T HOEKJE
OUDERS
Tob nooit hoekje
Inkomens van
Amerikaansche vrouwen
voor en na de
Wereldcrisis
Allerlei voetbezwaren
en hoe deze op te heffen
Oververwarmde kamers.
VOOR DE
II ITTERTJEfiüP1
Hoogtepunt in 1929
Werkverruiming na opheffing gouden
standaard,
(Van onze bijzondere correspondente).
Evenals in de meeste Europeesche landen
is ook in de Vereenigde Staten van Amerika
het jaar 1929 de tijd van de hoogconjunctuur
geweest.
Gedurende dezen tijd waren de arbeids-
loonen het hoogst, ja, zelfs mogen we zeggen,
dat ze menigmaal abnormaal hoog opgedre
ven waren.
In de Vereenigde Staten verdiende een
arbeider in doorsnede ongeveer 18 dollars per
week en de loonen van het vrouwelijk kan
toorpersoneel waren gemiddeld ongeveer 25
dollar per week.
Wanneer men in aanmerking neemt, dat
het hier een gemiddeld loon betreft en dit
resultaat berekend is met inbegrip van de
loonen der beginnelingen en leerkrachten, dan
begrijpt men, dat de meer geroutineerde vrou
wen aanmerkelijk hooger betaald werden.
Men vergete tevens niet, dat ook de koop
kracht van den dollar beduidend hooger was.
De wereldcrisis begon in 1930 en kostte het
bedrijfsleven meer en meer in de daarop vol
gende jaren, zoodat men langzamerhand een
teveel aan werkkrachten kreeg, wien het niet
mogelijk was, in handel, industrie of verkeer
een werkkring te vinden.
De loonen liepen terug en de nood der tijden
noodzaakte de arbeidsters zich te schikken
en zelfs blij te zijn, dat ze althans werk had
den. Deze vermindering van loon bereikte
veelal een bedrag van ongeveer 10 dollar per
week in het jaar 1933 voor fabrieksarbeid
sters, zoodat haar inkomsten zelfs beneden
de helft van eenige jaren terug kwamen, n.1.
van de hoogconjunctuur in 1929.
Na 1933 zijn de loonen vrijwel stabiel ge
bleven, hetgeen hieraan toe te schrijven is,
dat vele dezer arbeidsters bij verbruiks-
industrieën werkzaam waren, die minder door
de crisis getroffen waren, dan de kapitaal-
vormende.
In takken van Industrie als weverijen,
schoenen-, conserven-fabrieken e.d. bleef
steeds werk, alhoewel een teruggang duide
lijk waar te nemen viel. In de staal- en ijzer
industrie, in machine- en autafabrieken daar
entegen werden de arbeidsmogelijkheden tot
het uiterste beperkt; reden waarom de vrou
welijke arbeidskrachten gedurende de econo
mische depressie zich beter staande konden
houden, dan de mannen, die in laatstgenoemde
bedrijven werkten. Vergeleken bij de loonen
van de arbeidsters in fabrieken e.d. zijn de
loonen van vrouwelijk kantoorpersoneel naar
verhouding hooger gebleven. Deze loonen
waren eveneens in 1933 het laagst, doch een
gemiddeld loon bedroeg toch nog steeds 20,49
dollar; hetgeen beteekent, dat sedert 1929 een
teruggang van 16 plaats vond.
De crisis had in het voorjaar van 1933 het
hoogste punt bereikt en de toestand op de
arbeidsmarkt was uiterst gespannen. In April
1933 werd de gouden standaard opgeheven,
er werd weer meer geproduceerd, de arbeids
mogelijkheden verruimden zich, en de loonen
gingen omhoog, ook al door het feit, dat het
aantal werklui per week meer werd uit
gebreid. Sedert den herfst 1393 zijn produc
tie, werkmogelijkheden en loonen weer in
stijgende lijn.
Wat verdient de werkende Amerikaansche
vrouw thans?
In Mei 1936 was het gemiddelde weekloon
van een industrie-arbeidster gestegen tot 14.9
dollar, waarmede weliswaar de hoogte van
1929 nog niet bereikt werd. Tevens moet in
het oog gehouden worden, dat de koopkracht
der dollars ook beduidend verminderd is.
Het is dus geenszins mogelijk voor deze
werkende vrouwen, om ook maar eenigszins
„royaal" te leven, doch men kan zeggen, dat
de meest ernstige crisisverschijnselen in
Amerika overwonnen zijn.
Hoe het thans staat met het vrouwelijk
kantoorpersoneel
Aangezien de daling der salarisen geen
gelijken tred gehouden met die der week-
loonen der fabrieksarbeidsters, kan men niet
verwachten, dat de stijging een gelijk percen
tage bedraagt.
Het gemiddelde weekloon, dat terugliep op
20,49 dollar, geeft thans 21,32 aan, een stij
ging dus van 3,6% tegenover 50% van de
loonen der fabrieksarbeidsters.
In vergelijking tot de 'mannelijke werk
krachten op kantoren verdienen de vrouwen
slechts zéér weinig, nauwelijks meer dan het
gemiddelde inkomen van een man.
Ingestelde enquêtes hebben bovendien aan
getoond, dat de werkende Amerikaansche
vrouw zeer vele familieverplichtingen heeft,
zoodat haar inkomen relatief nog aan den
lagen kant is.
Natuurlijk geven wij toe, dat deze persoon
lijke belastingen niet op rekening gesteld
kunnen worden van hare werkgevers, doch
met dit al wordt het leven van de werkende
vrouwen in Amerika er niet gemakkelijker
door.
Aanpakken is het parool en inderdaad wordt
er door de vrouwen veel werk verzet.
(Nadruk verboden).
Eskimo-leerling (op Groenland): Heerlijk,
de thermometer staat vandaag 10 gr. onder
nul. Warmte-vacantiel
Practische wenken.
Vlekken op linoleum, die moeilijk te verwij
deren zijn, worden stevig ingewreven met
vloeibaar poetsgoed, daarna met een vochtige
doek afnemen en met was nawrijven.
Indien men spiegels eenmaal per maand met
een weinig goede boenwas inwrijft en deze
flink uitwrijft, heeft men ze in den tusschen-
tijd slechts met een verwarmde stofdoek op
te wrijven. Ze slaan niet aan en blijven er
door deze behandeling mooi glanzend uitzien
Indien de vleesch- of groentenmolen zwaar
gaat, „oliet" men deze met enkele druppels
glycerine. Komt deze eventueel in aanraking
met het voedsel onder het malen, dan zal dit
geen onaangename olismaak aannemen; ter
wijl de molen zelf weer gemakkelijk zal wer
ken.
VERKEERD BEGREPEN.
Een schilder ontdekte in een ouderwetse
boerenwoning een kamer, die hem zeer be
viel.
Mag ik deze kamer schilderen? vroeg hij
den boer.
Neen, dank-je.
Waarom niet?
Ten eerste komt mij dat te duur, en ten
tweede wordt het toch dadelijk weer vuil.
Wanneer men de eerste teekenen bemerkt
van wintervoeten, moet men wel bijzondere
aandacht aan de schoenen schenken, die vooral
niet mogen knellen en waarvan de zolen even
min te dun mogen zijn. 's Winters moeten
wollen kousen gedragen worden. Iedereen, die
wel eens last heeft gehad van wintervoeten,
weet, welke misère dit met zich brengt. Men
kan veel verzachten en het euvel grooten-
deels, zoo niet geheel genezen met wissel
voetbaden. Men neemt twee kommen of teilen
met water, één warm, één koud, en houdt de
voeten hierin afwisselend 4 minuut. Men
moet de kom met warm water steeds bijvul
len de duur der baden ongeveer 15 minuten
aanhouden. Deze voetbaden hebben eerst dè.n
resultaat, wanneer men ze geruimen tijd
neemt en daarna de pijnlijke plaatsen inwrijft
met het volgende mengsel: 80 gram terpen
tijnolie, 15 gram Venetiaansche terpentijd, 6
gram jodium, 6 gram kamfer worden in een
fleschje gedaan en in een warm water bad
verwarmd en opgelost. Goed afgesloten be
waren en de winterplekken met een penseel
bestrijken. Transpireerende voeten geven de
betrokkene en diens omgeving veel onaange
naams. Dagelijks baden met lauw water en
formaline of borax versterken de huid en hou
den deze toch soepel. Kousen en schoenen
vaak verwisselen. In de kousen kan men een
poeder strooien, dat uitstekend werkt en ge
makkelijk te bereiden is. Noodig: 100 gram
talkpoeder en 20 gram aluin worden ver
mengd in een strooibusje gedaan. Een ander
middel, dat vaak goede resultaten geeft, ls
een oplossing van 20 gram salisylzuur in 380
gram alcohol, waarbij men 100 gram gedis
tilleerd water voegt. Een scheut van deze op
lossing voegt men aan het voetbad toe. In ge
val men zéér veel last heeft van transpiree
rende voeten, kan men de kousen naspoelen
onder toevoeging van een scheut van deze
oplossing en daarna laten drogen.
Gezwollen en pijnlijke voeten kunnen een
gevolg zijn van ziekelijke stoornissen van hart
of nieren of wel door een slechte circulatie
van het bloed veroorzaakt, worden. Medisch
advies is niet alleen noodig, doch zelfs zéér
gewenscht. Is het euvel alleen aan overver
moeidheid toe te schrijven, dan zullen warme
voetbaden en massage weldadig werken. Eelt
en eksteroogen en een z.g. lederhuid onder
de ballen van de voeten kunnen voor een groot
deel voorkomen worden, indien men de voe
ten dagelijks baadt en daarna met een voor
dit doel verkrijgbare vijl langs het eelt gaat.
(Drogisten, apothekers).
Indien men zoo'n vijl niet in zijn bezit
heeft, kan men ook met puimsteen of schuur
papier langs het geweekte eelt wrijven, dat
op den duur geheel zal verdwijnen. Wanneer
men regelmatig volhoudt voetbaden te ne
men, ook nadat de eelt verdwenen is, blijft
de huid soepel en zacht. Na het bad van de
teenen af naar boven de voeten masseeren
met enkele droppels olijfolie of met vaseline.
Brandende voeten. De klacht van vele huis
vrouwen worden eveneens veel beter, indien
men een voetbal neemt met twee eetlepels
keukenzout of vier eetlepels azijn.. Men kan
op eenvoudige wijze zelf een badzout samen
stellen van 2 eetlepels keukenzout, 1 thee
lepel natron, 1 theelepel borax op één voetbad
te gebruiken.
Heeft men bij voortduring pijn in de voeten
en helpen deze middelen niet afdoende, dan
kan één of andere afwijking de oorzaak zijn
en is het aan te raden een orthopeadisch arts
te raadplegen.
Men zorge steeds, dat de kamers in den
winter niet oververwarmd zijn. Men komt
soms in gezinnen, waar de warmte bij het
binnentreden der kamers iemand tegemoet
komt en waar de thermometer 72 graden F.
en hooger aanwijst. Een normale kamertem
peratuur is 6265 graden en zich hieraan te
houden, is het verstandigst.
Indien men veel in oververhitte kamers ver
toeft, zal men veel gevoeliger zijn voor kou
vatten en alle mogelijke andere winterkwalen.
Men vindt de buitentemperatuur dan al spoe
dig „heel erg" koud en komt er meer en meer
toe in huls te blijven, inplaats van iederen
dag een flinke wandeling te gaan doen en
v f '--che lucht in te ademen.
j zij het parool Matig verwarmde
kameis en veel frissche lucht!"
bondag.
Groentensoep.
Kalfslever appelmoes.
Gebakken aardappelen.
Sinaasappel crème.
Maandag.
Ribstuk.
Spruiten aardappelen.
Drie in de pan.
Dinsdag.
Koud vleesch.
Schorseneeren met roomsaus.
Aardappelen.
Rijst, met bessensap.
Woensdag.
Rolpens.
Roode kool aardappel'.::.
Appelmoes.
Donderdag.
Gehakt.
Knolraap.
Aardappel-puree.
Macaroni met tutti-frutti.
Vrtfdag.
Aardappelsoep.
'Gebakken schelvisch.
Andtfvie- en bietensla.
Aardappelen en botersaus.
Zaterdag.
Stoofpot van
Wortelen, Kool, Aardappelen
en Lamsvleesch.
Fruit.
Slnaasappelcrême.
2% dl slagroom, 2 eiwitten, 150 gram sui
ker, 2 klontjes suiker, 3 bladen witte gelatine,
5 sinaasapplen, 1 citroen.
We raspen met de suikerklontjes de schil
van den goed gewasschen citroen en van 1
sinaasappel en persen de vruchten goed uit,
waarna we het sap door een zeefje gieten en
met de citroensap en de suiker verwarmen,
niet bepaald koken, daarna de geweekte en
goed uitgeknepen gelatine er in op laten los
sen. Room en eiwitten worden te zamen stijf
geklopt en hierbij wordt het afgekoelde vruch.
tensap gevoegd. In een kristallen vlaschotel
dienen we deze crème op met beschuitjes, b.v.
boudoir of bonne mère.
Schorseneeren met roomsaus.
1 kg schorseneeren, 4 1 melk, 30 gram
bloem, 25 gram boter, 1 dl room, zout en
nootmuskaat.
We borstelen de schorseneeren in lauw
water met een scheut azijn flink af, snijden
ze daarna in vingerlange stukjes, die wij
schrappen en in water en melk leggen om de
kleur te behouden.
We koken de schorseneeren in ruim water
met een scheut melk of azijn en zout gedu
rende drie kwartier of een uur. Daarna laten
wij ze op een vergiet uitlekken. Van de boter,
bloem, een tikje zout en noot maken wij met
de melk een mooi gelijk sausje, dat wij een
paar minuten laten doorkoken eij daarna door
de room roeren. De schorseneeren worden nog
even in de saus nagestoofd en opgediend, be
strooid met nootwuskaat.
Macaronischoteltje met Tutti Frutti.
200 gram macaroni, 3 eieren, 4 1 melk, 50
gram suiker, zout, 250 gram tutti frutti, 50
gram suiker, botervlokjes, paneermeel.
De macaroni wordt in kokend water met
zout gedurende 20 minuten gekookt, daarna
in het vergiet gedaan en overgoten met warm
water, dat we zooveel mogelijk laten uitlek
ken; de macaroni wordt in stukjes van 3 i 4
cm gesneden. De tutti frutti, die lifst van te
voren geweekt wordt, wordt zoo noodig nog
even opgeweld en bestrooid met de suiker. We
vetten een vuurvast schoteltje in en leggen
nu laag om laag macaroni en gestoofde vruch
ten, terwijl de bovenste laag uit macaroni
moet bestaan; we kloppen de eieren met de
suiker en melk en gieten dit mengsel over de
macaroni, strooien er paneermeel over en
leggen er botervlokjes op, plaatsen het scho
teltje 20 30 minuten in den oven en dienen
het warm op.
Stoofpot van wortelen en kool met
lamsvleesch.
14 kg winterwortelen, 14 kg aardappelen,
1 groene kool, 500 gram lamsvelesch, 200 gram
spek, 2 groote uien.
We schillen de wortelen en snijden ze in
blokjes, evenals de aardappelen; terwgl de
uien schoongemaakt en in plakken gesneden
worden; de kool in reepjes snijden. Het spek
wordt in dobbelsteentjes gesneden en uitge
bakken, waarna we in het vet de stukjes
vleesch bruin braden, evenals de plakken ui
en daarna ongeveer 4 1 water bijvoegen,
daarna de wortelen, kool en aardappelen bij
het vleesch doen en de geheele massa aan den
kook brengen en op een zeer lage pit laten
gaar smoren, afmaken met peper en zout
naar smaak. Zoo noodig nog een weinig wa
ter toevoegen, doch niet te veel. Voor het op
doen worden vleesch, kool, wortelen en aard
appelen dooreen geroerd, doch niet gestampt.
Inplaats van lamsvleesch kan men ook
goedkoop rundvleesch nemen, b.v. haché-
vleesch, doch dit moet een klein uurtje voor
de overige ingrediënten worden toegevoegd.
OORZAAK EN GEVOLG.
Resultaat verkeerd? Zoekt de
oorzaak en voorkomt herhaling.
Wij zijn geneigd om, als er in ons leven
iets verkeerd gaat de oorzaak overal eerder
te zoeken dan bij onszelf. Andere menschen,
de omstandigheden, dingen, die wij niet ge
weten hebben, enz., enz. Natuurlijk is het niet
mogwlijk om in het leven elke fout en elke
teleurstelling te voorkomen. Maar soms lijkt
het, alsof omstandigheden inderdaad een an
dere gedragslijn van onszelf, die door men
schen of omstandigheden uitgeoefenden in
vloed had kunnen ondervangen.
Zoo dikwijls zeggen wij: „dat heb ik niet
kunnen weten", terwijl het juister zou zijn
om te zeggen: „daaraan heb ik niet ge
dacht".
Menschen, die in het leven veel tegenslag
ondervonden hebben, zijn dikwijls geneigd om
cynisch te worden. Zjj nemen het standpunt
in, dat niemand te vertrouwen is, dat men
zich nergens iets van moet voorstellen, dat
elke poging ten goede bij voorbaat tot mis
lukking gedoemd is.
Cynisme is altijd een teeken van zwakheid,
van gebrek aan moed tot de noodige zelf
kennis.
Dat een mensch zijn vertrouwen in daartoe
onwaardigen gesteld heeft, is nog geen be
wijs, dat niemand te vertrouwen is.
Dat een poging om een of ander doel te be
reiken, mislukt is nog geen bewijs, dat het
zelfde doel langs andere wegen niet te berei
ken zou zijn. En dat het iemand op alle mo
gelijke manieren is tegengeloopen, is geen en
kel bewijs, dat het hem voortaan moet b 1 ij-
v e n tegenloopen.
Het is het meest onvruchtbare en onver
standige standpunt, dat wij kunnen innemen
om te zeggen: „ik heb alles goed gedaan,
maar het ongeluk vervolgt mü".
Om het beste van ons leven te maken, moe
ten wij zorgvuldig nagaan, welke factoren er
aanwezig zijn, waarvan wij gebruik kunnen
maken.
Wanneer iemand het middelmatige of min
der dan middelmatige hersenen een moeilijke
intellectueele opleiding wil volgen, is dat
plan hoogstwaarschijnlijk tot mislukking ge
doemd.
Wie zonder voldoende middelen een kost
bare studie wil volgen of er een kostbare lief
hebberij op nahouden, bereidt zichzelf een te
leurstelling.
Er zijn naturen, die juist in het streven
naar iets, dat onbereikbaar schijnt, een groote
voldoening vinden. Maar dan doen zij toch
verstandig, rekening te houden met de moge
lijkheid, dat hun plan onbereikbaar blijkt.
Daardoor kunnen zij den schok breken, die
een eventueele teleurstelling met zich brengt,
en voorkomen, dat die schok hun energie lam
slaat.
In het algemeen en voor de meesten van
ons is het altijd verstandiger een doel te kie
zen, dat theoretisch bereikbaar is, al behoeft
het niet gemakkelijk bereikbaar te zijn. Ver
der moeten wij leeren, om geestelijk veer
krachtig te zijn, zoodat wij ons snel kunnen
herstellen van de tegenvallers, die het leven
aan niemand bespaart. Zoodat wij onmiddel
lijk paraat staan met de reactie: „zoo niet,
dus anders", of „dit niet", dus „iets anders".
Aan degenen, die bij betrekkelijke kleinig
heden zwaartillend lang stilstaan herkent men
meestal menschen, die nog nimmer een wer
kelijk zwaren slag kregen. Wie het leven door
en door kent, vindt niet zoo gauw meer iets
„erg". Die heeft geleerd, om de tanden op
elkaar te klemmen en verder te gaan, wel
teleurgesteld, maar niet wanhopig. En dat is
het, wat wij allen moeten leeren.
DR. JOS. DE COCK.
„Hoe bevalt je vader die vermagerings
kuur?"
„Uitstekend! Het "schip, dat hg op zg'n
borst had laten tatoueeren, is nu nog maar
een roeibootje."
Teneinde het door mij in de twee laatste
„hoekjes" behandelde probleem zoo volledig
mogelijk te laten belichten, volge hier thans
een schrijven van een belangstellend lezeres:
Als belangstellende lezeres van Uw „Hoekje
voor de ouders", wilde ik U gaarne naar aan
leiding van uw laatste stuk, betreffende het
bijwerken van te jonge kinderen voor de 2e
klasse L.S., het volgende mededeelen.
Voor mijn huwelijk was ik zelf onderwijzeres.
Mijn eenige zoon werd 8 October 1935 6 jaar;
was dus 5 weken te jong om dat jaar in
de le klasse der L.S. geplaatst te worden.
Daar onze zoon blijk gaf van een behoorlijk
verstand, hebben wij geprobeerd, hem het vol
gend jaar in de 2e klasse geplaatst te krijgen,
wat ons is gelukt. Daartoe heb ik onzen zoon
vanaf 1 Sept. 1935 tot en met 30 Juli 1936
eiken dag één uur lesgegeven en wel van
9 u. v.m. tot 10 u. v.m., waarna ik hem dus
om 10 uur naar de fröbelschool bracht, waar
hij den verderen dag het onderwijs volgde.
Vacanties en vrije dagen kreeg hjj precies als
op de L.S.
1 Sept. 1936 heb ik hem (eerlijk gezegd met
angst van mijn kant) naar de 2e klasse ge
bracht van een opleidingsschool van H.B.S., dus
nu niet direct naar het eenvoudigste onderwijs.
Tot mijn groote opluchting was er in zijn
kennis geen hiaat te bespeuren.
In alle vakken was hjj precies even ver als
zijn medeleerlingen, waar ik natuurlijk voor
gezorgd had. Hij stond natuurlijk even vreemd
tegenover de orde in de klas, maar was daar
na een week aan gewend. Zijn eerste rapport,
j.1. Kerstmis, was dat van een middelmatig
goeden leerling.
Behaalde cijfers waren: Lezen 7; Rekenen
7; Ned. Taal 7; Schrijven 7; Teekenen 8;
Meegebrachte volle taal- en Tekenschriften
vertoonen meerdere malen de waardeerinrs-
cijfers 8910.
Ook de gezondheidstoestand van mijn zoon
liet het jaar, dat hjj werd bijgewerkt, niets te
wenschen over.
't Kind gaat daarbjj dolgraag naar school,
wat behalve een complimentje voor de klasse
onderwijzeres, toch ook inhoudt, dat de jongen
zich daar op zijn plaats voelt.
In den tegenwoordigen tijd, waarin de werk
gevers steeds naar jonge krachten vragen, is
ook bij de studie het gezegdetime is mo-
ney" van toepassing en daarom zijn wij blij,
dat onze zoon, die j.1. 8 Oct. 7 jaar is gewor
den, ook door medewerking van het betref
fende schoolhoofd, in de 2e klasse zit.
Mevr. B.
De zoon gaf blijk van een behoorlijk ver
stand, beter gezegd: een goed verstand.
De moeder was zelf oud-onderwijzeres, kon
dus haar kind zeer goed bijwerken. Een bij
zonder gunstig geval dus! De jongen ging, na
het lesuur van zijn moeder, toch naar de fröbel
school en bleef daardoor in contact met de
andere kinderen. Ook deze moeder had angst
voor het resultaat van haar proefns-ning! Hoe
moet dit dan zijn bij hen, die zelf wildvreemd
tegenover het onderwijs staan? De opmerking:
„time is money" vatte men niet tè zwaar op:
heel wat flink bestudeerde jonge krachten
ik ken onderwijzers met 212 b(jakten!
loopen desondanks to-h zonder betrekking!
Overigens geldt hier hetzelfde van 't geen
ik bij het vorig schreven heb opgemerkt!
Er zullen stellig wèl uitzonderingsgevallen
bestaan zoo gunstig de omstandigheden
hier echter waren, zal weinig voorkomen!
doch men moge hieruit nog geen a 1 g e m e e-
ne conclusie trekken! Vooralsnog bl(jf ik dan
ook bij mijn eigen opvattingen, vermeldt in het
eerste hoekje voor dit probleem.
Met dank voor de belangstelling aan alle
inzenders (sters).