Reisbezwaren in Iran De „Kertosono" Buitenland <CiEsr, Nieuwe Duitsche golf van koloniale propaganda? Radioprogramma te Rotterdam aangekomen De ramp van de „Van der Wijck" Door kolendamp ver giftigd RIE MUSKETIERS 33. DE STRIJD. „Pardon!" riep d'Artagnan. „we zijn met z'n vieren! Ik behoor bij U met hart en ziel!" „Bravo, jonge vriend" riep Athos, en een seconde later weerkaatsten negen degen klingen het felle zonlicht. Athos koos zich als tegenstander den heer Cahussac uit, een lieveling van den kardinaal. Porthos nam den strijd op tegen den heer Bicarat en Aramis bestreed er liefst twee tegelijk. d'Artagnan echter stortte zich op Jussac zelf. Deze was een bekwaam schermer, doch had de grootste moeite met den behendi- gen en watervluggen tegenstander. Het maakte hem woedend, door zulk een „kind" schaakmat gezet te worden. Hij wond zich op en beging fouten. Jussac deed een gewel digen uitval naar zijn vijand, welke stoot dArtagnan elegant pareerde en toen Jussac uit de aanvalshouding opstond, stiet hij hem den degen dwars door het lichaam. 34 DE OVERWINNING. d'Artagnan had nu het recht een ander te helpen. Hij ontmoette den blik van Athos en viel met een fikschen sprong Cahussac in de flank aan. „Hierheen, mijnheer de garde, nu is het mijn beurt!" „Dood hem niet!' riep Athos. „Ik heb nog een appeltje met hem te schillen! Sla hem den degen uit de hand! Dat was goed." Cahussac echter, die een anderen degen gegrepen had. keerde zich nu weer tot Athos, die zich intusschen wat had hersteld. Spoedig lag nu de gardist ter aarde. Ook Aramis had zijn beide tegenstanders overwonnen. Slechts Porthos en Bicarat streden nog, hoewel beiden gewond waren. Kapitein De Boer vertelt van de aanvaring. Het motorschip „Kertosono" van den Rot- terdamsche Lloyd, dat in den avond van 6 Februari dwars van Oporto in aanvaring is gekomen met het Britsche slagschip „Malaya"f waarhij de „Kertosono" zoo ernstig aan de voorpiek beschadigd werd, dat zij in Lissabon voorloopig gere pareerd moest worden is Maandagmorgen in de vroegte in de Roterdamsche haven aangekomen. Zooals bekend, bevond de 7323 ton meten de „Kertosono" zich op 41.8 graden N.B. en 9.10 gr. W.L., toen de aanvaring met de 31.000 ton metende „Malaya" plaats vond. De „Kertosono" was op weg van Batavia naar Rotterdam en had als laatste haven Genua aangedaan. Over de aanvaring en wat daarop volgde heeft kapitein D. de Boer welwillend nog eenige nadere bijzonderheden vermeld. Het relaas van den kapitein. De aanvaring geschiedde tijdens mistig, doch overigens goed weer in de late avond scheniering. De zwaar bepantserde „Ma iava" kreeg aan bakboordzijde slechts wei nig schade, doch de voorpiek van de „Ker tosono" werd vrijwel ingedrukt. Alleen hel voorste deel van het dek steekt nog een paar meter boven de ingedrukte stalen pla ten, die de wanden vormen, uit. De „Malaya" is steeds in de buurt geble ven om eventueel te assisteeren, doch toen de „Seefalke" van Bugsier, Hamburg, die uit de haven van Leixoes was uitgevaren, in de omgeving van het gehavende schip ar riveerde, is het slagschip naar F.ngeland te ruggekeerd. De „Kertosono" was inmiddels reeds met langzaam achteruit werkenden motor zoo gedraaid, dat het ten opzichte van de zeeën de meest gunstige positie had ingenomen. De kapitein achtte het niet verantwoord, met het beschadigde schip de golf van Bis caye door te gaan en aangezien het vooral zaak was, met goed weer snel in veilige ha ven te belanden, is ook de assistentie van dp sleepboot „Zwarte Zee" van L. Smit en Co's internationalen sleepdienst, aangeno men. De meest nabij zijnde haven was Lis sabon, en zoo werd de „Kertosono," die eerst anderhalven dag op de „Seefalke" en daarna nog een dag op de „Zwarte Zee" had liggen wachten, achteruit eesleept, naar de Portngeesrhe haven. Het schip werd ach teruit gesleept om zoo veel mogelijk druk weg te nemen van het aanvaringssehot, dat zich overigens prachtig heeft gehouden. Kapitein de Boer sprak dan ook als zijn meening uit, dat de con structie van dit schot zoo voortreffe lijk is, dat er hoogstwaarschijnlijk geen druppel water zou zijn binnen gekomen, wanneer men de reis door de Golf van Biscaye had aanvaard. Na twee daeen sleepen bereikte de „Ker tosono" Lissabon, waar evenwel het eenige dok, waarin de „Kertosono" gerenareerd kon worden, in gebruik was. Zoo zijn er nog drie tot vier dagen overheen gegaan, voor goed en wel met de voorloopige repa ratie begonnen kon worden. De reparaties zijn uiteraard maar zeer summier geweest. De uitstekende stukken zijn afgebrand en verder is -de gehavende steven gebleven zooals zij er na de aanva ring uitzag! In den steven zelf, zoo ver naar voren als mogelijk was, is evenwel tusschen de platen een cementen muur aangebracht van ongeveer twee meter dikte. Toen dit ce ment eenmaal hard geworden was, kreeg het schip voorloopig bewijs van zeewaar digheid. Zoo kon de „Kertosono" Woensdag middag de haven van Lissabon weer verla ten om op eigen krachten de reis naar Rot terdam te hervatten. Aanvankelijk was het mooi weer op de thuisreis. Men voer langs de Portugeesche en Spaansche kust onder ideale weersom standigheden. doch in de Golf van Biscaye begon het te waaien, gelukkig van den goe den kant. n.1. van achter. De cementen muur bleef prachtig intact, zoodat 't schip, dat niet op volle kracht kon loopen, toch nog altijd tien mijl maakte. In het Engelsche Kanaal heeft de „Ker tosono" gisteren nog al last van sneeuw stormen gehad, en in het Nauw van Calais ging de wind om naar het Oosten. Het werd vinnig koud. doch in de Noordzee werd het weer anderrpaal goed. zoodat na een voor- spoedigen tocht de „Kertosono" gisternacht om half twee reeds voor den Waterweg kwam In verband met het langzame tempo heeft het schip Londen niet aangedaan. Er was niets op tegen, om gedurende den nacht binnen te komen en zoo eindigde deze bewogen reis van de „Kertosono" gister morgen in de vroegte aan de Lloydkade. Het onderzoek naar de ramp in vollen gang. De raad voor de scheepvaart belegde een serie orienteeringsvergaderingen ter bestu deering van het zeer uitgebreide dossier inzake de ramp met het s.s. „Van der Wijck' Een van de vele punten van bespreking vormt de kwestie of alsnog het voortzetten van het duik-onderzoek noodig dan wel wenschelijk geacht wordt. Toestand van man en ernstig. vrouw Buren hebben gistermorgen het gezin van den metselaar Mosterdman aan de Flora laan te Bussum bewusteloos gevonden. Man, vrouw en twee kinderen beneden het jaar lagen te bed in de alkoof, waar van een der deuren open stond. De haard in de aangrenzende kamer verspreidde een hevige kolendamp. De 30-jarige man en zijn vrouw zijn naar de Majellastichting gebracht, waar men de levensgeesten met een zuurstofapparaat weer heeft opgewekt. Hun toestand is nog ernstig. De kinderen zijn er beter afgekomen en zijn bij familie ondergebracht, Opzienbarend bericht van de „Daily Telegraph". De Berlijnsche correspondent van de „Dai ly Telegraph" heeft van welingelichte zijde vernomen, dat in Duitschland een nieuwe, uitgebreide actie tot het verkrijgen van kolo niën wordt voorbereid. Dit hangt samen met het feit, dat de Duitsche ambassadeur te Londen, bij het uitbrengen van zijn ver slag aan Hitier, zal moeten mededeelen, dat er op het oogenblik geen kans is, dat de Britsche regeering het teruggeven van de vroegere Duitsche koloniën zal overwe gen. Er worden thans groote hoeveelhe den propagandamateriaal verzameld voor een grootscheepsche koloniale campagne, De bedoeling daarvan is, dat de indruk gewekt wordt, dat het Duitsche volk als één man koloniën eischt. Later zal dan aldus de correspondent den belanghebben den mogendheden een memorandum worden aangeboden, dat door het mi nisterie van economische zaken wordt uitgewerkt. Een inleiding tot die actie kan gezien worden in het inrichten van een speciale afdeeling op de Leipziger Messe, waar een overzicht wordt gegeven van de resultaten van den Duitschen ontginningsarbeid in tropische koloniën. Generaal von Epp, hoofd van het kolo niale departement der nationaal-socialisti- sche partij, schrijft in den Voelkischer Beo- bachter: „De Duitsche arbeid in vrle la"den en niet het minst de Duitsch-Italiaansche samenwerking in Abessinië bewijzen, dat de Duitsche techniek op het gebied van kolonia le economie een groote reputatie heeft ver worven. Duitschland heeft steeds weer be wezen, dat het tot koloniseeren in staat is WERELDVLUCHT VAN ROEMEENSCHE PRINS De Roemeensche Prins Cantacuzene is gereed gekomen met zijn plannen voor een vlucht rond de wereld. In Juli a.s. zal hij starten. Hij is voorne mens over Siberië, Alaska Canada en New York te vliegen. DEVALUATIEWINST VAN ZWITSERLANq Socialisten willen er de werk, loosheid mee bestrijden. De Socialisten hebben een voorstel f» voorbereiding volgens hetwelk de winst, die de regeering door de devaluatie van den frank heeft gemaakt en die op 300 mil, lioen franken geschat wordt, zou moeten worden besteed aan openbare werken ter vermindering van de werkloosheid. Het voorstel moet 60.000 stemmen ver, werven, wil het door de regeering in behan deling worden genomen. Het schijnt, cjat men reeds verzekerd is van het dubbele aantal en de socialisten hopen zelfs de handteekening van de helft van het aan tal kiezers te verwerven. Op het oogenblik doet de devaluatiewinst dienst als fonds ter bescherming van den frank tegen buitenlandsche speculanten. SNEEUW EN GELDVERKEER BELEMMEREN HET VERDER TREKKEN. Teheran. In Februari. De bezwaren, welke de natuur en de men schen me in den weg legden en mijn verder reizen verhinderden, beginnen te verdwij nen en weldra hoop ik Teheran te verlaten om me op weg te begeven naar de Engelsch Indische grens, toeh ook nog een tocht van bijna tweeduizend kliometer met tallooze bezwaren. Op Engelsch-Indisch gebied vind ik dan goede automobielwegen overal en spoorwegen. In Iran is daarentegen het wegennet nog niet geheel voltooid, al wordt er druk aan gewerkt. De natuurbezwaren, welke vooral dit jaar de winter hier opstapelde, zullen vermoe delijk weldra tot het verleden behooren. Reeds acht dagen geleden werd gemeld, dat vrijwel overal het verkeer hersteld was, al was het dan hier en daar slechts een één richtingsverkeer. Op enkele bergpassen had men eenvoudig door de sneeuw een weg gegraven, waar een automobiel door kon komen. Hier en daar waren de sneeuwwan- den terzijden van den weg twintig meter hoog, maar in elk geval was het verkeer er ten minste in één richting mogelijk ge worden. Eenige dagen later was dit werk evenwel weder ongedaan gemaakt. Nieuwe sneeuw was neergedwarreld, urenlang. De bladen meldden, dat op den weg naar Te heran naar Recht nieuwe sneeuw was gevallen ter dikte van bijna één meter en bemoedigend was dit niet, maar een dag later wandelde ik te Teheran in een zomer- temperatuur. In de zon wees de thermome ter aan bijna dertig graden Celcius (85 gra den Fahrenheit) en in de schaduw 22 gra den Celcius (ruim 71 graden Fahrenheit), en tegen zulke temperaturen is de sneeuw niet bestand. In weinig bewoonde streken worden thans de wilde dieren buitengewoon gevaarlijk. Tegen het einde van den winter beginnen wolven, beren en panters, die hier nog veel voorkomen in enkele gebieden, het ergst van den honger te lijden, en deinzen ze er niet voor terug ook menschen aan te vallen, wat ze in andere tijden niet doen. Niet zoo heel ver van Teheran heeft men op .een eenza men weg de overblijfselen gevonden van een boer en een gendarme, die samen zich naar een afgelegen dorp begaven, 's Avonds wa ren ze aangevallen door wolven die in win tertijd zich in groote troepen vereenigen. De gendarme was met een geweer bewa pend, doch, zooals men heeft vastgesteld, na drie schoten weigerde het geweer en dit was het doodsoordeel voor de beide men schen, van wie niet meer is overgebleven dan de beenderen en de verscheurde klee- ren. Op de groote wegen met min of meer druk automobielverkeer vertoonen deze wil de dieren zich echter gewoonlijk niet en daar heeft men dit gevaar niet te rekenen. Het was evenwel niet alleen de sneeuw, welke me te Teheran langer vast hield, dan ik verwacht had. Er was nog een ander be zwaar. Mijn voornemen is verder te trekken naar Engelsch-Indië, maar hiervoor heb ik een Engelsch-Indisch visum noodig en dit te verkrijgen was voor mij als journalist niet zoo heel gemakkelijk. Er bestaat voor Engelsch-Indië namelijk de bepaling, dat aan journalisten een visum alleen gegeven kan worden met toestemming der En- gelsch-Indische regeering en ik kan dit niet verbazingwekkend vinden, vooral na mijn ervaringen in Abessinië, waar ik heb kunnen waarnemen op welk ontzettende wijze misbruik kan worden gemaakt van perskaarten. Heel vaak ook onthouden jour nalisten of zij, die daarvoor door willen gaan, zich er niet van zich te mengen in de binnenlandsch-politieke aangelegenheden en strijd van de landen, waar zij vertoeven. En WOENSDAG 3 MAART 1937. Hilversum I. VARA-TJitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.S0—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonplaten. 9.30 Kookpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Causerie over het ziekenfondswezen, gramofoonplaten en cabaret. 11.30 Economische causerie. 12.00 Orgelspel. 12.30—1.45 VARA-orkest 2.00 Vervolg concert. 2.30 Voor de vrouw. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 De Ramblers. 6.00 Gramofoonplaten. 6.15 Vervolg Ramblers. 6.40 Multatuli-Herdenking. 7.00 Vocaal concert. 7.30 Causerie „Humanisme en mstiek". 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.15 Gramofoonplaten. 9.00 Radiotooneel met muziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Gramofoonplaten. 10.15 Orgelspel. 10.45 Gramofoonplaten. 11.00 Causerie „Huwelijksverhoudingen". 11.3012.00 Gramofoonplaten. Hilversum n. NCRV-Uitzending. 6.30—7.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek gramofoonplaten. 8.30 Gramofoonplaten. 9.30 Gelukwenschen. 10.30 Morgendienst. 11.00 Ensemble Van der Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonplaten. 12.30 Vervolg ensemble Van der Horst. 1.30 Zang en piano. 2.30 Gramofoonplaten. 3.00 Chr. lectuur. 3.304.45 Orgelspel. 5.00 Kinderuur. 6.00 Landbouwhalfuur. 6.30 Causerie over het Binnenaanvarings- reglement en stoommachines. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie over Zweefvliegen. 7.35 Reportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Bidstond voor het Gewas. 9.45 Gramofoonplaten. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Schaakcursus. 10.2012.00 Gramofoonplaten. Hierna: Schriftlezing. zooals overal moeten ook hierbij de goeden met de kwaden lijden. Reeds meer dan twee jaar geleden vroeg ik te Teheran een visum voor Engelsch-Indië aan en het was in het begin van 1935, dat; bij het Engelsche consulaat te Teheran de mededeeling werd ontvangen, dat men er mij een visum mocht verstrekken, waarvan ik schriftelijk bericht kreeg. Ook toen had ik evenwel te wachten op het einde der sneeuwbezwaren. Intusschen stapelden ziek de donkere wolken op boven het oude kei zerrijk Abessinië en in plaats van de reis naar Engelsch-Indië maakte ik den tocht naar Afrika, waar ik mijn derde keizerrijk ineen zag storten (de beide vorige waren Duitschland en Rusland). Toen ik te Tehe-i ran terugkeerde uit Afrika was daar een nieuwe Engelsche consul. Hem kon ik over leggen het schriftelijk bewijs, dat twee jaar tevoren ongeveer vergunning was gegeven mij een visum voor Engelsch-Indië te ver- strekken, maar de consul meende, dat deze vergunning intusschen als afgeloopen moest worden beschouwd en dat een nieuwe ver gunning moest worden aangevraagd. Dijj geschiedde ruim drie maanden geleden en! thans eerst is deze vergunning aangekomen, Dat dit zoo lang duurde was ook weder schuld van de sneeuw. Naar Indië en ook' naar Bagdad, vanwaar een geregelde lucht postverbinding met Indië bestaat, was het verkeer telkens weder wekenlang onderbro ken. Het waren alles moeilijkheden, die men in Europa niet, of ten minste niet in de zelfde mate kent. Een andere moeilijkheid, waarvoor ik nog sta en waarvan men irt sommige Europeesche landen ook weet mede te praten, is die van het geldtransport. Ook in Iran is het geldverkeer thans aan banden gelegd. Cheques, wissels, enz, moeten ingeleverd worden aan bepaalde ban ken en van hoogerhand is een gedwongen koers ingesteld. De uitvoer van geld is ten strengste verboden en op overtreding van dit verbod zijn zeer zware straffen ge- steld. De bezwaren aan dergelijke bepalin gen verbonden, zijn reeds in Europa zeep groot, maar hier worden ze, door de af standen, nog aanmerkelijk grooter. Ik zal Dan hebben te verlaten met zoo goed als geen cent in mijn zak. Natuurlijk kan ik echter geld laten komen bij een bank irt Engelsch Indië, doch van af de Iransche grenscontrole-post tot aan de eerste bank in Engelsch—Indië is een afstand van vele honderden kilometers door weinig bewoond gebied en de vraag is hoe men dat gebied moet doorreizen en hoe men er zoo goed als zonder geld zal moeten leven. Mijn plan is zoo mogelijk de reis te maken door Beloetsjistan, een gebied, dat onder Engelsche opperhoogheid staat, orri zoo in Engelsch—Indië te komen. Onover- Komenhjke terreinbezwaren bestaan ep met doch er zijn de geldbezwaren in ver band met de in Iran uitgevaardigde bepa lingen op het geldverkeer. Ik kan toch niet in een half vvoest land aankomen zonder; een cent of bijna zonder een cent op zak, ®n Rrhii te voegen, dat mijn reisroute met de gewoonlijke gevolgde route zal zijn, doch ik heb me nu eenmaal voorgenomen naar Nederlandsch-Indiö te komen zooveel mogelijk over land. Eenvoudig is dit niet, doch ik troost me hiermede, dat ik, eenmaal m Engelsch-Indië in een stad met een bank zoo goed als alle moeilijkheden te boven' Z»1 zijn. Het eerste vraagstuk, dat thans opgelost dient te worden is: waar en op mi,6 wi'zc.kan jk op Engelsch gebied zoo dicht mogelijk bij de grens van Iran geld aten komen en op welke wijze kan ik die plaats bereiken? Dat wordt weder een na dragen bij verschillende buitenlandsche ban ken en bij verschillende veel bereisde men schen en een langdurig bestudeeren van allfl mogelijke landkaarten. Daarna komt het zoeken van reisgelegenheid, waarbij men voornamelijk op zichzelf en op zijn goed geluk moet rekenen. Als algemeen eindpunt m Iran neem ik waarschijnlijk het plaatsje Doesdab, een stadje, niet ver van de grens \an Beloetsjistan. Daar begint zelfs een spoorweg, die in verbinding staat met de 'mgelsch-Indische spoorwegen, maar is mt stukje spoorweg op Iransche gebied irt bedrijf, „la" zegt de een met volle overtui ging, „neenzegt. een ander met evenveel overtuiging. Zekerheid hieromtrent heb ik nog niet kunnen verkrijgen. Er bestaat een door het rijk opgericht reisbureau te Tehe- ir-a^',.rnf,ar daar kon men me geen in lichtingen geven over dit stukje spoorweg, aat, indien het in bedrijf zou zijn, voor mij de zaken ten zeerste zou vergemakkelijken- Den naasten weg naar dat stadje Doesdab zaï ik echter niet kunnen nemen, daar die eg vooreerst nog door sneeuw versperd a zijn en ik dan nog misschien twee maart f en zou moeten wachten en daarin heb ik niet veel zin. Men ziet uit dit alles, dat reizen bier nog iets anders is dan het reizen in Europa. F.ch- _r ook hier zal het wel veranderen en varf 0LCr5noni?ar hct n°orden is het reeds ver anderd. Sedert enkele dagen heeft de nieuwö poorhjn uit het noorden, van de Kaspische e, komend, de hoofdstad reeds bereikt en binnen twee a drie jaar zal ook van hiep de spoorwegverbinding met het zuiden, met de Perzische Golf, zijn tot stand gekomen. J. K. BREDERODË.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 8