Stadsnieuws m M.P van Hooijdonk 80 jaar* Feuilleton H Zaterdag 6 Februari 1937 Apotheken* Leger des Heils Heldersche Courant Matroos overboord geslagen en verdronken» Jongentje bijna verdronken. lOICCLSTL fCTC Tweede Blad Goedkoop stoken Gratis Juliana-spelen verkrijgbaar Fa. H. BOOY ZOON Het raadslidmaatschap van den heer Bregman» HET RAADSEL VAN HET ONBEWOONBARE 'AU IS THEA BLOEMERS Voor de betrekking van bode hg de afd. Den Helder van Volksonderwijs hebben zich niet minder dan 98 liefhebbers aangemeld. Voor het Bestuur der afdeeling geen ge makkelijke taak, uit de vele candidaten een keu3 te doen. Van hedenavond 10 uur tot Maandagmor gen is alleen geopend de apotheek van W. H. Kingma, Kanaalweg. Van Maandag 8 Febr. tot 15 Febr. wordt avond- en Zondagdienst waargenomen door H. J. Rootlieb, Binnenhaven. In een adv. in dit no. wordt bekend ge maakt, dat alle samenkomsten, 's morgens 10 uur, 's middags 3.30 uur (eveneens zaal samenkomst) en 's avonds 8 u. onder leiding zullen staan van Mr. Dieleman. Mr. Dieleman zal in de middagsamenkomst spreken over eenige kenmerkende karakter eigenschappen van het Leger des Heils. Bijna een halve eeuw directeur van Pro Patria. Het geheim van zijn „eeuwige" jeugd.' Herinneringen. Maandag a.s. hoopt de heer M. P. van Hooijdonk, de bekende directeur van de plaatselijke gymnastiek- en exercitiever- eeniging „Pro Patria", zijn 80sten verjaar dag te vieren. Directeur v. Hooydonk. 80 jaar... We hadden het er van de week met een kennis over. „Is mijnheer Van Hooij donk al 80 jaar? Nou, dat is 'm ook niet aan te zien!" zoo riep deze uit en inderdaad, zoo is het. Er zullen 'er onder onze lezers en lezeressen, die den kranigen Pro Patria-direc- teur kennen, óók wel zijn, die even verwon derd opkeken toen zij het hoofdje boven dit artikeltje lazen. Want het is toch een feit, dat men in die kwieke, veerkrachtig voort schrijdende, opgeheven figuur niet een man ziet die de 8 kruisjes genaderd is. Het merk waardige daarbij is, dat de heer Van Hooij donk, ondanks zijn hoogen leeftijd, nog in het volle leven staat, nog een levendige dagtaak vervult! We hebben den „directeur", zooals hij door alle leden en oud-leden van „Pro Patria" ge noemd wordt, een dezer dagen in zijn woning opgezocht en troffen hem dadelijk bereid ons het een en and^r te vertellen. „Als U het maar niet allemaal in de courant zet," zoo poogde hij onder het „interview" uit te komen. Zie, daarmede hebben we meteen een typi- schen karaktertrek van dezen veteraan te pakken. Bescheidenheid, ja, dat is een van de mooiste eigenschappen, die een mensch kan sieren. Alle die hem kennen, weten, dat deze eigenschap als het ware verpersoonlijkt is in Van Hooijdonk. Als een bijkans tachtigjarige, die 15 Decem ber van het volgende jaar het unieke feit hoopt te herdenken, dat hij een halve eeuw directeur van Pro Patria is, uit zijn leven ver telt, dan spreekt het welhaast vanzelf, dat dit verhaal onverbrekelijk verbonden is aan de historie van de gymnastiekvereeniging, waaraan hij verreweg het grooste deel van zijn leven gewijd heeft. We vernemen dan, hoe Van Hooijdonk eigenlijk bij Pro Patria terecht is gekomen. We gaan met hem in ge dachten terug naar het jaar 1888 en we zien, dat er in het voormalige houten Tivoli een uit voering gegeven wordt van de Onderofficiers- vereeniging „Vaderland en Oranje". Het pro gramma vermeldt o.m. het optreden van het drietal gymnasten Schutter, v. d. Werf en v. Hooijdonk, die allerlei gedurfde staaltjes, die meer van acrobatiek dan van gymnastiek weg hebben, aan trapéze, ringen en andere toestellen laten zien. Het „nummer" slaat ge weldig in. Het toeval wilde, dat Pro Patria kort tevoren haar directeur kwijt was ge raakt. Zoo was het te verklaren, dat de heer F. C. H. Schlamilch, dezelfde die nu nog in de Koningstraat woont, en die afgevaardigd was door zijn vereeniging om eens „naar een nieuwen directeur uit te kijken", zich onder de aanwezigen bevond en de beste van de drie gymnasten-acrobaten aanschoot... Zóó kreeg de onderofficier Van Hooijdonk op 15 Decem ber 1888 de technische leiding van Pro Patria, dat die dagen alleen nog maar bestond uit een hoofdafdeeling en de jongensklassen A en B, in handen. Die gymnastisch-acrobatische vaardigheid had Van Hooijdonk niet zoo maar opgedaan. Om het zoover te brengen had hij eerst een harde leerschool te doorloopen, waarvan die te Schoonhoven den jongen sportman het voornaamste van de gymnastiek bijbracht. Later, toen Van Hooijdonk overgeplaatst was naar Den Helder, waar hij deel uitmaakte van het voormalige regiment Vestingartillerie, werd hij tijdelijk gedetacheerd bij de Normaal Schietschool in Den Haag, waarvan hij 6 maanden later terugkeerde naar zijn regiment met het brevet van meester op sabel, degen en geweer in zijn zak. Dat brevet, thans een vergrijsde en versleten foliant, is gedateerd 30 Maart 1883... Leuke herinneringen? O ja, plenty. Vroeger werd er behalve gegymd ook veel geschoten. Dat deed men in de gymnastiekzaal met z.g. Flaubert-buksen. Zijn vriendelijk gelaat is met een lach overgoten, als de directeur aan dien tijd terug denkt. „Wat hebben we toen een pleizier gehad! Ik herinner me nog, dat de oude Hagenaar wel 5 of meer keeren schutterkoning geweest is. Maar behalve een prijs voor den besten schutter, hadden we ook een z.g. poedelprijs voor hem, die er het min ste van terecht had gebracht. Nou, dat uit reiken van dien poedelprijs, dat was me wat. Ieder jaar had men een andere mop, nu eens kreeg de „uitverkorene" een houten geweertje, dan weer een zuigflesch en meer van die „nuttige" dingen." Eiken Zondagmorgen werden die schietoefe ningen in het reeds lang afgebrande „Musis", dat haar houten wanden verhief daar, waar de firma Manheim thans in de Koningstraat resideert, gehouden. Toen mevrouw Hooij donk eens haar man wilde spreken en hem dientengevolge in het gymnastieklokaal wilde opzoeken, werd zij aan de deur teruggestuurd met de mededeeling: „Er komen geen dames binnen! We hebben hier geen getrouwde man nen!" Zoo was 't vroeger „in dien goeden, ouden tijd"... Veel lief en leed heeft de thans tachtig jarige met zijn vereeniging meegemaakt. Nadat het houten Musis afgebrand was, waar uit de directeur nog juist de geweren van zijn vereeniging kon redden, betrok men een tijd lang Casino, dat in die dagen ook nog slechts in hout bestond. Vandaar is Pro Patria terecht gekomen in het gebouw in de Weezen- straat, dat nog niet zoolang geleden geheel ge moderniseerd werd en waar men thans nog, tesamen met de zustervereeniging „O.K.K.", een uitstekende oefengelegenheid vindt. „Jam mer, dat we nooit tot een gebouw, wat heele- maal van ons zelf is, hebben kunnen toe komen", verzucht de a.s. jubilaris. Niet alleen gymnastiek en schieten. Men moet niet denken, dat directeur Van Hooijdonk in die vele jaren alleen maar onder richt heeft gegeven in gymnastiek en schie ten. Neen, hij was wat men noemt een all round sportman en in zijn geest voedde hij de jonge menschen, die onder zijn leiding kwa men, ook op. Toen de voetballerij steeds popu lairder begon te worden, behoorde hjj onder het elftal van Pro Patria, dat interessante wedstrijden op het Galgenveld speelde tegen H.B.S. en andere bekende Heldersche clubs uit dien tijd. In de laatste jaren is de wandelsport als het ware nieuw leven ingeblazen, maar vroe ger wisten ze ook wat tippelen was. Zoo be hoorde het vele jaren tot de gewoonte van Van Hooijdonk en zijn hoofdafdeeling om op Hemelvaartsdag een grooten wandeltocht te maken. Dan ging men met de boot van hier naar Akersloot en vandaar... loopen maar jongens,' over Uitgeest naar het Kasteel As senburg, over Limmen naar Alkmaar. Op een andere keer werd er van Haarlem naar Leiden geloopen. Toen men in de Sleutelstad aan kwam, liepen er 2 op hun kousen... hun schoenen hingen aan de veters over de schou ders, omdat de blaren verhinderden dat ze op de meer gebruikelijke plaats zaten... Dat was nog eens loopen! Het peil der huidige gymnastiek. We hadden nu het een en ander uit den ouden tijd gehoord en keerden nu naar het „heden" terug met de vraag: wat denkt U van het peil, waarop de huidige gymnastiek- beoefening staat? Onmiddellijk kregen we het antwoord, dat we verwacht hadden: in onze jonge jaren stond de gymnastiek op een hooger plan. Het lijkt wel of we toen meer durfden. Langen tijd is er een inzinking ge weest, maar het gaat de laatste jaren met de gymnastiek gelukkig weer veel beter. In onze vereeniging js de toéwijding en de ambitie weer grooter geworden en dat stemt mij natuurlijk tot groote vreugde. Wat de gym nastiek in het algemeen betreft, in ifederland is het Kon. Ned. Gymnastiek Verbond op den goeden weg, mede dank zij de prachtige demonstraties, die het laat geven door een keurtroep, welks prestaties ik nog kort ge leden in Schagen kon bewonderen. Nog tal van andere dingen heeft de krasse veteraan, van wien bekend is, dat hij menige oefening nog voordoet, ons verteld, van zijn ervaring op gewestelijke wedstrijden, waaraan hij met zijn vereeniging heeft deelgenomen, van de wedstrijden van het tegenwoordige „bondje", waaraan Hij wel eens zijn mede werking als jurylid heeft verleend, van de stormen, die over zijn leven gingen en waar voor ook hij en zijn echtgenoote niet gespaard bleven Nu staat hij aan den vooravond van zijn tachtigsten verjaardag, een mijlpaal, dien het velen niet gegeven is te bereiken. Of te be reiken zooals de heer Van Hooydonck dat doet: werkzaam, actief, met een gezond en sterk lichaam en met een helderen geest. De heer Van Hooydonk is wel het levend symbool van den serieuzen mensch, die altijd zuinig op zijn lichaam geweest is. Ziedaar het groote geheim van zijn krachtige gezondheid: wees zuinig op je lichaam. Dat wil niet zeggen, dat men zich alles ontzeggen moet, dat heeft deze veteraan ook niet gedaan. Maar hij hoed de zich voor uitspattingen en voorts maakte de sport hem „rechtop van lijf, rechtop van ziel." Het spreekt welhaast vanzelf, dat P. P. den tachtigsen verjaardag van haar directeur niet onopgemerkt voorbij zal laten gaan. Dinsdag avond komen adspiranten, leden en oud-leden van Pro Patria in Casino bijeen en dan zal er ook de directeur met zijn echtgenoote zijn. Wat er zal gebeuren, laat zich wel begrijpen; wjj behoeven daar niet over te schrijven. Maar dat men zal trachten om het bejaarde echt paar een paar onvergetelijke uurtjes te bezor gen, dat staat wel vast! Aan de vele gelukwenschen, die den heer Van Hooidonk dezer dagen ongetwijfeld zul len geworden, voegen we gaarne de onze toe. Dat hij nog lang werkzaam moge zijn voor de vereeniging, die hem niet missen kan en achter het schoone devies van het Koninklijk Nederlandsch Gymnastiek Vervond: Men sana in corpore sano! Een gezonde ziel in een ge zond lichaam Vrijdagmorgen is de matroos Bijl van de sleepboot „Marine Transportdienst No. H", welk vaartuig achter de expe- ditieloods op de Werf gelegen was, bezig met waterscheppen en is daarbij over boord geslagen en verdronken. Van het ongeluk is niemand getuige geweest. De schipper van het vaartuig was beneden in het schip en heeft niets gemerkt. Eerst toen men Bijl om 9 uur miste, aanvanke lijk meende men dat hij een boodschap was gaan doen, werd hier en daar geïnformeerd, doch zonder resultaat. Toen men daarna ontdekte, dat de waterschepper verdwenen was, is men gaan dreggen en reeds na een half uur haalde men het levenlooze lichaam van Bijl uit het water. Het slachtoffer was 53 jaar oud en onge huwd. Gistermiddag te ongeveer half 1 waren eenige jongens aan het spelen aan de Zuid straat en wel onder aan den waterkant, waar zich in het water de planken en balken be vinden. Op een gegeven moment is eten der kinde ren uitgegleden, met het gevolg dat het in het water stortte en onder de balken terecht kwam. Oogenblikkelijk stelde een der vriendjes red dingspogingen in het werk, en slaagde er in derdaad ook in het jongetje uit zijn benarde positie te verlossen. Een waarschuwing voor den laatste en een woord van lof voor den jongen redder is hier wel op zijn plaats. WEKENLANG MET RHEUMATISCHE RUGPIJN IN BED. In zeer korten tjjd weer op de been. „Vorig jaar had ik vreeselijke rheumatische pijnen in mijn rug en ik was drie weken lang volkomen hulpeloos. Toen schreef mijn moe der mij, dat ik beslist Kruschen Salts moest probeeren. Ik kocht dadelijk een flacon en kan naar waarheid verklaren, dat ik binnen twee weken weer op de been was." Dit schreef ons Mevr. A. G. Wanneer Uw afvoerorganen niet behoorlijk werken, zullen bepaalde afvalstoffen het lichaam verontreinigen en klachten veroor zaken, als rheumatische pijnen, hoofdpijnen etc. Kruschen Salts is een onovertroffen middel om lever, nieren en ingewanden aan te sporen tot gezonde, geregelde werking. De „dagelijksche dosis" Kruschen houdt U frisch en opgewekt als nooit te voren. Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rown- tree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt. (Adv.) PCRTRETL ATELIER JAC.DE BOER doet men met onze ANTHRACIET ad f 1.80 per H L., franco thuis NEEMT NOG HEDEN EEN PROEF Tel. 235 en 479 MOLENSTRA AT 134 Het rapport van de commissie ad hoe. Zooals men weet is in de Raadsvergadering van 15 September 1936 door den burgemees ter ingesteld een commissie ad hoe inzake het raadslidmaatschap van den heer J. Bregman, bestaande uit de raadsleden L. F. van Loo, J« H. Smith, Dr. P. Feenstra Kuiper, Mr. J. Mul der en C. Ran, met opdracht, te onderzoeken, of er aanleiding bestaat om den heer J. Breg man, op grond van artikel 28 en 26, 3e lid, der Gemeentewet, in zijn functie als raadsad. te schorsen en hieromtrent rapport uit to brengen aan den Raad. De aanleiding tot dit onderzoek was de bij het gewijzigd raadsbesluit verleende concessie tot radiodistributie, enz., door de Gemeente Den Helder aan de vennootschap firma E. N. Heijligenberg, vertegenwoordigd door haar firmanten E. N. Heijligenberg en J. Bregman, waarbij wederzijdsche rechten en verplichtin gen vastgelegd zijn in de overeenkomsten ge sloten d.d. 19 September 1934. Sommige leden van den Raad waren van meening, dat het raadslid J. Bregman als fir mant van de firma E. N. Heijligenberg in ver band met de genoemde overeenkomst in een zoodanige betrekking stond met de gemeente Den Helder, dat hij door het doen van leverin gen aan de gemeente in strijd kwam met artikel 26, derde lid, der gemeentewet, en op grond hiervan in zijn betrekking als raadslid diende geschorst te worden. Bovengenoemde commissie ad hoe heeft in een tweetal verga deringen, waarbij tevens de Gemeentesecreta ris, Dr. Mr. E. van Bolhuis, als adviseur aan wezig was, deze quaestie onderzocht. In de eerste vergadering werd de heer Van Loo tot Voorzitter, de heer Mulder tot Rapporteur benoemd. Tijdens haar onderzoek is aan de commissie gebleken, dat krachtens overeenkomsten, ge sloten d.d. 3 Maart 1936, tusschen de firman ten E. N. Heijligenberg en J. Bregman en Ir. G. E. F. van Dijk, aan laatstgenoemde de vol ledige leiding van de Heldersche Radio Cen trale firma E. N. Heijligenberg is opgedragen en genoemde Ir. Van Dijk als procuratiehou* der is aangesteld en tevens, dat, ingevolge Raadsbesluit d.d. 10 November 1936 door de Gemeente Den Helder op 25 November 1936 een overeenkomst is gesloten met de firma E. N. Heijligenberg inzake het onderhoud, enz., van de gemeentelijke brand- en /of politie- alarmeering en deze overeenkomst voor firma E. N. Heijligenberg is onderteekend door Ir. G. E. F. van Dijk, voornoemd, die krachtens voornoemde overeenkomst van 3 Maart 1936 de eenige persoon was, in de firma E. N. Heijligenberg, die bevoegd was een zoodanige onderhoudsovereenkomst met de Gemeente Den Helder te sluiten. De commissie is in meerderheid van meening, dat de concessie-overeenkomst voor de radiodistributie van de Gemeente Den Helder met de firma E. N. Heiligen berg geen overeenkomsten tot aanneming van eenig werk, noch van levering van eenig goed als bedoeld in artikel 26, derde lid, der Gemeentewet is, zoodat het raads lid J. Bregman met de verdere uitvoering dezer overeenkomst als firmant van ge noemde firma geen enkele daad doet, welke zou vallen onder artikel 26, derde lid der Gemeentewet. De commissie is in meerderheid voorts van meening, dat de bovenvermelde overeenkomst Naar het Eagelsch bewerkt door li) „Er moet een telefoon zijn naar de tuin manswoning." vertelde hij toen. „Die is een paar jaar vóór mijn tante's sterven aange legd. De man van Brownie was toen tuinier en zij vonden het een rustig idee, als ze Brown naar den dokter konden sturen, of Brownie konden roepen, als ze noodig was. Er waren niets dan vrouwen in huis." „Ik heb hier geen telefoon gezien," zei Amabel. „De installatie werkte toch nog, toen ik met George hier was, drie jaar geleden. Het toe stel zat in de kamer hier tegenover." „Laten we maar eens even gaan kijken," stelde Amabel voor. Zij staken de gang over. „Het toestel was déér, brj het raam," wees Julian. „Ze hebben er het bureau voor ge zet." Hij schoof het meubel opzij en er kwam een telefoontoestel van ouderwetsche con structie te zien. „Alsjeblieft", zei hij. „Wil jij even hier blijven? Dan ga ik naar het tuin manshuisje en dan zullen we zien of de zaak Werkt. Misschien moet de batterij bijgevuld worden, maar die is aan mijn kant." Amabel ging zitten en wachtte. Het had haar veel moeite gekost om Julian's aanbod, om in den salon te gaan wonen, af te slaan. Naarmate de dag vorderde, groeide haar angst voor den nacht. Als die telefoon werkte, zou dat een heele geruststelling zijn. Ze zou dan Julian elk oogenblik kunnen bereiken. Haar gedachten woelden dooreen, maar op den ochtergrond bleef steeds het besef van die ééne noodzakelijkheid: ze moest die twee honderd- pond van George verdienen. Wat er ook gebeurde, zij bleef op de villa. De telefoonbei rinkelde plotseling schel. Zij stond op, hield den hoorn aan het oor en hoorde Julian's stem zeggen: „Ben jij daar?" „Ja." Haar stem beefde een beetje toen ze antwoordde: „Dus de boel is in orde Kun je me duide lijk verstaan?" „Ja, heel goed." „Prachtig. Je hoeft maar te bellen en ik kan binnen twee minuten bij je zijn. Ik heb nog wat te doen; daarna kom ik nog even aan- loopen. Daar zullen „de menschen" toch wel niets tegen hebben?" „De menschen moeten probeeren een klein beetje redelijk te blijven", lachte Amabel. HOOFDSTUK VIII. Nog geen uur later werd er aan de voordeur gebeld. Amabel hoorde Jenny opendoen en toen een stap, die niet van Jenny was. Zij verwachtte Julian, maar op zijn metge zel was zij niet voorbereid. Julian keek triom fantelijk. Aan een ketting hield hij den grootsten herdershond, dien Amabel ooit had gezien. „Forsham-Dapper", stelde hij opgewekt voor, „gegarandeerd vrij van ondeugden, en een goed afgerichte waakhond. Kolossaal dier, hè? Te groot voor de tentoonstellingen, zeg gen ze, maar toch een mooi beest." „Julian, heb je hem gekocht?" „Een gegeven hond kijk je niet in den bek!" bestrafte hg vroolijk. „Als je het pre cies weten wilt; hij komt op proef." Julian maakte den ketting los. „Ga de vrouw eens goedendag zeggen!" Dapper kwam naar voren en hield den kop tegen haar uitgestrekte hand. Ontroerd keek ze Julian aan. „Het is een prachtdier," zei ze, „maar je had het heusch niet moeten doen." „Mij wou je niet hebben," protesteerde Julian, „dus moest ik wel een remplagant zoe ken. Laat hem voorloopig maar aan den ket ting en houd hem altijd bij je, al ga je maar even de kamer uit. Hij moet binnen heel rus tig zijn. Hoe is het met je souper, nu Ellen weg is? Brengt Jenny het boven?" „Ik haal het zelf. Jenny wil niet meer naar boven na de thee." „Ik zal wel eens met haar praten," ver klaarde Julian geërgerd. „Neen, toe, ik heb het heusch liever niet. Ze is zoo bang." „En jij dah?" vroeg hij. „Ik ben ook wel bang", gaf ze toe, „maar 't is m jj n souper, zie je." Ze sloten Dapper op in de zitkamer en sa men gingen ze naar de keuken om eieren en ham te bakken en koffie te zetten. Het was heel genoeglijk en er volgde een niet minder gezelligen maaltijd op. Wét de menschen ook praten, je kunt je koksmaat het eten niet weigeren! Dapper scheen te slapen, maar toen Julian opstand, deed hij één oog open en stak één oor omhoog. Ze brachten het blad naar beneden en met tegenzin nam Julian afscheid. „Houd Dapper bij je en bel me op, als je me noodig hebt," zei hij. Amabel knikte. Hij zag hoe haar gezicht veranderde. „Wat is er?" vroeg hij snel. Zij trachtte te glimlachen. „Het is kinderachtig, maar ik dacht aan gisteravond. We stonden precies zoo. Ellen en ik, toen de deur dichtsloeg en het licht uit ging- Julian legde de hand op haar arm. „Toe kind, kijk niet zoo ongelukkig. Ga den hond maar halen. Ik zal zoolang hier blijven. Hij had zóó onmiddellijk begrepen, dat ze er tegenop moest zien alleen de trap weer op te gaan, dat het haar verbaasde. Het was of één der vele sluiers, die zich in het verloop der jaren tusschen menschen weven, voor een oogenblik werd vaneen gescheurd. Zij kon hem niet aankijken, zijn oogen zagen te veel. En misschien zou zij ook iets zien, dat zij nu nog niet zien durfde. Een vuurroode blos trok over haar gezicht en zonder iets te zeggen, keerde zij zich om en snelde de trap op. Toen zij terugkwam, was de sluier weer tusschen hen; het moment van intimiteit was voorbij- gegleden. Ze wenschten elkander goedennacht. Daar op sloot Amabel de deur, schoof de grendels dicht en ging terug naar de zitkamer. Dapper liep rustig naast haar. Om tien uur ging ze met hem mee naar buiten. De hall deed haar niet zoo griezelig aan. Het regende een beetje, maar het was niet koud. Toen ze weer binnen kwam, zag ze Jenny aan het eind van de keukengang en riep haar een nachtgroet toe. Vervolgens liep ze met Dapper naar haar slaapkamer, deed de tusschendeur op slot en ging naar bed. Met de telefoon en Dapper voelde ze zich rustiger dan met de zwartgallig» Ellen. Dapper lag naast de groote linnenkast. Hij sliep al, toen zij uitgekleed was. Amabel trok het licht uit, en ging liggen, vervuld van dankbaarheid jegens Julian. Ongeveer twee uur later werd ze wakker. Ze meende een geluid te hooren, maar kon niet direct realiseeren wat het was. Toen kwam ze tot het besef, dat Dapper knorde, hoorde hem door de kamer loopen, stak de hand uit en trok het licht aan. In dezelfde seconde keerde hij den kop naar haar toe en zag zijn oogen, groot en angstig. Daarna liep hij naar de deur, en ging daar staan snuffe len en janken. „Dapper, zoete hond, ga liggen," suste Amabel. Weer die vlugge, angstige blik naar haar. „Liggen, Dapper!" Maar het dier bleef janken en krabde aan de deur. Amabel stond op en luisterde. In het eerst hoorde ze niets. De hond werd steeds opgewondener. Ze streelde hem over den kop en meende toen een geluid te hooren, een ver geluid, dat ze niet kon thuis brengen. Maar Dapper was niet meer te houden. H(j stond nu op zijn achterpooten, kraste met scherpe jankstooten tegen de deur; nu en dan keerde hij zich om, likte Amabel de hand en legde een poot op haar pols. Zij nam het einde van de ketting op, draaide het tweemaal om haar hand, deed de deur open en reikte naar de schakelaar van de ganglichten. De hond sprong en rukte en ze lag op haar knieën vóór ze het knopje had kunnen aanraken. Het hooge gerekte gekerm van een kat kwam uit het gapende duister tot haar. De ketting werd uit haar hand gerukt, zij ver loor het evenwicht geheel en viel. Dapper was weg. Ze hoorde hem de trap afrennen en toen zij overeind kwam en het licht aandraaide, was het gemauw van de kat er weer. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5