Stadsnieuws
Hu
SCHEEPSPASSAGES
VELTHUiJS
is
Feuilleton
f VAN 1
HOUTENS
i CACAO i
Waar gaan we heen?
Donderdag 18 Februari 1937
Heldersche Courant
Tweede Blad
Buurtcomité Van Galenstraat
De verrassing
van T*A*V*E.N*U
naar OOST- en WEST-INDIË,
Noord- en Zuid-Amerika
Afrika, Azië, Australië.
HET RAADSEL
VAN HET
ONBEWOONBARE
THEA BLOEMERS
Een avond in Hollywood.
Licht op voor alle voertuigen
Zeekrijgsraad
Willemsoord.
Hr. Ms. „Hertog Hendrik" die gisterennacht aan den grond liep.
De Boltha opent
Dinsdagavond werd in Café „Centraal" de
slotvergadering gehouden mét de bewoners
van de Van Galenstraat.
De Voorzitter gaf een overzicht van de
werkzaamheden van het Comité, bracht zijn
bijzonderen dank aan de Autoriteiten voor de
ontvangen medewerking, waardoor het mo
gelijk werd, dat de versiering overeenkomstig
het vastgestelde plan kon worden uitgevoerd
Voorts werd dank gebracht aan de bewo
ners voor de spontane medewerking en finan-
cieele steun, waaruit gebleken is, dat voor
nationale feesten op die steun mag worden
gerekend.
De Penningmeester gaf daarna een uitvoe
rig verslag van inkomsten en uitgaven, welk
verslag door een commissie uit de vergade-
ring, bestaande uit de heeren: Kwast, Abennes
en Klein werd nagezien en accoord bevonden,
waarbij tot groote voldoening werd geconsta
teerd, dat de uitgaven door de inkomsten wer
den gedekt.
Bij monde van den heer Kwast werd den
Penningmeester daarvoor dank gebracht.
Bij de rondvraag werd door den heer Latjes
dank gebracht aan het Comité, welk dank
woord door de vergadering met applaus onder
streept werd.
De Voorzitter achtte hiermede 'de werk
zaamheden van het Comité, als beëindigd,
waarop het Comité werd ontbonden, met den
wensch in de toekomst bij nationale gebeur
tenissen weer op de bewoners van de Van
Galenstraat te mogen rekenen.
„Najaarsstormen" a.s. Donderdag
voor het Heldersche publiek.
Ongetwijfeld zullen onze lezers zich de laat
ste prestaties van de plaatselijke tooneelver-
eeniging TAVENU nog herinneren, en wel bij
de opvoering van „Najaarsstormen", die wij
in ons blad van Dinsdag 9 Februari als een
modelopvoering mochten kwalicieeren. Zelfs
het verwende en altijd min of meer critische
TAVENU-publiek bleek hoogelijk voldaan,
zoowel met keuze als vertolking van dit stuk,
iets wat een bijzonder compliment mag heeten.
En inderdaad; dit stuk is een gelukkige
greep van TAVENU geweest. Een episode,
zoo uit het volle leven gegrepen, een stuk, dat
ons menschen laat zien zooals wij-zelf zijn en
wier belevenissen juist door hun menschelijk-
heid een markante taal spreken.
Voor deze uitvoering heeft TAVENU lang
en serieus moeten werken en hoewel er, zoo
als wij reeds schreven, sprake was van een
buitengewoon succes ten aanzien van de
kunstlievende leden der vereeniging, leek het
ons toch in meer dan één opzicht jammer dat
au fond zoo weinig stadgenooten van dit
prachtige stuk tooneel, met zijn zoo zeld-
zaam-gunstig uitgebalanceerde bezetting, kon
den genieten.
Het bleek dat deze meening correspondeerde
met die van het TAVENU-bestuur, dat ons
een dezer dagen mededeelde, dat men besloten
had het Heldersche tooneel-lievende publiek
in de gelegenheid te stellen van „Najaars
stormen" te laten profiteeren.
Ten eerste, omdat men meent hiermede
een 800-tal personen een genoegen te doen
en ten tweede naar aanleiding van het
vertrek van den heer en mevrouw West
hoeve, de beide TAVENU-veteranen, die
sedert een respectabele rij van jaren het
REISBUREAU
t.o. POSTBRUG
Naar het Engelscb bewerkt door
21)
Ze bereikte de deur van de Browns, greep
den deurknop en haalde hijgend adem, met
het hoofd tegen het paneel. Binnen hoorde ze
de stem van Jenny, die bezig was voor te
lezen. De woorden vloeiden zacht en effen.
Toen kwam de stem van juffrouw Brown
dichterbij dan die van Jenny:
„Dank je hoor we gaan nu gauw slapen.
Je bent een goed kind."
Amabel klopte hard op de deur, klopte nog
eens. Ze had een gevoel of ze verdronk, zoo
zwaar viel haar het ademen zoo zwaar het
denken. Zij hoorde een stoel achteruit schui
ven, voetstappen over vloer. Een sleutel werd
omgedraaid, een knip weggeschoven. De deur
ging op' een kier; ze duwde er tegen, maar
voelde dat er van de andere zijde weerstand
geboden werd.
„Ik ben het, Jenny mevrouw Grey,"
riep ze.
Op die woorden ging de deur wijd open en
zij trad de kamer binnen.
Juffrouw Brown keek haar angstig aan.
„Is er iets gebeurd?" vroeg ze.
Amabel haalde diep adem. De kamer was
zoo zindelijk, zoo ordelijk, zoo gezellig, dat het
artistieke peil van hun vereeniging zeer
hoog gehouden hebben.
Wij twijfelen er niet aan, of onze stadge
nooten zullen deze, o.i. bijzonder sympathieke
geste van TAVENU, op de juiste waarde
weten te schatten, temeer, daar velen van hen
nog de meest prettige herinneringen aan de
vereeniging hebben. In dit verband mogen wij
wijzen op de compleet-uitverkochte zaal
tijdens de „Freuleken"-uitvoering voor de Hel
dersche Courant, een jaar geleden.
De opvoering van „Najaarsstormen"
is vastgesteld op Donderdag a.s. (25
Februari).
TAVENU zorgt evenwel voor nog een ver
rassing en wel: de toegangsprijs. Men heeft
gemeend dat deze, om inderdaad ieder in
de gelegenheid te stellen, zoo laag mogelijk
moest zijn, en dat er voorts geen rangen-stel
sel gevolgd zal worden.
De prijs bedraagt, met inbegrip van belas
ting35 cent.
Voor bijzonderheden betreffende plaatsbe
spreking e.d. verwijzen wij naar de advertentie
in volgende nummers en naar de berichten
op deze plaats.
Als wij evenwel reeds nu adviseeren mogen:
houd Donderdagavond 25 Februari vrij. Ge
kunt dan voor een luttel bedrag iets bijzonders
zien.
Men verzoekt ons opname van het volgende:
Dit is de titel van een Bal-Masqué, welke
het Dans-instituut „Polak" zal organiseeren
op 13 Maart a.s. in Musis Sacrum, voor zijn
leerlingen en waarop de ouders kunnen mede-
genieten van dezen avond van jolijt. Introduc
ties voor gemaskerden, ongemaskerden en
ouders kunnen reeds worden aangevraagd.
Men leze de advertentie in de Heldersche
Courant van heden (Donderdag).
Donderdag 18 Febr. 17.48 uur
Een eigenaardig jongmensch.
De eerste zaak, die op de rol van de zitting
van den Zeekrijgsraad van gistermiddag voor
kwam, was die van den matroos 3e klasse
A. J. F. van S., die beschuldigd werd van een
drietal door hem gepleegde diefstallen en
daarenboven nog van een valsche aangifte.
In het kort zat de heele geschiedenis want
door het onderlinge verband^ dat tusschen de
diefstallen en die valsche aangifte gelegd
werden, kunnen we van één geheel spreken
als volgt in elkaar. In den nacht van den
Eersten op den Tweeden Kerstdag deed van
S. met een aantal collega's dienst op het
Commandementsgebouw aan de Buitenhaven
alhier, waar zij om beurten wachtdienst
moesten verrichten. In dien nacht is het ge
beurd, dat van den matroos J. Sonneveldt
een gulden en van zijn makker Fransen een
kleiner bedrag gestólen werd, van welke dief
stallen Van S. verdacht werd. Later was de
barbier W. J. het slachtoffer en het corpus
delicti een portemonnaie inhoudende het aar
dige bedrag van 7.50. De manier, waarop de
verdenking op Van S. kwam te vallen, was
hoogst eigenaardig. Op zekeren dag werd
hem namelijk door een matroos twee kwartjes
ter leen gevraagd, Van S., die naar zijn
zeggen toen geen cent meer bezat, wilde zich
groot houden en beloofde het gevraagde te
verschaffen. Dat was heel dom van hem,
want toen z'n collega hem korten tijd later
vroeg om de beloofde 2 kwartjes te geven,
moest hij een „smoes" verzinnen om niet uit
te laten komen, dat hij geen sou bezat. Hij
maakte toen den leengragen matroos wijs,
dat zijn geld hem ontnomen was. Deze ma
troos, ook niet gek, drong er toen bij van S.
op aan, om aangifte van dezen „diefstal" te
doen. En van S., in zijn kinderlijken eenvoud,
liet zich hiertoe inderdaad verleiden. Hij deed
aangifte van een diefstal van 3.50 en maak
te zich dus schuldig aan een ernstig misdrijf,
daar van diefstal, althans bij hem, geen sprake
was.
De rechercheur Beukers werd in de zaak
gemoeid en die stelde na een verhoor van Van
S. vast, dat deze zélf de dief kon zijn. De
heer Beukers werd in niet geringe mate in
zijn meening versterkt, doordat Van S. inder
daad bekende, de portemonnaie met de 7 en
een halve pop van den barbier gestolen te
hebben. Maar die bekentenis trok hij later
weer in en ook nu, voor het fatale hekje, ont
kende hij pertinent zich aan eenigen diefstal
te hebben schuldig gemaakt. Mr. Arn. Veld-
GOUDETIKET:
pittig en krachtig
man, die ook deze zitting presideerde, onder
wierp den beklaagde aan een langdurig ver
hoor, waarbij hij den geheelen gang van zaken,
van de diefstallen op den zolder van het
commandementsgebouw af tot en met de val
sche aangifte naging, doch alhoewel de pre
sident Van S. eenige malen er op betrapte,
dat diens verklaring voor den officier-commis
saris afgelegd, niet klopte, met hetgeen bekl.
thans zeide, bleef van S. ontkennen.
In zijn rquisitoir liet de officier van admi
nistratie der 1ste klasse, Mr. D. B. A. Fran
ken, duidelijk uitkomen, dat Van S. in menig
opzicht niet mee kon komen met zijn makkers,
waarvan de meesten „gehaaid" genoeg zijn.
Dit feit had Van S. blijkbaar willen maskeeren
door een zekere mate van grootdoenerij, welke
hem er toe bracht de voor een normaal mensch
meest onbegrijpelijke dingen te doen. Wegens
gebrek aan bewijs moest de fiscaal vrijspraak
vragen voor de ten laste gelegde diefstallen,
maar anders was het met de valsche aangifte,
daar hier de militaire justitie was misleid.
Wat de strafmaat aangaat, wilde de fiscaal
rekening houden met het feit, dat Van S.
eigenlek niet tegen zijn makkers opkon. Op
grond van het gestelde in de artikelen 27 en
188 van het Wetboek van Strafrecht vroeg
Mr. Franken 6 weken gevangenisstraf met
Zie het bericht daaromtrent, elders in dit nummer.
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Donderdag 18 Februari.
Musis Sacrum, S u. Opening bloementen
toonstelling „Boltha 1937".
Casino, 8.15 u. Uitvoering Speeltuinvereeni-
ging, afd. Tuindorp.
Vrijdag 19 Februari.
Zeevaartschool, 8 u. Lezing Heldersche
Weer- en sterrenkundige Kring van Dr. Vis
ser. Onderwerp: Aardbevingen en het weer.
Zaterdag 20 Februari.
Casino, 8 u. Vertooning Cultuurfilm. Ver. v,
Ondoff. bij de Zeemacht.
Dinsdag 23 Februari.
R.K. Volksbond, Molengracht, 8 u. Openbare
Propaganda-filmavond van de Ned. Ver. tot
afschaffing van alcoholische dranken.
aftrek van den tijd (van 11 Januari af) door
Van S. in voorarrest gezeten.
De officier van administratie der 1ste klasse
L. P. va» Boven hield op juridische gronden
een lang pleidooi, waarbij hij tot de conclusie
kwam, dat Van S. vrijgesproken moest
worden van den diefstal van de porte
monnaie met de 7.50 en dat de zaak be
treffende de valsche aangifte ter afdoening
terug verwezen behoorde te worden naar den
Commandeerenden officier. Bovendien criti-
seerde de raadsman het feit, dat bekl. reeds
1 maand in voorarrest doorgebracht heeft. Zou
de zaak inderdaad terugverwezen worden, dan
zal daadwerkelijk overblijven, dat Van S. zijn
soldij over dezen tijd niet meer ontvangen zal.
Tenslotte pleitte de heer Van Boven voor een
vrijere wetstoepassing.
Na re- en dupliek, besloot de Krijgsraad
uitspraak te doen over een week.
Een niet onsympathieke deserteur.
De stoker der 3e klasse C. B. van L., die
op Hr. Ms. Van Speyck diende, was in gezel
schap van een paar kameraden op 9 Januari
1.1. van boord gegaan om daarop niet terug te
keeren op het voorgeschreven tijdstip. Eerst
den 18en Januari werd weer iets van Van L.
gehoord, toen deze zich n.1 eigener beweging
meldde aan de Marinierskazerne te Rotterdam
Uit het requisitoir van den fiscaal, zoowel als
uit het sympathieke pleidooi van Mr. J. Mul
der bleek, dat we hier niet te doen hadden
met iemand, die gedeserteerd was, omdat hij
zoo'n hekel aan den dienst had, of uit andere
opstandige overwegingen. Hij is een Pallieter-
type, zooals Mr. Franken hem noemde, die ge
kweld werd door een familiedrama, dat hij
naar zijn beste weten uit de wereld wilde
helpen.
Dat hij dit middels desertie trachtte te doen,
waardoor hij nog veel verder van huis raakte,
was niet handig van hem, maar de motieven, 4
die hem er toe gebracht hadden, waren klaar
en volkomen begrijpelijk. Uit alles kon men
merken, dat zoowel de fiscaal als de verdedi
ger het betreurden, dat van L. zich niet een
dag eerder had aangemeld, waht dan zou zijn
ongeoorloofde afwezigheid krijgstuchtelijk
kunnen worden afgedaan. Maar de fiscaal was
Heden gaat de Boltha open!
d'Aanvang van een bloem-festijn,
Waarop elke bloemen-minnaar
Minstens éénmaal hoort te zijn.
Hoort de Sneeuwklok vroolijk luiden:
Welkom, welkom allemaal!
Welkom! goede bloemen-vrienden!
Welkom in de Boltha-zaal.
Heden gaat de Boltha open!
Als de klok „drie uren" slaat.
Zondagavond is het sluiting!
Maandag is U reeds te laat.
Dan vindt U het wellicht jammer!
Neemt daarom een kloek besluit:
Komt, als U een uurtje vrij heeft
En stelt Uw bezoek niet uit.
PH. B. POLAK.
haar even een gewaarwording van opluchting
en veiligheid gaf.
Ze schudde ontkennend het hoofd.
„Ik dacht... het lijkt wel of er rook staat
of mist, of zooiets, in de gang. Jenny wil mis
schien wel even meegaan naar de keuken om
te zien of er iets brandt."
„Ja zeker!" zei juffrouw Brown. „Maar ik
ruik niets en ik heb een scherpen neus voor
brand. Ik denk, dat er wat damp opslaat.
Maar Jenny zal wel even mee gaan kijken."
Amabel wendde zich tot Jenny, een Jenny,
die zij nog nooit gezien had, met lange, roode
vlechten en in een rood flanellen ochtend
japon, die haar bleek gezicht bijna spookach
tig maakte.
Jenny bewoog zich niet.
„Het is niemendal," mompelde ze. „Er
stijgt wat damp op na den regen, anders niet."
Ze had de deur dichtgedaan, toen Amabel
was binnengekomen en stond er nu vóór, met
de armen over elkaar. Haar vingers waren
in voortdurende beweging.
„Maar we kunnen toch even kijken," drong
Amabel aan.
Jenny bewoog zich niet.
„Het is heelemaal niet noodig om te kij
ken," hield ze norsch vol. „Als een mensch de
moeilijkheden niet zoekt, vindt h(j ze niet."
Amabel keek haar uit de hoogte en veront
waardigd aan.
„Ik vind je houding buitengewoon vreemd,
Jenny," zei ze scherp. „Ik zal er met mijn
heer Forsham over spreken."
Jenny's lip trok en juffrouw Bronw zei met
een treurige stem:
„U moet maar geen notitie van haar nemen,
men, mevrouw. Jenny je staat mevrouw Grey
in den weg. Doe de deur open en vertel geen
malligheden, kind."
Amabel voelde, dat ze werd weggestuurd.
Ze zag Jenny de deur openen en een stap
opzij doen. Het licht scheen uit de kamer de
gang in. Het was nog schemerig, maar de
dichte damp was verdwenen.
„Wil je deze deur openlaten, tot ik boven
ben, Jenny?" verzocht ze, wat kortaf.
En met een haastigen groet ging ze.
Vóór ze een meter ver de gang in was,
hing de mist weer dik om haar heen en ze
hoorde Jenny haastig de deur dichtslaan en
de knip er voor schuiven. Toen zij de onderste
trede van de trap bereikt had, klonk er uit
de hal een geluid alsof iemand lachte. Heel
even bleef ze staan. Het geluid kwam van
rechts, de kamers van de Browns waren links
in de gang. Ze pakte de leuning en ging de
trap op, drie, vier vijf, zich dwingend bedaard
te loopen. Toen haar voet de zesde trap raakte,
hoorde zij wat Ellen ook gehoord had, een
voetstap, die den haren volgde. En evenmin
als Ellen kon zij zien wat het was.
Er waren achttien treden. Amabel zette
langzaam den sinisteren tocht naar boven
voort, met dien anderen stap steeds maar
achter zich aan, een stap, even licht als die
van haarzelf. Toen zij boven was, keerde zij
zich om, plotseling, met wanhopigen moed, en
keek. Er was niets.
Dun hing in de hall de mist. Zij zag de heele
lengte van de trap en de mat aan het bene
deneind. Er was niemand.
Amabel ging haar kamei binnen en deed de
deur op slot en op de knip.
HOOFDSTUK XIX.
Julian stond aan de deur van de tuinmans
woning uit te kijken. Het was een mooie,
zachte avond; wel hing er wat damp, maar
de sterren waren toch goed zichtbaar.
„Kan morgen goed weer worden; in ieder
geval regent het niet meer", dacht hij.
Hij pakte een zaklantaarn, ging naar buiten
en trok de deur dicht. Hij zou de lantaarn
niet gebruiken, als het niet noodig was.
De nachtelijke wandeling in dien wilden tuin
had een vreemde bekoring voor hem. Hij liep
naar de villa en voelde telkens de natte takken
naar dev illa en voelde telkens de natte takken
van boomen en heesters, die over het pad heen
reikten, in zijn gezicht.
Hij stapte op het terrasje buiten den salon
en liep op de ramen af. Voor de gebroken
ruit was voorloopig een plank geslagen en
de luiken waren van binnen gesloten.
De luiken! Daar was iets eigenaardigs mee,
hij had er te voren niet aan gedacht. Alleen
benedenkamers hadden natuurlijk luiken.
Waarom waren ze dan dien bewusten nacht
niet dicht geweest? Jenny had er voor moeten
zorgen. Julian stond stil in het donker zijn
mond stak getrokken van boosheid. Het was
Jenny's schuld. Ze had de luiken moeten
sluiten. Maar misschien had ze ze gesloten.
De onbekende, die de ruit ingedrukt had, had
ook de luiken kunnen openen.
Hij ging naar het andere venster. Vanavond
was de zaak ten minste in orde. Hij wandelde
langzaam om het huis heen, peinzend over het
probleem van wat Jenny boven gezien en
Amabel hem verteld had.
Gesteld eens dat Annie Brown terug
gekomen was, in de buurt vertoefde, de villa
was binnengeslopen om haar moeder even te
zien en daarbij door Jenny was gesnapt en
herkend... In theorie was dat zeker niet moge-
lijky, maar bij nauwkeurige ontleding hield
het geen steek. Hij klopte niet met de
geschiedenis van Marmaduke en de vlucht van
Dapper. En Annie was waarschijnlijk al jaren
dood, de arme ziel. Hij had haar spoor kunnen
volgen tot Parjjs, maar daar was hjj het kwijt
geraakt. En twaalf jaar is een heelen tijd,
zooals Brownie tercht gezegd had.
Zijn overdenkingen werden abrupt onder
broken door een geluid; een geluid, dat van
binnen uit het huis kwam, door den afstand
verzwakt, maar toch onmiskenbaar het geluid
van een lach. Hij liep vlug terug naar de plek,
vanwaar hij de ramen kon zien van de
vroeger kamers van de tantes. Het linkerraam
was dat van Amabel's kamer. Er scheen licht
door de gordijnen. Hij wachtte en luisterde, het
geluid herhaalde zich niet.
Vijf minuten gingen voorbij. Het raam
boven hem werd licht, de gordijnen gingen
vaneen, en donker zag hij de figuur van
Amabel tegen de lichte kamer. Onbeweeglijk
stond zij naar buiten te kijken. Hij kreeg een
aanvechting om te roepen, maar wist zich te
beheerschen. Hij bleef kijken tot ze zich terug
trok. De gordijnen vielen weer toe.
Julian verwijderde zich onhoorbaar. Hij vol
tooide zijn ronde om het huis en besloot den
volgenden dag een onderzoekingstocht binnens
huis te ondernemen, van kelder tot vliering.
De oude kelders... hij zou een zien, of er geen
weg was om daarin te komen. Hij had zoó'n
idee, dat ze dichtgemetseld waren.
Toen hij van het terras afstapte, hoorde hij
tamelijk dichtbij, opnieuw een geluid. Hjj
bleef stilstaan. Dit geluid kwam niet van
binnen. Het klonk alsof een loses steen onder
een voet schoof. Julian stond op mos, hij had
het geluid dus niet veroorzaakt. Hij stond
roerloos onder 'n donkeren cyprus, en luisterde
tot hij een lichte beweging bespeurde.
(Wordt vervolgd.)