Stadsnieuws AKKERTJES asto-tax SAFETY FIRST Een vol Casino geniet van Tavenu s „Najaarsstormen" Waar gaan we heen? Feuilleton Vrijdag 26 Februari 1937 Tweede Blad R.K* Vrouwenbond en Missiefilm TELEF. 636 Rliijghweg38 Geen verblindende auto- lampen meer inDenHelder Burgerlijke Stand van Den Helder Licht op voor alle voertuigen Jaarvergadering van het Centraal Genootschap voor kinderherstel- lings- en vacantiekolonies HET RAADSEL VAN HET ONBEWOONBARE THEA BLOEMERS De Héldersche afdeeling vin den R.K. Vrou- wenbond hield gisterenavond haar eerst uit gestelde, vergadering. Wegens verhindering van de presidente, mevr. Terra, leidde de se cretaresse, mevr. Wittebrood, den avond. Nadat de notulen na eerste lezing waren goedgekeurd, volgden eenige bestuursmede- deelingen, onder meer dat de convocaties door de soesah, aan het organiseeren van dezen filmavond verbonden, eigenlijk te laat waren verzonden. Natuurlijk komt dat niet meer voor. Uit het interessante jaarverslag verna men wij, dat de Bond alle reden tot voldoe ning heeft over het afgeloopen jaar. Er wa ren niet minder dan 4 ledenvergaderingen en 3 demonstraties gegeven. De spr. dankte vooral die dames, die door steun met kleede ren of andere natura het het bestuur moge lijk hadden gemaakt, armen te helpen door den winter te komen. Uit de eindcijfers voor de penn.meesteresse mej: Albers, gegeven, (debet: 377,15 tegen credit: 366.76) bleek zonneklaar, dat de pas ingevoerde contributieverhooging van 50 cents per jaar alle reden van bestaan had. Nadat de dames WolsVerhoef en Mul derKoopman in de verificatiecommissie wa ren benoemd, werd het officieele gedeelte van voor de pauze als afgedaan beschouwd, en het woord verleend aan Pater Heyboer, van het Missiehuis te Roosendaal, voor het vertoonen van de film van de Missiecongregatie Mill- Hill. De pater bleek een vlot causeur. Nam zijn gehoor al direct mee op reis. Wij zagen het afscheid uit het Missiehuis en de inscheping te Marseille. Ontmoetten oude bekenden in de stadsbeelden van Port Said, de kralenverkoo- pers en de straatventers. Ze waren er, als immer. Ontscheepten in Mombasa en kregen een prachtserie natuurtafereeltjes uit Oegan da, bij de Victoria- en Albert-Nyanza meren. Zagen met verbazing de bronnen van den Nijl. En kregen toen allerlei instanties uit het ne gerleven, waar het Christendom nog niet is doorgedrongen, te bekijken. Men ziet ze dansen, de mannen tenminste, als ze zich zullen gaan vergasten aan een door de vrouwen gebrouwd biersoort, waarvan de laatsten echter niet rnogen proeven. Men ziet ze dansen, potsierlijk gekleed, gewapend, schamel gekleed, hoe dan ook, zij dansen. En langs een kraal waar een stamhoofd met 200 echtgenooten en 20.000 lcoeien woont, gaan wij de wildernis in. Wij zien de giraffen, de olifanten (slagtan den van meer dan manshoogte!) antilopen en gnoe's, wij zien de weerzinwekkende, doch in de jungle uiterst nuttige, gieren aan hun maaltijd, wij zien rhinoceros en nijlpaard en zelfs, buitengewoon interessant, de termieten heuvels van binnen. De koningin, die haar heele leven stil ligt op één plaats, bewoog zich onder de stralen van de tropenzon; zij kan daar niet tegen, sterft, en wordt dan verslon den door den doodsvijand van de witte mier, de roode. Weer terug bij de menschen, zagen wij kleederdrachten van boomschors bij de min vermogenden, en zelfs kleedjes van het voor alles bruikbare pisangblad, voor de onvermo- genden. Wijl zoo'n kleedingstuk het volle drie dagen uithoudt, is een ieder bekwaam in het „weven" van nieuwe... Maar de Missie brengt de be schaving... Zorgt de priester-missionaris voor de ziel, de broeder-missionaris moet zorgen voor de stoffelijke behoeften. En zoo kregen wij een kijkje in het broederhuis in Holland, waar de broeders, alvorens te worden uitgezonden, let terlijk van alles leeren, om dit weer in de missielanden zelf te gebruiken, of het den zwartjes te onderwijzen. De meeste huizen, kerken en nederzettingen zijn dan ook door de broeders zelve gebouwd. Volgden de Zusters Ursulinen van Bergen in N.-Holland, voor onderwijs en ziekenver- pleging. Wij zagen haar in de primitieve negerschooltjes het a.b.c. bijbrengen aan de zwarte jeugd, en wanhopige pogingen aanwen den om aan een klas eenig begrip van de zangkunst in te gieten... De blanke zusters onderwezen op haar beurt de zwarte, ook in de ziekenverpleging. En zoo stonden wij ineens midden in een Cons. Bureau voor Zuigelingen, precies als in de Jonker straat. Een heele hoop jonge moeders, die allen haar baby ter onderzoek aanbieden. En behalve dat, ook nuttige en fraaie handwer ken, zelfs... kantklossen. Wat een verschil met het vooraf vertoonde! Dat ook de Paters zelve succes hebben bij hun werk, getuigde het stuk, opgenomen bij de processie op Sacramentsdag. Men telde rond 10.000 bezoekers, waaronder er waren, die 80 km hadden geloopen. Met trots werd eindelijk het, zelfgebouwde, seminarie voor Inlandsche priesters getoond. Studietijd 16 jaren. Met Pinksteren twee jaar geleden werden de eerste 5 (ze staan op de film) tot priester gewijd. Terecht mocht pater Heyboer dit de kroon op het werk van den missionaris noemen. Eindelijk zien wij nog een optocht van gymnasten. Keurig in uniform gekleed, orde lijk loopend. Ook de muziek was er. Ten slotte een voetbalwedstrijd, waarbij de negers, even als onze Javaantjes, met bloote voeten schoppen. Een bik op het kerkhof, waar, ver van hun vaderland, zij rusten, die werden opgeroepen, besloot den missiefilm. Het verschil tusschen heidendom en Chris tendom was wel treffend uitgekomen. Met een tweetal Charley-Chaplin films werd de filmvertooning ten slotte beëindigd. Nog even werd verder vergaderd. De be spreking over de excursie kon niet doorgaan wegens afwezigheid van de presidente, en bij de rondvraag gaf niemand zich op. Waarna Mevr. Wittebrood den avond op de gebruike lijke wijze sloot. Een feestelijke opvoering en een afscheid. Gisteravond heeft in Casino de extra voorstelling plaatsgevonden van „Na jaarsstormen", opgevoerd door TAVENU, en onze voorspelling, dat deze uitvoering een succes zou worden, is meer dan uit gekomen: Casino, bezet met een bijna 800-koppig auditorium, heeft van dit stuk tooneel genoten op een wijze, die men maar sporadisch bij dilettanten-op voeringen beleeft. Gezien het feit evenwel, dat dit Werk'dat van professionals meer-1 malen merkwaardig dicht benadert, be hoeft dat echter ock weer niet te verwon deren. Een avond, die nog lang in herinnering zal blijven en frappeerde door een bijzon der hartelijke sfeer. Men kent hier zoo langzamerhand TAVENU; het is de laatste jaren gewoonte geworden, dat men ook de niet-leden in de gelegenheid stelt te genieten van het vele voortreffelijks, dat deze tooneelvereeniging den liefhebber biedt en voor deze avonden kan men niet dankbaar genoeg zijn: tenslotte kan het op gevoerde steeds de toetst van zelfs zeer csherpe critiek doorstaan en kenmerken de artistieke prestaties der laatste jaren een niet te ontkennen stijgende ljjn. En Casino liep vol: een „ouderwets" ge zicht. Rij-aan-rij, al deze menschen, die ken nelijk van plan waren te gaan genieten en waarbij er geen was die, het is prettig dat nog eens te accentueeren, teleurgesteld naar huis gegaan is. Integendeel: de vrien— schappelijke band tusschen het Heldersche publiek eenerzijds en TAVENU anderzijds is wederom verstevigd. Om half negen verscheen de voorzitter, de heer P. C. van Dist, even voor het Wagner- doek. Deze riep het nagenoeg uitverkochte Casino een hartelijk welkom toe en sprak zijn vreugde er over uit, dat zoovelen wederom aan TAVENU's roepstem gevolg hadden ge geven. De heer Van Diest deelt vervolgens nog mede, dat men er wel rekening mee diene te houden, dat dergelijke openbare voorstellingen niet tot de gewoonte zullen gaan behooren. Dit zou in zekere mate een onbillijkheid jegens de leden van TAVENU inhouden, zoodat er in de toekomst hoogstens één dergelijke avond op het program zal staan. Na een kort propagandistisch woord kwam de heer Van Diest tot het tweede deel van zijn kort betoog. Dit was van iets minder prettig karakter; het betrof namelijk het af scheid van 2 veteranen van TAVENU, me vrouw en de heer Westhoeve, een duo, dat sedert een lange reeks van jaren het arti stiek niveau van de voorstellingen steeds getracht heeft hoog te houden en daar ook in geslaagd is. Hun heengaan is een verlies, een groot verlies, en hoewel men ongetwijfelt de open plaatsen zal kunnen aanvullen, het spijt de vereeniging ten zeerste deze twee hoofdklasse-spelers te zien heengaan. En hierna vangt het eerste bedrijf aan van „Najaarsstormen"'... en het is frappeerend hoe hartelijk de ontvangst bij dit groote pu bliek was. Hoe daar reeds in de eerste minuut dat heerlijke contact was, dat 't werk van hen achter het voetlicht zoo prettig kan maken, een sfeer van vertrouwen, van vriendelijkheid. Het lijkt ons overbodig op het stuk zelf terug te komen, gezien het uitvoerig verslag bij de eerste opvoering. Wel willen wij er aan toevoegen, dat ook deze voorstelling zich we derom kenmerkte door een groote mate van rolvastheid en milieu-schildering. Na ieder bedrijf klonk een langdurig ap plaus, dat aan het einde zelfs den vorm van een ovatie aannam en het waren louter vroo- lijke gezichten, zoowel in de zaal als op de Bühne. Voor mevr. Westhoeve waren prach tige bloemen. Laten wij niet verzuimen een woord van waardeering te doen hooren voor de waarlijk keurige meubileering en stoffeering van de N.V. H. Harjer Zn., voor de selecte gramo- foonplaten van den pianohandel Polak, Ka- naalweg en tenslotte voor de kunstvoorwer pen der fa. Mazairac. Een avond, waarover men nog geruimen tijd zal spreken. Het bestuur van „Veilig Verkeer" biedt de Politie een apparaat aan ter controle van verblindende verlichting. Zooals men weet, behoort tot de vele pro blemen der verkeers-techniek ook het zg. ,,verblindend"-zijn van auto-, motor- en andere lampen, iets wat door de wet wel-is-waar strafbaar wordt gesteld, doch waarvoor in ge noemde wet geen desbetreffende normen, waaraan men zich nu precies te houden heeft, genoemd worden. Voor kort is nu evenwel een apparaat in den handel gebracht, een bord, dat hierin voorziet. Deze „Schilte M.R.B."-schijf nu, ten behoeve van politie en garagehouders, voor ziet in de behoefte om precies na te kunnen gaan of de lamp van 't een of ander voertuig al dan niet aan de gestelde eischen voldoet. Een eenvoudig, doch zeker afdoend instrument. Nu is de verhouding tusschen de Politie autoriteiten en het plaatselijk bestuur van de Vereeniging voor Veilig Verkeer een zeer hartelijke. Daar is steeds de meest vrucht bare samenwerking en in verband hiermede had het bestuur van genoemde vereeniging gemeend aan de politie het beschreven bord cadeau te moeten doen. Deze overdracht had gistermiddag in de kamer van den commis saris van Politie, den heer Van der Hoeven, plaats. Aanwezig waren burgemeester Ritmeester, de heer S. Jaring, voorzitter van Veilig Ver keer, de heer F. Grunwald (secretaris), de heer Maas en voorts de heeren van der De koorts daalt onmiddellijk, De besmetting wordt gestuit. De ziekte-duur wordt ingekort, Steeds goede resultaten meti Volgens recept van Apotheker Dumonf AKKER.CACHETS Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent. Uw NIEUWE PAK 2 VRAAGT STALENCOLLECTIE 1937 bij HERM. DE HAAN DE ZAAK VOOR BETER MAATWERK, Koningstraat 92. - Tel. 666 Hoeven, Helder, Schipper en Vrije. Het was de heer van der Hoeven, die een kort woord van welkom sprak en speciaal tot den burgemeester en den heer Jaring. Spr. zegt, dat hij het op zeer hoogen prijs stelt, dat het bestuur van de plaatselijke afdeeling voor Veilig Verkeer de schijf aan de Politie wil overdragen en is er zeker van, dat het appa raat zijn preventieve werking niet zal missen. Hij leest de desbetreffende wetsartikelen voor, waarin gewaagd wordt van het rijden met verblindende verlichting en zegt dat de schijf inderdaad aan de wettige bepalingen voldoet. Het is tevens de bedoeling, aldus de heer van der Hoeven, dat de bestuursleden van Veilig Verkeer op een nader te bepalen dag in de gelegenheid gesteld worden, hun voer tuigen de eerste „test" te laten ondergaan. Dan zijn zij er in ieder geval zeker van, dat zich hun materiaal in orde bevindt. De heer S. Jaring, hierna aan het woord komend, vangt aan met den heer van der Hoeven dank te zeggen voor de gelegenheid, die men Veilig Verkeer geboden heeft om dit geschenk aan te bieden. De heer Jaring heeft juist dezer dagen de cijfers nagezien van het Centraal Bureau voor de Statistiek over 1936 met betrekking tot de verkeersongevallen en het is frappant, welk een buitengewoon gunstige figuur Den Helder hierbij maakt. Het was het verschil der cijfers van de jaren 1934 en 1935 dat een wel heel duidelijke taal sprak: het aantal verkeersongelukken was namelijk met niet minder dan 50 afgenomen; dat dus door Veilig Verkeer belangrijk werk is gepresteerd volgt hier dus wel heel duidelijk uit. Spr. vindt het prettig dat de bestuursleden als eersten in de gelegenheid gesteld zullen worden hun lampen te laten keuren en dus aan anderen een voorbeeld kunnen zijn. Hij hoopt tevens dat ook de andere weggebrui kers gedurende een periode in de gelegenheid zullen zijn eveneens hun lampen te laten toet sen, en dat eerst daarna vanwege de politie ingegrepen wordt. De heer van der Hoeven brengt den spreker dank en deelt mede, dat het inderdaad de bedoeling is eerst een maand waarschuwend op te treden. Hierna komt de heer Maas nog even aan het woord die als auto-deskundige nog het een en ander heeft te zeggen. Deze merkt op, dat de kwestie van verblindende lampen een zeer moeilijke is. Hij geeft de ver zekering dat van ieder 100-tal willekeurige auto's verreweg het grootste deel niet aan de gestelde bepalingen zou voldoen. En daarbij hebben de meesten aan de afwijkingen zelf geen schuld. Immers, daar zijn kleine afwijkingen in de lampen zelf, in het glas, in den stand van de lamp etc. In de practijk zal het zeker blijken, dat bijna aan iedere autolamp het een of ander mankeert. In dit verband acht de heer Maas het van belang dat men aanvankelijk slechts waarschuwend op treden zal; hij is er van overtuigd, dat de preventieve kracht dan zéér groot zal zijn. Het is hierna de heer Vrije die een korte explicatie geeft van het eenvoudige apparaat, een schijf, waarop de lichtstralen van een lamp geprojecteerd worden en waarop men de afwijkingen kan aflezen. Hierna dankte de heer van der Hoeven de aanwezigen voor hun getoonde belangstelling. van 25 Februari 1937. GETROUWD: N. Bakker en M. Blaauboer; D. van Buuren en J. Cohen; G. P. van Doorn en S. J. Makelaar; A. C. J. Hoes en E. Jansen; C. de Moor en N. Wokke; H. A. W. van Waardenburg en G. M. Drost. BEVALLEN: N. KossenKuiken, z; L. P. de WolffBos, d; J. van den Oudenalder Luidinga, d. Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Vrijdag 26 Februari. Musis Bacrum. Soirée A.G.A. Schoolkrant van de Handelsschool. Casino, 8 u. Uitvoering Gymnastiekvereeni- ging „Turnlust". Zaterdag 27 Februari. Musis Bacrum, 8 u. Feestavond Wandel- sportvereeniging „De Jutter". Casino, 8 u. Concert „Morgenrood". Na de pauze: „Goudmuiltje", kinderoperette in 2 bedrijven. Casino, 8 u. Ballast". Zondag 28 Februari. Tooneelvoorstelling „Blanke Vrijdag 26 Febr17.03 uur HERMAN NI JPELS' KLEDINGMAGAZIJNENDEN HELDER Gemaakte Heren- en Kinderkleding Grote verscheidenheid. Niet duur Gisterenavond had in de bestuurskamer van het Alg. Militair Tehuis in de Spoorstraat de jaarvergadering van bovengenoemd genoot schap plaats. Dat dit centrale genootschap een zegenrijk werk verricht, begint gelukkig hoe langer hoe meer bekendheid te verkrijgen. We behoeven ons slechts naar de veelal rijk met kinderen gezegende volksbuurten van onze groote steden te begeven om ze en masse te zien, de schrale, bloedlooze gezichtjes van hen, die zich moeten vermaken in de nauwe, zon- looze straten. Van hen, die toch ook behooren tot dat fundament, waarop het toekomst gebouw van onze maatschappij zich moet ver heffen. Niet alleen dat een uitzending naar een van de herstellingshuizen den kinderen lichamelijk ten goede komt, maar vooral ook waar het de licht ontvankelijke geest van het kind betreft, zal het leven in een milieu van zon, bosch of zeelucht, met een sfeer van hartelijkheid en liefde, het leven van den ar men misdeelde rijker maken. Het is dan ook niet alleen jammer, maar eigenlijk een schande, dat een dergelijke instelling al het mogelijke moet doen om finantieel in staat te zijn het hulpbehoevende kind uit te zenden. Mevrouw De Boer herdacht- Even acht uur heet de voorzitter, Dr. Van Heerde, de aanwezigen welkom. Zooals uit het jaarverslag straks zal blijken, zoo zegt Dr. Van Heerde, heeft de Vereeniging een grooten slag getroffen. Op een droeven morgen zijn onze vice-presidente, Mevr. de BoerJongkees, en haar zoon ten grave gebracht. Dank voor alles wat zij aan de Vereeniging heeft gedaan, voor den raad, dien zij steeds gaf. Ik geloof, zoo zegt spreker, dat wij haar nagedachtenis het beste bewaren, door in haar geest het werk voort te zetten. De voorzitter verzoekt hierna de aanwezigen even op te staan en eenige oogenblikken te wijden aan de nage dachtenis van deze energieke vice-presidente. Op een vlotte wijze wordt hierna de agenda afgehandeld. Het jaarverslag over 1936, dat door den heer Van Heusden wordt voorge lezen, brengt als punt no. 1 de mededeeling van den voorzitter, dat hij door verandering van woonplaats verplicht is de gelederen te verlaten. Gelukkig heeft Dr. A. W. C. G. Ka merling zich bereid verklaard de functie van medisch adviseur op zich te nemen. Wie zal echter de vice-presidente vervan gen? De vrouw met die werkkracht, die toe wijding en die immer gereedstaande paraat heid Helpers en helpsters zijn dringend noodig. Naar het Eageisch bewerkt door 28) Julian keek zuinig. Als ze schuilen wou Voor het onweer, kon ze wel uren blijven. „Zal ik u naar huis brengen?" stelde hij voor. „Als we voortmaken komt u nog droog binnen, en ik kan dan moeteen mijn brieven op de bus doen." „O, wat vriendelijk van u! Ik had het u eigenlijk willen vragen, maar toen ik voor de deur stond, dorst ik niet. Ik was bang, dat u het een beetje gek zoudt vinden." „Heelemaal niet", antwoordde Julian be leefd. Hij zette een pet op, trok een regen jas aan, sloot de deur en wendde zich naar het hekje. Het was erg donker voor den tijd van den dag en er was een hevige wind. „We moeten ons maar wat haastenmeen de Julian. „Dit is de kortste weg." Hij open de het hekje, terwijl hij sprak. „Langs dit voetpad sparen we minstens twee minuten. Ze liepen tusschen de oude bekuden van de bosschen, die het kasteel van Forsham om gaven. Een bulderende windvlaag deed de takken kraken, toen werd het opeens dood stil; de lucht was nu pikzwart. Mademoiselle Lemoine slaakte een kreet. Julian voelde, dat ze dichter bij hem kwam, als om bescherming te zoeken en hij nam haar bij den arm. „We moeten maar hard loopen." Ze zei: „Ja, ja," en toen ze een meter of tien verder waren, schoot er een felle blik semstraal uit en even stond iedere tak don ker afgeteekend tegen een achtergrond van bleek violet. Grommend rolde de donder. Ma demoiselle was stil blijven staan, en ze hield de handen voor haar gezicht. „We moeten voortmaken," waarschuwde hij, maar ze bewoog zich niet. „We kunnen hier niet blijven staan." En toen flitste de blik sem opnieuw. Mademoiselle Lemoine gaf nu een luiden gil; hij greep haar vaster en trachtte haar in beweging te krijgen. Doch plotseling klemde ze zich als wanhopig aan hem vast en met snikkende stem riep ze zijn naam: „Julian! Red me, Julian!" Ook Amabel had zich in het donker in doodsangst aan hem vastgeklemd en het had een golf van ontroering door hem doen heen gaan, nu voelde hij alleen onuitsprekelijke ergernis. „Miss Lemoine, houdt u zich in 's hemels naam kalm! U had al thuis kunnen zijn. La ten we nu alsjeblieft opschieten; 't ergste is over, geloof ik, 't drijft snel voorbij..." Haar greep werd iets losser en met een paar korte snikken hief ze 't hoofd op. Er kwam weer een bliksemschicht, en hij zag haar gezicht maar niet het gezicht van Marie Aanastasia Lemoine. In zijn herinne ring dook een jonger gelaat op, even bleek, even angstig in het onweer, met den zelfden half-open mond en die strakke oogen, het was het gezicht van Mary Ann Brown. Hij zei: „Annie!" vóór hij wist dat hij spreken ging. En toen kwam er donder en regen en zij wankelde blindelings en viel half bezwijmd tegen zijn schouder. Hij had geen tijd om te denken. Hij tilde haar op, en toen hij haar een vijftig meter gedragen had, voelde hij haar armen om zijn hals en hoorde hij zijn naam snikken: „Ju lian! Julian!" Plotseling scheen de waarheid hem ge openbaard. Dit was niet mademoiselle Le moine, een zenuwachtige Frangaise, die hij oppervlakkig kende en die zich misschien verbeeldde, dat ze een beetje verliefd op hem was, maar de kleine Annie Brown, de Annie van vroeger, die zich de vrijheid veroorloofde hem bij zijn voornaam te noemen. Hij zette haar neer en duwde haar voort. Ze bereikten het huis; gelukkig was de half- deur niet op slot. Met een zucht van opluch ting wenschte hij haar goedenavond. Ze beef de nog, maar haar zelfbeheersching kwam terug." „U bent heel vriendelijk geweest, ik... ik was mezelf niet." Hij verstond de woorden nauwelijks, zoo zacht sprak ze, met afgewend hoofd. Toen ging hij en ze liet de deur dicht vallen. HOOFDSTUK XXI. De brief, waarin Agaath Moreland van haar bezoek bjj het medium vertelde, was onmiddellijk na dat bezoek geschreven. Toen hij zijn bestemming bereikt, wat bij Agaath langzamerhand het gezond verstand weer bo ven gekomen. Ze wilde Amabel natuurlijk graag ontvangen, maar in haar hart hoopte ze toch, dat haar zuster van de uitnoodiging geen gebruik zou maken. Ze kon Amabel slechts de kleine kamer geven, terwijl haar kamenier een grootere met een stookplaats had. Maar de kamenier was nogal lastig en het zou ongetwijfeld moeilijkheden veroor zaken. Zij lunchte bij Isobel le Mesurier. Na de lunch kwam mevrouw March, een klein, leven dig dametje, de echtgenoote van kapitein Henry March, rechterhand van Sir Charles le Mesurier. Ze was een vrouw, die iedereen direct voor zich wist in te nemen. Agaath ontmoette haar voor het eerst, maar ook zij onderging direct haar charme en sprak met haar, alsof ze al jarenlang vriendinnen wa ren. In een plotselingen aandrang tot ver trouwelijkheid liet ze haar stem dalen en zei: „Ik ben gisteren bij een medium geweest." „Waarom?" informeerde Jane March. „Och, zoo maar. Ik tobde ergens over." Jane's kleine neusje trok in rimpeltjes. „En heeft ze u geholpen?" „In zekeren zin wel", bevestigde Agaath. „Van de zorg, waarmee ik kwam, heeft ze me bevrijd, maar aan den anderen kant heeft ze me een doodschrik op het lijf gejaagd over mijn zuster, die ergens buiten een oude villa gehuurd heeft. Gelooft u aan spookhuizen, mevrouw March?" „Als u bedoelt of ik geloof aan huizen, waar geesten rondwandelen, dan niet", zei Jane. „Maar er zijn in oude huizen natuur lijk hier en daar ratten en smokkelaars en zoo." Als gewoonlijk deed de prikkeling van den twijfel het geloof opvlammen. „Als u in dat oude kavalje was geweest, zoudt u er niet om lachen mevrouw March", protesteerde Agaath. „Ik kreeg een inval om naar dat medium te gaan, het was een op welling en ze kon onmogelijk weten wie ik was, en toch gaf ze een getrouwe beschrij ving van mijn zuster, en het huis waar ze woont en alles. En ze zei, dat Amabel in groot gevaar was en direct dat huis uit moest. En toen ik vroeg wat er dan was, gaf ze een gil en viel flauw en later wist ze ner gens meer van.v „Heel slim", meende mevrouw March, „dat flauwvallen, bedoel ik. Daar schrok u natuur lijk meer van dan van al wat ze bij mogelijk heid had kunnen zeggen." Agaath raakte in vuur, en gaf een uitvoe rige beschrijving van de kamer, den glazen bol en het medium. Ze besloot haar relaas met de vraag: „Wat denkt u daar nu van, mevrouw March „Dat ze omgekocht-was en van deze of gene inlichtingen over u en uw zuster had ge kregen", was het korte antwoord van het scherpzinnige vrouwtje. „Dat is de eenig mo gelijke verklaring". Mevrouw March ging niet rechtstreeks naar hius. Het was moo weer en ze wandelde op haar gemak langs het Embankment. Toen ze ongeveer een kwartier geloopen had, bemerkte ze, dat ze gevolgd werd. De voetstappen van een man kwamen regelmatig achter de hare. Ze liep wat vlugger, zonder om te zien, ook de man verhaastte zijn tred, en opeens was hij naast haar en sprak haar aan. Ze keek op en staarde in het gezicht van iemand, dien ze gedacht had nooit meer te zullen ontmoeten: haar oom Cornelius Molloy. „Lieve hemel", riep ze en deed een stap achteruit. „Ik dacht dat u dood was." „O, ik ben taai", antwoordde Molloy luchtig. Jane wilde doorloopen. „Wat wilt u?" hernam ze, 'n tikje onge duldig. „Ik kan hier niet met u blijven staan praten, en met u wandelen doe ik zeker niet. Dus zegt u liever direct wat u van me ver langt." Molloy, een lange man, keek van zijn hoogte op haar kleine gestalte neer. L(Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5