Stadsnieuws
IBIS SHAG
lekker... man!
De „Boltha 1937" heeft
haar poorten geopend
Het college van B.cnW.
en de Middenstand.
Vrijdag 19 Februari 1937
Heldersche Courant
Tweede Blad
HetvijfdeMarine-Concert
De tentoonstelling der
Comeniusschool
De uitvoering van
T.A»V,E»N»IL
Bericht van inzet
Over eereteekenen van
de Helden der Zee»
Jaarvergadering
van dc Algcmeene Begrafenis-
vereeniging te Den Helder.
ONZE STALENCOLLECTIE 1937 IS GEREED.
HERM. DE HAAN,
Boltha impressies
Hartelijke woorden bij de officieele opening door
burgemeester Ritmeester en burgemeester Lovink.
Waardeering voor het werk van VVV „Helders
Belang." Een lusthof van bloemen. Zeldzame
„variëteiten en nouveauté's.
Aan de Gemeentelijke Handelsschool slaa--
H3en voor het examen machineschrijven- Md
A. v. Strijen en de heeren J. A. Smits, N Ken:
Eer, J. v. Hartingsveldt, G. Bruns, J v Dhk
Zie voor aangifte de advertentie in dit' nura
er.
mer,
Beethoven's Ouv. „Coriolan" en
„Symphonie No. 1".
Woensdag a.s. zal het vijfde der serie
Marine-Concerten, te geven door het Sympho-
nie-orkest van het Stafmuziekcorps der Kon
Marine, onder leiding van kapelmeester Leisti'
kow, in Casino, gegeven worden.
Werd de vorige maal een programma ge
geven dat het populaire genre benaderde, dit
maal krijgt men, en dan met name voor de
pauze, weer iets bijzonders te beluisteren en
iets, waarnaar muzieklievend Den Helder zéker
niet verzuimen zal heen te gaan.
Er wordt opgevoerd ten eerste de ouverture
„Coriolan" (Opus 62) van Ludwig von Beet
hoven en de Symphonie No. 1 van denzelfden
meester. Dit nummer bestaat uit de deelen
adagio motto, andante cantabilé con motto
menuetto en adagio.
Na de pauze krijgt men weder het prachtige
werk van Sibelius „Finlandia", de fantasie
„Lakmé" van Délibes (in arrangement van
Tavan) en tot slot de vermaarde Berlioz'
marsch „Marche Hongroise".
Een program alzoo, dat er zijn mag.
Wij komen op enkele nummers nader terug.
Morgen en Zondag in de school.
Een tentoonstelling van de Comeniusschool...
werk van de leerlingen zelf, gaarne vestigen
wij hier de aandacht op.
In de advertentie zal men waarschijnlijk
reeds gelezen hebben, dat de uren, waarop deze
expositie van werk, dat door de jongens en
meisjes eigenhandig vervaardigd werd, zijn:
Zaterdagmiddag van 2 tot 5 uur, Zaterdag
avond van 7 tot 9 uur en Zondagmorgen van
half 11 tot half 1.
Wij ontvingen dezer dagen een gedicht, dat
men rondgestuurd heeft bij hen, van wie men
verwacht, dat zij interesse voor dit werk zullen
hebben en hierin lazen wij, dat in October en
November van het vorige jaar in de klassen
een lijst gecirculeerd had, waarop men kon
inteekenen voor „een bol op glas". Het is
thans, dat men zal kunnen zien, wat de jongelui
van hun kweek-proef terecht gebracht hebben.
Behalve deze „Boltha-in-het-klein" hebben de
meisjes de resultaten van een jaar handwerken
verzameld en ook deze zullen aan critische
blikken onderworpen kunnen worden, evenals
het timmerwerk van de jongens, die lampen,
kastjes, pijpenrekken, een kindermeubilair en
wat dies meer zij, gefabriceerd hebben.
Een kijkje bij dit werk, waaraan alle klas
sen hebben deelgenomen, kunnen wij zeker
aanraden. Zooals men weet, bevindt zich de
Comeniusschool in de Vlamingstraat, de school
„met het blauwe bord en de gouden letters".
Koopt reeds Maandag Uw kaart en...
bespreekt uw plaats.
Zooals onze lezers ongetwijfeld reeds uit de
desbetreffende advertenties en berichten ge
lezen zullen hebben, wordt a.s. Donderdag
avond in het Casino de uitvoering gegeven van
het tooneelspel „Najaarsstormen" door de ver-
eeniging TAVENU, waarvan het Heldersche
publiek reeds eerder de antecedenten kon be
wonderen.
Wij zijn er zeker van, dat Donderdagavond
Casino tot de laatste plaats bezet zal zijn,
tenminste... indien wij nog vertrouwen mogen
hebben in de liefhebberij van onze goed too-
neel-minnende stadgenooten.
Wat de keuze van het stuk betreft, kan
men gerust zijn en persoonlijk kunnen wij de
verzekering geven, dat het gebodene in ieder
opzicht aanspraak mag maken op het praedi-
kaat „bijzonder" en dan zoowel bijzonder voor
wat den inhoud betreft als de vertolking.
Kortom: men ziet hier TAVENU op
haar best, in haar meest gunstige samen
stelling en vandaar ook, dat het zoo pret
tig is, dat ook niet-TAVENU-ers nu eens
eigenoogig en eigenoorig kunnen aan
schouwen en beluisteren waartoe deze
amateurs, die het professionalisme zeer
sterk benaderen, in staat zijn.
Zooals bekend vangt a.s. Maandagmid
dag om 3 uur de plaatsbespreking in Ca
sino aan. De kosten hiervoor bedragen
slechts 5 cent, en daar wij vermoeden, dat
het storm zal loopen adviseeren wij hen,
die het plan hebben Donderdagavond van
de partij te zijn, zich zoo spoedig moge
lijk van een plaatsbewijs ten bedrage van
35 cent, waarin alles inbegrepen is, te
voorzien.
De kaarten zijn verkrijgbaar aan het
Casino (eveneens van 35 uur) en bij de
adressen, waarvan U de namen in de des
betreffende advertenties lezen kunt.
Bij de op 18 Februari 1937 in het N.-H.
Koffiehuis te Schagen, ten overstaan van No
taris C. L. van den Bergh, gehouden voorloo-
pige toewijzing, heeft het perceel bouwland
aan den Middenvliet te Koegras, gem. Den
Helder, groot 6 H.A. 78 A„ kunnen gelden
12.000.
De Afslag blijft bepaald op Donderdag 25
Februari 1937, ds middags 12 ur.
Een viertal jaren geleden werd door de
afdeeling Den Helder van de Maatschappij
van Nijverheid een tentoonstelling gehouden
over de Zuiderzeewerken, waarbij ook een
collectie schilderijen was gevoegd, betrekking
hebbende op de gemeente Den Helder en om
liggende plaatsen, bekend staande onder den
naam „De Kop van Noord-Holland".
Onder de tentoongestelde objecten bevonden
zch o.a. een aantal schilderijen, bevattende
de diploma's en de reeders-medailles van eenige
Heldersche redders, door hen vrijwillig af
gestaan.
De uitbreiding van die begin-verzameling
stuitte op eenige moeilijkheden: de nog in
leven zijnde redder had soms bezwaar, zijn
medailles af te staan, omdat de verzamelaar
niet „officieel" was en hij zijn medailles bij voor
komende gelegenheden moest gebruiken, ter
wijl de familieleden van een overleden redder
bijzonder gesteld waren op de eere-teekenen
van hun man of vader. Zeer begrijpelijke
bezwaren. Het gevolg was echter, dat die me
dailles her- en derwaarts verzeild raakten en
zoodoende voor de eventueele „Redders
kamer" verloren gingen.
Het is een heugelijk verschijnsel, dat thans
de Burgemeester het verzamelplan wil voort
zetten, en daar het nu in „officieele" handen
is, is het zeer te hopen, dat de bezwaren van
de familie der overleden redders vervallen en
er langzamerhand eene collectie ontstaat, die
schitterend en eenig in Nederland kan worden.
De zorgvuldig geregisteerde verzameling be
hoort toch ook eigenlijk bij het „Helden der
Zee Monument".
Indien er redders zijn, wier diploma's, uit
gereikt door de Redding-Maatschappij in Ne
derland, of door buitenlandsche Redding-Maat
schappijen, in het ongereede zijn geraakt, dan
verzoeken wij daarvan opgave; het is moge
lijk dat wij duplicaten kunnen bekomen.
KI. F. Oortgijsen,
voorzitter van het Heldersche
Reddingfonds.
Bouwfonds opgericht. De voor
zitter, de heer Kessenich, afgetreden.
Op Woensdag 17 Februari j.1. had in de
bovenzaal van café „Centraal" de jaarverga
dering plaats van bovengenoemde Vereeniging.
De voorzitter, de heer Kessenich, opende
met een welkomstwoord; uit piëteit voor allen,
die in 1936 de Vereeniging zijn ontvallen, werd
aan hun nagedachtenis een stille hulde ge
bracht.
In het kort memoreerde de voorzitter in
verband met zijn aanstaand vertrek uit Den
Helder, dat dit zijn 5e, tevens laatste jaar
vergadering was, welke hij zou leiden.
Daarna werden de notulen van de laatst ge
houden ledenvergadering voorgelezen en on
veranderd goedgekeurd.
Hierna werd het verslag van den accoun
tant, den heer Boon, welke verhinderd was
zelf te komen, door den voorzitter behandeld.
Van belang uit dit verslag is het volgende:
Ondergeteekende verklaart bij dezen,
dat de hierbij afgedrukte staat van ont
vangsten en uitgaven den juisten toestand
op 31 Dec. 1936 weergeeft; het batig
saldo van 505.33, plus het beginsaldo, in
totaal 904.90, bij den penningmeester
aanwezig is en dat hij bij de contröle de
administratie in orde heeft bevonden. Dat
de in bijlage I vermelde bezittingen op
31 Dec. 1936 het eigendom der Vereeni
ging zijn en het aantal leden volgens het
kasboek en de bescheiden op 31 Dec. 1936
1200 bedroeg.
In 1936 werden 77 nieuwe leden inge
schreven, terwijl door bedanken, overlij
den, vertrek, enz. 116 leden werden afge
voerd.
w.g. J. Boon.
De heer Petterson heeft vervolgens, op een
wijze, die allen lof verdiende, de geschiedenis
van 1936 weergegeven. O.m. kwam in dit ver
slag naar voren, het bezoek, dat het dage-
lijksch bestuur gebracht heeft aan onzen Bur
gemeester, teneinde de mogelijkheid onder de
oogen te zien, dat er tijdens begrafenisplech
tigheden door den vliegdienst zoo min moge
lijk over het, kerkhof gevlogen zou worden.
Deze bespreking heeft tengevolge gehad,
dat de militaire autoriteiten hun medewerking
in dezen toezegden.
Vervolgens gaf de penningmeester, de heer
Grendel, een zeer duidelijke uiteenzetting van
de inkomsten en uitgaven. Uit dit verslag
bleek, dat de Vereeniging een goed jaar ach
ter den rug heeft.
Uitgevoerd zijn 116 diensten, tegen 100 in
1935. Van deze 116 diensten waren er 67 voor
niet-leden.
De financieele positie is kerngezond. Aan
inkomsten zijn 1942.98 en aan uitgaven
1038.08 geboekt, derhalve was er op 1 Jan.
1937 een voordeelig saldo van 904.90. De
bezittingen der Vereeniging zijn na afschrij
ving door den heer Boon bepaald op 1261.71.
Voorts bleek, dat in 1936 een kapitaal van
15.275.48 door de handen van den penning
meester was gegaan.
Het volgende agendapunt: beleid bestuur,
gaf geen aanleiding tot aanmerkingen. Lof
werd gebracht aan het bestuur en in het bij
zonder aan den penningmeester.
Voorstel Bouwfonds.
Door den voorzitter werd mededeeling ge
daan, dat het bestuur besloten had, met toe
stemming van de jaarvergadering, over te
gaan tot stichting van een bouwfonds.
KONINGSTRAAT 92
de zaak voor beter maatwerk,
TELEFOON 666
VOOR DE PIJP
kees
neys/
Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp.
Bij Uw winkelier verkrijgbaar.
Velen zouden gaarne zien, dat de Vereeni
ging een eigen gebouw had. In dit gebouw
zouden bestuursvergaderingen gehouden kun
nen worden, de uitvoerder zou er in moeten
wonen, opbaringen zouden er kunnen geschie
den, enz.
De voorzitter stelde voor om in dit fonds
500.te storten van het voordeelig saldo.
Dit punt werd nogal uitvoerig besproken,
het resultaat was, dat het met algemeene
stemmen werd aangenomen.
Het stichten van een Kleedingfonds was, in
overleg met het personeel, al een feit gewor
den. Het bestuur vroeg en verkreeg toestem
ming van de vergadering om in het fonds
100 te storten.
De heer Manshanden maakte bekend, dat
hij in het bouwfonds een gift van 25 en in
het kleedingfonds een gift van 10 stortte.
De giften werden natuurlijk zeer geappre
cieerd.
Bestuursverkiezing.
Door het aftreden van de heeren Kessenich,
Bonarius en Petterson kwamen er 3 plaatsen
open, terwijl als periodiek aftredende leden de
Reeds bij den ingang komen U
De bloemengeuren tegemoet,
Die, als een blijde welkomstgroet,
U tot een binnentreden nooden!
Maar eer ge Flora's Tempelhof
Als menschen-kind betreden heeft,
Vraagt Plutus U, of gij iets geeft
Als „offer" aan de „goden".
Daarna treed' U vrijmoedig voort!
Men laat U verder ongemoeid!
En aanstonds wordt Uw oog geboeid
Door heel de fleur'ge bloemenweelde.
En ieder, die dit heeft gezien,
Al geeft hij zelfs om bloemen niets,
Zal zeggen: dat maar zelden iets
Zoozeer de zinnen streelde.
De „Boltha" is wel zeer geslaagd!
Hier is iets schoons tot stand gebracht!
De oude leus: Eendracht maakt macht
Mag men hier zeker gelden laten.
De bollenkweeker, de bloemist
Reikten elkaar de „broederhand"!
Wat op de „Boltha" kwam tot stand
Zijn zichtb're resultaten.
De „Boltha" is geopend thans!
Laat, lezeres en lezer, zien:
Dat hier iets grootsch ook kan geschiên
En U het wel weet te waardeeren!
Elk stadgenoot ga daar eens heen!
Men vraagt van U geen schatten geld!
De toegangsprijs is laag gesteld.
U zult U 'r amuseeren.
Ph. B. Polak.
heeren Grendel en Serano herkiesbaar waren.
De stemming gaf den volgenden uitslag:
Grendel en Serano herkozen; nieuw gekozen
zijn de heeren Hoeland, Van Poelje en
Tronchet.
Welke plaatsen bovengenoemde heeren in
zullen gaan nemen is nog niet bekend, aan
gezien het reglement voorschrijft, dat de
functies onderling worden verdeeld.
Het aftreden van den voorzitter, die zoo'n
belangrijk aandeel in de oprichting van de
Vereeniging heeft gehad, ging overigens niet
ongemerkt voorbij.
Door den heer Van Wolferen werd hij toe
gesproken en werd hem namens de Vereeni
ging een leeslamp aangeboden, met den
wensch, dat hij nog vele jaren onder het genot
van deze lamp zijn Heldersche Courant mocht
lezen.
De heer Kessenich, kennelijk onder den in
druk van dit gewichtige moment, dankte met
warme woorden.
Niets meer aan de orde zijnde, werd deze
vergadering om pl.m. 11.15 u. gesloten.
Opening.
Gistermiddag heeft in Musis Sacrum de
officieele opening plaats gevonden van
de bolbloemen-tentoonstelling „Boltha
1937", een tentoonstelling, welke er in
ieder opzicht zijn mag en die zeker op de
grootste belangstelling aanspraak mag
maken.
Behalve dat de bollenkweekers uit den
kop van Noord-Holland zich beijverd heb
ben het beste van hun product in te zen
den, is daar een opmaak van onze plaat
selijke bloemisten te bewonderen, die
zeker met eere gezien mag worden.
Ook in dit opzicht is dan ook een gang
naar Musis Sacrum een dezer dagen dub
bel en dwars de moeite waard.
Voor de officieele opening was er groote
belangstelling. Zoo zagen wij, behalve burge
meester Ritmeester en burgemeester Lovink
van Anna Paulowna, den commandant der
Marine, T. L. Kruys met echtgenoote en ad
judant, den garnizoenscommandant, overste
J. H. C. Bentz van den Berg, diverse hoofden
van gemeentebedrijven, vereenigingsbestuur-
ders en voorts tal van kweekers en bloemisten.
Rede van den heer Klerk.
Staande cp het, men zou haast zeggen,
poëzievolle podium, was het de voorzitter ^an
het comité, de heer M. H. Klerk, die een kort
woord van welkom uitsprak.
Speciaal noemde hij daarin de beide eere
leden de burgemeesters Ritmeester en Lovink,
en voorts den commandant der Marine en den
garnizoenscommandant.
Dank bracht spr. aan de spontane mede
werking, die men van verscheidene kanten
mocht ontvangen, o.a. van de pers.
De tentoonstelling is tot stand gekomen
dank zij de samenwerking van de kweekers
uit de omgeving en de Heldersche bloemisten,
en wel ónder auspiciën van de VVV Helders
Belang.
De heer Klerk wees op het belang van de
bolbloemenkweekerij in onze naaste omgeving.
Deze is maar niet zoo'n hobby, doch integen
deel een belangrijke industrie, een industrie,
waar men in den kop van Noord-Holland
rekening mee dient te houden. Het stemt daar
bij tot voldoening, dat deze industrie bewezen
heeft met het beste product, dat in andere
centra gekweekt wordt, te kunnen wedijveren.
De „Boltha 1937" roept natuurlijk herin
neringen op aan de Boltha, die cmige Jaren
geleden als „buiten-expositie" werd georga
niseerd, en men hoopt uit den aard der zaak,
dat het succes even groot zal zijn als dit toen
het geval was. De toevoeging „1937" houdt
evenwel een belofte in en wel dat men hoopt,
dat er zoo mogelijk ook een Boltha 1938, 1939
enzoovoorts moge komen.
De heer Klerk roemde de activiteit van de
WV Helders Belang. Zij heeft begrepen, dat
hier niet alleen sprake was van een algemeen
nut, maar ook van een mogelijkheid om mid
dels deze tentoonstelling vreemdelingen naar
Den Helder te doen komen.
Het is een moeilijke tijd, aldus besloot deze
spreker zijn rede, doch men doet thans een
ernstige poging om een industrie weer in de
belangstelling van het volk te brengen. Het is
derhalve te hopen, dat de burgerij zich in deze
niet onbetuigd zal laten en in grooten getale
naar Musis Sacrum komt.
Burgemeester Ritmeester aan
het woord.
Het is hierna burgemeester Ritmeester welke
het Musis-tooneel beklimt en die, alvorens tot
de eigenlijke openingsrede over te gaan, een
beschouwing houdt oveeen onderwerp, dat
dezer dagen wel in het brandpunt der belang
stelling staat.
Ik had niet kunnen vermoeden, aldus merkte
de burgemeester min of meer ironisch op, dat
ik hier hedenmiddag zou komen te staan. Het
gemeentebestuur heeft zoo de laatste dagen
den indruk gekregen, alsof het alles verkeerd
doet, alsof het niet ten volle het belang van
de gemeente in het oog hield. Er is gezegd,
dat men de concurrentie moet openstellen en
men heeft hier direct de conclusie aan vast
geknoopt als zou men nu reeds verloren zijn.
Zoo is het echter niet, aldus de neer Rit
meester, een gezonde middenstand kan geen
kwaad ondervinden van een eerlijke concur
rentie, integendeel, hij zal deze het hoofd weten
te bieden. En dat Den Helder een stad is, die
aan concurrentie het hoofd weet te bieden,
dat heeft zij reeds tal van malen bewezen."
Evenwel, men zal bij dit alles niet slechts 't
kleine eigenbelang moeten zien, maar de
groote lijn. En daarbij: het gemeentebestuur
staat wel degelijk achter den middenstand,
doch deze moet beseffen, dat hij zich niet mag
opsluiten in zijn eigen kringetje. Er is een
tijd geweest, dat het afzonderings-principe
hoogtij vierde: iedere stad trachtte zich zoo
veel mogelijk te isoleeren van de andere, doch
hiertegen is door de regeering gewaarschuwd.
De handel moet vrij zijn, en speciaal hier de
bloemenkweekers zullen het kunnen onder
schrijven, dat deze woorden waar zijn.
Komende op de tentoonstelling zegt spr.,
dat deze zijn verwachtingen verre overtreft.
Het ziet er allemaal prachtig uit en na een
citaat voorgelezen te hebben uit de ontster-
felijke familie Kegge, uit Hildebrandt's Ca
mera Obscura, waarmee hij aantoonde de be-
teekenis, die in 1834 reeds aan den bol ge
hecht werd, wijst hij er <~j welk een buiten
gewone hoogte de bloembollen-cultuur thans
bereikt heeft.
Men krijgt zijn seringen in Januari, terwijl
hun tijd eigenlijk Juni is. Het is dus de tech
niek mogelijk geworden de natuur te verplaat
sen.
Inderdaad heeft Holland op dit gebied pres
taties bereikt, die het noemen alleszins waard
zijn. Weliswaar zijn er in ons land meer din
gen dan alleen bloembollen en kaas, maar een
feit bljjft het, dat inderdaad de bol een artikel
is, die den roem van Nederland uitdraagt.
Dat hierbij de kop van Noord-Holland op
perbest kan wedijveren met andere belang
rijke centra als Sasenheim, dat is een waar
heid, die niemand zal willen ontkennen.
Burgemeester Ritmeester roemt de tot
stand gekomen samenwerking tusschen Den
De burgemeester noopt ons, naar aanleiding
van hetgeen hij gisteren in zijn openings
woord bij de Boltha 1937, gezegd heeft, terug
te komen op een onderwerp, dat we de vorige
week in onze Raadsreflexen aansneden, n.1. de
concurrentie van buiten de stad, die door het
gemeentebestuur aangegrepen zou worden bij
gemeentelijke leveranties.
Allereerst echter een enkel woord over den
indruk dien het gemeentebestuur de laatste
dagen gekregen zou hebben, alsof het alles
verkeerd deed en alsof het niet ten volle het
belang van de gemeente in het oog hield.
Als het gemeente-bestuur inderdaad dien
indruk gekregen heeft en het woord van den
burgemeester niet met een korreltje zout ge
nomen moet worden, heeft het College een
verkeerden indruk gekregen.
Inderdaad heeft de Raad zich de vorige
week, bij het voorstel tot het aanschaffen van
een Multilith-kantoormachine, unaniem tegen
over het college gesteld, maar dat was te
wijten, zooals we in onze Raadsreflexen (zie
„Held. Courant" van Donderdag 11 Febrauri)
duidelijk naar voren hebben laten komen aan
de onvolledigheid van de bijlage over het be
treffende voorstel.
Met een wantrouwen van het college had
dit dus niets te maken. Integendeel, een der
raadsleden vertolkte zeker het gevoelen
van den Raad, toen hij verzekerde, dat de
Raad volkomen vertrouwen had in het beleid
van het College van B. en W. Doch dat wil
natuurlijk geenszins zeggen, dat men, door
dik en dun, met alle voorstellen van het
College mee behoeft te gaan.
Wjj meenen, dat het vertrouwen in ons
huidige bestuurscollege in alle opzichten
gerechtvaardigd is. Wij gelooven dat het
dagelijksch bestuur van onze gemeente de
belangen van onze stad naar beste kunnen
behartigt. Wij hebben alle achting voor
het hoofd van onze stad, die in den kor
ten tijd dat hij hier is, getoond heeft da
grootste interesse te hebben voor alle
uitingen van het gemeentelijke leven, op
welk gebied dan ook. Maar dit alles
neemt niet weg, dat het College wel eens
een verkeerden weg kan bewandelen en
dan ligt het aan de competentie van den
Raad, het een halt toe te roepen, en dan
ook hebben wij de plicht, als publiek
spreekorgaan, daarop te wijzen.
Welnu, toen wij er de vorige week op
wezen, dat wij meenden dat het College op
den verkeerden weg was wanneer het den eigen
Middenstand voorbijliep, als het de gemeente
lijke leveranties buiten de stad wat goedkooper
zou kunnen krijgen, hebben wij dit gedaan,
omdat het onze overtuiging is, dat dit prin
cipieel verkeerd is.
Bijzondere tijden vragen bijzondere maat
regelen. Zelfs al is het in principe niet aan
te bevelen om van de 1064 gemeenten in ons
land, zooals de burgemeester het zeide, 1064
republiekjes te maken, kan de nood er toe
dwingen, maatregelen te nemen, die men in
normale tijden zeker niet zou nemen. En wan
neer we er op aandringen dat men onzen
Middenstand voor „een schijnbaar voordeel"
niet voorbij mag gaan, dan zeggen we dit, om
dat onze Middenstand een tijd doormaakt,
zooals de historie die niet, of zoo goed als
niet gekend heeft. Men moet zijn oor maar
eens te luisteren leggen bij de winkeliers. Men
klaagt niet zonder noodzaak.
Heeft de regeering niet dezelfde maat
regelen genomen, toen zij de grenzen voor tal
van importartikelen sloot. In principe fout,
wij onderschrijven het direct, maar men was
gedwongen door de bijzondere omstandig
heden.
Het is volkomen juist wat de burgemeester
zeide, dat een gezonde Middenstand moet
kunnen concurreeren. Maar die concurrentie-
mogelijkheid vindt zij in eigen stad. Er zijn
hier voldoende zaken van beteekenis, die tegen
concurreerende prijzen kunnen leveren. De
burgemeester heeft dit zelf met genoegen ge
constateerd. Men behoeft onze zaken echter
niet uit te spelen tegen zaken van buiten, die
eveneens door de bijzondere omstandigheden,
vaak door dringende behoefte aan werk, om
de leverantie maar te hebben, tot inschrijving
overgaan.
Hiertegen ging ons protest en zullen we
blijven protesteeren, ook al ziet het college
van B. en W. het anders.
„Wij wonen in Den Helder en koopen in
Den Helder", mag geen ijdele spreuk worden.
Helder en Anna Paulowna en hoopt, dat deze
tentoonstelling spoedig gevolgd moge worden
door een andere, en dat dan deze zaal te klein
zal blijken te zijn.
Hij spreekt den wensch uit, dat een groot
publiek de expositie zal komen bezoeken,
complimenteert den voorzitter en het bestuur
met het bereikte resultaat en hoopt dat door
de samenwerking van Den Helder en Anna
Paulowna ook in de toekomst nog veel bereikt
moge worden.
Burgemeester Lovink.
Het is hierna de burgemeester van Anna
Paulowna, de heer Lovink, die tenslotte nog
het woord voert. Na zijn dank uitgesproken
te hebben voor de onderscheiding hem tot lid
van het eere-comité te benoemen, spreekt ook
hij waardeerende woorden ten aanzien van de
VVV Helders Belang, die hier op geslaagde
wijze een prachtig doel nagestreefd heeft.
De heer Lovink brengt in herinnering de
prettige samenwerking, die er vroeger tus
schen de gemeente Anna Paulowna en Den
Helder bestaan heeft. Een samenwerking,
voornamelijk te danken aan oud-burgemeester
Houwing, Helders Belang en de Economische
Commissie.
Het was een samenwerking, waarvan de
middenstand geprofiteerd heeft. Tal van be
woners uit de omgeving kwamen regelmatig
naar Den Helder en kochten hier hun waren
in. Anderzijds gebeurde het, dat in de zomer
maanden een 700-tal werklooze visschers em
plooi in den polder vonden.
Helaas, de crisis kwam in het land en uit
was het met de samenwerking. Er was geen