Raadsels
Beste Jongens en Meisjes
Kindervriend.
Nieuwe Raadsels
1
2
h
Ml
1
I7
I8!
I11!
1
1
Het Chineesche jongetje»
Rijpe kastanjes
Op de landweg
Onverwachte hulp,
Ruilhoekje»
Japanschc kinderen vieren
verjaardag
|^I'|1|TTH||||I||1|H I I I I I IJjll liliJJ-LLI-uy^
TTrnrnTTTTf
O, o, wat hebben jullie je te pakken laten
nemen met dat tweede raadsel. Als je het nu
eens goed en rustig gelezen had, dan was je
er natuurlijk evenmin ingelopen als de drie
vriendinnetjes die het goed hebben opgelost.
Er stond toch duidelijk de boekenwurm begon
bfl bldz. 1 van het eerste boek en eindigde bij
de laatste bladzijde van het volgende boek. Hij
kroop dus alleen door de banden heen, die een
c.M. dik waren. De afstand was dus 1 c M
Eenvoudig of niet? 't Was maar een kwestie
van goed lezen.
De prijswinnaar was ditmaal:
CORRIE LUBSEN,
Strooweg 2d., Den Helder.
Hemk Doeleman Jij bent de eerste, Henk,
van m*n vriendjes, van wie de briefjes de
vorige week bleven liggen, die nu antwoord
krijgt. Je verontschuldiging, dat je me ver
geten was, omdat je twee kastjes hebt ge
maakt, neem ik natuurlijk aan. Maar wat voor
kastjes waren het? Voor bijen of voor jezelf?
V?? Het meisje, dat over de trouwerij
van haar tante schreef, heeft door de vreugde
over twee vrije dagen die ze in het vooruit
zicht had, haar naam vergeten. Vertel me nu
volgende week maar eens hoe fijn het feest
was en vergeet je naam dan weer niet, hoor.
Jo Mulder. Je behoeft je oplossingen niet
ln een envelop te steken Jo en je mag ook één
raadsel inzenden, als je uit het tweede niet kan
komen. Alleen, dan doe je natuurlijk niet mee
ibij de verloting voor het boek.
Wim Ouwens. Het spreekt vanzelf dat je
niet in de kerktoren kan zitten en raadsels
naar kantoor brengen, Wim, en waar jij het
eerste deed .schoot het tweede er natuurlijk
bij in. Heb je kerkuilen gezien en heb je ge
hoord hoe donker zo'n klok bromt, als hij be
gint te slaan. Dan dreunt alles, als je er zo
vlak bij staat. In welke kerktoren was je
weggedoken?
Henny Hartog. Als jij net zoveel pret
met Jopie hebt en net zo blij met haar bent,
als wij met onze kleine Frans, schijnt bij jullie
in de Spuistraat ook vast de zon, Henny. Wat
is zo'n kleine dreumes fijn, hè?
Rens Nieuwenhuizen. Had ik nu maar
beter naar jou gekeken, dan had ik je ook
gekend, Rens, maar je ben nu nog een vreem
de eend in de bijt voor me. Je zal me dus een
volgende keer eens aan m'n jas moeten trek
ken.
Bertus de Bruyn. Ach, wat is moeilijk,
Bertus? De raadsels, die jij misschien uit je
mouw schudt, zijn voor andere vriendjes en
vriendinnetjes niet om er uit te komen en die
jij vreselijk moeilijk vindt, die zijn voor een
ander weer gemakkelijk. Dat is nu voor mij
het moeilijke, om daarmee rekening te hou
den, snap je?
Alida de Bruyn. Gefeliciteerd, Alida, in
de eerste plaats omdat je moeder beter is en
ten tweede omdat je jarig bent geweest. Dat
laatste is aan je hand te zien, waar je gouden
ringetje als een aandenken aan die vreugde
dag zal blijven glanzen. Heb je 't fijn gehad?
Nellie Christiani. Een puzzle, Nellie, is
het voor mij, dat jij tweemaal in de krant
stond, ik kan die evenmin oplossen als jij.
Gretha v. d. Vliet. Dat vind ik helemaal
niet erg, Gretha, dat jij met potlood schrijft,
niet-erg, Gretha, dat jij met potlood schrjjfte
als je het maar duidelijk doet en dat schrift
van jou was te lezen, hoor.
Corrie Lubsen. Jij was vandaag niet
alleen een van het drietal die de oplossing
goed had, Corrie, maar jij was tevens de
gelukkige prijswinnares. Dus al regent het
vandaag pijpesteeltjes, dan ben jij toch in een
goede stemming, want je won het boek en kan
dus fijn genieten. Gezellig heben jullie het op
de padvinderij.
Piet Slot. Maak je je klaar voor de
schoolvoetbalkamp, Piet? 't Is voor je te
hopen' dat je in het elftal komt, maar dan
moet je niet doen als die keeper van Helder,
waar je over schreef, want dan is het gauw
met je voetbal-loopbaan gedaan.
Het vriendje, dat dat boekenraadsel
zo erg gemakkelijk vond en er toch zo ge
zellig is ingelopen, vergat z'n naam. In het
vervolg laat ik die briefjes onbeantwoord,
jongens en meisjes. Dus opgelet, hoor.
Loesje Flotat. Wat een cadeaux, Loesje,
twintig stuks voor één verjaardag. Zooveel
heb ik er nog nooit gehad, dat kan ik je
verzekeren. En daarbij dan nog wel een fiets,
die op stal gezet is, omdat jij ziek geworden
bent. Ik zou haast zeggen, gelukkig is het de
laatste dagen niet zulk fijn weer om te fietsen,
daardoor is de teleurstelling minder groot.
Maar straks, straks komt de zon en de lente,
dan wordt het eerst echt fijn fiets-weer.
Rei er Jans. Dat is de dank voor je zorg
voor de vogels, Reier, dat ze je vergasten, de
roodborstjes en de koolmezen, door hun be
zoek aan jullie tuin. En dan geniet jij, achter
de ramen, van dat vogelleven, als ze pikken
in de kokosnoot of de pinda's naar binnen
werken.
Wlnnetou. Wel, allemensen, dat was
nogal erg gemakkelijk voor mij, Winnetou,
hoe ik wist dat jij die leuke schuilnaam ge
bruikt. Je schreef hem zelf op je briefje. Je
moet niet denken, dat ik hier op kantoor zit
te slapen. Gerust, ik gebruik m'n vier ogen
goed, hoor. Daar heb ik ze voor gekregen.
Tlnie en Beppie Vink. Ja, dat zal ik
die boekenworm zelf eens vragen, als ik hem
tegenkom, Beppie, hoe hij nu precies op blz.
1 begonnen was. Dat had hij me nog niet ver
teld en ik moet je het antwoord daarop dus
voorlopig schuldig blijven.
Loekl cn Leon v. d. Wal, Den Haag.
O, nu begrijp ik hoe jullie er een paardje op
nu kunnen houden. Dat is leuk, dat je opa
en ooms daar verschillende paarden hebben.
Jij vindt dieren natuurlijk ook fijn. Maar je
moet oppassen, want een paard kan soms
rare „bokkesprongen" maken en zo'n aan
haling niet zo'n paardenpjoot is nu juist met
aangenaam. Dat heeft je vriendje Henk on
dervonden.
Alie Geus. Jij mag na S April een
schuilnaam gebruiken, hoor, Alie, want dan
ben je onder en boven de wet, dan heb je
de leeftijd bereikt die er voor nodig is. Zoek
maar een prachtige uit.
Bob d. Waay. Daar moet je toch een
half uurtje voor afnemen, Bob, om de raad
sels in te zenden. Het kan je ook een boek
rijker maken en jij leest dolgraag, is 't niet?
Annie Moor. Dat hebben meer vriendin
netjes gevraagd, Annie, waarom ze niet bij
de goede oplossingen gestaan hebben, ik denk,
dat die meneer, die de oplossingen nakijkt,
het een beetje slordig gedaan heeft. Ik zal
het hem eens zeggen, hoor. Ik wens je veel
plezier op Texel en ik hoop met je, dat je opoe
nog veel verjaardagen vieren mag. Mijn groot
moeder werd 92, dus dan heeft de jouwe als
ze zo oud wordt, nog heel wat jaren voor
de boeg.
Grietje Blokker. Een goede reclame
maak je voor de zaak van je vader, Grietje.
Als al die vriendjes en vriendinnetjes van me
eens hun dozen post bij jou vader kochten,
wat een goede zaak zou hij dan krijgen. Zou
je ook niet denken? Nu, aan zijn dochter zal
het zeker niet liggen als dat niet gebeurt.
Albert Beneker. Dank je wel voor de
toezending van die eigengemaakte raadsels,
Albert. Ik kan ze best gebruiken.
Aldert v. d. Kuyl. Natuurlijk Aldert, jij
bent even welkom als je vriendje Rens, ik
hoop dat je ook even gelukkig bent met het
winnen van een boek. Jij ook zeker, hè?
Annie Doeleman. Van Henk heb ik het
briefje van de vorige week beantwoord, Annie,
van jou beantwoord ik dat van deze week.
Als ik wat meer tijd had, zou ik graag ook
een trouw bezoeker worden van het Nat.
Hist. Museum, want de natuur is een van de
mooiste boeken die te lezen zijn en hoe me,er
je er nu van weet, hoe boeiender dit boek
wordt. Bezoek dus het Museum maar veel.
Jongens en meisjes, ik ben door de briefjes
heen, ik zet hier dus een punt. Tot volgende
week.
Goede oplossingen vorige week.
H
E
M
D
E
V
E
R
M
E
D
E
D
R
E
G
Goede oplossingen ontvangen van:
Corrie L., Cor de J., Gjjsbertha Maria V.,
Piet S.
1.
3
5
9
10
|12
13
Horizontaal.
2. Insekt, dat z'n eieren in kledingstukken
legt.
4. Wordt gebruikt om water in te koken.
6. Waarin de ridders in de Middeleeuwen
woonden.
7. Verkort schrift.
8. Wit met zwart gestreept dier.
11. Waarmee prof. Piccard de stratosfeer
bezoekt (van dit woord moet je 't meer
voud invullen).
12. Drijft 's zomers in de sloot.
13. Waar je op slaapt.
Verticaal.
1. Plant, die in 't voorjaar met mooie gele
bloemen langs de slootkant en op voch
tige plekjes bloeit.
2. Waarmee het land vruchtbaar wordt ge
maakt.
3. Deel van de voet.
4. Bergplaats voor geld.
5. Jongensnaam.
8. Vind je in bijna iedere broek.
9. Een kleur.
10. Meisjesnaam.
2. Mijn eerste deel is van aarde gebakken,
mijn tweede deel is altijd zwaar en mijn ge
heel is een schrijfgereedschap.
3. Waarmede begint de dag en eindigt de
avond
Chung doopte zijn blote teentjes in bet wa
ter van het kleine riviertje, dat voorbij zijn
huis stroomde en dacht er over na, hoe frisch
dit water was. Weldra stond hij tot zijn en
kels in de stroom en plaste naar hartelust.
De zon scheen fel, doch hij was beschut door
de schaduw van een paar rubberbomen. De
droogte had reeds lang aangehouden en de
weg zag wit van het stof. Maar Chung had
geen last van stof en zon en kon net zoo lang
van het frisse water genieten als hij zelf
wilde, want in de kampong waar hij woonde
was geen school. Nadat hij een eindje door
de rivier had gelopen, kwam hij aan een
bocht. Naast de rivier liep een weg, welke
eveneens een bocht maakte. Al spelende ont
dekte Chung iets op de weg, dat hij daar
nooit tevoren had gezien. En toen htf wat
beter keek, zag hij, dat een dikke boomtak
dwars over de weg gewaaid was. Vlug sprong
htj uit het water en rende naar de plaats des
onheils. Hij trachtte de tak te verwijderen,
doch hoe hij zijn krachten ook inspande, het
gelukte hem zelfs niet er beweging in te bren
gen. Een oogenblik stond hij in diep nadenken
verzonken. Wat moest hij doen? Zijn moeder
en vader waren ver weg op het veld en ieder
ogenblik kon er een auto om de hoek komen
suizen. Opeens kreeg hij een schitterende in
val. Hij ging in de bocht van de weg staan
en bleef eenvoudig wachten, tot er een auto
zou passeren. Na ongeveer tien minuten zag
hij heel in de verte een kleine donkere vlek,
die met de seconde groter werd en al spoedig
een auto bleek te zijn. Toen de auto nog ver
genoeg van hem verwijderd was, ging hij
midden op de weg staan, zwaaide met zijn
armen om op deze manier de aandacht van den
bestuurder te trekken. In de auto zaten
blanken. Een heer en twee dames. Toen de
man achter het stuurrad het kleine Chineesje
gewaar werd, beduidde hij hem van de rijweg
af te gaan, omdat hij veronderstelde, dat de
kleine jongen voor verkeersagentje speelde,
doch Chung week geen centimeter en al
spoedig stond de auto stil. Nu riep Chung:
Er is een gevaar, toean, om de hoek, toean,
is er een groote boom op de weg, toean.
Toean, kom mee, dan zal Chung laten zien.
Half aarzelend, of hij niet voor de gek ge
houden werd, stapte de heer uit de auto en
volgde den kleinen jongen.
Wjj zullen veel te laat komen, als hij zich
niet haast, zei de eene dame tegen de andere.
Laten wij eens kijken, wat hij toch doet. Ze
stapten uit, liepen de bocht om, en wat zij
nu zagen vervulde hen met verwondering,
daar de man glimlachend op den kleinen
jongen neerkeek.
„Jij bent een beste jongen," hoorden zij
hem zeggen. En hier zijn twee guldens voor
jou, daar mag je nu mee doen wat je wilt.
Heb je het begrepen? Ik ben je erg dank
baar."
Twee gulden! Beste jongen? Wat zou dat
betekenen. Doch al spoedig kregen de dames
de verklaring. Er lag een zware tak dwars
over de weg, deelde de man mede, die ik
bijna niet uit de weg kon ruimen, en de
kleine jongen heeft ons voor een groot onge
luk behoed."
Toen de auto in de verte verdwenen was,
liep Chung terug onder de schaduw van de
rubberbomen en danste blij in het rond. Twee
gulden! Wat. voelde hij zich rijk! Wat zou hij
daar niet allemaal voor kunnen kopen. Lek
kers! Vruchten. Een spelletje voor zijn kleine
zusje. Een paar nieuwe rode sandalen voor
zijn broertje! Nogmaals keek Chung naar de
twee gulden in zijn kleine bruine vuist,
duikelde een paar keer koppetje over en holde
toen naar huis, zo vlug zijn tengere beentjes
hem dragen konden
en wat men er van kan maken.
Zodra wij wat verder in de tijd zijn en de
herfstwind de rijpe kastanjes van de boomen
schudt, dan is het een aardig gezicht een prach
tige glanzende kastanje uit zijn bast te zien
gluren. De kastanjes met witte vlekken zijn
nog niet helemaal rijp, deze zijn voor ons doel
niet geschikt, omdat zij spoedig ineenschrom
pelen.
Wij beginnen dus met een hele massa kas
tanjes te verzamelen en als wij er genoeg heb
ben, halen wij de vruchten uit de bast.
Wij zoeken de grootste exemplaren er nu
uit, die hetzij mooi rond of mooi ovaal zijn en
maken eerst met een pennemes twee verti
cale insnijdingen in de bovenste helft, waar
tussen wij een stuk laten zitten ter breedte
van de beugel van het mandje, dat Wij gaan
maken. Met een horizontale snede verwijde
ren wij nu deze beide helften en houden dan
een mandje over, dat geheel gevuld is. Voor
zichtig gaan wij nu proberen de vrucht zelf
er uit te verwijderen, maar voorzichtig, dat
de schil niet beschadigt en waardoor ook het
hengsel doorzichtig wordt. Als men wil kan
het sierlijke mandje nog een beetje mooier
worden gemaakt door de buitenwand nu met
openingen te versieren, waarna wij een stukje
mooi papier er in plakken, waarvan de kleur
dan door de openingen heen te zien is.
door
VIOLETTE CARR.
De landweg, die loopt door de velden,
Waar 't geurt van het heerlijke hooi,
De stadsmenschen zien dat zoo zelden,
En toch is het buiten zoo mooi.
Laten zij op het land toch bedenken,
Dat de stad heusch zoo prettig niet is,
Want wat de natuur ook kan schenken,
In de stad is dat alles toch mis.
Naastenliefde in de dierenwereld.
Jullie hebt toch allemaal wel eens gehoord
van de vriendendiensten, die de dieren elkander
bewijzen
Op zekere dag wandelde een heer met twee
zwarte poedels langs de waterkant, terwijl de
muren vrij steil naar boven staken aan weers
zijden. De heer gooide een stok in het water
en commandeerde de honden in het water te
springen en de stok te halen.
Na een wedstrijd wie het eerst de stok zou
kunnen bemachtigen had eindelijk een van de
poedels het voorwerp te pakken, doch toen
hij bij de kant kwam, bleek het hem onmoge
lijk op het droge te komen, zodat het er alle
schijn van had, dat het dier zou verdrinken.
De andere poedel, die dat zag, sprong op
nieuw het w^ter in, greep zijn vriend bij het
nekvel en bracht hem zo naar de kant, waar
inmiddels toegesnelde mensen de beide dieren
hielpen.
Zo had iemand eens een grote witte waak
hond, die bijzonder goede vrienden was met
twee kleine hondjes, een reepincher en een
taxhond. Deze kleine honden hadden hun vaste
plaatsje in huis, maar als de boer en boerin
op het veld waren en een van de hondjes
moest naar buiten, dan blaften zij op een be
paalde manier. Onmiddellijk liep de waakhond
dan naar de deur, ging er tegen op staan en
maakte met zijn poot de knop los. Zo konden
de kleine hondjes dan naar buiten gaan.
Katten tonen dikwijls een voorliefde voor
andere dieren, die eigenlijk hun doodsvijanden
behoren te zijn. Zo was er een poes, die in het
hooi kindertjes had gekregen, maar ongeluk
kigerwijs stierven ze allemaal. De poes was
ontroostbaar, want een poes is een van de
beste moeders uit de dierenwereld.
Op zekere dag bemerkte zij dat de tackel
ook jongen had en toen de moeder even weg
was, sloop zij naar de mand, nam een jonge
hond in haar bek en bracht die met veel moeite
en zuchten naar het plekje in het hooi, waar
zij het hondje als haar eigen kindje verzorgde
en opvoedde.
Daar het een nest kostbare hondjes was,
ging men zoeken, doch het duurde wel veer
tien dagen, voordat zij het diertje met de poes
vonden. Zij brachten het weer bij de honden
moeder terug, die echter van haar kind niets
meer wilde weten, terwijl ook het kleine hondje
niet naar zijn moeder omkeek, maar naar de
poes ging.
Ook later, toen de hond al volwassen was,
bleef hij steeds in de nabijheid van de poes,
die hem zo goed verzorgd had.
In de vacantie kan men ook allerlei bij
zonderheden opmerken tussen de dieren,
vooral op het platteland.
Zo waren op zekere dag bij een boer de
eieren van de kip op een na, uitgekomen. Om
te zorgen, dat de kuikentjes niet zouden ster
ven, zette de boer ze voorzichtig in de zon.
Na enkele uren draaide de zon en de grote
erfhond, die eens naar de kuikens was wezen
kijken en ze zo klagelijk hoorde piepen, be
greep dat de kuikens het te koud hadden.
Voorzichtig nam hij ze een voor een in zijn
bek en bracht ze naar een ander plekje, waar
weer zon was. Wat lief hè?
WREEDHEID BIJ KINDEREN.
Het kwellen bij de behandeling van dieren
en insecten, dat wij vooral bij jonge kinderen
vinden, ofschoon zij er een zeer goedmoedige,
goedgemeende bedoeling mee hebben (niet het
kwellen op zichzelf) heeft zijn oorzaak in het
streven van den kleinen jongen, om het inner
lijke leven van het dier beter te begrijpen, zich
met de geest, die erin leeft, meer vertrouwd
te maken. Maar het niet begrijpen en niet
leiden, het verkeerd begrijpen en verkeerd
leiden van die aandrift, de miskenning ervan,
kan later zulke jongens wel tot werkelijk ver
harde dierenplagers maken.
Fröbel in „De opvoeding van den mensch",
(Uit „Het Kind.")
Wie ruilt met mij: 32 weegschaaltjes, 17
„ontwikkeling der scheepvaart" bons en 17
van dezelfde plaatsjes, voor 47 van Haust-
bonnen
Frida de Boer,
Ooievaarstraat 59.
De verjaardag van Japansche kinderen
wordt geheel anders gevierd dan bij ons. Men
kent in Japan eenvoudig het gebruik niet,
waarbij iemand, die jarig is, het middelpunt
der omgeving is. Eenmaal per jaar is het d e
groote feestdag voor jongens en eenmaal vie
ren alle meisjes op denzelfden dag haar ge
boortedag, waarbij poppen steeds een groote
rol spelen.
In geen enkel land ter wereld bestaat zoo'n
oer-oude samenhang tusschen cultuur en
speelgoed als wel in Japan en nergens worden
de poppen met zoo'n piëteit behandeld als door
de meisjes van dit land. Wellicht is het hier
aan toe - te schrijven, dat zij een verzameling
poppen hebben, die van generatie op generatie
overgaat en bijzonder voorzichtig behandeld
wordt.
Slechts tweemaal per jaar worden deze pop
pen uit hare donkere bergplaatsen te voor
schijn gehaald en feestelijk geëerd, daarna
zorgvuldig verpakt opgeborgen tot een vol
genden feestdag.
Op den derden van de derde maand viert
Japan „Hina-Maksuni" het feest der knapen,
en op den vijfden dag van de vijfde maand is
het feest der meisjes.Tango no sekkn.
Beide feestdagen worden volgens eeuwen
oude tradities in eere gehouden en hebben
hun eigen poppen. Op den grooten dag wor
den zij te voorschijn gehaald en op een soort
altaar, dat in de ontvangkamer staat, gegroe
peerd.
Het speelgoed der Japansche kinderen is ge
heel anders dan dat waarmede de jeugd zich
bij ons bezig houdt. De poppen worden niet
door de meisjes aan- en uitgekleed en even
min in poppenwagens medegenomen op de
wandeling. Zij stellen steeds een of andere
persoonlijkheid voor en bijna in iedere ver
zameling vindt men de keizer en keizerin. Ver
der hofdames, hoogwaardigheidsbekleeders,
soms zelfs een keizerlijke wacht of muzikan
ten uit het hof-orkest. Wanneer de keizer
lijke stoet opgesteld is, worden de poppen
met groot ontzag telkenmale weer opnieuw
bewonderd.
Het is gewoonte, dat de meisjes op dien ge-
denkwaardigen dag elkander wederkeerig be
zoekjes brengen, z\j zitten voor de poppen-
verzameling en genieten van de speciale ge
rechten, welke op den dag gepresenteerd wor
den, waarbij zelfs de poppen gebak en dran
ken bij zich geplaatst krijgen.
Ook voor het feest der jongens ziet men
veel poppen bijeen gebracht, doch deze zien er
heel wat minder vreedzaam uit en zijn gekleed
als soldaten, in verschillende rangen, terwijl
daarnaast vele bekende persoonlijkheden zijn
geïmiteerd, evenals de helden van het land.
De kleine Japansche jongens en meisjes be
schouwen deze dagen wel als het grootste in
de groote menigte feesten, die gevierd worden
in het land der kersenbloesems, en naarmate
de datum meer en meer in het zicht komt,
bedenken zjj reeds op welke wijze hun poppen
het voordeeligst zullen uit komen.