Persagentschappen
en Politiek
De rechterhand
van Roosevelt
Buitenland
Frankrijk sluit zijn
Aristide Barou
Zuidgrens
God Mars doet het
Amerikaansche
zakenleven bloeien
Strijd om de macht
in Japan
Partijdige berichtgeving als
gevaar voor den vrede
Kort Verhaal
TEHERAN. In Februari.
DE dreigende oorlogswolken, dié zich
aan de grens van Syrië en Turkije
samenpakten, zijn gelukkig afgedre
ven. Onder toezicht en door bemid
deling van den Volkenbond is het geschil
betreffende het sandzjak Alexandrette op
gelost en ook in het Morgenland, waar dit
geschil veel opwinding had veroorzaakt,
komen de gemoederen langzaam weder tot
bedaren, ook al kan men de oplossing van
het geschil moeilijk anders dan als een
„voorloopige" oplossing beschouwen, want
dat de regeling, Welke is getroffen, de eeu
wen zal trotseeren, gelooft vermoedelijk nie
mand. Er is evenwel tijd gewonnen en dat
is voor het oogenblik reeds veel. Deze ge
wonnen tijd werkt in het voordeel van Tur
kije, wat de Turken zeer goed inzien en
hun vreugde over de oplossing verklaart,
liet was weder eens een taalkwestie, die
bij het geschil op het laatst de beslissende
rol speelde. De Turken legden er zich bij
neder, dat het sandzjak binnen de grerrzen
van de republiek Syrië zal blijven, échter
met oen groote mate van zelfstandigheid en
zelfs met een eigen volksvertegenwoordi
ging. Maar aan één eisch hielden de Tur
ken hardnekkig vast, namelijk, dat de taal
in het betwiste gebied moest zijn Turksch,
terwijl de officieele taal van de republiek
Syrië is Arabisch, dat wil zeggen: één van
de tallooze Arabische tongvallen, welke
zeer ver uit elkander loopen. Het klassieke
Arabisch, dat op sommige hoogescholen
wordt onderwezen, wordt vrijwel nergens
meer gesproken en indien men dit klassieke
Arabisch kent, kan men vele Arabische lan
den doortrekken, zonder in staat te zijn zelfs
slechts om een stukje brood te vragen.
De Syriërs verlangden (en de Franschen
stonden aanvankelijk aan hun zijde) dat de
officieele taal in het sandzjak Alexandrette
in elk geval zou moeten zijn het Syrische
Arabisch en niet het Turksch.
Wat gebood het recht? Welke taal was de
moedertaal der meerderheid van de bevol
king? Drie weken geleden schreef ik, dat
naar mijne meening de meerderheid der
bevplking zijn Turken en geen Arabieren.
In perstelegrammen van Fransche zijde
werd het echter anders voorgesteld en ge
zegd, dat het Turksch er slechts was de
taal van een kleine minderheid en men
dus deze taal niet tot de officieele taal kon
maken. Op het laatste oogenblik hebben dé
Franschen evenwel toegegeven en de Turk-
sche taal zal in het betwiste gebied de offi
cieele taal-zijn, naar mijn meerling terecht.
Voor -Turkije-is dat een overwinning, die in
de toekomst na zal werken.
Het merkwaardigste bij dit alles was we
der eens „de strijd met de perstelegramnacn"
welke evenwel in dit geval geen uitwerking
had. Met deze perstelegrammen wordt
„stemming" gemaakt over de geheele we
reld, ook onder de menschen, die bij de'be
slissing in internationale geschillen een
woord hebben mede te spreken, bij voor
beeld onder de afgevaardigden naar den
Volkenbond.
De ovér de geheele wereld verspreide
perstelegrammen zijn evenwel alle afkoop
slig van slechts enkele persbureaux, welke
stuk voor stuk in nauwe verbinding staan
met een regeering van een grooten staat, die
vaak zelf betrokken is bij hangende geschil
len van internationalen «aard. De .journalis
ten, die door zulke persbureaux worden uit
gezonden, krijgen een,opdracht van een be
paalde strekking. Ze mogen niet de gebeur
tenissen met' eigen oogcn beschouwenze
moeten alles zien onder een zekere belich
ting en wedergeven met een voorgeschre
ven strekking. Duizenden couranten in alle
deelcn der wereld, drukken deze telegram
men en helpen ze verspreiden en zonder het
te beseffen maken de redacteuren zich me
deplichtig. Het is hun schuld niet. Ze zijn
immers niet in staat de oprechtheid van te
legrammen, die van duizenden kilometers
ver komen, te controleeren.
De groote persbureaux zijn alle in handen
van groote staten. Een kleine staat kan
(rpoeilijk zoo'n kostbaar pereilmréau onder
houden en zoo'n persbureau van een klei
nen staat zou ook nimmer in de groote
staten voldoende afnemers voor zijn tele
grammen vinden. De bladen der kleine sta
ten dragen met hun geld echter wel bij, het
bestaan der groote persbureaux zoo niet mo
gelijk te maken, dan toch te vergemakkelij
ken. Een kleine staat, welke in geschil komt
■met een grooten staat, die over een goed ge-
organiseerden perstelegrammen dienst be
schikt, staat dus vanaf den aanvang zwak
tegenover de openbare meening der geheele
wereld, tenzij hij dan de hulp van een pers
bureau van een anderen grooten staat kan
verwerven, wat weder een.politiek vraag
stuk is. Onder dezen toestand hebben in
de jongste geschiedenis kleine staten her
haaldelijk zwaar te lijden gehad, het ergste
wel Servië in 1911.
De Oostenrijksch-Hongaarscho troonopvol
ger was op Oost en rijk srh-TIqngaarsch ge
bied (te Serajewo) vermoord. Twee groote
persbureaux vertelden aan de geheele we
reld, dat de moordenaars Serviërs waren,
terwijl ze in werkelijkheid waren Oosten-
rifksch-Hongaarsehe onderdanen. Maar Ser
vië beschikte niet over een overal ingevoer
de nersorganisatio om dat aan de mcnsch-
heid te verkondigen en het kleine land
stond zoo goed als machteloos tégenover
een grootseh opgezetten lastervèldtocht,
welke snoedig gevolgd werd door een ande
ren veldtocht met geweren, vliegmachines
en zwaar geschut.
Dit geschiedde een kwart-eeuw bijna ge
leden. Thans echter kan de partijdige be
richtgeving een nog noodlntli-rer invloed uit
oefenen, daar er thans te Genève bestaat
zooiets als een opperste internationale
rechtbank. De leden van dit opperste ge
rechtshof worden eveneens beïnvloed door
de partiidige berichtgeving van enkele groo
te nershureaux. welke in handen ziin van
rederingen. Niet slechts de gerechtigheid,
ook de wereldvrede kan daardoor in het
gedrang komen en het meest bedreigd wor
den steeds belangen van kleine staten, die
niet beschikken over een persbureau, dat
afzet vindt over de geheele wereld. Enkele
ondernemende bladen kunnen bij belangrij
ke gebeurtenissen en. vraagstukken nog
wel een eigen correspondent uitzendoh,
maar de berichten van zulk een correspon
dent verschijnen dan slechts in één, hoog
stens in enkele bladen en kunnen interna
tionaal dus geen invloed uitoefenen, terwijl
de berichten der groote, in zeer vele geval
len partijdige persbureaux verbreiding vin
den door vele honderden bladen in alle
deelen der wereld, waarvan de redacties
zonder het te beseffen, onbewust, medehei
pen aan een propaganda, die het uiterlijk
heeft van berichtgeving.
Zoo lang deze toestand voortduurt, zal een
internationaal gerechtshof niet voldoende
kunnen functionneeron. Noodig biervoor is
een berichtgeving, die de grootste waar
borgen biedt van onpartijdigheid, van op
rechtheid, van eerlijkheid. Een organisatie
van dién aard, die zich uit zou strekken
over de geheele wereld, zou voor een klei
nen staat veel te kostbaar worden, doch een
groep van kleine staten zou wel in staat
zijn zulk een organisatie in het leven te
roepen. In aanmerking daarvoor zouden
echter alleen moeten en kunnen kamen
kleine staten, die niet het vaarwater volgen
van eén of andere groote mogendheid of
groep van groote mogendheden. Een deel
van wat de bladen'van zulke kleine staten
uitgeven voor'lhans reeds bestaande groote
persbureaux, die niet -zelfstandig en niet
'onpartijdig zijn, zou vermoedelijk reeds vol
doende zijn iets .te' bereiken, zelfs zonder
dat de regeeringen dier staten, welke er
toch ook belang bij hebben, geldclijken steun
verleenen. De medewerkers van zulk een
onpartijdig persbureau zouden natuurlijk
moeten zijn van de meest vlekkelooze en
onaantastbare eerlijkheid, want bij interna
tionale geschillen zijn de verleidingen
groot. Zij zouden op de hoogte moeten zijn
van de kleine handigheidjes, die bij groote
vraagstukken worden aangewend om mee
ningen te beïnvloeden en bovendien zouden
ze moeten beschikken over den noodigen
moed zich niet te laten intimideeren, want
ook dit wordt geprobeerd, zooals ik uit
eigen ervaring weet.
In elk geval heeft het stelsel van partij
dige berichtgeving als strijdmiddel bij hef
geschil betreffende Alexandrette geen suc
ces gehad, doch hier waren invloeden van
internationalen aard, welke medewerkten
en deze partijdige berichtgeving machteloos
maakten.
J. IC. BREDHJRODE.
Een cordon van de Atlantische
tot de Middelandsche Zee.
Een l'n. Press bericht aan Parijs meldt,
dat twintigduizend man van de mobiele
garde posten hebben betrokken ten Noorden
van de Pyreneeën en thans een cordon vor
men van Hendaye aan de Golf van Biscaye
af tot aan Port Vendres aan de kust van de
Middellandsche Zee toe.
Tot „verzegeling" van de grens tusschen
Frankrijk .en Spanje zijn door den prefect
van het, grensdepartement, maatregelen ge
troffen. Verdere plannen tot, bewaking van
de grens, die in den naeht, van Zaterdag op
Zondag a.s. in werking zullen treden, zullen
in 'n kabinetszitting, welke Vrijdag a.s. zal
worden gehouden, worden vastgesteld.
De bewaking van de lucht hoven de
FranschSpaansche grens zal den Fran
schen autoriteiten echter aanzienlijk groo-
tere pioeilijkheden baren dan de controle
van de landgrens. Weliswaar worden posten
mobiele garde gestationneerd in allo vlieg
havens, welke binnen 1 GO kilometer van de
grens liggen. Alle vliegtuigen, welke hier
dalen, zullen nauwkeurig worden onder
zocht, terwijl hun papieren zullen worden
gecontroleerd. Uit het toenemend aantal be
lichten. volgens welke de Pvreneeön-grens
des nachts door vliegtuigen wordt gepas
seerd, blijkt, echter wel, dat niet elk vlieg
tuig dat naar Spanje gaat, gecontroleerd zal
kunnen worden.
Neutrale waarnemers verklaarden
op grond van de verdceling van het
Spaansche gebied tusschen Burgos
en Valencia, dat generaal Franco na
de invoering van de internationale
controle veruit de beste vooruitzich
ten heeft, om den oorlog te winnen.
Zij wijzen er op, dat de rooden heer
en meester zijn in gebieden, welke
hoofdzakelijk wijn en fruit producee-
ren, terwijl bijna alle Spaansche ge
bieden, welke vee, melk, boter, ko
ren, suiker en olijfolie leveren, in de
macht van generaal Franco zijn.
Van nog meer belang is het feit, dat. de
aanhangers van -Caballero slechts over een
zeer kleinen voorraad mineralen beschik
ken, terwijl Franco daarentegen rijke voor
raden koper, ijzer en lood te zijner beschik
king heeft. Frafico is voorts in het bezit van
80 procent van alle Spaansche wapenarse
nalen en wapen- en munitiefabrieken.
DYNAMIETONTPLOFFING IN CIITET
In de omgeving van Antofagasta (Sanfi-
ago) nabij het dorp Calama, is in een kruit
fabriek een dynamietontploffing ontstaan,
tengevolge waarvan zes personen werden
gedood.
Verhoudingen op de arbeids
markt vormt een belemmeren
de factor.
De berichten omtrent het Amerikaansche
bedrijfsleven blijven bijna zonder uitzonde
ring gunstig luiden. De staalindustrie vorml
wel het meest sprekende bewijs van den al-
gemeenen goeden gang van zaken. Naar ge
meld wordt verwacht men, dat zich in de
naaste toekomst een toenemende vraag naai
staalproducten zal openbaren. Het vervoei
over de spoorwegen, dat eveneens als een
goede aanwijzing kan worden beschouwd
voor den econoinischen toestand, geeft, het
huidige seizoen in aanmerking genomen, al
leszins reden tot tevredenheid. Het gebruik
van electrische stroom wijst er voorts op, dat
voor de industrie een grooter hoeveelheid
electrische energie benoodigd is dan bijna
ooit te voren.
Ondanks dl deze mooie factoren
willen de koersen op de Amerikaan
sche fondsenmarkten den laatsten
tijd niet vorder naar boven loopen.
De beurzen 'hebben een aarzelend
voorkomen Voor een. groot gedeel
te moet dit worden toegeschreven
aan de onzekerheid waarin men ver
keert omtrent de arbeidssituatie. Het
is steeds moeilijk zich van hier uit
eeil juiste voorstelling te vormen van
de verhoudingen in de Verecnigde
Staten, doch uit hetgeen vernomen
wordt kan worden opgemaakt, dat
onder de arbeiders een geest van on
tevredenheid en verzet bestaat, die
tot uitdrukking komen in eischen,
waaraan wellicht niet zoo gemakke
lijk zal kunnen worden voldaan.
Nu moet hierbij niet uit hef oog worden
verloren, dat zich op sociaal gebied in Ame
rika nog verschillende problemen voordoen,
die men in Europa langzamerhand reeds
onder de knie heeft gekregen. In dit ver
band lijkt het dan ook niet onmogelijk, dat
de Vereeriigde Staten nog een periode van
aanpassing zullen moeten doormaken, die
aan de vrije ontwikkeling van het maat
schappelijk leven misschien niet ten goede
zal komen. In ieder geval kan worden ge
constateerd dat de onrust onder de arbeiders
een element, van onbehaaglijkheid vormt,
dat aan de stemming op de fondsenmarkten
aldaar, nfet ten goede komt.
Een organisatie van 580.000
jongemannen.
De groote overstroomingen in de
V. S. hebben weer eens de aandacht
gevestigd op de C.C.C., de drie let
ters, waarachter zich wellicht de
grootste organisatie van Roosevelt
verbergt.
De letters „C.C.C." vormen de afkorting
van „Cicillian Conversation Corps" én dit
corps bestaat, aldus onze V.P.B. correspon
dent,, uit ongeveer 580.000 krachtige jonge
lieden, die klaar staan om elke taak in vrij-
willigen arbeidsdienst te evrricihten.
Ditmaal heeft men de C.C.C. bij de hulp
voor de slachtoffers van de overstrooming
gebruikt; uit zijn rijen kwamen de mannen
die de dijken hielpen versterken, die de
levensmiddelen verdeelden, die redden, wat
er nog te redden viel. Het Amerikaansche
leger telt weinig meer dan 580.000 man.
Een nationale reddingsbrigade.
De C.C.C. wordt overal gebruikt, waar
nationale rampen dreigen. In de Oostelijke
staten vindt men uitgestrekte gebieden,
waar bijna steeds bosehbranden woeden.
Hollywood ligt b.v. midden in een derge
lijke zone. Een Weggeworpen cigarct richt
schade van vele millioenen aan.
Nu heeft men in de Vereenigde Staten
juist in de laatste jaren ondervonden, hoe
noodlottig een verdwijnen van de wouden
kan zijn Door nietsweerhoudon zandstormen
hebben geheele provincies onvruchtbaar ge
maakt.
Hier ligt de belangrijkste taak van de
C.C.C.-men"; voortdurend worden de in ge
vaar verkeerende streken door hen gecon
troleerd en hier liggen ook do meeste van
de 2500 kampen waarin de leden van den
vrijwilligen arbeidsdienst zijn onderge
bracht.
Zonder de C.C.C. zouden deze
duizenden mannen werkloos
zijn.
De onderhoudskosten van dit vrijwillige
leger van -580.000 man zijn betrekkelijk
hoog. Per man en per dag wordt een dol
lar betaald, maar aan het einde van de
maand ontvangt de C.C.C.man slechts vijf
dollar, terwijl de rest an zijn familie wordt
gestuurd. Leden van de C.C.C. zijn mannen
in den ouderdom van zeventien tot acht
entwintig jaar. Zonder de C.C.C. zouden zij
werkloos zijn, terwijl zij nu kans zien zelfs
hun families eenigszins te steunen. De uit
gaven voor de C.C.C. bedragen maandelijks
ongeveer twintig millioen dollar. Men mag
daarbij echter niet vergeten, dat de organi
satie zeer veel productief werk voor het
"and verÉcht 'en dat de waarde daarvan
wellicht niet zooveel minder is, dan de on
kosten bedragen.
„BEREDDERING" „ONTREDDERING".
Nu de rivier de Ohio weer in haar bedding
teruggekeerd is, keeren ook de menschen
in hun inderhaast verlaten woningen terug.
Hoe deze laatste er uit zien, kan men zich
wel voorstellen, als men bedenkt, dat deze
ioto op de tweede verdieping genomen
werd!
Vrees voor overvallen op yarle-
mentsleden.
In verband met het feit, dat door de le
den van het Japansche parlement opnieuw
critiek is uitgeoefend, op de door het leger
gevoerde politiek, vreest men, dat uiterst
rechtsche elementen daardoor tot uitspat
tingen tegen de parlementsleden zouden
kunnen worden gebracht. Men heeft dan ook
uit voorzorg bewakingsposten geplaatst bij
de woningen der parlementsleden terwijl
de woning van den oudsten staatsman,
Prins Sajonji en die van Joekio Ozaki,
welke laatste in het Lagerhuis gisteren
krachtige critiek op de extremistische mili
tairen heeft uitgeoefend, letterlijk omsin
geld zijn door gendarmes.
In sommige politieke kringen geeft men
dan ook openlijk toe, dat de nieuwe re
geering voor een ernstigen toestand staat,
waaruit mogelijk een nieuwe regeerings-
crisis zal kunnen ontstaan.
Zelfs wordt over de mogelijkheid gespro
ken, dat Jlajasji het ontslag van het ge
heele kabinet zal indienen, wanneer het
parlement voortgaat met zijn critiek. De
spanning in de openbare meening is dan
ook groot geworden, waartoe niet weinig
is bijgedragen door de poging .van een aan
tal jonge mannen om voor regeeringsge-
bouwen harakiri te plegen.
INBRAAK BIJ EEN K.L.M-PILOOT.
Twee bekende Amsterdamsche inbreken
Ch. R. en J. R. hebben in December j.i jn
gebroken in de woning van een K.L.M ni'
loot in Badhoevedorp bij Schiphol en daar
bij een cassette met 156 stuks tafelzilver en
een electrische klok ontvreemd.
Veertien dagen geleden stonden zij voor
de Haarlemsche rechtbank terecht. Het o.M
eischte tegen Ch. R. twee jaar gevangenis!
straf en tegen J. R- een jaar en drie maan
den. Gisteren werden zij resp. tot twee jaar
en anderhalf jaar gevangenisstraf veroor.
dceld. Een Amsterdamsche chauffeur, die
de inbrekers naar de woning van d«n
vlieger had vervoerd, werd tot zes maanden
gevangenisstraf veroordeeld.
BANDIETEN IN MEXICO
DORP.
OVERVALLEN
Zij hingen den onderwijzer op.
Op grond van de weigering één hunner
aan te stellen tot burgemeester van Naupal
(Puebla, Mexico), heeft een bende bandie
ten Woensdag een overval gepleegd op het
naburige dorp Arnaluca. Zij doodden den
burgemeester van Naupal, staken de kerk
van Amaluca in brand; hingen den onder
wijzer op het dorpsplein op en plunderden
de huizen. Op het lijk van den opgehangbn
onderwijzer bevestigden zij een papier,
waarop zij schreven: „Gedood wegens het
geven van socialistisch onderwijs."
Federale troepen zijn uit Huauchinango
vertrokken om de bandieten te achtervol
gen.
HOOGE COMMISSARIS VOOR DE
PHILIPPIJNEN.
Roosevelt benoemt functionares
President Roosevelt heeft Woensdag den
Senaat de benoeming toegezonden van den
vroegeren gouverneur, Paul v. Mcnutt, uit
Indiana, tot hoogen commissaris van het
gemeenebest der Philippijnen. In Philip-
pijnsche kringen beschouwt men dit als
een maatregel, die de ontwikkeling van het
gemeenebest in de richting van de onafhan
kelijkheid, die in 1946 verkregen kan wori
den, zal kunnen vergemakkelijken.
EGYPTE ALS CANDIDAAT VOOR "DEN
VOLKENBOND.
van de Volkenbondsvergadering.
Engelan^ vraagt bijeenroeping
Genève, 18 Fefor. Naar vernamen wordt
neemt de Britsche regeering maatregelen
om de Volkenbondsvergadering te doen bij
eenroepen in den loop van Mei om te be
raadslagen over het verzoek van Egypte
in den Volkenbond te worden opgenomen.
OUD-KONING ALFONSO WENSCHT
FRANCO GELUK.
Een speciale correspondent van Havas
meldt:
Franco heeft uit Rome een telegram ge
kregen, waarin ex-koning Alfonso hein
geestdriftig geluk wenscht met de verove
ring van Malaga. Franco heeft den oud-
koning hartelijk dank gezegd.
door
Will Wendin.
Er bevinden zich meestal vreemdsoortige
menschen aan boord van de passagiers
schepen, die de „cruises" maken door de
Middellandsche Zee. Amerikaansche mil-
lionairs, Kngelsche lords, en tengere „mis-
ses" uit U.S.A. vormen meestal het hoofd
bestanddeel van de passagiers, ook op de
„Brittania". Behalve deze gewone passa
giers bevond zich echter ook een buitenge
woon excentriek jongmensen aan boord.
Excentriek was hij misschien niet in den
gewonen zin van het woord, doch anders
dan de anderen was hij in ieder geval wel!
Hij maakte er namelijk een gewoonte van,
om iedereen raad te vragen, en dien raad
werkelijk op te volgen. Als iemand bijvoor
beeld tegen hem zei: „U moet een tropen
helm koopen!" kocht hij een dergelijk nut
tig exemplaar zoodra hij er de gelegenheid
voor kreeg. Toen iemand hem vertelde, dat
hij beslist een rugzak noodig had, had
Aristide zich onmiddellijk zoo'n ding aan
geschaft. Hoorde hij, dat het gewoonte was
om in Antivari een parelmoeren scheepje
te koopen, dan kwam Aristide beslist met
een parelmoeren scheepje thuis. En zoo
ging het niet alles.
Op een goeden dag lag een der Ameri
kaansche passagiers, een nog jonge man,
genaamd Casimir, in een der ligstoelen aan
dek te soezen. Plotseling echter werd hij
gestoord door een discreet kuchje, en een
bescheiden stem zei: „Pardon, is dat daar
een eiland?" Casimir bekeek Aristide van
het hoofd tot de voeten, en zei verveeld:
„Nee, een zeeslang!" Aristide gichelde, en
toonde daarbij een rij groote, gele tanden.
Hij leek een beetje op een paard, vond Ca
simir. Aristide bleef besluiteloos staan.
Plotseling echter zei hij: .„Ohpardon.rr
ik moet nu gaan, ik wilde... ik moest..f*
Met «en blik had Casimir de situatie door
zien: in de verte naderde Llula Meryins-
ky, de charmante, gedistingeerde Russische
die jarenlang in Amerika had gewoond en
eigenlijk meer Amerikaansche was gewor
den. Hij wist, dat Aristide een blinde ver
eering had opgevat voor de mooie Llula,
en om te verhinderen, dat Aristide den
ganschen middag in het gezelschap van
Llula zou blijven hij wist dat zij te be
leefd was om hém weg te sturen zei
hij snel: „Weet U wat U noodig hebt?" De
list gelukte: geïnteresseerd haalde Aristide
blocnote en potlood te voorschijn en zei:
„Wat?" Casimir schatte den afstand tus
schen Llula en zijn deksloel, toon zei hij:
„Heterxenderoxanamie! Ik ken geen beter
middel legen zeeziekte!" Gehoorzaam spel
de Aristide bet moeilijke woord neer, en
ging toen naar den hofmeester om het te
koopen
„Heb ik dat niet slim gedaan?" vroeg Ca
simir eenige oogenblikken later aan Llula,
die in den stoei naast hem zat.
„Niet aardig van U" zei Llula met ge
fronste wenkbrauwen.
„Werkt die man dan niet op Uw zenu
wen?" „Och..." Llula haalde haar schou
ders op. „Gaat U hem nu nog in bescher
ming nemen!" zei Casimir lachend. Hij nam
een sigaret uit zijn koker, stak hem be
dachtzaam aan, en zei gewichtig: „Vrou
wen houden van het gewone!", en keek
toen voor zich, in het gelukkige besef, dat
hij iets wijsgeerigs had gezegd. Llula gaf
geen antwoord, ze sloot de oogen. Na eeni-
gen tijd zei zij: „Morgen zijn wij in Athene.
Mooie tochten kun je daar maken...!"
Gretig greep Casimir de kans aan: „Zul
len wij samen..?"
Na eenige aarzeling stemde Llula toe. De
afspraak werd gemaakt: Casimir zou naar
het berghotel gaan met de bus, daar zou
hij wachten op Llula, die eenigen tijd later
per auto zou komen, daar zij eerst in de
stad eenige boodschappen had te doen.
Casimir zat in het berghotel; hij was
buitengewoon goed gehumeurd, zoo goed als
bij hom niet dikwijls voorkwam. Met een
geringschattend lachje dacht hij aan.
Aristide, en aan het geraffineerde plan, dat
hij had verzonnen om den argeloozcn man
kwijt te raken! Hij had besloten, te zorgen,
dat Aristide in Athene niet meer op de boot
zou komen, en zonder dat iemand anders
van zijn plan op de hoogte was, hacl hij
tegen Aristide gezegd: „En denk eraan, de
boot vertrekt weer op West-Europeescben
tijd, volgens Uw horloge vertrekken wij dus
niet om elf, maar om twaalf uur!" Hij
grijnsde bij zichzelf. Wat zou Aristide
staan te kijken als hij merkte, dat het
schip om tien uur vertrokken was..'
Tot zijn verwondering kwam Llula nog
al niet. Hij wachtte een uur, twee uur...
Na drie uur kwam er een telegram: Mr.
casimir hotel parnassos stop vrouwen hou
den van het gewone stop llula". Nu eerst
bemerkte Casimir, dat do laatste bus naar
Athene'twee uur geleden vertrokken was,
en dat de volgende eerst den volgenden
dag ging.. Hij kon de boot niet meer
halen...
Op het dek van de „Brittania" zaten
Aristide en Llula naast elkaar in de lange
dakstoelen. ,Ik begrijp niet, dat Mr. Casimir
er zoo rotsvast, van overtuigd was, dat. hier
West-F,uropeesche tijd goldl! Nu heeft de
arme drommel de boot gemist! Hij zei hét
tegen mij ook, maar ik vertrouwde bet niet
en vroeg het aan den steward.
Llula keerde zich naar hem om. „Weet U
wat U noodig hebt?" vroeg zij langzaam.
„Nu? vroeg Aristide geïnteresseerd, pn
haalde zijn onafscheidelijke blocnote, voor
den dag. „Een vrouw!" zei Llula. Automa
tisch zette Aristide bet potlood op het pa-
pier, en wilde beginnen te schrijven, doch
loon ontdekte hij iets vreemds in de zaak,
én hij liet liet potlood vallen...
En zoo kwam het. dat Mr. Aristide Baron
van zijn reis meebracht: een tropenhelm,
een rugzak, een parelmoeren scheepje, en
een vrouw. Zooals u ziet een reeks van
volkomen overbodige dingen..