WOENSDAGSCHE MIJMERIJ
BOECHARIN's
zondenregister
Hr. Ms. 0 16 in een
orkaan
De grootste bom- en gasvrije
Iteliler ter wereld
Artilleiie-schietbaaR
9
in de Zijpe
Een kwade dronk
Is St Maartenszee
ten doode gedoemd?
Doodelijk ongeluk te
Heiloo
iiiMttitmnmnt
iMUUiMraiitmt-
Ministers schoon aan den haak.
East is east, and west Is west, and never
the twain will meet, zei Shaw; en al was
het Rudyard Kipling, die het zei, dan had
hg nóg gelgk. Japan heeft een nieuwe regee
ring gekregen, en wat vertelt de Japansche
pers van de leden van het kabinet? Val
niet van uw stoel: acht leden der nieuwe
regeering. met inbegrip van den premier...
wegen samen 546 kg. Dit gewicht is als
volgt over de heeren verdeeld: Godo 88.9 kg,
Jonai 82.55 kg, Hajasji 79.85 kg, Nakamoe-
ra, Jamazaki en Sjiono ieder 63.5 kg, Joeki
57.15 kg en Kawarada eveneens 57.15 kg.
Dezelfde ministers zijn samen 460 jaar
oud, vertelt de Japansche pers verder. En
dat is nog tot daaraan toe. De leeftijden
van ministers kun je in iedere staatsalma
nak vinden, want zelfs vóórdat ze minister
zijn, loopen ze meestal al voldoende in de
gaten, om met adres, leeftijd en „genoten"
onderwijs in dit boek der eere te verzeilen.
Alleen het optellen der gezamenlijke leef
tijden is niet Westersch, maar ieder diertje
heeft zijn pleiziertje en het is ongetwijfeld
een aardig spel te constateeren, uit hoeveel
eeuwen een nieuw ministerie bestaat. Twee
maal zooveel ministers als dit nieuwe
Japansche kabinet, en ze vormen onder
elkaar al een Duizendjarig Rijk!
Maar dat gewicht heeft mij gepuz
zeld. Als de Japansche pers aan haar lezers
meedeelt, hoeveel de nieuwe ministers
wegen, stellen die lezers daar blijkbaar be
lang in. Maar waarom Kan het U iets
schelen, hoeveel minister Slotemaker de
Bruine weegt? Of zelfs Dr. Colijn? Nou
dan, wat kan er dan voor interessants lig
gen in het gewicht van minister Hajasji?
Er zijn, voor zoover ik wist, maar twee
categorieën menschen, in wier gewicht de
openbare meening belang stelt: boksers
en vijflingen. Vijflingen zijn deze Japansche
excellenties niet. En boksers voor zoover
bekend evenmin. Tenzij natuurlijk... in
de Japansche kabinetszittingen het recht
van den sterkste geldt (geliefkoosd Ja-
pansch principe overigens) en de besluiten
er worden genomen door middel van een
frisch partijtje boksen of jiu-jitsu. Als dit
zoo is, weet de ingewjjde Japansche lezer,
wat hij van die onderlinge gewichtsverhou
dingen denken moet!
Maar dan blijft nog de vraag over, hoe
de pers die gewichten te weten komt. Die
komen gewoonlijk in staatsalmanakken
niet voor. Daar moeten reporters op af
zijn gestuurd, want gewicht is iets, dat met
de week verandert. Een man weet dan ook
nóóit op de kilo precies, wat hg weegt. De
nieuwe ministers zgn dus ten pleziere van
de pers openlijk naar een weegschaal toe-
gestapt. Of is het hun gewicht schoon aan
den haak?
Ik ben helaas mijn Japansch weer ver
geten. Anders kocht ik aan de kiosk eens
een „Nisji Nisji", om te zien wat er nog
meer over de nieuwe ministers in staat. Als
dat in denzelfden geest voortgaat, kan men
nog op veel wetenswaardigs voorbereid
zijn. Bijvoorbeeld: wat lusten ze? Godo
en Jonai zijn dol op mosselen, Hajasji op
chocoladereepen, Joeki eet zijn grape-fruit
met een scheut whisky, Kawarada eet rol
pens met slagroom, Nakamoera verorbert
bij zijn ontbijt al drie gebraden duiven,
Jamazaki doet een moord voor moccapud-
ding met vanillesaus, en Sjiono heeft een
kinderlijk zwak voor pinda's.
Hoe kleeden zij zich? Hajasji kan niet
buiten slaapmuts, maar draagt nooit een
vest, Godo heeft het land aan pyama's,
Jonai slaat zijn broekspijpen 10 centimeter
om, Joeki laat vouwen persen in z'n colbert,
Kawarada dineert in kimono, Nakamoera
in hemdsmouwen, Jamazaki loopt op gum
mi gymnastiekschoenen en Sjiono houdt
zelfs audiëntie op pantoffels.
's Lands wijs 's lands eer. Wij weten hoog
stens, hoeveel sigaren Dr. Colijn per dag
rookt, maar zelfs na alle reizen en banket
ten van Mr. Deckers en Prof. Gelissen
weten we nóg niet, wat nu eigenlijk hun
lievelingskostje is. En van hun gewicht...
zullen we na die reizen maar heelemaal
zwijgen!
HIIIHIUIIIIinillllllllllllHllllltllllllllllllMIIIIIIIUIIINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIWIIIIIIUIIII
ZIJN VIER BELANGRIJKSTE
MISDADEN.
Hoewel Boecharin niet behoort tot de le
den van het Parallelle Centrum, die hebben
terecht gestaan, is toch ook hij, zooals
reeds bekend, .bij het Kreml in ongenade
gevallen. Boecharin nam in het openbare
leven van de SoyjetrUnie een zeer eigen
aardige .positie in, aldus onze V.P.B.-corres-
pondent. Als hoofdredacteur van de „Iswes-
tia" is hij in de geheele wereld bekend en
zijn invloed werd tot voor kort in 't buiten
land als zeer groot beschouwd. Ten onrech
te. Büecharin's betrekkingen met de leiden
de mannen van de Sovjet-Unie waren nim
mer zeer duidelijk. Van tijd tot tijd veroor
loofden zich zelfs minder bekende Russi
sche journalisten. Boecharin scherp aan te
vallen, zonder dat zij daarbij behoefden te
vreezen, in ongenade te geraken. Intusschen
heeft Boecharin ondanks zijn gedwongen
aftreden de ongenade van Stalin nog niet
aan den lijve ondervonden. Een geluk voor
hem, want de levensgeschiedenis van een
Zinovjeff, een Kameneff of een Radek, ja
zelfs van een Rvkoff, die op het oogenblik
door al zijn vrienden verlaten door de
straten van Moskou zwerft, is weinig aan
lokkelijk.
Boecharin houdt zichzelf voor den
opvolger van Lenin.
Boecharin is theoreticus. Hij houdt zich
zelf voor den opvolger van Lenin, wiens
theorieën hij verder zou willen uitwerken
en verrijken. Stalin is voor hem slechts de
man van de practijk, die volgens zijn theo
retische wenken zou moeten handelen.
Boecharin maakt aanspraak op een rol, die
niemand hem wil laten spelen. Een denkend
mensch is in de U.S.S.R. een zeldzaamheid.
Indien echter deze onpractische denker nog
politieke aanspraken maakt ook, is het niet
hem gedaan. Boecharin was natuurlijk
zooals het nu eenmaal gebruikelijk is
reeds lang „ziek geworden", indien de hoog
ste instanlies hem au serieux hadden ge
nomen. Bit is echter sinds lang niet meer
het geval. Zijn gezwollen redevoeringen
hebben voor hem een gevolg gehad, dat hij
er zeker niet van verwacht had. Een hoo-
nend gelach gaat op, zoodra hij iets be
weert. dat niet voor honderd procent met
het standpunt van de „practici" overeen
stemt.
De ironie van het noodlot heeft
gewild, dat Boecharin bij voorkeur
wordt aangevallen op het gebied,
waarop hij zoo gaarne toonaange
vend zou willen zijn.
De Sovjet-journalisten trachten Boecharin
steeds theoretische fouten in de schoenen
te schuiven, b.v. vergrijpen tegen den leer
van Lenin, die officieel nog steeds als on
feilbaar geldt, maar desondanks zoo lang
zamerhand geheel onmogelijk geworden is.
Want hoe zijn de principes van Lenin met
het realisme van Stalin in overeenstem
ming te brengen?
De theoretici onder Stalin's aanhangers
zijn ware kunstenaars in de interpretatie
van het Leninisme. Maar zelfs de meest
geschoolde scholastici spelen dat niet meer
klaar. En wanneer er dan nog een Boecha
rin komt en critiek wil uitoefenen, wordt
de situatie zeer pijnlijk.
Geen wonder dan ook, dat irven
nu Boecharin eveneens in den val
tracht te krijgen. Volgen* de Sovjet
deskundigen heeft Boecharin talrij
ke euveldaden op zijn geweten, waar
van wij hier slechts de vier „meest
verschrikkelijken" willen noemen.
De vier zonden van Boecharin.
1. Reeds in 1916 moet Boecharin anarchis
tisch'» neigingen gehad hebben. Zoo heeft
hij in het tijdschrift „Internationale der
Jeugd" een artikel gepubliceerd, waarin ge
sproken werd over een ineenstorting van
den staat. Dat is echter een anarchistisch
begrip, geheel in strijd met de principes
van Lenin.
2. Na den dood van Lenin (1925) beging
Boecharin opnieuw een zwaar vergrijp. In
een artikel, verschenen in de verzameling
„Revolutie en Recht" (Nr. 1, 1925), beweer
de Boecharin, dat „de sociaal-democratie
scherp haar vijandschap tegenover den staat
tot uitdrukking moest brengen." Dat is na
tuurlijk in strijd met den leer van Stalin,
volgens welke „de staat niet sterft door 'n
verzwakking van de staatsmacht, maar
juist door haar maximale stijging". Overi
gens schijnt ook deze these van Stalin uit
den tijd te zijn geraakt. Maar of men met
deze verzachtende omstandigheid bij de be
oordeeling van Boecharin's zonden rekening
zal houden, is twijfelachtig.
3. In zijn „Theorie van het historische
Materialisme" (2dcn druk, pag. 163) beweert
Boecharin, dat „de staat een organisatie is,
die met ontelbare draden de geheele maat
schappij omgeeft en in zijn greep gevangen
houdt". Deze meening van Boecharin wordt
als „rechts-opportunistiseh" beschouwd. De
idee, dat de staat de klassen tot een vreed
zame samenwerking zou kunnen dwingen,
is van fascistischen oorsprong. Boecharin
als voorstander van het fascisme, wie zou
het kunnen geloovcn?
BOECHARIN.
4. Tenslotte heeft hij ook nog de eveneens
„rechts-opportunistische" these van het „ge
leidelijk overgaan van de maatschappij naar
de socialistische maatschappelijke orde" op
gesteld. De staatsorganisatie zou, volgens
Boecharin, langs den weg van een lang
zaam evolutieproces afsterven. Natuurlijk
is deze opvatting in krasse tegenstelling niet
den praktijk van Stalin. Waarom deze mee
ning echter als „rechts"- en niet als „Iinks"-
opportunistisch" wordt beschouwd, is niet
geheel en al begrijpelijk.
Men ziet het, het zondenregister van Boe
charin is zeer veelzijdig. Geen wonder dan
ook, dat hem de ongenade van Stalin treft.
Want niet slechts verkeerd denken, maar
ieder zelfstandig denken wordt in de Sov
jet-Unie als een misdaad beschouwd.
Boecharin droomt,
Trotzki handelen.
Stalin en
Als Trotzkist geldt een ieder, die een
critisch oordeel over het „socialisme" van
Stalin durft te vellen. De G.P.Oe houdt alle
acten gereed: een wenk en de schuldige
wordt gearresteerd (hekent!) en wordt ver
oordeeld. Dat Boecharin ooit aan een com
plot tegen Stalin hepft deelgenomen, zal
wel niemand beweren. De politiek zelf in
teresseerde hem nimmer: hij wilde slechts
sociologische wetten vaststellen en de ab
stracte formules van zijn voorgangers ver
beteren en uitbreiden. Trotzki is een theo
retisch geschoold politicus. Boecharin daar
entegen een politiek ongeschoold theoreti
cus. Boecharin droomt, Stalin en Trotzki
handelen. Een onvereenigbaar trio.
Journaal van prof. Vening Mei-
nesz Een zwaar traject.
Prof. F. A. Meinesz schrijft ons d.d. 9
Febr. uit Hamilton (Bermuda):
Ons tweede traject is niet beter geweest
dan het eerste. Integendeel. Waar boven het
eerste het woord storm geschreven mag
worden, daar past boven de elf dagen van
ons tweede slechts het woord orkaan. Het
begon reeds onmiddellijk na het verlaten
van de haven van Horta, een zware zee
wachtte ons buitengaats. En daarmede be
gon de ergste slinger- en stampperiode die
ik ooit medemaakte. s'Nachts moesten maat
regelen genomen worden om niet uit de
kooien te slaan; ik herinner mij dat ik een
der eerste nachten met een ergen kaaier
een oogenblik rondkeek en in het onderoffi-
ciersverblijf vlak bij mij een hoop dekens
op den grond zal liggen, waar zich een
hoofd met slaperige oogen uit loswikkelde
het was een sergeant-torpedomaker, die uit
de bovenste verdieping kooien was geval
len. Gelukkig had hij zich niet bezeerd en
ook later dergelijke avonturen van anderen
zijn goed afgeloopen.
Den eersten dag kon het waarnemings
programma nog volledig afgewerkt worden,
doch den tweeden dag besloten wij tot een
meer zuidelijke reisroute, n.1. over de Ber
muda's en Washington langs noordelijken
weg naar Europa terug.
Ook op deze route zijn wij niet gespaard
geworden.
Tot twee malen toe nam de storm op
nieuw een orkaankarakter aan met wind
kracht tien en vlagen van elf.
De oppervlakte van de zee was zoo met
schuim van stukgewaaide golven overdekt,
dat het zicht zeer slecht werd, het was
alsof men in een mistlaag voer, bijna nie
mand kwam meer op den toren, behalve
de officier van de wacht en de roerganger;
met groote plonsen stortte het over den to
ren komende water door het torenluik
naar binnen. Binnen de boot waren de moei
lijkheden door de fantastische bewegingen
niet van de lucht. Kastjes en laden sprongen
open en deden hun inhoud op den vloer te
recht komen en men moest zich haasten
om alles zoo spoedig mogelijk bijeen te ra
pen, want in een oogenblik verdween het
in de zijden van het schip om daarin onher
roepelijk weg te zakken. Men kon zich troos
ten met het grapje of iets weg is als men
precies weet waar het is, maar daarmede
had men het nog niet terug...
Duiken bij stormachtige zee.
Met een enkele uitzondering van weinig
belang kon het duiken voor de waarnemin
gen zonder onderbreking doorgaan. liet was
een mooie prestatie die zeker eonig in zijn
soort was., ik kan niet denken, dat ooit een
andere duikboot een dergelijke serie van
onderwateroefeningen bij stormachtige zee
verricht heeft. Hulde daarvoor aan com
mandant van Waning. En ik gedenk ook
met erkentelijkheid de medewerking van de
andere officieren en van onder-officieren en
minderen in verband met de waarnemingen
ondervonden. Wij hebben groot geluk ge
had. Slechts één ochtend was de zee kalmer,
tusschen twee depressies in. en juist dien
morgen was er averij aan de voorduikroe-
ren, die dank zij de kalmere zee kon her
steld worden. Eiken anderen dag zou dit
niet hebben gekund. En zonder duikroeren
zou verder duiken onmogelijk zijn geweest,
terwijl bijna zeker de uitgeslagen duikroe
ren door de zware zeeën die ons nog wacht
ten stukgeslagen zouden zijn.
Zoo hebben wij aan het einde van dit
uitermate zware traject aan alle kanten
reden tot groote dankbaarheid; niet het
minst ook omdat het schip zich weder on
der deze beproevingen zeer goed gehouden
heeft.
Tot het laatste oogenblik behielden^ wij
ruwe zee. Nu echter, tijdens ons verblijf al
hier in Hamilton, de hoofdplaats van deze
mooie eilandengroep, wordt het weer wedci
kalmer, zoodat het er voor ons volgende
traject naar Washington wat beter uitziet.
Laten wij hopen, dat dit aan zal houden.
Het schip en de menschen hebben t zeker
verdiend.
Zelfverdediging of moordlust?
Voor de Haagsche Rechtbank stond giste-
ren terecht de 4ö-jarige koopman \V. A. de
W. te Delft, wegens poging tot doodslag.
In den avond van 26 October j.1. hadden
verdachte en een zekere van V. verschillen
de cafés in Delft bezocht, waardoor beiden
een eenigszins kwaden dronk hadden ge
kregen.
Dit te meer, daar zij al eenig meenings-
verschil over een al of niet bestaande
schuld hadden, hetgeen af en toe een punt
van minder aangename bespreking uitmaak
te. Toch scheen de drank allengs de ver
broedering in de hand te werken, want,
zooals een der getuigende kasteleins ver
klaarde: „Ze waren als vrienden de deur
uitgegaan".
Later heeft van V. verdachte nog mee
genomen in zijn vrachtauto. Verdachte
was hier naast den bestuurder in slaap
gevallen. Verder onderweg scheen de ruzie
echter weer opgelaaid te zijn, waaraan van
V. een einde wilde maken en ter hoogte
van de Loozerlaan te Loosduinen verzocht
hij verdachte de cabine van den wagen te
verlaten, doch aan dat verzoek werd niet
voldaan.
Van V. pakte hem daarna bij zijn beenen
om hem den wagen uit te trekken. Ver
dachte had op dat moment een mes gegre
pen, waarmede hij van V. een snede in den
pols toebracht.
Hierna was verdachte uit den wagen ge
vallen, maar toen van V. de deur van de
cabine wilde sluiten, had verdachte hem
een steek in den rug toegebracht.
Van V., die hevig bloedde, had in een na
bij gelegen huis hulp gevraagd, terwijl ver
dachte naar den Haag was teruggeloopen,
eri daar een taxi naar huis had genomen.
De Officier van Justitie, mr. P. R. Blok,
achtte het bedreven feit ernstig. Verdachte
had al eenige veroordeelingen wegens mis
handeling achter den rug. Van bedreiging
of uitdaging van de zijde van Van V.
achtte spr. geen sprake. Van V. had ver
dachte zelf uitgenoodigd hem met zijn auto
naar huis te brengen.
Wegens mishandeling en poging tot zware
mishandeling requireerde de Officier zes
maanden gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. F. Kokosky, noemde
het een dronkemansvechtpartijtje.
Verdachte en het slachtoffer -weten bei
den niet meer precies hoe het gebeurd is.
Spr. achtte het best mogelijk, dat verdachte
uit zelfverdediging had gehandeld. Deze
had op de thuisreis in de cabine liggen
slapen, toen hij plotseling bij zijn beenen
gegrepen werd en de auto werd uitgesleurd.
Verdachte kan hiervan geschrokken zijn en
ter verdediging een mes hebben'gegrepen.
Pleiter achtte hier een poging tot zware
mishandeling niet aanwezig. Het reclassee-
ringsrapport van verdachte achtte mr. Ko
kosky niet ongunstig. Pleiter drong aan op
een voorwaardelijke straf, tenzij de recht
bank tot vrijspraak mocht concludeeren.
Uitspraak 9 klaart.
Voetbal.
NEDERLAND—BELGIE TE ROTTERDAM.
Naar wii vernemen is door het bestuur van
den Koninklijken Nederlandschen Voetbal
bond besloten, den landenwedstrijd Neder
landBelgië op 2 Mei a.s. in het Feyenoord-
stadion te Rotterdam te spelen.
STALEN TOEVLUCHTSOORDEN IN
ALLE AFMETINGEN.
VLIEGTUIGBOMMEN VERLIEZEN
HUN VERSCHRIKKING.
DE „EENMANSCEL" VOOR DEN
ONMISBAREN ARBEIDER.
(Van onzen V.P.B.correspondent).
L e i p z i g, 22 Febr. 1937.
In Madrid maken de alles vernie
lende vliegtuigbommen dagelijks
nieuwe slachtoffers. En dat is nog
slechts een voorproefje van het
geen de Europeesche stedelingen
zouden beleven, indien er voor de
tweede maal een wereldoorlog uit
brak. Want de Spaansche hoofdstad
wordt nog slechts met spring-, niet
echter met gas. en brandbommen
„bewerkt". Geen wonder dan ook,
dat men steeds meer en meer zijn
aandacht op de luchtbescherming
vestigt en steeds meer Europeesche
steden er toe over gaan, bom- en
gasvrije kelders in te richten, waar
in de menschen in geval van een
luchtaanval een veilig onderkomen
kunnen vinden.
Hoe ziet nu een waarlijk moderne en
veilige bom- en gasvrije kelder er uit?
Wenscht men dat te weten, dan moet men
epn bpzopk brengpn aan Leipzig. Daar hppft
het Raadgevend College voor Staalgebruik
(Beratungsstelle fiir Stahlverwendung) in
samenwerking met het Ministerie van
Luchtvaart en de Rijksgroep Industrie een
tentoonstelling van dergelijke onderaard-
sche schuilplaatsen ingericht. Wij hebben
aan deze tentoonstelling een bezoek ge
bracht en, ziet hier, wat wij te aanschouwen
kregen.
Stalen gewelven.
De keldertrap van een woonhuis leidt
naar een onderaardscli gelegen verblijf,
dat in een moderne bom. en gasvrije kelder
is omsetooverd. Deze kelder bestaat eigen
lijk uit twee gedeelten, die ieder van een
z.g. gassluis zijn voorzien. Door een stalen
deur komt men eerst in deze gassluis,
waarvan het plafond versterkt is door
dicht naast elkaar liggende stalen balken.
Het plafond van de daaraan grenzende
ruimte is eveneens versterkt met behulp
van stalen balken en gegolfd ijzer.
Na het verlaten van deze kelders komt
men via een stalen trap bij een serie bom
en gasvrije verblijven, die speciaal gebouwd
ziin en waarvan de vloer slechts 1 meter on
der het aardoppervlak ligt. Het boven de
aarde liggende deel is door aarden wallen
versterkt. Het eerste toevluchtsoord, dat wij
betreden, heeft veel weg van een huis met
een middellijn van 2.30 meter. De wanden
zijn geheel van gegalvaniseerd ijzer ver
vaardigd.
Hierbij sluit een verblijf aan, dat geheel
uit stalen platen is samengesteld. Maar de
clou van de tentoonstelling is toch eien
geheel uitgeruste hom- en gasvrije kelder
voor 50 personen. Hier vindt men letterlijk
alles, wat men in een dergelijke gelegenheid
noodig heeft: medische instrumenten, wa
terleiding, electrisch licht, een speciale com
mandopost en bijzondere verblijven voor de
actieve manschappen. Ook hier ontbreken
natuurlijk de gassluizen niet. Het geheele
verblijf is met behulp van stalen lamellen
gebouwd. Men verlaat de gassluizen van
dit verblijf door een onsplinterbare en gas-
dichte stalen deur.
Men kan rustig blijven werken..
Een interessant deel van de tientoonstel
ling vormen kleine stalen verblijven, die
men hier „Schutzzellen" noemt. Dergelijke
„Schutzzellen" zijn bestemd voor aflei
ders, die ook tijdens een luchtaanval bij
hun werk moeten blijven en b.v. schakel
borden of machines in het oog moetien
houden.
Al deze verschillende toevluchtsoorden
zijn met alle benoodigheden uitgerust. Men
vindt hier een groot aantal luchtverver-
srhines-apparaten. Opmerkelijk is. dat niet
minder dan 17 firma's verschillende typen
stalen deuren tentoonslellpn. De Duitsche
fabrikanten schijnen dus te veronderstellen
dat er een groote vraag naar het artikel
„bom. en gasvrije kelder" bestaat. Gezien
den politieken toestand in on* werelddeel
is dat overigens ook zeer goed mogelijk.
Reeds sinds geruimen tijd overweegt de.
fensie de aanleg van een artillerie schiet,
baan in de provincie Noord-Holland. Her
haaldelijk is deze zaak reeds ter sprake ge
weest, doch wij hadden er den laatsten tijd
niets meer over gehoord, totdat plotseling
het gerucht opduikt, dat defensie heeft be
sloten om deze baan in de gem. Zijpe te
vestigen en wel op de strook grond, welke
het Rijk bezit nabij St. Maartenszee.
Wij hebben ons direct in verbinding Re.
steld met den burgemeester van Zijpe, den
heer Mr. D. Breebaart, die ons mededeelde,
van de plannen officieel geen kennis te
dragen, doch evenals wijzelf bij geruchte
van de zaak te hebben gehoord.
Op onze vraag of de bestaande projecten
tot ontwikkeling van St. Maartenszee door
de plannen van de legerautoriteiten in het
gedrang zouden kunnen komen, kon de
burgemeester ons uiteraard geen antwoord
geven, omdat het Rijk ter plaatse nog meer
terrein bezit, en hij dus moeilijk kan be-
oordeelen waar precies de baan zal komen
te liggen.
Het is ons bekend, dat het gemeentebe
stuur van Zijpe groote plannen heeft om
zijn beide badplaatsen Petten en St. Maar-
tenszee tot snelle ontwikkeling te brengen,
mede door het aanleggen van goede, fraaie
verbindingswegen en het is daarom te be
grijpen, dat Burgemeester Breebaart ons
mededeelde niet zonder een gevoel van be
klemming van de plannen van het Departe
ment van Oorlog te hebben gehoord.
Nu St. Maartenszee bij de Zijpenaren als
badplaats meer en meer gezocht blijkt te
zijn, zou hij het zeer betreuren indien door
maatregelen van het Departement van Oor
log de ontwikkeling van deze jonge bad
plaats voorgoed werd gestuit.
Alvorens echter meer gedetaiilleerde gege
vens omtrent de ligging der baan bekend
zijn, kan men, zeide de heer Mr. Breebaart
ons, geen bepaald standpunt innemen.
't Kan mee en tegenvallen!
Afwachten, aldus de burgemeester, is daa
ook de boodschap.
Motorfiets bij onbewaakte over
weg door trein gegrepen.
Gistermiddag om half twee is op den on-
bewaakten overweg bij de Zevenhuizenlaan
te Heiloo de 28-jarige drukker P. Eriks uit
Heiloo met zijn motorfiets tegen een uit de
richting Amsterdam komenden electrischcn
personentrein gebotst. Hij kwam in aanra
king met het vierde rijtuig en werd door
den trein meegesleurd. De man werd zoo
danig verminkt, dat de dood onmiddellijk
moet zijn ingetreden.
E. beoefende het motorrijden nog slechts
zeer kort en hij was nog niet in het bezit
van een rijbewijs. Waarschijnlijk heeft hij
den trein wel zien aankomen, doch heeft
hij niet tijdig kunnen stoppen. Het lijk is
naar de algemeene begraafplaats vervoerd.
Het treinpersoneel heeft van het ongeluk
niets hemerkt. doch toen de trein even na
het gebeurde aan het station Heiloo stop
te, hebben reizigers een en ander gcrappc"*
teerd.
JONGETJE DOODGEREDEN.
Gisterenmiddag is in de Maliebaan te Ut'
recht een jongetje van acht jaar, dat plotse
ling den middenweg overstak, door een auto
aangereden. Voordat de bestuurder tijd had
om te remmen, was het ongeluk geschied.
De knaap kreeg een hevigen klap van bum
per en radiator van den auto en smakte te
gen de straat. Ernstig gewond is het jongetje
naar het Stads- en Academisch Ziekenhuis
vervoerd, waar het na aankomst is overleden.
PAARD GESCHROKKEN VOOR STOOM
WALS.
De berijder ernstig gewond.
Gistermiddag reed een militair van bet
regiment veldartillerie te paard op den
Biltschen straatweg. Op een zeker oogen
blik schrok het dier voor een stoomwals,
waarmede men aan het werk was voor de
asphalteering van den weg. Het deed e»11
zijsprong, waardoor de berijder werd afg®''
worpen en het dier zelf voor een aanrijden
de personenauto terecht kwam Het P®ard
werd door den wagen aangereden en was
onmiddellijk dood. De militair, die van het
paard was geworpen, hleef bewuste!"05
ligen. Een juist voorbijkomend geneesheer
verleende de eerste hulp, waarna bet
slachtoffer ernstig gewond naar het mili,air
hospitaal te Utrecht werd overgebracht.
ï?a i'o uu/l 5 afrondt
totuur vóór zonsopgang
zijn geluidssignalen verbo
den: knippert dan met de
koplichten als ottentiesein
OELU/DSSIGflAAL VERBODetl~f
.i