Plechtige herdenking van Jan Pieterszoon Coen Frankrijks Binnenland Buitenland Roomsch Katholieken De in beslag genomen Mussert-zegels Nog twee kinderen in een wak geraakt credietwaardigheid Roosevelt treft de hooge inkomens beschuldigen de regeering Botsingen in Sevillia? bede van dr. h. colijn. Wijziging in den officeelen Rallye-uitslag oude vrouw te brandwijk verbrand. Retourvlucht van Maryse Bastié schilderijendiefstal in rome. berucht bandiet in chili GEGREPEN In tegenwoordigheid van vele autoriteiten is gisteren op plechtige wijze de 350ste ge boortedag van Jan Pieterszoon Coen in zijn geboortestad Hoorn herdacht. Om kwart over twaalf ving in de Groote Kerk aldaar de plechtige herdenking aan. De burgemeester van Hoorn, Mr. H. C. Leenhorst, hield een korte openingsrede, waarin hij de groote figuur van den grond legger van Nederlands kolonisatie in Indië belichtte. Hardvochtig was deze man, zeide spreker, en deze karaktertrek heeft een donkere scha duw op zijn leven geworpen. Maar hoe tal rijke andere eigenschappen heeft hij niet be zeten, die hem aanspraak geven op althans onze bewondering en 'onze dankbaarheid. Vastheid van karakter heeft hem geken merkt en getrouwheid aan wat hij als zijn plicht zag. Met ijzeren wil heeft hij, in on onderbroken harden arbeid, aan de moeilijk ste omstandigheden het hoofd geboden. Bezield met. een vurige liefde voor zijn vaderland, toegerust met uitgebreide kundig heden, begaafd met een groot verstand, ja met een verzienden blik, heeft hij, onver schrokken in de grootste gevaren en ook dan nimmer wanhopend, de grondslagen gelegd .voor Nederlands kolonisatie van Indië. Spreker gewaagt dan van de instemming welke het gemeentebestuur van Hoorn van alle zijden mocht ondervinden bij zijn po gingen om de 350ste geboortedag van dezen grooten Nederlander te herdenken en spreekt zijn dank uit voor de spontaniteit waarmede het hoofd onzer regeering, Dr. H. Colijn, zich bereid verklaarde de herdenkingsrede uit te spreken. Ik besluit, aldus Spr., met den wensch, dat 'deze ondanks haren eenvoud schoone im mers bezielde herdenking in aller gedach ten zal mogen blijven voortleven als een daad van eenvoudige rechtvaardigheid je gens den grooten Nederlander Jan Pieters zoon Coen. De organist speelde hierop een fantasie over Valerius' „Wilt heden nu treden...." Dr. Colijn aan het woord. Vervolgens betrad de minister-president, Dr. H. Colijn het spreekgestoelte voor het houden van een herdenkingsrede, getiteld: „Dispereert niet....". Spr. begon met op te merken, dat de vijf tig tot zestig jaren, die, in ongeveer gelijke deelen, gegroepeerd liggen ter weerszijden van den overgang van de 16e naar de 17e eeuw, in onze rijke volkshistorie de belang rijkste zijn te achten. Minister COLIJN. In het laatste kwart der 16e eeuw voltrekt zich weliswaar eene nog altijd betreurde scheiding tusschen noordelijke en zuidelijke Nederlanden op zoodanige wijze, dat de ge- deeldheid de eeuwen verduurd heeft, maar tegelijk zien we in dien tijd het architecto nisch ietwat zonderling uitziende, doch in den grond vrij hecht gebleven gebouw van de republiek der noordelijke zeven provin ciën tot stand komen. Een bouwwerk, dat twee eeuwen later bovengrondsch wel ineen stortte, maar op welks fundamenten weldra de moderne Nederlandsche staat verrees. Die fundamenten voor ons onafhankelijk volks bestaan zijn gelegd in het laatste vierde deel van de 16de eeuw. Als het klokgelui den overgang van de 16e naar de 17de eeuw aankondigt, dan staat de jonge republiek gereed om de stormen te weerstaan die haar in de nieuw geboren eeuw omgieren zullen, en bereidt zij zich tevens voor de eerste schreden te zetten op den weg, die naar die grootheid voeren zal, welke haar, naar goddelijk bestel, onder lei ding van den derden Willem, een eeuw la ter tot een beslissenden factor in de historie van Europa maken zal. Reodis vier jaren voor het eeuweinde had den een viertal schepen, namen dragend van goed vaderUmdschen klank, onder leiding van mannen met goed-Nederlandsche na men, en bemand door stoere zeebonken uit Holland en Zeeland, de reede van Texel ver iaten om, op het voetspoor der portugeezen, den zeeweg naar Indië te volgen. Het was een tocht om zuivere handels- voordeelen begonnen, maar er waren er on der deze koene mannen toch ook, die ge waagden van „een werk daar de eere van ons gansche vaderland aan hangt en konin gen, prinsen en potentaten van alle landen op zien" Al was het „commercieeren de hoofdzaak, al werd nog niet gedacht aan vestiging in het oosten, er schemerde hij de zen eersten tocht toch reeds iets door van de bewustwording eener tot me.erderjarighrn gerakende Nederlandsche natie In 1597 keert deze eerste expeditie met ver lies van een schip en van meer dan de helft der oorspronkelijke bemanning in het vader land terug. Dan worden spoedig nieuwe on dernemingen op touw gezet en nieuwe toch ten ondernomen, tot ten slotte jaren in 1602, de verscheidenheid dier ondernemin gen opgaat in de geoctroyeerde Oost-Indische C°ToPenKin 1597 de klokken beierden bij den terugkeer op de Tesselsche reede van Hout man s expeditie, zou toen de 10-jarige Hoorn- sche knaap, Jan Pietersz., die in 1587 het le venslicht in deze stad aanschouwde, hebben meegejuicht, over den gelukkigen afloop van een stoutnioedigen tocht? tl e kunnen het niet zeggen, want de ja ren zijner jeugd liggen voor ons grooten- deels in het duister. In 1607, op 20-jarigen leeftijd dus, vertrekt Coen als onderkoopman met de vloot van erhoeff, voor het eerst naar Indië. Naar dat Indië, waar toen niet slechts een verwar de toestand heerschte, door de medeaanwe zigheid van Portugeezen en Engelschen, maar waar ook elk richtsnoer, welke leid draad voor den te volgen weg nog ontbrak. Men wist noch hier, noch in Indië waar men eigenlijk heen wilde. In 1610 naar het vaderland teruggekeerd, gaat hij in 1612 ten tweede male het zeegat uit, thans als opper-koopman en belast met het. bevel over 2 schepen. In Februari 1613 in Indië gearriveerd, wordt hij in October van dat jaar reeds di recteur-generaal over alle handelskantoren in het oosten, d.i. van Arabië tot Japan, om dan in 1617 door de bewindhebbers der Oost-Indische Compagnie tot gouverneur-ge neraal te worden benoemd. Dan komen de 5 jaren bewind als landvoogd, welke de per manente vestiging in Indië brachten, een tweede terugkeer naar Nederland in 1623, vervolgens een tweede uitzending als gouver neur-generaal in 1627 en zijn dood te Batavia in 1629. Ziedaar het geraamte van de loopbaan van den grootsten landvoogd dien ons Indië heeft gekend. Het jaartallenboekje zoo ge wilt. Niets zeggend op zichzelf. In wezen echter het geraamte waarbinnen het uit groeien van de kleine republiek der zeven provinciën tot groote wereldmogendheid zich voltrokken heeft. Het is voor ons, kinderen der 19e en 20ste eeuw, vervolgde spr., niet eenvoudig het werk der mannen uit de eerste jaren der 17de eeuw te waardeeren zooals dat zou behooren te geschieden. Toen moesten de gewichtigste beslissingen genomen worden zonder eenige mogelijkheid van gedachtenwisseling. Zoo zijn er voorbeelden te noemen, waar bij men in het oosten elkaar bestreed, ter wijl in Europa vrede heerschte, doch ook dat men elkaar in Azië ongemoeid liet, terwijl men in het westen op leven en dood met el kaar worstelde. Eerst met Coen begint een vaste lijn zicht baar te worden. Niet slechts omdat hij zelf, in duidelijker omtrekken dan bij zijn voor gangers het geval was, het nieuwe gebouw voor zijn geestesoog zag verrijzen, maar ook omdat zijn krachtige geest zijn meesters in het vaderland, de bewindhebbers der Oost- Indische Compagnie, den goeden weg wist op te drijven. Ontzaglijk noemde spr. de taak, waarvoor Coen in 1618 gesteld was. Niet het minst, wijl hij bij de volvoering van zijn plannen voortdurend de Engelschen op zijn weg vond en de beide naties in Europa met elkander in vriendschap leefden. Spr. ging uitvoerig in op de gebeurtenissen aan het einde van het jaar 1618, toen de open oorlog tusschen de Nederlanders en de Engel schen in de wateren van West-Java was uit gebroken en toen Coen een besluit nam, dat hem voor altijd rangschikt onder de grootste bevelhebbers van vroeger en later tijd. De verspreide vloot wordt vereenigd, het drei gende gevaar afgewend. Bantam's macht wordt gebroken en wij hebben, zoo bericht Coen naar het vaderland, „voet en dominie in 't landt van Java hecomen". Een groot zeegevecht met de Engelschen is uitgebleven, maar wel werden successie velijk tusschen Juni en October 1619 een ze vental schepen der Engelsche vloot buitge maakt, hoewel, zooals reeds werd opgemerkt, in Juli een overeenkomst tusschen de beide geoctrooieerde compagnieën gesloten was. Omtrent het einde van Coen's landvoogdij, waren de Engelschen genoodzaakt zich ge heel uit de Molukken terug te trekken, daar door het oostelijk deel van den archipel in het onbetwist bezit der Nederlandsche Oost- Indische compagnie latend, terwijl niet veel later ook Java practisch prijs gegeven werd Ontheven van de zorg voor de handhaving der Nederlandsche belangen tegenover bui- tenlandsche machten, kon Coen thans volle aandacht schenken aan de versteviging on zer positie naar den binnenkant. Coen's twee de landvoogdelijke periode staat geheel in het teeken van den strijd tegen Mataram, waarbij de begeerde „voet en dominie" voor goed werd bevestigd. Het werk van Coen had zijn bekoring erlangd. Er behoefde slechts te worden voortgebouwd op een hecht fundament. Coen stierf in den nacht van 20 op 21 Sep tember, na nog op den 20sten zelf van Ba- tavia's wallen de verdediging te hebben ge leid. De volledige overwinning heeft hij niet meer aanschouwd, maar in het geloof aan de zegepraal heeft hij de oogen mogen slui ten. Tien dagen na zijn verscheiden was zij werkelijkheid gewerden en de vrucht ervan is zichtbaar tot op dezen dag. De waardeering, die wij Coen schuldig zijn, vermindert niet, maar stijgt als we dit leven bezien in het licht van zijn tijd, den vroeg-zeventiende-eeuwschen tijd. Want dan kunnen we hem noemen een licht te mid den van veel duisternis. Dan vinden we zelfs een verschoonend en verzachtend woord voor handelingen, die, gemeten met den maatstaf van later tijd, scherpe afkeuring zouden verdienen. Zijn optreden tegen de be woners der Banda-eilanden was hardvochtig en wreed, maar de tijd waarin hij leefde, draagt een gansch anderen stempel dan de onze. En ook deze daad moet gezien worden in de omlijsting van zijn tijd. En niet min der ook in het licht van de worsteling der Nederlandsche Calvinisten van die dagen in den strijd tegen Spanje. Van die stoere Calvinisten was Coen er een, toegerust met al de deugden die hen sjerden, maar evenmin geheel vrij van wat onze tijd in hen veroordeelt. Groot is hun eenvoud, streng zijn ze in opvattingen van zedelijkheid, forsch en doortastend in op treden, kloek en tegelijk beleidvol in den strijd. In doorzicht en rijpheid van oordeel op staatkundig gebied, in plichtsvervulling vaak onovertroffen en vervuld met ootmoedig Godsvertrouwen. Zoo staan de besten dier stoere vaderen voor ons en onder hen blinkt Coen als een stralende zon, ondanks de ge breken waarvan ook deze zoon van Neder land niet vrij te pleiten is. En in die stemming hordenken wij zijn 350sten geboortedag, daarbij niet vergetend, dat het de almachtige God is die in het le ven van een volk mannen als Coen roept om zijn wil op aarde te volbrengen. De plechtigheid in de kerk werd daarop besloten met het gezamenlijk zingen van het Wilhelmus met orgelbegeleiding. Kranslegging. Onmiddellijk na afloop van de plechtig heid in de kerk begaven autoriteiten en ge- noodigden zich naar het standbeeld van Jan Pieterszoon op de Roodesteen. De politie had hier voor een goede afzet ting zorg gedragen, doch zoo, dat velen, die niet aanwezig konden zijn bij de plechtig heid in de kerk, getuige waren van de krans- legging, welke hier geschiedde. Allereerst legde de Minister-President Dr. H. Colijn, een krans aan den voet van het standbeeld. Daarna volgden kransen van het gemeentebestuur van Hoorn en van een aan tal organisaties. De stafmuziek der Koninklijke Marine luisterde deze plechtigheid op. Receptie ten stadhuize. Des middags tusschen half drie en half vier had ten stadhuize een ontvangst plaats. Deze geschiedde in de raadzaal, waar door de zorgen van den conservator van het West- friesch Museum te Hoorn, den heer J. C. Kerkmeyer, tentoongesteld waren de por tretten van Coen en van zijn vrouw Eva Ment uit het Westfriesch Museum, alsmede enkele belangwekkende archivalia, welke op Coen betrekking hebben. De herdenking werd besloten met een con cert door de Stafmuziek der Koninklijke Ma rine in den Parkschouwburg. 's Avonds werd op de veemarkt door de zelfde Stafmuziek met medewerking van tamboers en pijpers der Marine een taptoe gegeven. Jacobs-de Boer derden in het al gemeen klassement. De KNAC meldt ons de heuglijke tijding, dat 't protest, dat de equipe Jacobs-de Boer door bemiddeling van den sportcommissaris der KNAC had ingediend tegen de 2 straf- punten, welke haar voor een beschadigd en daardoor niet meer geheel aan de reglemen taire maat komend spatbord waren toege kend, is gewonnen. Hierdoor komt deze equipe op de derde plaats in het algemeen klassement, een re sultaat, dat sinds de overwinning van dr. Sprenger van Eyk in 1929 niet door een Ne derlander is behaald. Verdachte ontslagen van rechts vervolging. Op 9 November 1936 heeft de, politie in de N.S.B.-sigarenwinkel, in de Groote Houtstr. te Haarlem, ruim tienduizend zgn. Mussert- zegels in beslag genomen en tegen den zes tig-jarigen winkelier proces-verbaal opge maakt wegens overtreding van art. 440 W. v. S., die o.a. het in voorraad hebben van op postzegels gelijkend drukwerk verbiedt. Het O.M. bij het kantongerecht had veertien dagen geleden deze overtreding bewezen ge acht en tegen den winkelier tien gulden boete subs. vier dagen hechtenis geëischt en vernietiging van de zegels gelast. De kantonrechter heeft thans schriftelijk uitspraak gedaan en den verdachte ontsla gen van rechtsvervolging met hevel tot te ruggave der in beslag genomen zegels. Hij heeft daarbij overwogen, dat art. 440 van het W. v. S., bliikens de memorie van toelichting, de strekking heeft om strafbaar te stellen het vervaardigen of verspreid m van drukwerken die zoodanig op postzegels gelijken dat daardoor het plegen van bedrog in de hand wordt gewerkt en het vertrou wen in de postzegels kan worden geschaad. Hij heeft zich in dit verhand de vraag gesteld of de Mussert-zegels den indruk van een postzegel wekken en geconstateerd dat deze zegels geen vermelding van waarde, noch v. nationaliteit dragen en dat daarop een beel tenis van Mussert staat en de spreuk „Mus- sert wint". Hij acht iedere verwarring uit gesloten en heeft derhalve het feit bewezen maar niet strafbaar verklaard. De lijkjes na urenlang zoeken gevonden. Zondagmiddag waren twee kinderen van den landbouwer K. van Orsouw, de negen jarige Carolina en haar veertienjarig broertje Martien, gaan schaatsenrijden. Toen de schemer inviel, wilde de vader zich op de hoogte stellen waar zijn kinde ren zich vonden. Hij zocht de omliggende bevroren wateren af, doch tevergeefs. Ongerust geworden, waarschuwde hij de andere leden uit het talrijke gezin en wel dra toog men er in alle richtingen op uit. Ook vele inwoners van Oyen sloten zich bij hen aan. Eerst laat in den avond, te gen negen uur, werd van de vermissing aangifte gedaan bij den gemeente-veldwach ter. Na urenlang zoeken, te ongeveer half twee, ontdekte men aan den Hemelrijkschen Waard langs 'n afgesloten gedeelte van de Maas, dat was bevroren, afdrukken van kindervoetstapjes in de sneeuw. Hier zag men al gauw een wak en na korten tijd dreggen, werden de lijkjes van de vermiste kinderen opgehaald. Ze had den de schaatsen nog onder. De deernis met het zoo zwaar getroffen gezin van Or souw is groot. De 80-jarige echtgenoofe van den heer D. Vonk kwam Zaterdagmiddag met haar klee- ren te dicht bij de kachel waardoor deze vlam vatten. Zelf heeft ze nog eetrarht met dekens de vlammen te dooven. Haar huisge nootpn vonden haar even later met ernstip"- brandwonden. Geneeskundige hulp morb' niet meer baten. In den nacht van ZaterHs" op Zondag is zij aan de bekomen verwondin gen overleden. JONGEMAN DOOR KOLENDAMPVER GIFTIGING OVERLEDEN. Zondagmorgen omstreeks 12 uur hebben de heer en mevrouw Mever hun woning aan de Zijlkappersstraat te Rotterdam verlaten. Op dien tijd lag hun 18-jarige zoon L. E. Mever nog in bed. In de kamer stond een potkacheltje, waarin eierkolen brandden, terwijl op het kacheltje een emmer water was geplaatst. Het kacheltje bleek niet goed te functionneeren: de klep sloot niet, de schoorsteen trok niet al te best en ook de emmer paste niet precies op het gat. Vermoedelijk heeft het kacheltje dan ook de kolendampen niet kunnen verwerken, zoo dat deze in de kamer gekomen zijn. Toen de familie omstreeks negen uur 's avonds thuis kwam, vonden zij hun zoon dood op bed liggen. Een onmiddellijk ont boden geneesheer kon slechts den dood con- stateeren en tevens vaststellen, dat de le vensgeesten waren geweken tengevolge van kolendampvergiftiging. LYSOL INPLAATS VAN EEN HOEST DRANKJE INGEGEVEN. Zondagmorgen wilde de heer H. C. Coen- radi, wonende aan de Persoonshaven te Rot terdam, zijn dochtertje van 7 maanden, dat ziek was, een hoestdrankje toedienen. Een 12-jarig dochtertje had evenwel de flesch- ies verwisseld, zoodat men het kindje lysol ingaf. Gelukkig was het een zeer kleine hoeveel heid en merkte de vader zijn vergissing zeer spoedig op. De onmiddellijk gewaar schuwde huisdokter heeft het kindje naar het St. Franciscnsgasthuis doen vervoeren, waar het werd opgenomen. Gisterenmorgen was de toestand van het meisje goed te noemen. Voorloopig geen devaluatie van den franc. De Britten sprin gen bij. Door een Britsch bankiers consortium is aan Frankrijk een leening verstrekt van 40.000.000 pond sterling. Deze leening die binnen tien maanden terug moet worden be taald, is niet regelrecht gegeven aan den Franschen staat doch aan de Fransche spoorwegen, die zooals bekend, met het staatsapparaat vereenzelvigd kunnen wor den. Reeds geruimen tijd verkeerde de Fran sche regeering in financieele moeilijkheden en deze leening kan er wellicht toe leiden, dat een periode van moeilijkheden wordt overbrugd. De meening dat Frankrijk te eeni- ger tijd en wellicht zelfs spoedig töt een verdere devaluatie van den franc zou moeten overgaan, komt door deze leeningstransactie op losse schroeven te staan. Moeilijk toch kan worden veron dersteld dat de Fransche regeering door bemiddeling van de spoorwe gen tegen een koers van rond 105 franc per pond sterling een leening opneemt en de mogelijkheid onder de oogen ziet die leening naderhand terug te moeten betalen tegen een koers waarvoor veel meer franken benoodigd zouden zijn dan het hui dige equivalent van het bedrag der leening ad. 40.000.000 pond. Voor den eerstvolgenden tijd mag men dus verwachten, dat de onrust omtrent het Fransche ruilmiddel zal verdwijnen. Of hiermede nu het vertrouwen in het Fran sche staatscrediet zal terugkeeren, is na tuurlijk een andere kwestie- Indien de Fransche regeering bij voort during voortgaat met veel meer uit te geven dan haar inkomsten veroorloven, dan kan het vertrouwen in de credietwaardig- heid van Frankrijk niet terug keeren. De Fransche minister Vincent Auriol zal dezer dagen een nadere uiteenzetting geven en wellicht worden hierdoor nieuwe gezic.hts- nunten geopend. In ieder geval is door de Britsche leening op het oogenblik een factor van onzekerheid met betrekking tot den Franschen franc weggenomen. De Fransche aviatrice Maryse Bastié. die onlangs een nieuw record gevestigd heeft op haar vlucht over het zuidelijke deel van Maryse Bastié. den Atlantischen Oceaan, i,s Zondagavond van Buenos Aires vertrokken naar Rio de Janeiro, als eerste etappe op haar retour vlucht naar Frankrijk. In de grootste havens van Italië heeft de nolitie Zondag a"e naar de Vereenigde Sta ten uitloopende scheppn nauwkeurig door zocht, in de veronderstelling, dat hier een kans was de zeven kostbare doeken, die vermoedelijk werk zijn van Addeo de Bar- tolo, Ttaliaanschen viiftiende eenwsch<m Renaissance schilder, te vinden. De schilderijen zijn Zaterdagavond gesto len van het hoogaltaar in de kerk van Tus cania in Viterbo. Maatregelen tegen oorlogswinst voorgesteld. Volgens zekere berichten zal senator Con- nallv in het congres een wetsontwerp tot het onmogelijk maken van elke oorlogs winst indienen. Verder heeft hij verklaard, dat van alle inkomens van meer dan 50.000 dollar een belasting van 90 procent geheven zal worden, Over het bedrag boven genoem de som. Volgens senator Nye is de commissie tot bestudeering van den wapenhandel voorne mens een wetsontwerp in te dienen, volgons hetwelk het zuivere inkomen ingeval van oorlog niet grooter dan 10.000, dollar per jaar mag zijn. Uit kracht van een ander ontwerp zou de geheele nijverheid aan re- geeringstoezicht worden onderworpen, ter wijl ook de prijsvorming zou worden gere geld. Bedreiging en economische druk hebben de stemming beinvloed. De Daily Telegraph" meldt uit München, dat in alle Rooms-Katholieke kerken van het Diocesse München Zondag een herderlijke brief is voorgelezen, waarin in scherpe be woordingen wordt geprotesteerd tegen de door de nationaal-socialistische autoriteiten gevolgde methode bij de stemming over de scholen. Volgens de officieele cijfers heeft 96.11 procent der bevolking zich uitgesproken voor nationaal-socialistische scholen. In Neurenberg bracht 91.3 procent der bevol king zijn stem uit voor de nationaal- socia listische school. Het herderlijk schrijven be weert, dat dit resultaat is verkregen door bedreiging en economischen druk. De natio naal-socialistische autoriteiten worden er ook van beschuldigd, geknoeid te hebben bij de verzending van de Roomsch-Katholieke post gedurende den strijd over de scholen. Duitsche officieren zouden Spaan- sche officieren hebben neergescho ten. De „Daily Herald" publiceert uit Gibraltar een bericht van zijn eigen correspondent, die meldt, dat hooggeplaatste rechtsche officie ren in Sevilla doodgeschoten zijn tijdens een miniatuur-veldslag met Duitsche offi cieren. die in de rijen van Franco strijden. De desbetreffende berichten zijn Zondag in Gibraltar vernomen, ondanks de pogingen van de autoriteiten in Sevilla ze geheim te houden. Alle telefoonverbindingen tusschpn Sevilla en andere deelen van Zuid-Spanje zijn afgesneden. Radio-Sevilla is gedurende een ongewoon langen tijd zwijgende geble ven over de ontwikkeling van den toestand. Vernomen wordt aldus de correspon dent verder dat een Duitsche officier eenige kleineerende opmerkingen heeft ge maakt over het opstandelingenleger, waar voor de voortreffelijk genefendp Dnitsehers de diepste minachting hebben, 'n Spaansch officier ging op deze woorden in en binnen enkele minuten waren een aantal Duitsche en Spaansche officieren bij den twist be trokken. Revolvers werden getrokken en de botsing eindigde met den dood van een aan tal opstandelingen-officieren. DRIE EN TWINTIG ITALIAANSCHE SOLDATEN DOOR LAWINE BEDOLVEN. Het dagblad „Excelsior" publiceert een be richt van een particulieren correspondent in Cuneo, die meldt, dat een patrouille, bestaan de uit 23 manschappen van het tweede regi ment Italiaansche alpentroepen. door een la wine bedolven is bij Dronero in de Macra- vallei. Het ongeluk geschiedde toen de man nen met militaire oefeningen bezig waren. Na verscheidene uren zoeken heeft men ver schillende lijkon kunnen bergen. Men vreest dat niet een der mannen er het leven zal af brengen. Ramon Jorge, alias Pancho Villa, een der beruchtste C.hileensche bandieten, die voor al zijn rooftochten ten uitvoer legde in de Manzanilloheuvelen, is daar Zondag na een feilen strijd met een afdeeling soldaten neergeschoten. De militaire troep had reeds geruimen tijd naar den bandiet gezocht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 7