Stadsnieuws IBIS SHAG lekker... man! De „Boltha 1937" heeft haar poorten geopend Het college van B.cnW. en de Middenstand. Vrijdag 19 Februari 1937 Heldersche Courant Tweede Blad HetvijfdeMarine-Concert De tentoonstelling der Comeniusschool De uitvoering van T.A»V,E»N»IL Bericht van inzet Over eereteekenen van de Helden der Zee» Jaarvergadering van dc Algcmeene Begrafenis- vereeniging te Den Helder. ONZE STALENCOLLECTIE 1937 IS GEREED. HERM. DE HAAN, Boltha impressies Hartelijke woorden bij de officieele opening door burgemeester Ritmeester en burgemeester Lovink. Waardeering voor het werk van VVV „Helders Belang." Een lusthof van bloemen. Zeldzame „variëteiten en nouveauté's. Aan de Gemeentelijke Handelsschool slaa-- H3en voor het examen machineschrijven- Md A. v. Strijen en de heeren J. A. Smits, N Ken: Eer, J. v. Hartingsveldt, G. Bruns, J v Dhk Zie voor aangifte de advertentie in dit' nura er. mer, Beethoven's Ouv. „Coriolan" en „Symphonie No. 1". Woensdag a.s. zal het vijfde der serie Marine-Concerten, te geven door het Sympho- nie-orkest van het Stafmuziekcorps der Kon Marine, onder leiding van kapelmeester Leisti' kow, in Casino, gegeven worden. Werd de vorige maal een programma ge geven dat het populaire genre benaderde, dit maal krijgt men, en dan met name voor de pauze, weer iets bijzonders te beluisteren en iets, waarnaar muzieklievend Den Helder zéker niet verzuimen zal heen te gaan. Er wordt opgevoerd ten eerste de ouverture „Coriolan" (Opus 62) van Ludwig von Beet hoven en de Symphonie No. 1 van denzelfden meester. Dit nummer bestaat uit de deelen adagio motto, andante cantabilé con motto menuetto en adagio. Na de pauze krijgt men weder het prachtige werk van Sibelius „Finlandia", de fantasie „Lakmé" van Délibes (in arrangement van Tavan) en tot slot de vermaarde Berlioz' marsch „Marche Hongroise". Een program alzoo, dat er zijn mag. Wij komen op enkele nummers nader terug. Morgen en Zondag in de school. Een tentoonstelling van de Comeniusschool... werk van de leerlingen zelf, gaarne vestigen wij hier de aandacht op. In de advertentie zal men waarschijnlijk reeds gelezen hebben, dat de uren, waarop deze expositie van werk, dat door de jongens en meisjes eigenhandig vervaardigd werd, zijn: Zaterdagmiddag van 2 tot 5 uur, Zaterdag avond van 7 tot 9 uur en Zondagmorgen van half 11 tot half 1. Wij ontvingen dezer dagen een gedicht, dat men rondgestuurd heeft bij hen, van wie men verwacht, dat zij interesse voor dit werk zullen hebben en hierin lazen wij, dat in October en November van het vorige jaar in de klassen een lijst gecirculeerd had, waarop men kon inteekenen voor „een bol op glas". Het is thans, dat men zal kunnen zien, wat de jongelui van hun kweek-proef terecht gebracht hebben. Behalve deze „Boltha-in-het-klein" hebben de meisjes de resultaten van een jaar handwerken verzameld en ook deze zullen aan critische blikken onderworpen kunnen worden, evenals het timmerwerk van de jongens, die lampen, kastjes, pijpenrekken, een kindermeubilair en wat dies meer zij, gefabriceerd hebben. Een kijkje bij dit werk, waaraan alle klas sen hebben deelgenomen, kunnen wij zeker aanraden. Zooals men weet, bevindt zich de Comeniusschool in de Vlamingstraat, de school „met het blauwe bord en de gouden letters". Koopt reeds Maandag Uw kaart en... bespreekt uw plaats. Zooals onze lezers ongetwijfeld reeds uit de desbetreffende advertenties en berichten ge lezen zullen hebben, wordt a.s. Donderdag avond in het Casino de uitvoering gegeven van het tooneelspel „Najaarsstormen" door de ver- eeniging TAVENU, waarvan het Heldersche publiek reeds eerder de antecedenten kon be wonderen. Wij zijn er zeker van, dat Donderdagavond Casino tot de laatste plaats bezet zal zijn, tenminste... indien wij nog vertrouwen mogen hebben in de liefhebberij van onze goed too- neel-minnende stadgenooten. Wat de keuze van het stuk betreft, kan men gerust zijn en persoonlijk kunnen wij de verzekering geven, dat het gebodene in ieder opzicht aanspraak mag maken op het praedi- kaat „bijzonder" en dan zoowel bijzonder voor wat den inhoud betreft als de vertolking. Kortom: men ziet hier TAVENU op haar best, in haar meest gunstige samen stelling en vandaar ook, dat het zoo pret tig is, dat ook niet-TAVENU-ers nu eens eigenoogig en eigenoorig kunnen aan schouwen en beluisteren waartoe deze amateurs, die het professionalisme zeer sterk benaderen, in staat zijn. Zooals bekend vangt a.s. Maandagmid dag om 3 uur de plaatsbespreking in Ca sino aan. De kosten hiervoor bedragen slechts 5 cent, en daar wij vermoeden, dat het storm zal loopen adviseeren wij hen, die het plan hebben Donderdagavond van de partij te zijn, zich zoo spoedig moge lijk van een plaatsbewijs ten bedrage van 35 cent, waarin alles inbegrepen is, te voorzien. De kaarten zijn verkrijgbaar aan het Casino (eveneens van 35 uur) en bij de adressen, waarvan U de namen in de des betreffende advertenties lezen kunt. Bij de op 18 Februari 1937 in het N.-H. Koffiehuis te Schagen, ten overstaan van No taris C. L. van den Bergh, gehouden voorloo- pige toewijzing, heeft het perceel bouwland aan den Middenvliet te Koegras, gem. Den Helder, groot 6 H.A. 78 A„ kunnen gelden 12.000. De Afslag blijft bepaald op Donderdag 25 Februari 1937, ds middags 12 ur. Een viertal jaren geleden werd door de afdeeling Den Helder van de Maatschappij van Nijverheid een tentoonstelling gehouden over de Zuiderzeewerken, waarbij ook een collectie schilderijen was gevoegd, betrekking hebbende op de gemeente Den Helder en om liggende plaatsen, bekend staande onder den naam „De Kop van Noord-Holland". Onder de tentoongestelde objecten bevonden zch o.a. een aantal schilderijen, bevattende de diploma's en de reeders-medailles van eenige Heldersche redders, door hen vrijwillig af gestaan. De uitbreiding van die begin-verzameling stuitte op eenige moeilijkheden: de nog in leven zijnde redder had soms bezwaar, zijn medailles af te staan, omdat de verzamelaar niet „officieel" was en hij zijn medailles bij voor komende gelegenheden moest gebruiken, ter wijl de familieleden van een overleden redder bijzonder gesteld waren op de eere-teekenen van hun man of vader. Zeer begrijpelijke bezwaren. Het gevolg was echter, dat die me dailles her- en derwaarts verzeild raakten en zoodoende voor de eventueele „Redders kamer" verloren gingen. Het is een heugelijk verschijnsel, dat thans de Burgemeester het verzamelplan wil voort zetten, en daar het nu in „officieele" handen is, is het zeer te hopen, dat de bezwaren van de familie der overleden redders vervallen en er langzamerhand eene collectie ontstaat, die schitterend en eenig in Nederland kan worden. De zorgvuldig geregisteerde verzameling be hoort toch ook eigenlijk bij het „Helden der Zee Monument". Indien er redders zijn, wier diploma's, uit gereikt door de Redding-Maatschappij in Ne derland, of door buitenlandsche Redding-Maat schappijen, in het ongereede zijn geraakt, dan verzoeken wij daarvan opgave; het is moge lijk dat wij duplicaten kunnen bekomen. KI. F. Oortgijsen, voorzitter van het Heldersche Reddingfonds. Bouwfonds opgericht. De voor zitter, de heer Kessenich, afgetreden. Op Woensdag 17 Februari j.1. had in de bovenzaal van café „Centraal" de jaarverga dering plaats van bovengenoemde Vereeniging. De voorzitter, de heer Kessenich, opende met een welkomstwoord; uit piëteit voor allen, die in 1936 de Vereeniging zijn ontvallen, werd aan hun nagedachtenis een stille hulde ge bracht. In het kort memoreerde de voorzitter in verband met zijn aanstaand vertrek uit Den Helder, dat dit zijn 5e, tevens laatste jaar vergadering was, welke hij zou leiden. Daarna werden de notulen van de laatst ge houden ledenvergadering voorgelezen en on veranderd goedgekeurd. Hierna werd het verslag van den accoun tant, den heer Boon, welke verhinderd was zelf te komen, door den voorzitter behandeld. Van belang uit dit verslag is het volgende: Ondergeteekende verklaart bij dezen, dat de hierbij afgedrukte staat van ont vangsten en uitgaven den juisten toestand op 31 Dec. 1936 weergeeft; het batig saldo van 505.33, plus het beginsaldo, in totaal 904.90, bij den penningmeester aanwezig is en dat hij bij de contröle de administratie in orde heeft bevonden. Dat de in bijlage I vermelde bezittingen op 31 Dec. 1936 het eigendom der Vereeni ging zijn en het aantal leden volgens het kasboek en de bescheiden op 31 Dec. 1936 1200 bedroeg. In 1936 werden 77 nieuwe leden inge schreven, terwijl door bedanken, overlij den, vertrek, enz. 116 leden werden afge voerd. w.g. J. Boon. De heer Petterson heeft vervolgens, op een wijze, die allen lof verdiende, de geschiedenis van 1936 weergegeven. O.m. kwam in dit ver slag naar voren, het bezoek, dat het dage- lijksch bestuur gebracht heeft aan onzen Bur gemeester, teneinde de mogelijkheid onder de oogen te zien, dat er tijdens begrafenisplech tigheden door den vliegdienst zoo min moge lijk over het, kerkhof gevlogen zou worden. Deze bespreking heeft tengevolge gehad, dat de militaire autoriteiten hun medewerking in dezen toezegden. Vervolgens gaf de penningmeester, de heer Grendel, een zeer duidelijke uiteenzetting van de inkomsten en uitgaven. Uit dit verslag bleek, dat de Vereeniging een goed jaar ach ter den rug heeft. Uitgevoerd zijn 116 diensten, tegen 100 in 1935. Van deze 116 diensten waren er 67 voor niet-leden. De financieele positie is kerngezond. Aan inkomsten zijn 1942.98 en aan uitgaven 1038.08 geboekt, derhalve was er op 1 Jan. 1937 een voordeelig saldo van 904.90. De bezittingen der Vereeniging zijn na afschrij ving door den heer Boon bepaald op 1261.71. Voorts bleek, dat in 1936 een kapitaal van 15.275.48 door de handen van den penning meester was gegaan. Het volgende agendapunt: beleid bestuur, gaf geen aanleiding tot aanmerkingen. Lof werd gebracht aan het bestuur en in het bij zonder aan den penningmeester. Voorstel Bouwfonds. Door den voorzitter werd mededeeling ge daan, dat het bestuur besloten had, met toe stemming van de jaarvergadering, over te gaan tot stichting van een bouwfonds. KONINGSTRAAT 92 de zaak voor beter maatwerk, TELEFOON 666 VOOR DE PIJP kees neys/ Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. Velen zouden gaarne zien, dat de Vereeni ging een eigen gebouw had. In dit gebouw zouden bestuursvergaderingen gehouden kun nen worden, de uitvoerder zou er in moeten wonen, opbaringen zouden er kunnen geschie den, enz. De voorzitter stelde voor om in dit fonds 500.te storten van het voordeelig saldo. Dit punt werd nogal uitvoerig besproken, het resultaat was, dat het met algemeene stemmen werd aangenomen. Het stichten van een Kleedingfonds was, in overleg met het personeel, al een feit gewor den. Het bestuur vroeg en verkreeg toestem ming van de vergadering om in het fonds 100 te storten. De heer Manshanden maakte bekend, dat hij in het bouwfonds een gift van 25 en in het kleedingfonds een gift van 10 stortte. De giften werden natuurlijk zeer geappre cieerd. Bestuursverkiezing. Door het aftreden van de heeren Kessenich, Bonarius en Petterson kwamen er 3 plaatsen open, terwijl als periodiek aftredende leden de Reeds bij den ingang komen U De bloemengeuren tegemoet, Die, als een blijde welkomstgroet, U tot een binnentreden nooden! Maar eer ge Flora's Tempelhof Als menschen-kind betreden heeft, Vraagt Plutus U, of gij iets geeft Als „offer" aan de „goden". Daarna treed' U vrijmoedig voort! Men laat U verder ongemoeid! En aanstonds wordt Uw oog geboeid Door heel de fleur'ge bloemenweelde. En ieder, die dit heeft gezien, Al geeft hij zelfs om bloemen niets, Zal zeggen: dat maar zelden iets Zoozeer de zinnen streelde. De „Boltha" is wel zeer geslaagd! Hier is iets schoons tot stand gebracht! De oude leus: Eendracht maakt macht Mag men hier zeker gelden laten. De bollenkweeker, de bloemist Reikten elkaar de „broederhand"! Wat op de „Boltha" kwam tot stand Zijn zichtb're resultaten. De „Boltha" is geopend thans! Laat, lezeres en lezer, zien: Dat hier iets grootsch ook kan geschiên En U het wel weet te waardeeren! Elk stadgenoot ga daar eens heen! Men vraagt van U geen schatten geld! De toegangsprijs is laag gesteld. U zult U 'r amuseeren. Ph. B. Polak. heeren Grendel en Serano herkiesbaar waren. De stemming gaf den volgenden uitslag: Grendel en Serano herkozen; nieuw gekozen zijn de heeren Hoeland, Van Poelje en Tronchet. Welke plaatsen bovengenoemde heeren in zullen gaan nemen is nog niet bekend, aan gezien het reglement voorschrijft, dat de functies onderling worden verdeeld. Het aftreden van den voorzitter, die zoo'n belangrijk aandeel in de oprichting van de Vereeniging heeft gehad, ging overigens niet ongemerkt voorbij. Door den heer Van Wolferen werd hij toe gesproken en werd hem namens de Vereeni ging een leeslamp aangeboden, met den wensch, dat hij nog vele jaren onder het genot van deze lamp zijn Heldersche Courant mocht lezen. De heer Kessenich, kennelijk onder den in druk van dit gewichtige moment, dankte met warme woorden. Niets meer aan de orde zijnde, werd deze vergadering om pl.m. 11.15 u. gesloten. Opening. Gistermiddag heeft in Musis Sacrum de officieele opening plaats gevonden van de bolbloemen-tentoonstelling „Boltha 1937", een tentoonstelling, welke er in ieder opzicht zijn mag en die zeker op de grootste belangstelling aanspraak mag maken. Behalve dat de bollenkweekers uit den kop van Noord-Holland zich beijverd heb ben het beste van hun product in te zen den, is daar een opmaak van onze plaat selijke bloemisten te bewonderen, die zeker met eere gezien mag worden. Ook in dit opzicht is dan ook een gang naar Musis Sacrum een dezer dagen dub bel en dwars de moeite waard. Voor de officieele opening was er groote belangstelling. Zoo zagen wij, behalve burge meester Ritmeester en burgemeester Lovink van Anna Paulowna, den commandant der Marine, T. L. Kruys met echtgenoote en ad judant, den garnizoenscommandant, overste J. H. C. Bentz van den Berg, diverse hoofden van gemeentebedrijven, vereenigingsbestuur- ders en voorts tal van kweekers en bloemisten. Rede van den heer Klerk. Staande cp het, men zou haast zeggen, poëzievolle podium, was het de voorzitter ^an het comité, de heer M. H. Klerk, die een kort woord van welkom uitsprak. Speciaal noemde hij daarin de beide eere leden de burgemeesters Ritmeester en Lovink, en voorts den commandant der Marine en den garnizoenscommandant. Dank bracht spr. aan de spontane mede werking, die men van verscheidene kanten mocht ontvangen, o.a. van de pers. De tentoonstelling is tot stand gekomen dank zij de samenwerking van de kweekers uit de omgeving en de Heldersche bloemisten, en wel ónder auspiciën van de VVV Helders Belang. De heer Klerk wees op het belang van de bolbloemenkweekerij in onze naaste omgeving. Deze is maar niet zoo'n hobby, doch integen deel een belangrijke industrie, een industrie, waar men in den kop van Noord-Holland rekening mee dient te houden. Het stemt daar bij tot voldoening, dat deze industrie bewezen heeft met het beste product, dat in andere centra gekweekt wordt, te kunnen wedijveren. De „Boltha 1937" roept natuurlijk herin neringen op aan de Boltha, die cmige Jaren geleden als „buiten-expositie" werd georga niseerd, en men hoopt uit den aard der zaak, dat het succes even groot zal zijn als dit toen het geval was. De toevoeging „1937" houdt evenwel een belofte in en wel dat men hoopt, dat er zoo mogelijk ook een Boltha 1938, 1939 enzoovoorts moge komen. De heer Klerk roemde de activiteit van de WV Helders Belang. Zij heeft begrepen, dat hier niet alleen sprake was van een algemeen nut, maar ook van een mogelijkheid om mid dels deze tentoonstelling vreemdelingen naar Den Helder te doen komen. Het is een moeilijke tijd, aldus besloot deze spreker zijn rede, doch men doet thans een ernstige poging om een industrie weer in de belangstelling van het volk te brengen. Het is derhalve te hopen, dat de burgerij zich in deze niet onbetuigd zal laten en in grooten getale naar Musis Sacrum komt. Burgemeester Ritmeester aan het woord. Het is hierna burgemeester Ritmeester welke het Musis-tooneel beklimt en die, alvorens tot de eigenlijke openingsrede over te gaan, een beschouwing houdt oveeen onderwerp, dat dezer dagen wel in het brandpunt der belang stelling staat. Ik had niet kunnen vermoeden, aldus merkte de burgemeester min of meer ironisch op, dat ik hier hedenmiddag zou komen te staan. Het gemeentebestuur heeft zoo de laatste dagen den indruk gekregen, alsof het alles verkeerd doet, alsof het niet ten volle het belang van de gemeente in het oog hield. Er is gezegd, dat men de concurrentie moet openstellen en men heeft hier direct de conclusie aan vast geknoopt als zou men nu reeds verloren zijn. Zoo is het echter niet, aldus de neer Rit meester, een gezonde middenstand kan geen kwaad ondervinden van een eerlijke concur rentie, integendeel, hij zal deze het hoofd weten te bieden. En dat Den Helder een stad is, die aan concurrentie het hoofd weet te bieden, dat heeft zij reeds tal van malen bewezen." Evenwel, men zal bij dit alles niet slechts 't kleine eigenbelang moeten zien, maar de groote lijn. En daarbij: het gemeentebestuur staat wel degelijk achter den middenstand, doch deze moet beseffen, dat hij zich niet mag opsluiten in zijn eigen kringetje. Er is een tijd geweest, dat het afzonderings-principe hoogtij vierde: iedere stad trachtte zich zoo veel mogelijk te isoleeren van de andere, doch hiertegen is door de regeering gewaarschuwd. De handel moet vrij zijn, en speciaal hier de bloemenkweekers zullen het kunnen onder schrijven, dat deze woorden waar zijn. Komende op de tentoonstelling zegt spr., dat deze zijn verwachtingen verre overtreft. Het ziet er allemaal prachtig uit en na een citaat voorgelezen te hebben uit de ontster- felijke familie Kegge, uit Hildebrandt's Ca mera Obscura, waarmee hij aantoonde de be- teekenis, die in 1834 reeds aan den bol ge hecht werd, wijst hij er <~j welk een buiten gewone hoogte de bloembollen-cultuur thans bereikt heeft. Men krijgt zijn seringen in Januari, terwijl hun tijd eigenlijk Juni is. Het is dus de tech niek mogelijk geworden de natuur te verplaat sen. Inderdaad heeft Holland op dit gebied pres taties bereikt, die het noemen alleszins waard zijn. Weliswaar zijn er in ons land meer din gen dan alleen bloembollen en kaas, maar een feit bljjft het, dat inderdaad de bol een artikel is, die den roem van Nederland uitdraagt. Dat hierbij de kop van Noord-Holland op perbest kan wedijveren met andere belang rijke centra als Sasenheim, dat is een waar heid, die niemand zal willen ontkennen. Burgemeester Ritmeester roemt de tot stand gekomen samenwerking tusschen Den De burgemeester noopt ons, naar aanleiding van hetgeen hij gisteren in zijn openings woord bij de Boltha 1937, gezegd heeft, terug te komen op een onderwerp, dat we de vorige week in onze Raadsreflexen aansneden, n.1. de concurrentie van buiten de stad, die door het gemeentebestuur aangegrepen zou worden bij gemeentelijke leveranties. Allereerst echter een enkel woord over den indruk dien het gemeentebestuur de laatste dagen gekregen zou hebben, alsof het alles verkeerd deed en alsof het niet ten volle het belang van de gemeente in het oog hield. Als het gemeente-bestuur inderdaad dien indruk gekregen heeft en het woord van den burgemeester niet met een korreltje zout ge nomen moet worden, heeft het College een verkeerden indruk gekregen. Inderdaad heeft de Raad zich de vorige week, bij het voorstel tot het aanschaffen van een Multilith-kantoormachine, unaniem tegen over het college gesteld, maar dat was te wijten, zooals we in onze Raadsreflexen (zie „Held. Courant" van Donderdag 11 Febrauri) duidelijk naar voren hebben laten komen aan de onvolledigheid van de bijlage over het be treffende voorstel. Met een wantrouwen van het college had dit dus niets te maken. Integendeel, een der raadsleden vertolkte zeker het gevoelen van den Raad, toen hij verzekerde, dat de Raad volkomen vertrouwen had in het beleid van het College van B. en W. Doch dat wil natuurlijk geenszins zeggen, dat men, door dik en dun, met alle voorstellen van het College mee behoeft te gaan. Wjj meenen, dat het vertrouwen in ons huidige bestuurscollege in alle opzichten gerechtvaardigd is. Wij gelooven dat het dagelijksch bestuur van onze gemeente de belangen van onze stad naar beste kunnen behartigt. Wij hebben alle achting voor het hoofd van onze stad, die in den kor ten tijd dat hij hier is, getoond heeft da grootste interesse te hebben voor alle uitingen van het gemeentelijke leven, op welk gebied dan ook. Maar dit alles neemt niet weg, dat het College wel eens een verkeerden weg kan bewandelen en dan ligt het aan de competentie van den Raad, het een halt toe te roepen, en dan ook hebben wij de plicht, als publiek spreekorgaan, daarop te wijzen. Welnu, toen wij er de vorige week op wezen, dat wij meenden dat het College op den verkeerden weg was wanneer het den eigen Middenstand voorbijliep, als het de gemeente lijke leveranties buiten de stad wat goedkooper zou kunnen krijgen, hebben wij dit gedaan, omdat het onze overtuiging is, dat dit prin cipieel verkeerd is. Bijzondere tijden vragen bijzondere maat regelen. Zelfs al is het in principe niet aan te bevelen om van de 1064 gemeenten in ons land, zooals de burgemeester het zeide, 1064 republiekjes te maken, kan de nood er toe dwingen, maatregelen te nemen, die men in normale tijden zeker niet zou nemen. En wan neer we er op aandringen dat men onzen Middenstand voor „een schijnbaar voordeel" niet voorbij mag gaan, dan zeggen we dit, om dat onze Middenstand een tijd doormaakt, zooals de historie die niet, of zoo goed als niet gekend heeft. Men moet zijn oor maar eens te luisteren leggen bij de winkeliers. Men klaagt niet zonder noodzaak. Heeft de regeering niet dezelfde maat regelen genomen, toen zij de grenzen voor tal van importartikelen sloot. In principe fout, wij onderschrijven het direct, maar men was gedwongen door de bijzondere omstandig heden. Het is volkomen juist wat de burgemeester zeide, dat een gezonde Middenstand moet kunnen concurreeren. Maar die concurrentie- mogelijkheid vindt zij in eigen stad. Er zijn hier voldoende zaken van beteekenis, die tegen concurreerende prijzen kunnen leveren. De burgemeester heeft dit zelf met genoegen ge constateerd. Men behoeft onze zaken echter niet uit te spelen tegen zaken van buiten, die eveneens door de bijzondere omstandigheden, vaak door dringende behoefte aan werk, om de leverantie maar te hebben, tot inschrijving overgaan. Hiertegen ging ons protest en zullen we blijven protesteeren, ook al ziet het college van B. en W. het anders. „Wij wonen in Den Helder en koopen in Den Helder", mag geen ijdele spreuk worden. Helder en Anna Paulowna en hoopt, dat deze tentoonstelling spoedig gevolgd moge worden door een andere, en dat dan deze zaal te klein zal blijken te zijn. Hij spreekt den wensch uit, dat een groot publiek de expositie zal komen bezoeken, complimenteert den voorzitter en het bestuur met het bereikte resultaat en hoopt dat door de samenwerking van Den Helder en Anna Paulowna ook in de toekomst nog veel bereikt moge worden. Burgemeester Lovink. Het is hierna de burgemeester van Anna Paulowna, de heer Lovink, die tenslotte nog het woord voert. Na zijn dank uitgesproken te hebben voor de onderscheiding hem tot lid van het eere-comité te benoemen, spreekt ook hij waardeerende woorden ten aanzien van de VVV Helders Belang, die hier op geslaagde wijze een prachtig doel nagestreefd heeft. De heer Lovink brengt in herinnering de prettige samenwerking, die er vroeger tus schen de gemeente Anna Paulowna en Den Helder bestaan heeft. Een samenwerking, voornamelijk te danken aan oud-burgemeester Houwing, Helders Belang en de Economische Commissie. Het was een samenwerking, waarvan de middenstand geprofiteerd heeft. Tal van be woners uit de omgeving kwamen regelmatig naar Den Helder en kochten hier hun waren in. Anderzijds gebeurde het, dat in de zomer maanden een 700-tal werklooze visschers em plooi in den polder vonden. Helaas, de crisis kwam in het land en uit was het met de samenwerking. Er was geen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5