Plechtige herdenking van
Jan Pieterszoon Coen
Frankrijks
Binnenland
Buitenland
Roomsch Katholieken
De in beslag genomen
Mussert-zegels
Nog twee kinderen in een
wak geraakt
credietwaardigheid
Roosevelt treft de hooge
inkomens
beschuldigen de regeering
Botsingen in Sevillia?
bede van dr. h. colijn.
Wijziging in den officeelen
Rallye-uitslag
oude vrouw te brandwijk
verbrand.
Retourvlucht van Maryse Bastié
schilderijendiefstal in rome.
berucht bandiet in chili GEGREPEN
In tegenwoordigheid van vele autoriteiten
is gisteren op plechtige wijze de 350ste ge
boortedag van Jan Pieterszoon Coen in zijn
geboortestad Hoorn herdacht.
Om kwart over twaalf ving in de Groote
Kerk aldaar de plechtige herdenking aan.
De burgemeester van Hoorn, Mr. H. C.
Leenhorst, hield een korte openingsrede,
waarin hij de groote figuur van den grond
legger van Nederlands kolonisatie in Indië
belichtte.
Hardvochtig was deze man, zeide spreker,
en deze karaktertrek heeft een donkere scha
duw op zijn leven geworpen. Maar hoe tal
rijke andere eigenschappen heeft hij niet be
zeten, die hem aanspraak geven op althans
onze bewondering en 'onze dankbaarheid.
Vastheid van karakter heeft hem geken
merkt en getrouwheid aan wat hij als zijn
plicht zag. Met ijzeren wil heeft hij, in on
onderbroken harden arbeid, aan de moeilijk
ste omstandigheden het hoofd geboden.
Bezield met. een vurige liefde voor zijn
vaderland, toegerust met uitgebreide kundig
heden, begaafd met een groot verstand, ja
met een verzienden blik, heeft hij, onver
schrokken in de grootste gevaren en ook dan
nimmer wanhopend, de grondslagen gelegd
.voor Nederlands kolonisatie van Indië.
Spreker gewaagt dan van de instemming
welke het gemeentebestuur van Hoorn van
alle zijden mocht ondervinden bij zijn po
gingen om de 350ste geboortedag van dezen
grooten Nederlander te herdenken en spreekt
zijn dank uit voor de spontaniteit waarmede
het hoofd onzer regeering, Dr. H. Colijn, zich
bereid verklaarde de herdenkingsrede uit te
spreken.
Ik besluit, aldus Spr., met den wensch, dat
'deze ondanks haren eenvoud schoone im
mers bezielde herdenking in aller gedach
ten zal mogen blijven voortleven als een
daad van eenvoudige rechtvaardigheid je
gens den grooten Nederlander Jan Pieters
zoon Coen.
De organist speelde hierop een fantasie
over Valerius' „Wilt heden nu treden...."
Dr. Colijn aan het woord.
Vervolgens betrad de minister-president,
Dr. H. Colijn het spreekgestoelte voor het
houden van een herdenkingsrede, getiteld:
„Dispereert niet....".
Spr. begon met op te merken, dat de vijf
tig tot zestig jaren, die, in ongeveer gelijke
deelen, gegroepeerd liggen ter weerszijden
van den overgang van de 16e naar de 17e
eeuw, in onze rijke volkshistorie de belang
rijkste zijn te achten.
Minister COLIJN.
In het laatste kwart der 16e eeuw voltrekt
zich weliswaar eene nog altijd betreurde
scheiding tusschen noordelijke en zuidelijke
Nederlanden op zoodanige wijze, dat de ge-
deeldheid de eeuwen verduurd heeft, maar
tegelijk zien we in dien tijd het architecto
nisch ietwat zonderling uitziende, doch in
den grond vrij hecht gebleven gebouw van
de republiek der noordelijke zeven provin
ciën tot stand komen. Een bouwwerk, dat
twee eeuwen later bovengrondsch wel ineen
stortte, maar op welks fundamenten weldra
de moderne Nederlandsche staat verrees. Die
fundamenten voor ons onafhankelijk volks
bestaan zijn gelegd in het laatste vierde deel
van de 16de eeuw.
Als het klokgelui den overgang van de
16e naar de 17de eeuw aankondigt, dan staat
de jonge republiek gereed om de stormen te
weerstaan die haar in de nieuw geboren
eeuw omgieren zullen, en bereidt zij zich
tevens voor de eerste schreden te zetten op
den weg, die naar die grootheid voeren zal,
welke haar, naar goddelijk bestel, onder lei
ding van den derden Willem, een eeuw la
ter tot een beslissenden factor in de historie
van Europa maken zal.
Reodis vier jaren voor het eeuweinde had
den een viertal schepen, namen dragend van
goed vaderUmdschen klank, onder leiding
van mannen met goed-Nederlandsche na
men, en bemand door stoere zeebonken uit
Holland en Zeeland, de reede van Texel ver
iaten om, op het voetspoor der portugeezen,
den zeeweg naar Indië te volgen.
Het was een tocht om zuivere handels-
voordeelen begonnen, maar er waren er on
der deze koene mannen toch ook, die ge
waagden van „een werk daar de eere van
ons gansche vaderland aan hangt en konin
gen, prinsen en potentaten van alle landen
op zien" Al was het „commercieeren de
hoofdzaak, al werd nog niet gedacht aan
vestiging in het oosten, er schemerde hij de
zen eersten tocht toch reeds iets door van
de bewustwording eener tot me.erderjarighrn
gerakende Nederlandsche natie
In 1597 keert deze eerste expeditie met ver
lies van een schip en van meer dan de helft
der oorspronkelijke bemanning in het vader
land terug. Dan worden spoedig nieuwe on
dernemingen op touw gezet en nieuwe toch
ten ondernomen, tot ten slotte jaren
in 1602, de verscheidenheid dier ondernemin
gen opgaat in de geoctroyeerde Oost-Indische
C°ToPenKin 1597 de klokken beierden bij den
terugkeer op de Tesselsche reede van Hout
man s expeditie, zou toen de 10-jarige Hoorn-
sche knaap, Jan Pietersz., die in 1587 het le
venslicht in deze stad aanschouwde, hebben
meegejuicht, over den gelukkigen afloop van
een stoutnioedigen tocht?
tl e kunnen het niet zeggen, want de ja
ren zijner jeugd liggen voor ons grooten-
deels in het duister.
In 1607, op 20-jarigen leeftijd dus, vertrekt
Coen als onderkoopman met de vloot van
erhoeff, voor het eerst naar Indië. Naar dat
Indië, waar toen niet slechts een verwar
de toestand heerschte, door de medeaanwe
zigheid van Portugeezen en Engelschen,
maar waar ook elk richtsnoer, welke leid
draad voor den te volgen weg nog ontbrak.
Men wist noch hier, noch in Indië waar men
eigenlijk heen wilde.
In 1610 naar het vaderland teruggekeerd,
gaat hij in 1612 ten tweede male het zeegat
uit, thans als opper-koopman en belast met
het. bevel over 2 schepen.
In Februari 1613 in Indië gearriveerd,
wordt hij in October van dat jaar reeds di
recteur-generaal over alle handelskantoren
in het oosten, d.i. van Arabië tot Japan, om
dan in 1617 door de bewindhebbers der
Oost-Indische Compagnie tot gouverneur-ge
neraal te worden benoemd. Dan komen de
5 jaren bewind als landvoogd, welke de per
manente vestiging in Indië brachten, een
tweede terugkeer naar Nederland in 1623,
vervolgens een tweede uitzending als gouver
neur-generaal in 1627 en zijn dood te Batavia
in 1629.
Ziedaar het geraamte van de loopbaan van
den grootsten landvoogd dien ons Indië
heeft gekend. Het jaartallenboekje zoo ge
wilt. Niets zeggend op zichzelf. In wezen
echter het geraamte waarbinnen het uit
groeien van de kleine republiek der zeven
provinciën tot groote wereldmogendheid zich
voltrokken heeft.
Het is voor ons, kinderen der 19e en 20ste
eeuw, vervolgde spr., niet eenvoudig het werk
der mannen uit de eerste jaren der 17de
eeuw te waardeeren zooals dat zou behooren
te geschieden. Toen moesten de gewichtigste
beslissingen genomen worden zonder eenige
mogelijkheid van gedachtenwisseling.
Zoo zijn er voorbeelden te noemen, waar
bij men in het oosten elkaar bestreed, ter
wijl in Europa vrede heerschte, doch ook dat
men elkaar in Azië ongemoeid liet, terwijl
men in het westen op leven en dood met el
kaar worstelde.
Eerst met Coen begint een vaste lijn zicht
baar te worden. Niet slechts omdat hij zelf,
in duidelijker omtrekken dan bij zijn voor
gangers het geval was, het nieuwe gebouw
voor zijn geestesoog zag verrijzen, maar ook
omdat zijn krachtige geest zijn meesters in
het vaderland, de bewindhebbers der Oost-
Indische Compagnie, den goeden weg wist
op te drijven.
Ontzaglijk noemde spr. de taak, waarvoor
Coen in 1618 gesteld was. Niet het minst,
wijl hij bij de volvoering van zijn plannen
voortdurend de Engelschen op zijn weg vond
en de beide naties in Europa met elkander
in vriendschap leefden.
Spr. ging uitvoerig in op de gebeurtenissen
aan het einde van het jaar 1618, toen de open
oorlog tusschen de Nederlanders en de Engel
schen in de wateren van West-Java was uit
gebroken en toen Coen een besluit nam, dat
hem voor altijd rangschikt onder de grootste
bevelhebbers van vroeger en later tijd. De
verspreide vloot wordt vereenigd, het drei
gende gevaar afgewend. Bantam's macht
wordt gebroken en wij hebben, zoo bericht
Coen naar het vaderland, „voet en dominie
in 't landt van Java hecomen".
Een groot zeegevecht met de Engelschen
is uitgebleven, maar wel werden successie
velijk tusschen Juni en October 1619 een ze
vental schepen der Engelsche vloot buitge
maakt, hoewel, zooals reeds werd opgemerkt,
in Juli een overeenkomst tusschen de beide
geoctrooieerde compagnieën gesloten was.
Omtrent het einde van Coen's landvoogdij,
waren de Engelschen genoodzaakt zich ge
heel uit de Molukken terug te trekken, daar
door het oostelijk deel van den archipel in
het onbetwist bezit der Nederlandsche Oost-
Indische compagnie latend, terwijl niet veel
later ook Java practisch prijs gegeven werd
Ontheven van de zorg voor de handhaving
der Nederlandsche belangen tegenover bui-
tenlandsche machten, kon Coen thans volle
aandacht schenken aan de versteviging on
zer positie naar den binnenkant. Coen's twee
de landvoogdelijke periode staat geheel in
het teeken van den strijd tegen Mataram,
waarbij de begeerde „voet en dominie" voor
goed werd bevestigd. Het werk van Coen
had zijn bekoring erlangd. Er behoefde
slechts te worden voortgebouwd op een hecht
fundament.
Coen stierf in den nacht van 20 op 21 Sep
tember, na nog op den 20sten zelf van Ba-
tavia's wallen de verdediging te hebben ge
leid. De volledige overwinning heeft hij niet
meer aanschouwd, maar in het geloof aan
de zegepraal heeft hij de oogen mogen slui
ten. Tien dagen na zijn verscheiden was zij
werkelijkheid gewerden en de vrucht ervan
is zichtbaar tot op dezen dag.
De waardeering, die wij Coen schuldig
zijn, vermindert niet, maar stijgt als we dit
leven bezien in het licht van zijn tijd, den
vroeg-zeventiende-eeuwschen tijd. Want dan
kunnen we hem noemen een licht te mid
den van veel duisternis. Dan vinden we zelfs
een verschoonend en verzachtend woord
voor handelingen, die, gemeten met den
maatstaf van later tijd, scherpe afkeuring
zouden verdienen. Zijn optreden tegen de be
woners der Banda-eilanden was hardvochtig
en wreed, maar de tijd waarin hij leefde,
draagt een gansch anderen stempel dan de
onze. En ook deze daad moet gezien worden
in de omlijsting van zijn tijd. En niet min
der ook in het licht van de worsteling der
Nederlandsche Calvinisten van die dagen in
den strijd tegen Spanje.
Van die stoere Calvinisten was Coen er
een, toegerust met al de deugden die hen
sjerden, maar evenmin geheel vrij van wat
onze tijd in hen veroordeelt. Groot is hun
eenvoud, streng zijn ze in opvattingen van
zedelijkheid, forsch en doortastend in op
treden, kloek en tegelijk beleidvol in den
strijd. In doorzicht en rijpheid van oordeel
op staatkundig gebied, in plichtsvervulling
vaak onovertroffen en vervuld met ootmoedig
Godsvertrouwen. Zoo staan de besten dier
stoere vaderen voor ons en onder hen blinkt
Coen als een stralende zon, ondanks de ge
breken waarvan ook deze zoon van Neder
land niet vrij te pleiten is.
En in die stemming hordenken wij zijn
350sten geboortedag, daarbij niet vergetend,
dat het de almachtige God is die in het le
ven van een volk mannen als Coen roept
om zijn wil op aarde te volbrengen.
De plechtigheid in de kerk werd daarop
besloten met het gezamenlijk zingen van het
Wilhelmus met orgelbegeleiding.
Kranslegging.
Onmiddellijk na afloop van de plechtig
heid in de kerk begaven autoriteiten en ge-
noodigden zich naar het standbeeld van Jan
Pieterszoon op de Roodesteen.
De politie had hier voor een goede afzet
ting zorg gedragen, doch zoo, dat velen, die
niet aanwezig konden zijn bij de plechtig
heid in de kerk, getuige waren van de krans-
legging, welke hier geschiedde.
Allereerst legde de Minister-President Dr.
H. Colijn, een krans aan den voet van het
standbeeld. Daarna volgden kransen van het
gemeentebestuur van Hoorn en van een aan
tal organisaties.
De stafmuziek der Koninklijke Marine
luisterde deze plechtigheid op.
Receptie ten stadhuize.
Des middags tusschen half drie en half
vier had ten stadhuize een ontvangst plaats.
Deze geschiedde in de raadzaal, waar door
de zorgen van den conservator van het West-
friesch Museum te Hoorn, den heer J. C.
Kerkmeyer, tentoongesteld waren de por
tretten van Coen en van zijn vrouw Eva
Ment uit het Westfriesch Museum, alsmede
enkele belangwekkende archivalia, welke op
Coen betrekking hebben.
De herdenking werd besloten met een con
cert door de Stafmuziek der Koninklijke Ma
rine in den Parkschouwburg.
's Avonds werd op de veemarkt door de
zelfde Stafmuziek met medewerking van
tamboers en pijpers der Marine een taptoe
gegeven.
Jacobs-de Boer derden in het al
gemeen klassement.
De KNAC meldt ons de heuglijke tijding,
dat 't protest, dat de equipe Jacobs-de Boer
door bemiddeling van den sportcommissaris
der KNAC had ingediend tegen de 2 straf-
punten, welke haar voor een beschadigd en
daardoor niet meer geheel aan de reglemen
taire maat komend spatbord waren toege
kend, is gewonnen.
Hierdoor komt deze equipe op de derde
plaats in het algemeen klassement, een re
sultaat, dat sinds de overwinning van dr.
Sprenger van Eyk in 1929 niet door een Ne
derlander is behaald.
Verdachte ontslagen van rechts
vervolging.
Op 9 November 1936 heeft de, politie in de
N.S.B.-sigarenwinkel, in de Groote Houtstr.
te Haarlem, ruim tienduizend zgn. Mussert-
zegels in beslag genomen en tegen den zes
tig-jarigen winkelier proces-verbaal opge
maakt wegens overtreding van art. 440 W.
v. S., die o.a. het in voorraad hebben van
op postzegels gelijkend drukwerk verbiedt.
Het O.M. bij het kantongerecht had veertien
dagen geleden deze overtreding bewezen ge
acht en tegen den winkelier tien gulden
boete subs. vier dagen hechtenis geëischt en
vernietiging van de zegels gelast.
De kantonrechter heeft thans schriftelijk
uitspraak gedaan en den verdachte ontsla
gen van rechtsvervolging met hevel tot te
ruggave der in beslag genomen zegels.
Hij heeft daarbij overwogen, dat art. 440
van het W. v. S., bliikens de memorie van
toelichting, de strekking heeft om strafbaar
te stellen het vervaardigen of verspreid m
van drukwerken die zoodanig op postzegels
gelijken dat daardoor het plegen van bedrog
in de hand wordt gewerkt en het vertrou
wen in de postzegels kan worden geschaad.
Hij heeft zich in dit verhand de vraag gesteld
of de Mussert-zegels den indruk van een
postzegel wekken en geconstateerd dat deze
zegels geen vermelding van waarde, noch v.
nationaliteit dragen en dat daarop een beel
tenis van Mussert staat en de spreuk „Mus-
sert wint". Hij acht iedere verwarring uit
gesloten en heeft derhalve het feit bewezen
maar niet strafbaar verklaard.
De lijkjes na urenlang zoeken
gevonden.
Zondagmiddag waren twee kinderen van
den landbouwer K. van Orsouw, de negen
jarige Carolina en haar veertienjarig
broertje Martien, gaan schaatsenrijden.
Toen de schemer inviel, wilde de vader
zich op de hoogte stellen waar zijn kinde
ren zich vonden. Hij zocht de omliggende
bevroren wateren af, doch tevergeefs.
Ongerust geworden, waarschuwde hij de
andere leden uit het talrijke gezin en wel
dra toog men er in alle richtingen op uit.
Ook vele inwoners van Oyen sloten zich
bij hen aan. Eerst laat in den avond, te
gen negen uur, werd van de vermissing
aangifte gedaan bij den gemeente-veldwach
ter.
Na urenlang zoeken, te ongeveer half
twee, ontdekte men aan den Hemelrijkschen
Waard langs 'n afgesloten gedeelte van de
Maas, dat was bevroren, afdrukken van
kindervoetstapjes in de sneeuw.
Hier zag men al gauw een wak en na
korten tijd dreggen, werden de lijkjes van
de vermiste kinderen opgehaald. Ze had
den de schaatsen nog onder. De deernis
met het zoo zwaar getroffen gezin van Or
souw is groot.
De 80-jarige echtgenoofe van den heer D.
Vonk kwam Zaterdagmiddag met haar klee-
ren te dicht bij de kachel waardoor deze
vlam vatten. Zelf heeft ze nog eetrarht met
dekens de vlammen te dooven. Haar huisge
nootpn vonden haar even later met ernstip"-
brandwonden. Geneeskundige hulp morb'
niet meer baten. In den nacht van ZaterHs"
op Zondag is zij aan de bekomen verwondin
gen overleden.
JONGEMAN DOOR KOLENDAMPVER
GIFTIGING OVERLEDEN.
Zondagmorgen omstreeks 12 uur hebben
de heer en mevrouw Mever hun woning aan
de Zijlkappersstraat te Rotterdam verlaten.
Op dien tijd lag hun 18-jarige zoon L. E.
Mever nog in bed. In de kamer stond een
potkacheltje, waarin eierkolen brandden,
terwijl op het kacheltje een emmer water
was geplaatst. Het kacheltje bleek niet goed
te functionneeren: de klep sloot niet, de
schoorsteen trok niet al te best en ook de
emmer paste niet precies op het gat.
Vermoedelijk heeft het kacheltje dan ook
de kolendampen niet kunnen verwerken, zoo
dat deze in de kamer gekomen zijn.
Toen de familie omstreeks negen uur 's
avonds thuis kwam, vonden zij hun zoon
dood op bed liggen. Een onmiddellijk ont
boden geneesheer kon slechts den dood con-
stateeren en tevens vaststellen, dat de le
vensgeesten waren geweken tengevolge van
kolendampvergiftiging.
LYSOL INPLAATS VAN EEN HOEST
DRANKJE INGEGEVEN.
Zondagmorgen wilde de heer H. C. Coen-
radi, wonende aan de Persoonshaven te Rot
terdam, zijn dochtertje van 7 maanden, dat
ziek was, een hoestdrankje toedienen. Een
12-jarig dochtertje had evenwel de flesch-
ies verwisseld, zoodat men het kindje lysol
ingaf.
Gelukkig was het een zeer kleine hoeveel
heid en merkte de vader zijn vergissing
zeer spoedig op. De onmiddellijk gewaar
schuwde huisdokter heeft het kindje naar
het St. Franciscnsgasthuis doen vervoeren,
waar het werd opgenomen. Gisterenmorgen
was de toestand van het meisje goed te
noemen.
Voorloopig geen devaluatie van
den franc. De Britten sprin
gen bij.
Door een Britsch bankiers consortium is
aan Frankrijk een leening verstrekt van
40.000.000 pond sterling. Deze leening die
binnen tien maanden terug moet worden be
taald, is niet regelrecht gegeven aan den
Franschen staat doch aan de Fransche
spoorwegen, die zooals bekend, met het
staatsapparaat vereenzelvigd kunnen wor
den.
Reeds geruimen tijd verkeerde de Fran
sche regeering in financieele moeilijkheden
en deze leening kan er wellicht toe leiden,
dat een periode van moeilijkheden wordt
overbrugd.
De meening dat Frankrijk te eeni-
ger tijd en wellicht zelfs spoedig töt
een verdere devaluatie van den
franc zou moeten overgaan, komt
door deze leeningstransactie op losse
schroeven te staan.
Moeilijk toch kan worden veron
dersteld dat de Fransche regeering
door bemiddeling van de spoorwe
gen tegen een koers van rond 105
franc per pond sterling een leening
opneemt en de mogelijkheid onder
de oogen ziet die leening naderhand
terug te moeten betalen tegen een
koers waarvoor veel meer franken
benoodigd zouden zijn dan het hui
dige equivalent van het bedrag der
leening ad. 40.000.000 pond.
Voor den eerstvolgenden tijd mag men
dus verwachten, dat de onrust omtrent het
Fransche ruilmiddel zal verdwijnen. Of
hiermede nu het vertrouwen in het Fran
sche staatscrediet zal terugkeeren, is na
tuurlijk een andere kwestie-
Indien de Fransche regeering bij voort
during voortgaat met veel meer uit te
geven dan haar inkomsten veroorloven, dan
kan het vertrouwen in de credietwaardig-
heid van Frankrijk niet terug keeren. De
Fransche minister Vincent Auriol zal dezer
dagen een nadere uiteenzetting geven en
wellicht worden hierdoor nieuwe gezic.hts-
nunten geopend. In ieder geval is door de
Britsche leening op het oogenblik een factor
van onzekerheid met betrekking tot den
Franschen franc weggenomen.
De Fransche aviatrice Maryse Bastié. die
onlangs een nieuw record gevestigd heeft op
haar vlucht over het zuidelijke deel van
Maryse Bastié.
den Atlantischen Oceaan, i,s Zondagavond
van Buenos Aires vertrokken naar Rio de
Janeiro, als eerste etappe op haar retour
vlucht naar Frankrijk.
In de grootste havens van Italië heeft de
nolitie Zondag a"e naar de Vereenigde Sta
ten uitloopende scheppn nauwkeurig door
zocht, in de veronderstelling, dat hier een
kans was de zeven kostbare doeken, die
vermoedelijk werk zijn van Addeo de Bar-
tolo, Ttaliaanschen viiftiende eenwsch<m
Renaissance schilder, te vinden.
De schilderijen zijn Zaterdagavond gesto
len van het hoogaltaar in de kerk van Tus
cania in Viterbo.
Maatregelen tegen oorlogswinst
voorgesteld.
Volgens zekere berichten zal senator Con-
nallv in het congres een wetsontwerp tot
het onmogelijk maken van elke oorlogs
winst indienen. Verder heeft hij verklaard,
dat van alle inkomens van meer dan 50.000
dollar een belasting van 90 procent geheven
zal worden, Over het bedrag boven genoem
de som.
Volgens senator Nye is de commissie tot
bestudeering van den wapenhandel voorne
mens een wetsontwerp in te dienen, volgons
hetwelk het zuivere inkomen ingeval van
oorlog niet grooter dan 10.000, dollar per
jaar mag zijn. Uit kracht van een ander
ontwerp zou de geheele nijverheid aan re-
geeringstoezicht worden onderworpen, ter
wijl ook de prijsvorming zou worden gere
geld.
Bedreiging en economische druk
hebben de stemming beinvloed.
De Daily Telegraph" meldt uit München,
dat in alle Rooms-Katholieke kerken van het
Diocesse München Zondag een herderlijke
brief is voorgelezen, waarin in scherpe be
woordingen wordt geprotesteerd tegen de
door de nationaal-socialistische autoriteiten
gevolgde methode bij de stemming over de
scholen. Volgens de officieele cijfers heeft
96.11 procent der bevolking zich uitgesproken
voor nationaal-socialistische scholen. In
Neurenberg bracht 91.3 procent der bevol
king zijn stem uit voor de nationaal- socia
listische school. Het herderlijk schrijven be
weert, dat dit resultaat is verkregen door
bedreiging en economischen druk. De natio
naal-socialistische autoriteiten worden er
ook van beschuldigd, geknoeid te hebben bij
de verzending van de Roomsch-Katholieke
post gedurende den strijd over de scholen.
Duitsche officieren zouden Spaan-
sche officieren hebben neergescho
ten.
De „Daily Herald" publiceert uit Gibraltar
een bericht van zijn eigen correspondent, die
meldt, dat hooggeplaatste rechtsche officie
ren in Sevilla doodgeschoten zijn tijdens
een miniatuur-veldslag met Duitsche offi
cieren. die in de rijen van Franco strijden.
De desbetreffende berichten zijn Zondag in
Gibraltar vernomen, ondanks de pogingen
van de autoriteiten in Sevilla ze geheim te
houden. Alle telefoonverbindingen tusschpn
Sevilla en andere deelen van Zuid-Spanje
zijn afgesneden. Radio-Sevilla is gedurende
een ongewoon langen tijd zwijgende geble
ven over de ontwikkeling van den toestand.
Vernomen wordt aldus de correspon
dent verder dat een Duitsche officier
eenige kleineerende opmerkingen heeft ge
maakt over het opstandelingenleger, waar
voor de voortreffelijk genefendp Dnitsehers
de diepste minachting hebben, 'n Spaansch
officier ging op deze woorden in en binnen
enkele minuten waren een aantal Duitsche
en Spaansche officieren bij den twist be
trokken. Revolvers werden getrokken en de
botsing eindigde met den dood van een aan
tal opstandelingen-officieren.
DRIE EN TWINTIG ITALIAANSCHE
SOLDATEN DOOR LAWINE BEDOLVEN.
Het dagblad „Excelsior" publiceert een be
richt van een particulieren correspondent in
Cuneo, die meldt, dat een patrouille, bestaan
de uit 23 manschappen van het tweede regi
ment Italiaansche alpentroepen. door een la
wine bedolven is bij Dronero in de Macra-
vallei. Het ongeluk geschiedde toen de man
nen met militaire oefeningen bezig waren.
Na verscheidene uren zoeken heeft men ver
schillende lijkon kunnen bergen. Men vreest
dat niet een der mannen er het leven zal af
brengen.
Ramon Jorge, alias Pancho Villa, een der
beruchtste C.hileensche bandieten, die voor
al zijn rooftochten ten uitvoer legde in de
Manzanilloheuvelen, is daar Zondag na een
feilen strijd met een afdeeling soldaten
neergeschoten. De militaire troep had reeds
geruimen tijd naar den bandiet gezocht.