Berkeley's er nog
naast wonen?
„Ik geloof het wel, meneer Forsham heeft
den naam tenminste genoemd. Maar heusch
mevrouw Grey, als u mijn raad aanneemt..."
Zij stond op en kwam naar hem toe.
„Mijnheer Berry, mijn besluit is genomen
en ik reken op uw medewerking. Eén ding
wou ik u vragen ik heb liever, dat meneer
Forsham mij als een volslagen vreemde be
schouwt. Hij heeft me gekend als Amabel
Ferguson, en waarschijnlijk is hij me totaal
vergeten. U begrijpt, dat ik nu maar liever
een vreemde b 1 ij f."
Mijnheer Berry waardeerde haar fijngevoe
ligheid, om geen voordeel te willen trekken
uit hun vreogere kennismaking en toen hij
afscheid van haar nam, hield hij haar hand
even vast en zei dat hij alles voor haar zou
doen wat ze wenschte.
De afgrond was op dat oogenblik héél
dichtbij...
HOOFDSTUK II.
„En... mynheer Berry?" vroeg Amabel
Grey. Ze gaf hem een hand en begon hem
onmiddellijk allerlei te vragen.
„Hebt u het kunnen schikken? Ik had u
verzocht te telegrafeeren, weet u wel, maar
u hebt het niet gedaan. Er zijn toch, hoop ik
geen bezwaren?"
De notaris hield Amabel's hand vast. Zacht
trok ze die nu uit de zyne.
„Maar mevrouwtje, u overstelpt me met
vragen! Gaat u zitten, dan zal ik ze een voor
een beantwoorden."
Amabel ging naar den haard om haar voeten
een beetje te warmen. Hij ging voor zijn
bureau zitten en zocht uit zijn papieren een
getypt vel. Hij nam dat in de hand; terwijl hij
zich omdraaide en glimlachend zei:
„Ik heb den heer Forsham Zaterdag gespro
ken en u kunt het huis huren, als u de voor
waarden wilt onderteekenen."
„O, mynheer Berry, als u eens wist, hoeveel
pleizier u me daarmee doet!"
De notaris tikte met een vinger op het
papier.
„Weest u maar niet al te blij, ten minste
niet eer u de voorwaarden gehoord hebt. Rond
uit gezegd... mij staan ze niet aan, en ik zou
u niet raden er op in te gaan. Ik spreek, zooals
u begrijpt, in mijn kwaliteit van vriend en van
advocaat."
„Wat zijn dan die voorwaarden?"
Amabel liep dan de kamer door en ging in
den leunstoel zitten, bij het bureau van den
heer Berry. "Wat zijn dan die voorwaarden?"
herhaalde ze glimlachend.
„Daar komen we direct aan. Ik wilde u eerst
even zeggen, dat de heer Forsham ze zelf op
papier heeft gezet, zonder er zelfs mijn mee
ning over te vragen, 't Komt hierop neer:
Ten eerste: u moet zes maanden in '1 huis
blijven wonen, behalve als hy u zelf verzoekt
eerder te vertrekken.
Ten tweede: In den loop van die zes maan
den moogt u niet langer dan acht-en-veertig
uur achtereen buiten het huis vertoeven.
Ten derde: U krijgt tweehonderd pond con
tant uitbetaald. Dat heeft me nogal moeite
gekost, maar ik stond er op, omdat ik wist dat
u het geld noodig had. Ik zei, dat ik hem an
ders niet helpen kon, en op 't laatst gaf hij
toe."
Amabel knikte glimlachend.
„Ten vierde. U verbindt zich, het geheele
bedrag terug te betalen, als u geen volle zes
maanden blyft, en ten vijfde: de weduwe
Brown en haar dochter moeten de beschik
ing houden over de vertrekken, die hun zijn
aangewezen in het sousterrain van de villa."
„Wie is die weduwe Brown?" vroeg Amabel.
„De oude kindermeid van mijnheer Fors
ham", antwoordt de notaris. „Een familiestuk;
ze is tegenwoordig bedlegerig. Ze hebben er
vrij wonen, vuur en licht en mogen uit den
tuin zooveel groenten en fruit gebruiken als
ze willen. Als u 't mij vraagt, hoeven we naar
't spook niet ver te zoeken. Het zal wel in het
belang van die dames zijn, dat het huis niet
verhuurd wordt."
„Jawel, dit is zoo, maar toch..." Zij aar
zelde, en zei toen: „Dat ligt zóó voor de hand,
dat de Forsham's er ook wel aan gedacht zul
len hebben."
„Ik heb er met mynheer George ronduit
over gesproken", vertelde de heer Berry,
„maar hij wou er geen woord over hooren, hij
deed zelfs erg uit de hoogte."
„Echt George", meende Amabel.
„En nu krijgen we nummer zes", besloot
mynheer Berry, „dat is het ergste van alles.
U mag onder geen omstandigheden de hulp
inroepen van detectieves of politie. Als u zich
daar niet aan houdt, verbeurt u de heele twee
honderd pond. Er wordt van u verwacht, dat
u die voorwaarde eerlijk en stipt in acht
neemt, naar den letter en naar den geest."
„Waarom?" vroeg Amabel.
„Ja", sprak de heer Berry, schouderopha
lend, „het is nu eenmaal z ij n huis, 't huis van
den heer George Forsham! Hij laat er liever
een spook rondwandelen dan zoo'n ordinairen,
snuffelenden detective of een politie-agent met
vuile schoenen. Zoo kan ik zijn uitlatingen
ongeveer weergeven, ofschoon hij nog veel
meer gezegd heeft. Heusch, mevrouw Grey,
nemt u myn raad aan..."
„Komt me te duur, mijnheer Berry", lachte
Amabel. „Dat zou me tweehonderd pond kos
ten." Ze stond op en nam afscheid. „Heusch,
dat is me te duur."
Tien minuten later, toen ze het kantoor
verliet, met de chèque van tweehonderd
pond in haar tasch, was zy een en al opwin
ding en verwachting. Met opgeheven hoofd en
schitterende oogen ging ze de stoep af. Op
de onderste trede liep ze rakings langs een
man, die juist het huis binnenging. Ze keken
elkaar niet aan, en waren zich van niets be
wust dan van een vluchtige aanraking met
een vreemde.
Amabel Grey betrad de schemerige straat,
op het moment dat Julian Forsham aanbelde
aan het kantoor van den notaris.
„Dus u bent niet in Italië?" constateerde
de advocaat.
„Och neen, maar die reporters verveelden
me; ik heb den een verteld, dat ik naar Je-
richo ging, den ander naar Timboektoe, en een
heldere kop heeft er Italië van gemaakt. In
werkelijkheid ga ik naar Farsham om te
luieren. Wat is dat voor onzin van George
met de villa? Hij zei zooiets. Is dit echt ver
huurd?"
„Ja," bevestigde de heer Berry, „aan een
zekere mevrouw Grey, de weduwe van een
ouden vriend van me."
„De stakker!" riep Julian. „Wat heeft het
arme mensch je gedaan? Heb je haar verteld,
dat ze er met geen geld of goede woorden
personeel heen krijgt?"
„Mevrouw Grey is... eh... op zekere moei
lijkheden voorbereid", deelde de notaris mede.
„Wat personeel betreft, ik meen dat ze een
oude, vertrouwde meid heeft, die haar nooit
in den steek laat, en Jenny Brown zou een
handje helpen, geloof ik."
Julian haalde de schouders op.
„Ik had er mezelf al zooveel van voorge
steld om op spokenjacht te gaan", zei hy.
„Enfin, ze zal het er wel niet langer uithou
den dan de anderen. Ik trek in de boschwach-
terswoning en wacht af. George heeft de
boschwachterswoning toch zeker niet ver
huurd?" j(Wordt vervolgd.}