Frankrijk versnelt zijn bewapenings-tempo DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Duitschland wil los van Rome Nederlands' neutraliteit Verbeterde kader opleiding Onze regeering vraagt inlichtingen te Berlijn Buiienlandsch Overzicht Lindbergh naar Egypte WOENSDAG 3 FEBRUARI 1937 UITGAVE. N V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ V/H C. DE BOER JR.. KONINGSTRAAT 78. DEN HELDER. TELEFOON 50 EN 412. POSTGIROREKENING 16066 65e JAARG- No-7*16 Fortengordel van de Noordzee tot aan Zwitserland Versterking der vloot Naar een Fascistische staat in Japan Koning Gustaaf te Brussel aangekomen Von Ribbentrop heeft eigen zendinstallatie HE LDERSCHE COURANT VERBETERDE KADEROPLEI- D1NG FORTENGODEL VAN DE NOORDZEE TOT AAN ZWITSERLAND VERSTER KING DER VLOOT. Tijdens de gisteren voortgezette debatten in de Fransche Kamer voor de defensie dankte minister Cot zijn collega minister Daladier voor zijn hulp om van het Fran sche luchtleger een der sterkste te maken ter wereld. Ik ken slechts één leger, dat over een uitgebreider materiaal beschikt dan het onze n.1. het Russische leger. Sedert zes maanden hebben wij gewerkt, aldus Cot. Ver geleken met 1 Juni 1936 is het aantal toestel len der eerste linie met 37 pet. uitgebreid, de munitievoorraad vergroot met 50 pet. en de bewapening met 70 pet. Nergens is zooveel gedaan voor de luchtmacht als bij ons in de laatste zes maanden. De minis ter behandelde vervolgens de nationalisatie, waarbij hij er op wees, dat de regeering het systeem gevolgd heeft de meerderheid der aandeelen in handen te nemen, zoodat geen ambtenaren belast behoefden te worden met werkzaamheden, waartoe zij niet wa ren voorbereid. Alle pogingen om tot een organisatie te komen van de industrieele mobilisatie waren tot dusverre gestrand op de ver van elkander verwijderde ligging der fabrieken. Een machtige outillage zal den opbouw vergemakkelijken, de bouw van cel len zal met 30 pet. worden uitgebreid Op de vraag van een afgevaardig de preciseerde Cot, dat de uitbrei ding van de wapenproductie verkre gen kan worden, niettegenstaande invoering van den 40-urigen werk tijd. De nationalisatie van de oor logsindustrieën die door de oud strijders is gevraagd, zal een krach tige organisatie van de luchtmacht mogelijk maken. Aan een Kamerlid dat gekomen was met bezwaren over het moreel van het leger en over de behandeling, waaraan eeni- ge officieren hadden blootgestaan, antwoordde Cot, dat hij hoopte, dat de kranten nu eens zouden ophou den zich met de luchtvloot bezig te houden. Het leger immers wenscht in overgroote meerderheid geen poli tiek. Het is noodzakelijk, dat de luchtmacht de beschikking heeft, over jonge chefs. Dat is de reden, waarom de spr. maatregelen heeft moeten nemen, teneinde het kader te ver jongen. Het aantal officieren is uitgebreid, het moreel van het wapen is voortreffelijk en wie dit ontkent, heeft ongelijk. Daladier aan het woord. In de middagzitting kwam Daladier, de minister van oorlog het eerst aan het woord Na gewezen te hebben op den algemeenen bewapeningswedloop, betoogde hij hoe al het materiaal weinig waarde zou hebben, zoo lang men niet beschikte over voldoende ef fectieven. Om de kwaliteit van het leger te verbeteren was besloten een corps te vormen van 15.000 specialisten en het kader beter te instrueeren. Het benoemen van een generalissimus over de drie deelen van de strijdmacht in vredestijd leek den minister meer nadeelen dan voordeelen mee te brengen, vooral ook omdat deze functionaris het materiaal v ooi alle drie wapens zou moeten kiezen. In ge val van oorlog zou de regeering dan nog altijd een gemeensehappelijken chef kunnen aanwijzen. Bovendien werkt de regeei ing thans reeds met kracht aan de coördinatie van leger, vloot en luchtmacht. De minister herinnerde er vervolgens aan hoe in 1933 de eerste lichte gemechaniseerd divisie was gevormd. Een andere soort ge li] ke divisie is in voorbereiding en een de zal weldra volgen. Bij deze lichte gemecha niseerde divisie moeten de zware divisie, gevoegd worden. Een toeneming van de in torisatie zal een vluggere verplaatsingvan het materiaal en de manschappen mogelp maken. Tn dit verband zag Daladier niet de noodzakelijkheid van speciale autowegen maar wel van wegen evenwijdig grenzen en van het geschikt maken bestaande wegen. DALADIER De minister kantte zich tegen een beroeps leger Men zou dan een leger moeten vor men en onderhouden van tenminste 300.000 man. Wanneer een zoodanig leger gedeci meerd zou zijn en indien voor de zooveelste maal zou blijken dat een offensief niet kan slagen dan na het inzetten van een zeer groote hoeveelheid materiaal en groote ef fectieven, wat zou er dan van het vader land worden. Ieder leger heeft reserves noo- dig en geen offensief zal mogelijk zijn voor dat de dekking en de mobilisatie gereed zijn Spreker zeide, dat een fortenlinie van Duinkerken tot Bazel het schild moest vormen, waarachter de strijd- ma t geconcentreerd moet worden. Deze fortenlinie moet in de diepte worden ontwikkeld en moet een te genaanval mogelijk maken. Geen politiek in het leger. Hierna verklaarde de minister, dat hij de legerleiding heeft verzocht geen politieke propaganda in het leger toe te laten. Ook heeft hij maatregelen genomen om de ver pleging in het leger te verbeteren. In het leger zijn alle klassen der maat schappij vertegenwoordigd en meer dan 80 procent van de officieren behoort tot de arme families. De minister groet ideze man nen met vriendschap en is er zeker van, dat zij de Fransche Republiek tegen' iederen aanval zullen beschermen. De rede van minister Daladier werd luide toegejuicht. Hierna werd de zitting onder broken, om in den laten avond weer hei-vat te worden. De socialistisch-radicaal Lebail wees er op dat Frankrijk een sterke vloot noodig heeft, daarom wenschte hij een sneller tempo van het bouwen van nieuwe eenheden. Hierop bracht de onderstaatssecretaris van marine hulde aan de arbeiders van de marinewer ven, die overuren willen maken. De algemeene debatten werden hiermede besloten en de voorzitter ging over tot het voorlezen van de ingediende moties. HET VERZET DER KERK. DE KATHOLIEKEN GENIETEN GEEN BESCHERMING MEER. De bisschop van het Oost-Pruisische bisdom Ermland, Z. H. Exc. mgr. dr. Maximilian Kaller, heeft, nadat zijn talrijke verzoekschriften aan de re geering en de nationaal-socialisti- sche partij tevergeefsch waren ge bleken, thans een beroep gedaan op de openbare meening. De Msb. ont leent aan bedoeld herderlijk schrij ven, dat een belangrijk document zal blijven in de geschiedenis van de K -vervolging, die Duitschland thans beleeft, de volgende passages. Zii spreken duidelijke taal: Het is niet de eerste maal in den loop der bijna tweeduizendjarige geschiedenis van het Christendom, dat onze met haat vervul de tegenstanders den ondergang van het ka tholicisme verkondigen. Ons Duitsch vader land is echter nog nóóit zooals thans het tooneel geweest van een verbitterden strijd der geesten om het behoud van het Christe lijk Geloof. De strijdleuze, die door onze tegenstanders wordt aangeheven, luidt: „Het Christendom heeft twee dui zend jaar lang zijn rol gespeeld en is een mislukking gebleken; het moest tekort schieten. Want nooit kwam het Christendom overeen met den Duitschen volksaard, nooit heeft het de Duitsche volksziel kunnen begrij pen. Onze godsdienst moet in over eenstemming zijn met den volksaard, die alle Duitschers tot een gesloten volksche eenheid moet samenbinden. Daarom weg met alle leer en met iederen invloed, die vreemd staat te genover ons ras, weg met den gods dienst, die heil en verlossing ver wacht van Christus, den Gekruisig de." Dit is, gij weet het, de oorlogsverklaring aan het Christendom, de oorlogsverklaring vooral aan de Katholieke kerk. Het zou dwaas zijn, oogen en ooren voor deze feiten te sluiten. Ja, wij hebben een Concordaat, „dat de bestaande betrekkingen tusschen den H. Stoel en het Duitsche rijk wil handhaven en bevorderen." Maar aan het Duitsche volk en aan de Duitsche jeugd wordt in kampen en vormingscursussen onderwezen, „dat het Pausdom als een inter nationale macht op één lijn staat met het internationale Jodendom en de Vrijmetselarij en dat derhalve een vrij en eensgezind Duitschland een kerk moet hebben die „los van Rome staat". Men kan geen tijdschrift van die richting openslaan, of alles is gericht en ingesteld op den strijd tegen Christendom en Kerk; allen streven naar de ontkerstening van ons land en den ondergang van de katholieke kerk in Duitschland. De feiten zijn zóó talrijk en algemeen be kend, dat wij, na al de vergeefsche pogingen De passage in de rede van den Duitschen rijkskanselier van 30 Januari, welke op Ne derland betrekking had, heeft de vraag doen rijzen, of de Duitsche regeering aan de Ne- derlandsche te voren rechtstreeks een me- dedeeling zou hebben gedaan inzake Duitsch- lands bereidheid tot erkenning te allen tijde van Nederlands neutraliteit. Een dergelijke mededeeling werd echter, naar wij van gezag hebbende zijde vernemen, door de Nederland sche regeering niet ontvangen, zoodat zou moeten worden aangenomen, dat de uitla tingen van den Rijkskanselier betrekking badden op vroegere openbare uitlatingen zijnerzijds. Teneinde dienaangaande alsnog afdoende zekerheid te verkrijgen, is den t'j- delijken zaakgelastigde te Berlijn opgedra gen omtrent de strekking van de woorden van den Rijkskanselier nadere inlichtingen in te winnen. De Kölnische Zeitung" schrijft naar aan leiding van Hitler's verklaring met betrek king tot Nederland en België o.m. het vol gende: Het is maar te hopen, dat de regeeringen de rede van Adolf Hitier zullen lezen bij zonder lettend op de preciseeringen, welke ze heeft gebracht. Een dergelijke precisee ring bevat het gedeelte der rede, waarin ver klaard wordt, dat de Duitsche regeering België en Nederland verzekerd heeft, dat zij bereid is, deze landen te allen tijde als on aantastbaar en neutraal gebied te erkennen en te garandeeren. Afgezien van de omstandigheid of het voor het Westen beoogde vredessysteem tot stand komt, doet de Führer en rijkskanse lier hier dus aan beide landen het aanbod een verklaring over de neutraliteit van hun grondgebied af te leggen cn dat grondge bied te waarborgen. Het blad herinnert er verder aan, dat Hitier reeds in zijn rede van 7 Maart 1936 België en Nederland positieve voorstellen in gelijken zin gedaan heeft en vervolgt dan:, Hitler's aanbod thans los van een Westelijk paot. Met nieuwe aanbod betreft eveneens de ongereptheid en onschendbaarheid van België, en Nederland, doch is niet gebonden aan het totstandkomen van een westelijk niet-aanvalsver- drag en evenmin aan garanties van de zijde van Engeland en Italië. Het D.N.B.-telegram uit Berlijn, waarin bovenstaande persstem wordt overgeseind, voegt hieraan toe: „Naar men van goed ingelichte particulie re zijde verneemt, huldigt men in Berlijn- sclie politieke kringen de opvatting, dat het aanbod van Hitier van 30 Januari verder gaat dan dat van 7 Maart 1936". Wat Hitier reeds eerder verklaarde. Waarschijnlijk ten overvloede herinneren wij er hier even aan dat Hitier in zijn his torische rijksdagrede van 7 Maart 1936 het aanbod deed om o.a. met Nederland een niet- aanvalsverdrag te sluiten, waarbij hij En geland en Italië uitnoodigde als garanten op te treden. DE OVERWINNING VAN HET LEGER IN JAPAN. De vorming van het nieuwe kabinet be- teekent een overwinning van de militaire macht in Japan. De voornaamste posities worden door twee generaals bezet en de in vloed, die het leger had op de regeering, zal nu nog grooter zijn. Wij hebben al eerder op het gevaar daarvan gewezen, omdat ver schillende militante figuren onder de jonge leger-officieren, de zaken wel eens in ver keerde richting kunnen sturen. Een gerust stelling is, dat de kabinetsformateur, gene raal Hajasji, over grooten diplomatieken takt beschikt en hij zoowel bij de oude als jonge garde volkomen vertrouwen geniet. Het zijn de jonge officieren die het aan wil den sturen op een fascistische regeering in Japan, waartegen de oudere officieren echter tot nog toe verzet hebben aangeteekend, om dat zij de keizerlijke gezagsgedachte voor staan. Hajasji zal nu het gezag moeten hebben een verstandige politiek te voeren. Het nieuwe kabinet Hajasji is geboren uit een conflict tusschen het parlement en de regeering over de militaire begrootingen, die de parlementaire partijen voor het land ruineus achtten en welke zij niet wenschten te sanctioneeren, schreef het Hbl. gisteren avond in een hoofdartikel, aan het nieuwe kabinet gewijd. Het had er den schijn van, alsof het leger den handschoen wilde opne men en den strijd wilde uitvechten over de vraag, wie in de toekomst de macht in het land uitoefent. De regeering heeft het blijk baar niet raadzaam geacht, dezen strijd op het oogenblik in al zijn scherpte uit te lok ken. Er is in het land een sterke strooming vóór het parlementarisme, waarin een groot deel des volks blijkbaar een doeltreffend contro lemiddel ziet tegen verdergaande financiee- le overbelasting van het volk. Welke positie het nieuwe kabinet in den strijd tusschen leger en parlement zal innemen, welke aan nemelijke oplossing het zich van dit conflict voorstelt, is niet duidelijk. Toen Oegaki het keizerlijk mandaat teruggaf, waarschuwde hij het Ja- pansch.e volk, dat het moest kiezen tusschen het fascisme en den consti- tutioneelen regeeringsvorm. Het is niet moeilijk, in deze waarschuwing bij voorbaat een uiting van wantrou wen in het kabinet-Hajasji te lezen. Dit wantrouwen komt onverholen tot uiting in de Japansche liberale pens, die de constitutie verdedigt. Het departement van Oorlog heeft een po ging gedaan om de heersohende ongerust heid weg te nemen door het publiceeren van een toelichting tot de politiek, welke het le ger voorstaat. Deze toelichting komt op het volgende neer: 1. volledige uitoefening van de constitutie en de ontwikkeling van de parlementaire instellingen in een vorm die voor Japan past; 2. strikte inachtneming van de bevoegdheden van den Landdag; 3. 'n regeering in overeenstemming met de open bare meening. De toelichting ontkent verder, dat het leger het fascisme of hervormingen onder dwang zou wenschen in te voeren. Het leger wenscht economische vernieuwing, doch be seft dat te drastische veranderingen slechts ongeregeldheden zouden veroorzaken. Het is een wat rustige toon maar het zal de vraag zijn of de militairen, als zij daar straks kans toe zien, hun zin tot verster king van het militaire apparaat in Japan niet door zullen drijven en of de jonge offi cieren, als hun macht grooter wordt de hun verlangde regeeringsvorm, niet zullen ver wezenlijken. en onze protesten bij de autoriteiten, om den gewetensnood onzer geloovigen te hulp te snellen, thans een beroep moeten doen op de openbare meening. Wij vragen allen, die op de ontwikkeling van de verhouding in ons vaderland invloed kunnen uitoefenen. „Moet dat zoo blijven voortgaan? Zal ons Duitsche volk zelfs het meest verschrikkelijke niet bespaard blijven? Moeten nu ook de zielen van de Duitsche Katholieken overweldigd worden?" Koning Gustaaf van Zweden is gisteren morgen te 11 uur te Brussel aangekomen. Reeds te tien uur hadden zich de talrijke genoodigden vergaderd in de hal van de Noordstatie, die overvloedig met Zweedsche en Belgische vlaggen versierd was. Detache menten van het achtste regiment stonden met vaandels en muziek opgesteld. Op het perron wachtten onder meer Burgemeester Max, baron Houtart, gouverneur van Bra bant, minister-president van Zeeland en de minister van buitenlandsche zaken, Spaak, de komst van den Zweedschen koning af. Toen de koninklijke trein binnenreed, pre senteerden de troepen het geweer, trompet geschal weerklonk, waarna het Zweedsche volkslied gespeeld weid. Koning Gustaaf verliet den trein, gevolgd door den minister van buitenlandsche zaken, Sandler, en de leden van zijn gevolg. Hij werd het eerst begroet door Koning Leopold. De beide vorsten omhelsden elkander hartelijk. KONING GUSTAAF. In de hal van het station hief de wachten de menigte een blij gejuich aan. Toen het gezelschap de noordstatie verliet, weerklon ken de kreten: „Leve Zweden, leve de ko ning". Het groote Rogiersplein was afgezet door troepen te paard en te voet. Toen de vorstelijke personen in de rijtuigen hadden olaats genomen, juichte de menigte opnieuw langdurig en hartelijk, cn eenzelfde geest- Irift vergezelde den stoet langs den geheelen weg tot aan het koninklijk paleis. In een der salons van het paleis werden de voorzitters van Kamer en Senaat, de mi- listers en de ministers van staat aan koning Gustaaf voorgesteld. Vervolgens zaten beide vorsten aan een besloten noenmaal aan. In den namiddag heeft Gustaaf in het ge bouw van het Zweedsche gezantschap de leden der Zweedsche kolonie ontvangen. Noodelooze ongerustheid over den bekenden vlieger. Hij landt veilig in Italië. Ofschoon aanvankelijk geruchten ons be reikten, volgens welke de beroemde Oceaan vlieger, kolonel Lindbergh, bij de Hon- gaarsch-Zuid-Slavische grens een noodlan ding zou hebben gemaakt de meest som bere lezing luidde zelfs: verongelukt zou zijn blijkt de vlieger gezond en wel in Italië te zijn geland. LINDBERGH. Zooals men weet, onderneemt Lindbergh met zijn toestel „Mohawk" een vlucht Enge- gelandEgypte. Volgens een „U. P." bericht, nam hij zijn route daarbij niet over de middel-Zuid-Euro- peesche landen, maar over Frankrijk en Italië. Op de vlieghaven te Rome ontving men hedenmorgen telegrafisch bericht uit Mar- seille, dat de vlieger aldaar vanochtend om 7 u. 35 (M. E. T.) was opgestegen, met be stemming naar Rome. Een Havas-telegram uit Pisa meldde ons tegen den middag, dat de kolonel, in gezel schap van zijn echtgenoote, op het vliegter rein te San Gusto was geland. Hij zou tegen den avond naar Rome vertrekken. Een nader bericht uit Pisa meldt, dat het echtpaar Lindbergh op weg is naar Egypte. Verrassing in oflicieele kringen. De „Daily Herald" meldt, dat er in offi- cieele Britsche kringen nog al wat verrassing is geweest door mededeelingen, volgens wel ke in de Duitsche ambassade een draadlooze zendinstallatie zou worden aangebracht. Van dat voornemen aldus het blad heeft men nóch het ministerie van buiten landsche zaken, nóch de directie der poste rijen in kennis gesteld. Volgens de Britsche wet wordt zendvergun ning alleen aan amateurs of wetenschappe lijke onderzoekers verleend. Men acht het niet onwaarschijnlijk, dat von Ribbentrop een beroep zal doen op de immuniteit van het ambassadegebouw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 1