Stadsnieuws Waar gaan we heen? Feuilleton Heldersche Courant Tweede Blad Nederlandsche Reisvereeniging* Uitvoering T*A*V*E*N.U. Ontbinding Oranje- comité „Huisduinen"* Tweede winterconcert „Winnubst". Boltha 1937. De plaatselijke politieverordening* STERKOFFIE tN STERTHEE JUBILEEREN! Licht op voor alle voertuigen Hoornsche waardeering voor onze stafmuziek* Burgerlijke Stand van Den Helder HET RAADSEL VAN HET ONBEWOONBARE J-Jmg THEA BLOEMERS De N.R.V., afd. Den Helder, organiseert voor haar leden en genoodigden op Woensdag 10 Februari een voordrachtavond met licht beelden. Het groote succes van vorige avonden heeft haar doen besluiten wederom zoo'n avond te organiseeren. De heer A. Voetelink, oud stadgenoot en bekend leider der N.R.V., is bereid gevonden voor de afdeeling op te treden met het onder werp „Een reis door Denemarken". Genoemde heer is reeds voor verschillende afdeelingen der N.R.V. met succes opgetreden. De voor dracht wordt gevolgd door een keur van licht beelden. Het bestuur verwacht wederom een groote opkomst. Zie verder de advertentie in dit nummer. „Najaarsstormen". Met „Najaarsstormen", een comedie in drie bedrijven van Christien van BommelKouw en Henk Bakker, zal T.A.V.E.N.U a.s. Maan dag, haar 2den tooneelavond in dit seizoen brengen. De keuze van „Najaarsstormen" is toe te juichen, omdat het zoo'n buitengewoon geschikt stuk is, een echt „elck wat wils"- spel, met een vrij groote bezetting. De auteurs schreven reeds eerder „Robbe does". In „Najaarsstormen" brengen zij dezelfde personen als uit „Robbedoes" voor het voet licht; het is bedoeld als een vervolg, doch is dusdanig geschreven, dat het volkomen als zelfstandig stuk gespeeld kan worden. „T.A.V.E.N.U." wil U gaarne in de gele genheid stellen, deze voorstelling bij te wo nen. Zij, die kennis met „T.A.V.E.N.U." wen- schen te maken, kunnen een introductie aan vragen. In de advertentie, elders in dit blad, wordt U over een en ander ingelicht. Batig saldo basis voor eerstvol gende Oranjefeesten. Het Oranje-Comité „Huisduinen" hield Woensdag een vergadering, waarin het be over de inkomsten en uitgaven van de viering van de Huwelijksfeesten in de afgeloopen maand. De voorzitter van het comité, de heer Jac. Sinjewel, sprak een hartelijk woord van dank, allereerst aan hen, die door hun milde giften het feest op Huisduinen zoo schitterend deden slagen; voorts aan Mevr. De Zeeuw en haar helpsters voor haar spontane hulp. Een bij zonder woord van hulde komt de Muziekver- eeniging „Winnubst" toe, voor de fraaie op luistering van den lichtstoet en van de feest- vergadering. Spr. bracht ook een woord van dank aan alle autoriteiten, waarvan zulk een aangename medewerking werd ondervonden. Tenslotte aan de leden van het comité, in het bijzonder aan den heer Brakhoven, secretaris, en den heer Klein, penningmeester. Door een zuinig beheer en accuraatheid van den penningmeester kon medegedeeld worden, dat een batig saldo van ruim 10.de finan- cieele basis kan vormen voor de eerstvolgende Oranjefeesten. De heer Terra bracht, namens het Comité, dank aan den voorzitter voor zijne bekwame leiding, waarna het comité ontbonden werd verklaard en de vergadering gesloten. Gisteravond heeft in het Casino plaatsge vonden het tweede winterconcert van de Har moniekapel „Winnubst", onder leiding van kapelmeester H. B. Schenkels. Zooals men dat bij „Winnubst" alreeds gewend is, speelt men steeds voor een uitstekend bezette zaal en ook dit concert maakte hierop geen uitzonde ring. Opvallend was ditmaal wel in zeer ster ke mate, met welk een enthousiasme „Win nubst" ditmaal voor haar leden en donateurs optrad. Daar is gespeeld met een vaart en een plezier, die het beluisteren van dit concert inderdaad tot een onverdeeld genot maakte. Uit den aard der zaak komt hiervoor spe ciaal den directeur, den heer Schenkels, een woord van welgemeenden lof toe. Het concert ving aan, na het uitspreken van enkele welkomstwoorden door den voorzitter, met den welbekenden „El Capitan"-marsch van Sousa, en die even beheerscht als goed van klank ten gehoore gebracht werd. Het is trouwens bekend, dat „Winnubst" in dit genre muziek tot prestaties in staat is. Volgde Offenbach's even oude als schoone ouverture „Orpheus in der Unterwelt"; Hierin mochten wij verscheidene malen voortreffelijk werk hooren, zoowel van de kapel in haar geheel als op solistisch gebied. Daar werd vlot ge speeld, terwijl nochtans op de juiste wijze de speciaal in deze muziek zoo subtiele nuancee ringen op de juiste wijze geïnterpreteerd wer den Een compliment voor de clarinetten en tevens voor de saxofoons, die in eenige pas sages een bijzonder sonoor geluid lieten hoo ren. Hierna kreeg men te beluisteren een solo nummer, met begeleiding van het orkest en wel de solo van es-clarinet van Verroust (in een arrangement van Simon) en vertolkt door den heer J. Greuter. Deze solist, die wij reeds eerder zagen op treden, beschikt over uitstekende muzikale kwaliteiten en heeft ook van dit nummer we derom iets goeds weten te maken. Aanvanke lijk was de begeleiding wat mat, een ietsje onvast, doch al spoedig was men deze inzin king te boven gekomen en kwam de muziek tot haar recht. Een aardig nummer, niet bij zonder gemakkelijk, doch dat verscheidene zeer dankbare passages bezit. Het spontane applaus van het auditorium bewees, dat men het gebodene van den heer Greuter, die inderdaad voortreffelijk werk ge presteerd, had, op prijs wist te stellen. Na een kort intermezzo van den in dezen kring reeds traditioneel geworden humorist Bartoes volgde het optreden van den heer I. K. te Wiel, die met vleugelbegeleiding van Mevr. C. MoreeDol op tuba ten gehoore bracht het Concert No. 1 in B-dur van Alschausky. De heer te Wiel, een lid van Winnubst, be haalde vorige maand met dit nummer op het nationaal solisten-concours te Loosduinen een lsten prijs met lof (in de superieure afdeeling) en het is te begrijpen, als men de vertolking van dit uitermate zware stuk hoort, dat men hem deze welverdiende hulde schonk. Het is opvallend, met welk een gemak hij zijn instrument bespeelt, terwijl daarnaast treffen de fijnheid van klank en de maatvast heid. Met prachtige beheersching werd dit con cert gegeven, hetwelk des te meer tot zijn recht kwam door de uitstekende begeleiding van mevr. MoreeDol. Een intermezzo, dat ongetwijfeld het hoogtepunt van den avond beteekende. Tot slot trad het orkest nog op met een 4-tal nummers. Het bleek, dat thans eerst met recht de juiste geest vaardig over het korps was ge- Nog eenige dagen, geen twee weken meer, Dan opent de BOLTHA haar deuren! En zullen de bloemen, in Zomersche pracht, U lokken, met kleuren en geuren! Waar anders de muzen, met gracie, haar Kunst, In velerlei vorm demonstreeren, Zal Flora, de lieflijke bloemen-godin, Dan een viertal dagen regeeren. U kunt er dan zien, wat deskundige hand, Met goed mat'riaal kan bereiken! U ziet er de Tulp, het symbool van ons land, In vele variaties dan prijken! De Narcis, de Crocus, de Hyacint, Met 't lieflijke Sneeuwklokje samen: Er zullen daar ook nieuwigheden nog zijn, Die hebben nu zelfs nog geen namen. Ook kunt U er zien, wat een goede bloemist Met bloemen in-één weet te zetten! In kransen, als hulde en als „laatsten groet"! In manden en ook in bouquetten! Er komt een gazon met een echte fontein! Te veel, om hier alles te noemen! 't Geheel wordt een kleur- en een [geur-symfonie! Het „thema" is: Zeg het met bloemen! PH. B. POLAK. worden en reeds direct kon men genieten van den „Münchener Kindl"-Wals van Komzak. Volgde het preludium uit de eerste Arlés- sienne-suite van Bizet, een der mooiste ge deelten dezer suite en hierna een fantasie naar melodieën van „Pêcheurs de Perles". Het was kranig werk, dat het korps hier ten gehoore bracht, werk, dat bewees, dat het met „Winnubst" excelsior gaat. Dat zij voor haar taak berekend is. Het enthousiasme der zaal was van dien aard, dat de heer Schenkels verplicht was een toegift te geven en dat in den vorm van een schneidigen marsch. En dit was het einde van dit zoo zeer geslaagde tweede winterconcert. Althans- van het muzikale deel, want na de pauze trad nogmaals op Bartoes en tot slot was daar natuurlijk het „na-dansje" dat nog velen eenigen tijd gezellig bijeenhield. Op zij voor den brandweerauto! Tengevolge van het feit, dat het Motor- en Rijwielreglement per 1 November 1.1. eenige wijzigingen heeft ondergaan, stellen B. en W. den Raad voor om de Algemeene Politie verordening, in overeenstemming met die wij zigingen, op een aantal plaatsen te verande ren. Voorts kwam in de politieverordening nog geen bepaling voor, waarbij in een snelle en veilige verplaatsing van de brandweervoertui gen was voorzien. Het College stelt voor om het volgende artikel óp te nemen: „Bestuurders van motorrijtuigen, rij wielen, andere rij- of voertuigen alsmede bestuurders of geleiders van rij- of trek dieren of vee zijn verplicht met hetgeen door hen wordt bestuurder of geleid, wan neer de voertuigen der brandweer het signaal, daartoe door Burgemeester, en Wethouders voorgeschreven, geven, zich in de richting, waarin zij zich bewegen, zóó ver naar de rechterzijde van den weg te begeven, dat het voorbijrijden niet wordt belemmerd en aldaar stil te hou den, tenzij dit laatste voor het voorbijrij den niet noodig is." Tenslotte is gebleken, dat de artikelen han delende over het aanplakken onvolledig zijn. Wijzigingen worden voorgesteld, waarbij die onvolledigheid opgeheven wordt. Wilt U bij ons 125-jarig jubileum o.a. EEN PHILIPS RADIOTOESTEL EEN SIMPLEX HEEREN- OF DAMESRIJWIEL of EEN ZILVEREN HEEREN- OF 0AMESH0RL0GE winnen? Zendt ons dan vóór 1 Mei '37 opgave van zoo veel mogelijk bestaande Nederlandsche woorden (oude spelling), die U kunt vormen uit boven staand opschrift: „Sterkoffie en Sterthee jubileeren". Voorwaarden voor deelname: Voor ieder ingezonden woord moet een sluit- etiket met klein Sterretje, geknipt van een zak Sterkoffie of Sterthee, worden bijgesloten. Ieder woord mag niet meer letters van één soort bevatten, dan totaal in het opschrift voorkomen: alle woorden moeten verschillend zijn. Alle inzendingen moeten ons vóór 1 Mei 1937 franco worden toegestuurd. Bovendien ontvangt ieder deelnemer, die min stens 8 woorden en sluit-etiketten heeft inge zonden, een jubileumgeschenk. Dit geschenk heeft U direct, want het opschrift geeftU zoo zonder meer reeds vier van de acht woorden. Fa.Sn. Levelt Prins Hendrikkade 26 Amsterdam Koffie Thee Vrijdag 5 Febr17.24 uur Eenige dagen geleden heeft te Hoorn de Coen-herdenking plaats gevonden, een natio nale plechtigheid die o.a. opgeluisterd werd door de Koninklijke Marine Kapel o.l.v. kapel meester Leistikow. Dat de specifieke Marine-klanken in Hoorn waardeering oogstten, daarvan getuigen de hieronder volgende regelen, die wij aantroffen in de „Nieuwe Hoornsche Courant": Laten we maar direct met de deur in huis vallen: Leistikow heeft niet teleurgesteld of beter gezegd veler verwachtingen, die toch inderdaad hoog gespannen waren, overtroffen. Het is eenvoudig subliem, wat zijn corps weet te presteeren onder zijn rustige, strakke leiding. Technische moeilijkheden schijnen er voor deze ras-muzikanten niet te bestaan. Het is bij het brutale af, wat hij van zijn mannen durft te vergen en zonder dat het eenige in spanning schijnt te kosten, musiceeren deze meesters van hun instrumenten, hetgeen vooral bleek uit de Londen Suite van E. Coa- tus, het nummer van dit prachtconcert, dat ons het meest bekoorde en, gezien en gehoord de staande ovatie, ook op de aanwezigen den meesten indruk maakte. En dan, hoe fijn en zuiver was niet de sfeer van Brahms getrof fen in de beide Hongaarsche dansen, die warm en enthousiast gespeeld werden, zóó de beel den oproepend uit het land van de poesta. Of de vertolking van „Der fliegende Hol lander" van Richard Wagner, in het mooie arrangement van Blumentritt, dat van een sterke dramatische kracht was. De ouverture van De barbier van Sevilla, leek ons wat mat in den aanvang, overigens alle respect voor de uitstekende vertolking. Wij zouden hun te kort doen, als we niet de trombones noemden uit den Fackeltanz van Meyerbeer en de schitterende bas en tenslotte het slagwerk, licht en zwaar. Dit was zoo Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Vrijdag 5 Februari. Casino, 8.15 u. Prof. Dudlai. R. K. Volksbond, 8 u. Feestavond Maria- Congregatie. Zaterdag 6 Februari. Casino, 2.15 en 8.15 u. Prof. Dudlai. Dennenheuvel, 8 u. Uitvoering Tooneelver. ,,'t Noorderlicht". Zondag 7 Februari. Casino, 2.15 en 8.15 u. Prof. Dudlai. Rialto, 3 u. De avonturen van de bij Maja. R. K. Volksbond. Missie-tentoonstelling. Maandag 8 Februari. Casino, 8.30 u. T.A.V.E.N.U.-uitvoering „Najaarsstormen". Woensdag 10 Februari. Musis Sacrum, 8.30 u. Nederlandsche Reis- vereeniging. Lichtbeeldenavond. 4 Feb. 1937. GETROUWD: F. A. Beckering en L. A. Schmoginski; J. v. d. Pauw en W. Cheret; H. Prins en T. de Geus. BEVALLENE. P. F. Dunselmanvan Koningsbruggen, d. OVERLEDEN: J. Bijl (m) 79 jaar; Wed. A. Riemerts, 85 jaar. voortreffelijk in zijn bescheidenheid, dat het een unicum in den lande geacht mag worden. Geëindigd werd met een magnifieke marsch- potpourri. Deze rammelde nu letterlijk nergens, hoe buitengewoon was niet het effect met de trommels, zoo beheerscht, dat het weergaloos was. Het publiek toonde dermate zijn dankbaar heid, dat Leistikow nog een toegift deed spelen, iets wat bij hem groote uitzondering- is. Met den vroolijken Defileermarsch van den oud-kapelmeester Hazebroek werd geëindigd: Hoorn had weer eens een echt muzikaal evenement beleefd. De taptoe. Of liever gezegd, dit evenement was nog niet ten einde, want om 8 uur werd op de Veemarkt de taptoe geblazen. Hierbij werkten de populaire tamboers en pijpers van het corps mariniers mede. Dat men Hoorn inder daad iets goeds wilde bieden, blijkt wel uit het feit, dat de krachten uit Den Helder speciaal voor deze gelegenheid aangevuld waren met de beste pijpers uit Rotterdam. De drukte op de Veemarkt was enorm. Wij moeten het bij een ruwe schatting laten, doch meenen zeker van eenige duizenden luisteraars te kunnen spreken. En het was opnieuw de moeite waard. De tamboers, de pijpers, het heele corps gaven zich weer ten volle. Het zou onmogelijk zijn niet in herhalingen te vervallen als we onzen lof opnieuw wilden uiten voor het gebodene. Kortom, er is genoten en nog lang zal deze muzikale gebeurtenis in aller herinnering blijven. Allen, die er aan medewerkten, dat de Marine Stafmuziek naar Hoorn kon komen, verdienen hiervoor hulde en de dankbaarheid van het Hoornsche publiek, dat zijn waar deering niet onder stoelen of banken stak. Naar het Etigelsch bewerkt door 10) Marmaduke was teruggekeerd naar het huisje, dat ze aan miss Lee verhuurd had. Middlebury lag zestig kilometer verder! En anders had Marmaduke bezwaar tegen een wandeling van een half uur! Zij ging naar binnen en met het hoofd in de hand bleef zij zitten nadenken. HOOFDSTUK VIT. „Lady Susan Berkeley", diende Jenny aan en Amabel stond op, met een glimlach op het gelaat en uitgestoken handen. Lady Susan vatte die in de hare en drukte ze hartelijk. „Julian kwam ons gisteren expres zeggen, dat jij 't was. Ik ben zoo blij, dat er niet een of ander vreemde, zeurige, dikke, oude dame gekomen is! Ik weet niet hoe we op dat idee kwamen, maar we hadden het, en ik zag tegen de visite op als tegen een berg. Laat ik je eens bekijken, ik vroeg Julian of je ver anderd was, en hij zei: ga zelf maar zien. „Dat kan van alles beteekenen", lachte Amabel. „Ik zou je in ieder geval overal herkend hebben. Ik geloof niet, dat het een compli ment is voor een vrouw, als ae zeggen, dat ze er op haar veertigste nog net zoo uitziet als óp haar twintigste. Maar je ziet er in ieder geval prettig en aantrekkelijk uit. Je bent grooter dan vroeger, geloof ik." Zij praaten over de dagen van voorheen en ten slotte nam Lady Susan Amabel mee om thee te drinken. „Edward wil je zien", zei ze, „en Julian komt toch; dan kan die je later weer thuis brengen." Toen zjj op den grooten weg liepen, pas seerden hen twee dames met een grooten hond. „Miss Bronson en haar gouvernante", zei Lady Susan. „Ik moest je maar even voor stellen." „Angela!" riep zij en de beide anderen keerden zich om. „Mevrouw Grey mademoiselle Lemoine, miss Bronson", stelde Lady Susan voor. Angela Bronson was een heel lang, knap meisje, blond en door de zon gebruind, dat later ongetwijfeld een schoonheid zou wor den. Zij was verlegen en scheen niet te weten of zij een hand moest geven of niet, Made moiselle Lemoine vormde een levendig con trast met haar; er kwam zwart, zacht haar onder den kleine hoed uit, haar oogen waren tusschen grijs en groen in, haar teint was van een opvallende roomige blankheid. Al was zij niet bepaald mooi, zij kon haar pupil gemak kelijker evenaren door haar rustige voorname houding. Het viel Amabel op, dat zij zoo voortreffelijk Engelsch sprak. Gezamenlijk wandelden de vier dames ver der tot den hoek, waar hun wegen zich scheidden. Het gesprek ging voornamelijk over honden, naar aanleiding van het feit, dat de herder, dien Angela Bronson bij zich had, het vorige jaar bekroond was. „De naam Forsh-am wordt steeds beroem der," zei Lady Susan bij de thee tot Julian. „Kijk maar niet bescheiden, want Je kunt 't zelf niet helpen", voegde ze er gul lachend bij. „Dat meisje van Bronson fokt kampioen honden, en die heeten allemaal iets met Forsham er bij. Er is een Forsham-Favoriet en een Forsham-Fantasie en de hemel weet wat nog meer voor moois." „Waarom geen Bronson-Mormel!" mop perde Julian. „Dat wil ik Angela wel eens vragen, als je 't graag hebt," beloofde Lady Susan. „Het is heusch wel een aardig kind, alleen een beetje onnoozel, maar er zit geen haar kwaad bij. Als je soms iemand weet, die een goeden waakhond noodig heeft ze heeft er twee te koop, voor een prikje. Ik heb er één van gezien, een prachtbeest. Hij heet Forsham-Dapper", besloot ze met een knip oogje. „Dank je voor de mededeeling", antwoord de Julian. „Je kunt nooit weten, als je zoo alleen bent. Wat ik zeggen wou" hij wendde zich tot Amabel „heb jij nog iets van je hond gehoord?" „Ja," zei ze en ze keek hem niet aan, terwijl ze sprak, „die is naar huis geloopen. Ik kreeg vanochtend een telegram van miss Lee." „Naar huis?" vroeg Julian. „Ja," bevestigde Amabel, zonder de oogen op te slaan. Toen zij later samen huiswaarts gingen, verbrak Julian de stilte, die op het drukke afscheid gevolgd was, met de vraag: „Scheelt er iets aan? Je ziet er zoo moe uit." „Ik heb geen erg rustigen nacht gehad," antwoordde ze. „Dat wist ik zoodra ik je zag. Wat is er gebeurd. Amabel deed het verhaal, vlug en wat hij gend. „O, Julian, het was afschuwelijk!" bes'oot ze. „Dat begrijp ik. Maar je zei, dat er iets binnenkwam, toen de deur openstond. Mis schien is 't een zwervende kat geweest." „Het was geen kat,' zei Amabel. ,,'t Raak te in 't voorbijgaan mijn schouder aan." „Misschien heeft het dier gesprongen." „Het raakte mijn schouder en mijn knie, net alsof een mensch langs me heen ging. En het licht dan? Hoe verklaar je, dat dat uitging?" Electrisch licht gaat niet uit door den tocht, dit begrepen ze beiden. Eindelijk sprak Julian: „En Ellen is weg, zeg je?" „Ja, vanmiddag. De stakker kon het niet uithouden." Julian's hand sloot zich om haar arm. „En jij?" vroeg hij. Ze lachte onzeker. „O, ik stel het best. Het heeft me goed gedaan, dat ik eens heb kunnen uitpraten." „Het is geen doen voor je, daar alleen. Laat ik je naar de Berkeley's terugbrengen, Susan kan je best logeeren." „Je vergeet, dat ik mijn tweehonderd pond verdienen moet." „Laat mij dan meegaan en in den salon mijn bivak opslaan! Dan heb je me maar voor 't roepen als er iets niet in den haak is." „Ik ben bang, dat dat niet gaan zal," zei Amabel spijtig. „Waarom niet?" „De menschen..." „De menschen kunnen naar de maan loo- pen!" „Je moet rekening met ze houden. Je hebt er geen idee van hoe er in zoo'n dorp gepraat wordt." Zwijgend liepen ze voort. Eindelijk klonk Julian's stem weer: „Laat je je hond terugko men?" Amabel aarzelde. „Ik denk het niet... neen, ik laat hem maar liever daar." „Waarom?" vroeg Julian. „Je moet een hond hebben." Amabel zei niets. Julian kon een gevoel van ergernis niet onderdrukken. Wat waren vrouwen toch onberekenbaar! En dan dat hardnekkig zwijgen, als je wilde, dat ze spraken... „Waarom laat je hem niet terugkomen?" herhaalde hij. Met een rukje maakte ze haar arm los. „Ik weet het niet... Julian, het is zoo ont zettend vreemd..." „Wat is vreemd?" „Marmoduke is nog nooit wegegloopen; an ders is hij niet van me vandaan te slaan. En als er iets is, waar hij het land aan heeft, is het aan loopen, vooral in kil en nat weer; hjj is dol op warmte. En toch loopt hjj bij mij en het vuur vandaan en wandelt door regen en wind heelemaal naar mijn huisje, zestig kilo meter ver. Ik begrijp er geen steek van..." „En waarom laat je hem dan niet terug komen?" „Ik weet het heusch niet, ik kan het gevoel niet van met afzetten, dat ik dat onschuldige dier niet tegen zijn zin in dit avontuur moet sleepen." „Toch moet je een hond hebben", hield Julian koppig vol. Toen ze de villa bereikten en zij de deur opendeed, vroeg hij: „Mag ik even binnenko men? Ik wou nog iets met je bespreken." Ze gingen naar haar zitkamer en zij deed de deur dicht. iWordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5