Stadsnieuws TRIUMPH VOORJAAR 1937 Vitrages en M. KLERCQ ZN. afgepaste Glasgordijnen tri njeen: \o< ttNaj aars stormen Waar gaan we heen? Feuilleton Tweede Blad Een huiselijke werkplaats op de Marine-werf DE MCCI3TE FOTO VIRGINIA Bezoek de „Boltha 1937', Brengt gezelligheid in Uw woning door keuze te doen uit onze nieuwe, rijk- gesorteerde v o o r j a a r s c o I I e c t i e Ziet onze v o o r j a a r s - t a I a g e SPOORSTRAAT 8-10 - Telefoon 206 WIJ KOOPEN Wordt Den Helder door hooge waterstanden bedreigd HET RAADSEL VAN HET ONBEWOONBARE J-Jyjg THEA BLOEMERS APOTHEKEN'. Van hedenavond 10 u. tot Maandagmorgen !s alleen geopend de apotheek der firma SmeetsSnel, Weststraat la,n baandag 22 Febr.'tot 1 Maart wordt avond- en Zondagsdienst waargenomen door A. a Hoolmans, Spoorstraat. Baas Leen gouden jubilaris. Humane chef, met gelijkmatig karak ter. De „goede" oude tijd. Vlak bij den millioenenhoek, waar een deel van Neërlands glorie, als oud-roest ligt, staat het gebouw waar de zeilmakerij is onder gebracht. 't Is groot en massaal, vier steens dik, van buiten heeft het 't uiterlijk van een gevangenis, of op zijn gunstigst van een kazerne, maar als je door het portaal, waar een kruiwagen aan een ketting ligt en wat oude bezems in den hoek staan, de trap naar boven opklimt, dan dreunen de machines en daar bovenuit zingt de stem van „een zeile- maker", die een liedje van de zee zingt of klinkt een fluit-solo van den leerling, die met z n kolenbak rondloopt om er de groote „salamanders" te voorzien, die veelvraten, die er voor zorgen moeten dat er op de groote werkplaats een dragelijke temperatuur is. Als je de breede trap naar boven opgeklom men bent, waar duizend voetstappen liggen van werklui, die allang met hun wandelstokje langs de Buitenhaven stappen, of die al ver geten zijn, dan sta je voor een deur met een klink. Een groote deur, zooals hier alles groot is en daarachter is het leven van de zeilmakers, in de „werkplaats met historie", zooals een der zeilmakers niet zonder trots zei. Inderdaad is de zeilmakerswerkplaats een •bijzondere werkplaats. Men leeft „naast" de millioenen, die verdwenen zijn en „op" de mil- lioenen, die verdwijnen zullen, want onder de zeilmakerswerkplaats bevindt zich de opslag plaats van het torpedo-atelier en wie een blik door de deuren werpt, ziet de glanzende tor pedolijven en de ongemonteerde mijnen, bij tientallen staan. Het gebouw is meer dan honderd jaar oud en moet nog in den tijd van Napoleon zijn gebouwd. En al dien tijd is de zeilmakerij erin gevestigd geweest, zoodat baas Leen. die volgende week Zondag vijftig jaar in 's Rijksdienst is, dien heelen diensttijd in dezelfde werkplaats heeft doorgebracht. Uit den ouden tjjd. „Ik was nog geen dertien jaar, toen ik hier Ikwam", vertelt de baas, die we in zijn vrien delijk kantoortje treffen, midden in de werk plaats. „Dat was een andere tijd dan nu", merken we op. „Ja, ja", lacht de baas met zijn vriendelijk, rustig gezicht, „toen werkten we 's zomers van 's morgens vijf uur tot 's avonds zes uur. In het najaar werd die tijd korter en in den Winter was het dan van 8 tot 4 uur". De baas stopt zijn pijp en steekt er den brand in, en als groote blauwe rookwolken wegkringelen, peinst hij terug over dien ouden tijd. „Ik begon hier voor twintig cent daags en trouwde, toen ik 9 gulden in de week ver diende. Een volslagen zeilmaker had als hoog ste loon 12 gulden. Van verlof was geen sprake en ziekengeld werd niet uitbetaald." „We hadden hier toen een eigen fonds op de werkplaats". „Het hammenpotje", merkt commandeur Boendermaker op. „Ja, dat was een fondsje, waarvoor 5 cent per week werd betaald en uit dat bedrag kre gen de zieken hun loon doorbetaald. Eens per jaar, tegen Kerstfeest, werd het resteerende bedrag verdeeld en daar dankt het fonds zijn naam van „Hammenpotje" aan." „De rechtspositie was heel anders dan nu. Toen ik op de werf kwam, was er juist het Z-S- Pinken. Het geheele personeel ging Vrjj- dagsmiddags om drie uur naar huis en was ook Zaterdags thuis. Men kreeg natuurlijk geen verzuim uitbetaald. Naar ik meen te weten, was dit een bezuinigingsmaatregel, naar aanleiding van het zinken van de „Schor pioen". Dat schip zonk, na een aanvaring met de „Hercules", in het z.g. natte dok. Later werd het weer gelicht, doch een en ander was natuurlijk een leelijk schadepostje." „U hebt den zeiltijd natuurlijk nog meege maakt?" PORTRET ATEUER JAC Dt BOER Baas W. LEEN. „Ja, ik heb den tijd nog gekend, dat de „Zilverkruis", de „Van Galen", de „Emma" en de „Tromp", met volle zeilen voeren. En als er dan eenige schepen tegelijk naar Indië gin gen dan was het hurrie op. De scheepszeilma- kers, want die waren toen ook aan boord, kwamen een handje helpen en zelfs kwamen er van de schepen uit Amsterdam. De werk plaats was dan overvol en wat werd er ge werkt om den boel klaar te krijgen. Fok en grootzeil, bramzeil en boven bramzeil, mast- zeil en leizeilen, het moest alles in den kortst mogelijken tijd klaar gemaakt. Het werk was toen heel wat zwaarder dan nu. Het goed is wel lichter geworden en dus gemakkelijker te bewerken." Er is meer gemeenschapsgevoel gekomen. „En is de geest onder het personeel nu ook beter dan in dien ouden tijd?" „Ja, ik zou zeggen er is meer gemeen schapsgevoel. Vind je ook niet, Boendermaker?, zoo richt de baas zich tot zijn commandeur. „Inderdaad, er is een betere geest ge komen", zegt de commandeur. „Wat hebt u nu voor werk?", zoo willen we graag weten. „We majten hier tenten voor de oorlogs schepen, dekkleeden, de bekleedingen voor de stoomleidingen. Linoleum en stoffeerwerk voor de schepen en kantoren. Duizenden vlag gen, de seinmiddelen, cocoskleeden, bedden, gordijnen, Ja, wat niet al." We zien de groote pakken staan op de werkplaats, die een lengte heeft van ruim 50 meter en een breedte van ongeveer 12 meter. 26 man werken er op het oogenblik. Na de reorganisatie zijn er een tiental afge vloeid, met een pensioen of op wachtgeld. Die reorganisatie heeft heel wat verande ring, vooral administratief, op de Marinewerf gebracht en het was niet gemakkelijk, zeker niet voor de ouderen, om zich daarbij aan te passen. Waardeering voor den baas. Baas Leen heeft dat gedaan. We hoorden het van zijn personeel, dat met groote waar deering over hun chef sprak. Hij is een hu maan chef, zoo getuigde men eenparig. Een man met een buitengewoon gelijkmatig ka rakter. „Ik heb hem nog nooit kwaad gezien," zoo getuigde er een van de oude garde. Met groo- Zir -£«- i- ten tact weet baas Leen met zijn menschen om te gaan en hij weet alles van ze gedaan te krijgen. De baas heeft van 1 Januari 1930 af de leiding in de zeilmakerij. De zeilmakerij is de meest „huiselijke werk plaats" van de Marinewerf. Dat komt natuur lijk door het inderdaad huiselijke werk, dat hier verricht wordt. Onder het werken door heeft men gelegenheid voor een grapje, of een liedje en de baas laat z'n mannen vrij, als het werk er maar niet onder lijdt. „Een vroolijk hart is een gedurige maal tijd", zoo merkte commandeur Boendermaker op, toen we zeiden, dat de stemming er wel in zat. Het was een woord van Salomo, dat hier z'n waarheid vindt. Het huiselijke van de werkplaats drukt zich ook uit in de „versiering" van de zware steun balken. Daar hangen in bonte wanorde aller lei plaatjes door elkaar. Een foto van een charmante filmster hangt naast wijlen „opa Rijkers". Boven illustraties van den Vlootdag in Indië, hangt het bekende plaatje van het biddende oude vrouwtje en onder een half seinvlaggetje, vindt een hoefijzer een plaatsje. Daar hangt een onbekend jeugdportret van de Koningin en een oude foto van Koning Willem III. Volgende week Zaterdag zal het jubileum van baas Leen herdacht worden. Wij kunnen daarover uit den aard der zaak niets ver tellen, maar hopen daartoe straks in de ge legenheid te zijn. Beter dan „De Verdwenen Docu- ten" en „Freuleken". Maandagmiddag 3 uur vangt de plaats bespreking aan voor „Najaarsstormen", het stuk, dat a.s. Donderdagavond door Tavenu. voor het Heldersche publiek opgevoerd zal worden. Ongetwijfeld zal men zich nog de succes- voorstellingen van deze tooneelvereeniging her inneren, die men in den loop der laatste jaren voor meer dan volle zalen heeft opgevoerd. In dit verband zij opgemerkt dat „Najaars stormen" op belangrijk hooger artistiek peil staat dan beide eerstegenoemde en liefheb bers van goed tooneel zullen zeker hun hart tenvolle kunnen ophalen. Zooals we zeiden: de plaatsbespreking vangt overmorgen, des middags om 3 uur aan bij Casino. De prijs der plaatsen, in clusief alle kosten, bedraagt slechts 35 cent, en de kosten voor plaatsbespreking 5 cent. Wil men zeker zjjn van een goede plaats, dan wachte men niet te lang, doch zorge reeds den eersten dag voorzien te zijn van een biljet. Voorts leze men de desbetreffende an nonces. Heden en morgen tot 11 uur 's avonds geopend. Ondanks het weer, dat de beide eerste dagen van de tentoonstelling lang niet meegewerkt heeft, is het toch meer dan waarschijnlijk, dat deze expositie, welke op zulk een buitengewone wijze is geslaagd, een succes zal worden, iets, waartoe onze plaatsgenooten, ieder in het bijzonder, aan kunnen medewerken. Tenslotte is hier door diverse instanties iets tot stand gebracht, dat het zien overwaard is en waarvoor in de eerste plaats de inwonres van Den Helder en omstreken belangstelling moeten toonen. Dat zij dit begrijpen, daarvan zijn wij overtuigd. Zooals wij reeds in den aanhef vermeld den, de „Boltha 1937" is geopend heden en morgen nog van 10 uur 'smorgens tot 11 uur 's avonds en dat zonder onderbreking tijdens de middaguren. Op ieder gewenscht tijdstip van den dag kunt U dus Musis Sacrum binnenloopen en een kijkje gaan nemen in dat kleine paradijs van bloemen. Wij kunnen tot een bezoek aan de ten toonstelling in ieder geval adviseeren. Reeds 1500 bezoekers. Naar men ons gisteravond nog mededeelde, hebben op de beide eerste dagen een kleine 1500 bezoekers de „Boltha 1937" bezocht, een aantal, dat, gezien de wel zeer ongunstige weersgesteldheid tot tevredenheid mag stem men. Eveneens prettig deed het den organisa toren aan, dat bleek, dat ook van buiten een belangrijk interesse voor het werk bestond. Tal van insiders uit Hillegom en Sassenheim kwamen dezer dagen een kijkje in Musis Sacrum nemen. Wij rekenen erop, dat ook heden en morgen dit bezoek nog excelsior moge gaan. Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Zaterdag 20 Februari. Casino, 8 u. Vertooning Cultuurfilm. Ver. v. Ondoff. bij de Zeemacht. Comeniusschool van 25 en 79 u. Ten toonstelling leerlingen. Zaterdag 20 en Zondag 21 Febr. Musis Sacrum, vanaf 10 u. voorm. Bloemen tentoonstelling „Boltha 1937". Zondag 21 Februari. Comeniusschool 's morgens van 10.3012.30 u. Tentoonstelling leerlingen. Nieuwe Kerk, 3.30 u. V.C.J.B.-opvoering leekenspel: „Het Visioen van Kaïn". Casino 's middags en 's avonds. Majo Merco's Band. Maandag 22 Februari. Musis Sacrum, 8 u. Jaarfeest Ned. Herv, Kerkkoor. Dinsdag 23 Februari. R.K. Volksbond, Molengracht, 8 u. Openbarf Propaganda-filmavond van de Ned. Ver. Xjü afschaffing van alcoholische dranken. Casino, 8.30 u. Vierde abonnementsvoorst»' ling „Het getrouwde schoolmeisje", Woensdag 24 Februari. Casino8.30 u. Vijfde Marineconcert. Donderdag 25 Februari. Casino, 8.15 u. Tooneelver. „T.A.V.E.N.U." brengt „Najaarsstormen" in openbare voor stelling. Vrijdag 26 Februari. Musis Sacrum. Soirée A.G.A. Schoolkrant van de Handelsschool. oud goud en zilver tegen de hoogste waarde. Fa. Beemsterboer. Een plan tot afdamming der Noor delijke Zeegaten en de drooglegging van het Waddenzeegebied. Zoo juist verscheen een interessante brochure van de hand van den heer S. ten Bokkel Hui- nink, oud-firmant en directeur der Asiatic Dredging Company en tevens oud-directeur der Société Anonyme Franco-Hollandaise de Tra- vaux Maritimes, getiteld „Afdamming der Noordelijke Zeegaten (Drooglegging van het W addenzeegebied We nemen uit deze brochure eenige gedeel ten over, die ons, ook al is men het met de zienswijze niet eens, interessant van visie lijken. Zoo zegt o.a. de schrijver: De stormen van November en December 1936 zijn weder leerzaam geweest ten opzichte van hooge waterstanden in het Waddengebied. Zij hebben ons aangetoond dat bij nog niet de meest ongunstige omstandigheden, de zee bij de noordelijke eilanden, ten noorden van den Afsluitdijk en meer oostelijk, reeds een zoodanige hoogte bereikte, dat zij slechts wei- nige centimeters bleef beneden het maximum van den hoogsten waterstand, welke volgens de Commissie Lorentz ooit te verwachten is. Te Makkum werd geconstateerd, dat de zee daar nimmer een zoo hoogen waterstand heeft bereikt. Wat zullen de gevolgen zijn, als sterke win den uit het zuidwesten enkele dagen achter- Naar het Engelsch bewerkt door 23) Twee dingen onderscheiden de kamer van honderden anderen. In het midden stond een klein, rond tafeltje, met een zwarten doek er over, zooals fotografen gebruiken en daarop lag een bal van geslepen glas. Het tweede ongewone ding was een deur naar de achter kamer, die had je in de voorkamers in deze buurten niet; een smalle deur, waarvan de bovenste helft uit matglazen ruitjes bestond. Van een der onderste ruitjes was een hoek af. Het was kil en muf in het vertrek en het rook er naar uien. Agaath wilde maar, dat ze thuis gebleven was. Ze voelde zich gedrukt door de armoedig, vale somberheid om haar heen. Inmiddels werd ze, zonder dat ze er het flauwste vermoeden van had, door het kapotte ruitje bespied door een andere vrouw. Toen ze zag, dat de bezoekster ongeduldig op haar stoel heen en weer schoof, liep ze naar het raam van de achterkamer en bladerde in een notitieboekje, waarin ze een uitvoerig réiaas omtrent mevrouw Moreland opzocht. Toen ze dat doorgelezen had, borg ze het boekje weg en ging de voorkamer binnen. Agaat stond op. „Bent u mevrouw Thompson?" vroeg ze, en er klonk geprikkeldheid in haar stem. Het lange wachten had haar geërgerd en nog zenuwachtiger gemaakt dan ze al was. Het kleine vrouwtje met het grijzende, flets-blonde haar en eenigszins uitpuilende oogen, gekleed in een zwarte japon, waarvan de frischheid der jeugd evenzeer geweken was als van de draagster, stak een slappe hand uit en zei onverschillig: „Ja, ik ben mevrouw Thompson. Hoe maakt u het?" Onwillekeurig gaf mevrouw Moreland haar de hand, ofschoon dit niet haar bedoeling was geweest. „Ik heb uw adres van een vriendin", ver telde ze. „O ja?" De stem had een vermoeiden klank. „Zegt u mij haar naam liever niet, U komt hier omdat u gezonden bent. Maar niet door een merisch. De naam van uw vriendin doet er niets." Zij zuchtte en vervolgde na enkele seconden: „Wilt u dat ik voor u in het kristal lees?" „Ik weet het niet", antwoordde Agaath een beetje hulpeloos. „Ik zou graag een inlichting hebben, zekerheid over iets Met en gebaar beduidde de vrouw haar te zwjjgen. „Vertelt u mjj niets", vermaande ze. „Als er een boodschap voor u is, zult u die heb ben." Agaath Moreland realiseerde zich, dat ze onder' den indruk kwam; de gedachte dat ze liever was thuis gebleven, was verdwenen. „Wilt u mjjn naam weten?" vroeg ze, onbewust zachter sprekend. „Neen, ik -wil niets wetenuit uw mond. Als er een boodschap is, krijgt u die. Wilt u trance hebben of het kristal?" Agaath vond het een beklemmende ge dachten met deze vrouw hier alleen in de ka mer te zijn als ze in trance geraakte. Daar om zei ze haastig: „O, het kristal, alstu blieft." Mevrouw Thompson knikte. Ze liep naar het raam, liet een jalouzie zakken en trok de overgordijnen dicht. Het was niet volslagen donker in het vertrek. Met de hand op het tafeltje leunend, stond Agaath te wachten. Toen draaide mevrouw Tomp- son de lamp, die midden aan het plafond hing, aan. De groene kap hield het bovenste gedeelte van de kamer in het duister. Het licht viel op den kristallen bal. „Gaat u zitten," verzocht het vrouwtje. „Er staat een stoel achter u." Agaath voldeed aan de uitnoodiging. Ze keek toe hoe de vrouw op een stoel tegen over haar plaats nam en de lamp, die aan een snoer hing, omlaag trok, tot het licht een centimeter of dertig van den bal verwijderd was. Daarop schoof ze het kristal naar zich toe en begon er in te staren met haar moede, glanslooze oogen. Vol spanning volgde Agaath Moreland haar bewegingen. Nu zij niets meer van haar banale omge ving zag, kwam ze nog meer onder den in druk. Er was zeker niets imposants aan me vrouw Tompson's persoonlijkheid, maar er scheen toch iets bijzonders, iets ongewoons, iets dat Agaath niet onder woorden hun kun nen brengen, haar sjofel en onaantrekkelijk uiterlijk te schuilen. Agaath's oogen richtten zich op het kristal, maar zij moesten den blik afwenden, omdat het haar, nu het licht op de geslepen kanten viel, verblindde. Zij keek naar do handen van het vrouwtje en op het zware kleed; kleine, maar plompe, vleezige handen. Eensklaps begon mevrouw Thompson te spreken. „U leeft in groote twijfelingen en angsten", verklaarde ze. „Ik zie de wolken van achter docht, jalouzie en wantrouwen. Uw moeilijk heden staan allemaal in verband met één persoon. Zijn naam begint met een C. Zal ik hem beschrijven?" „Ja," zei Agaath gejaagd. Mevrouw Thompson gaf een persoonsbe schrijving van Cyril Moreland. „Ik zie hem in het kristal", ging ze voort; „en ik zie zijn gedachten ook. Hij denkt aan u. U vervult zijn gedachten. Er is niemand anders' daar." „Weet u dat zeker?" hijgde Agaath. „Ik vertel u wat ik in het kristal zie,", antwoordde mevrouw Thompson met waar digheid. „Zijn gedachten gaan geheel naar u uit. Ze zijn vol oprechtheid en toewijding. Maar hij heeft verdriet om de wolken, die tusschen u en hem gekomen zijn. Als u die niet verdrijft, zullen zij u van hem scheiden en groote droefenis en leed staan u dan te wachten." „Weet u zeker, dat hij van mij houdt?" drong Agaath. Ze had de handen krampachtig in elkaar geklemd. „Ik zeg u nogmaals, dat ik vertel wat ik in het kristal zie. Zijn gedachten zijn vol van u, gedachten van oprechtheid en toewij ding." Mevrouw Thompson had diezelfde woorden zooeven al gezegd. Ze zei ze nu met nog meer klem. Er kwam een pauze. Agaath haalde een zakdoekje uit haar tasch en bette haar oogen. Ze voelde zich onzinnig jong. Ze vond me vrouw Thompson de wonderbaarlijkste vrouw ter wereld. Er kwamen opnieuw tranen in haar oogen. Ze leunde achterover in haar stoel, in het zalige besef, dat een ondraag lijke last van haar afgewenteld was. Mevrouw Thompson begon weer te spreken. „Uw zorgen hebben allemaal betrekking op C. Maar er is nóg iemand in het kristal. Het is een vrouw. Haar naam begint met een A." „Ja?" vroeg Agaath snel. „Wat is er met haar?" „U bent pas bij haar geweest. Ztj speelt een belangrijke rol in uw levener be staat een nauwe band tusschen u en haar. Eigenlijk moest u zich over haar meer be zorgd maken dan over C." Agaath schokte overeind. „Over haar?" Waarom?" „Er dreigt haar gevaar. Ik kan niet zien wat voor gevaar. Misschien kimt u dat zelf uitmaken. Ik zie haar heel duidelijk. Ze is ln een kamer, een slaapkamer. Rechts is een raam met cretonnen gordijnen. Links staat het bed, en aan het voeteneind van het bed is een deur. Eén kant van de kamer wordt heelemaal in beslag genomen door een groote, donkere kast. De vrouw staat midden in de kamer, in nachtgewaad. Zij kijkt naar de deur bij het bed. De deur gaat vanzelf lang zaam open. Ze kijkt en wordt doodelijk be angst. Ze opent haar mond om te schreeu wen en ze wankelt, alsof ze zal vallen. Ik zie de deur open, maar niet wat er achter is. Er is een dikke mist. Ik heb dat beeld driemaal gezien in het kristal, het gaat weg en komt weer terug. Begrijpt u er iets van I s er zoo'n vrouw?" „O ja," bevestigde Agaath zenuwachtig. „Kunt u nog meer zeggen?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5