Zonder fiitler's wil geen devaluatie Rond de Engelsche Kroning Frankrijks zorgenkind Tunis +++V+f>+A Een Russisch soldaat moet godloos zijn Japan vreest Amerika U hebt voorrang RIJKSBANK HEEFT ZICH AAN DE VREEMDE VALUTAOVER- HEERSCHING ONTWORSTELD. Berlijn, 3 Maart. (A.N.P.): in het #,Zeitschrift der Akademie für Deutsches Bechtbehandelt rijksbankpresident Dr Schacht de weer opnieuw ingestelde valuta- souvereiniteit en de terzijdestelling van de Sporen van Versailles in de Duitsche bank- wetgeving. Dr. Schacht schrijft hierin oa het volgende: De eerste vier jaren van de nationaal-soci- alistische staatsleiding hebben ons volk van de ketenen van het dictaat van Versailles verlost. De Rijksdagrede van den Führer van 30 Januari 1937 heeft deze vreedzame be vrijdingsoorlog voltooid en afgesloten. Zij zegt in het voor de Duitsche valutasouverei- niteit beslissende punt, dat de Rijksbank ge heel onder toezicht van het Rijk komt. Door deze verklaring zijn de laatste inter nationale bepalingen vervallen, waaraan de Duitsche valutasouvereiniteit nog onderwor pen was. Enkele dagen na de rede van den Führer heeft de Duitsche wetgeving de ver- eischte consequenties daaruit getrokken. Hierdoor werd een tijdperk, dat voor de rijks bank bitter was en waaraan zij toch trotsche herinneringen bewaart, definitief afgesloten. Het was een bitter tijdperk, omdat Iedere vorm van buitenlandsche af hankelijkheid voor de Rijksbank van een nationaal voelend volk een vernedering beteekende. Zij bewaart trotsche herinneringen aan het feit, dat de Rijksbank de inmenging van de herstelmogendheden uit eigen kracht steeds zoo wist te beperken, dat het doorvoeren van een uitslui tend door de nationale belangen ge- orienteerde valutapolitiek steeds ge handhaafd kon worden. De landen aan wie Duitschland herstelbe talingen moest verrichten, huldigden het standpunt, dat een genezing van de door de inflatie volledig vernietigde Duitsche valu tapolitiek slechts mogelijk zou zijn, indien deze voor een groot gedeelte door het buiten land zou worden beinvloed. Zulk een opvat ting was weliswaar onzinnig, doch zij werd door politiek geweld opgelegd, waartegen het toenmalige Duitschland niets kon inbrengen. Dit zou ongetwijfeld hebben voortgeduurd, indien de Mark practisch niet gestabiliseerd was geworden, voordat het Dawes-comité nog voor haar eerste zitting bijeengekomen was. Desniettegenstaande begonnen de onderhan delingen in 1924 met de eisch, de Rijksbank in een herstelbetalings-bank te reorganisee- ren en de bankbiljetten-uitgifte en de goud voorraad naar het buitenland te verplaatsen. Na wekenlange, met uiterste taaiheid ge voerde onderhandelingen bleef hiervan slechts over: 1. een recht op doorloopende berichtge ving aan de leden van een Generalen Raad die voor de helft uit buitenlanders bestond. 2. Een practisch waardeloos stemrecht van dezen Generalen Raad bij de benoeming van een rijksbankpresident. Intusschen waren deze bepalingen voor de Rijksbank toch te vernederend dan dat de Rijksbank hiermede op den duur vrede zou kunnen hebben. Zij drong er toen in 1930 op aan dat, na de onderhandelingen in den Haag, de generale raad geheel zou verdwijnen en het benoemings- en ontslag recht van den president en de leden van de rijksbankdirectie volledig zou overgaan in handen van den Rijkskanselier. Daarmede was men aan het einde geko men van de mogelijkheden, die de Rijks bank ter beschikking stonden. De overige banden kon het rijk slechts zelf losmaken. Dit is door Hitier op 30 Januari j.1. ge daan. Politiek is daarbij het belangrijkste dat de Duitsche valutawetgeving bevrijd is van alle beperkingen, die vastgelegd wa ren in de clausule van de Haagsche over eenkomsten van Januari 1930, volgens welke belangrijke bepalingen van de bank wet slechts in overleg met buitenlandsche instanties konden worden gewijzigd. Uiteraard zijn de beide passages van de bankwet welke de instelling van een her- stelbetalings- rekening voorschreven, te vens verwijderd. Ook de schrapping van de bepaling be treffende den band met de Bank voor in ternationale betalingen is van formeelen aard, Duitschland zal thans niet meer ge dwongen, maar vrijwillig met de B.I.B. sa menwerken. De staatsrechterlijke anomalie van een scheiding van regeering en circulatie- bank is opgeheven door de verwijdering van de z.g. onafhankelijkheidsclausule, die welis waar op een gezonde gedachte gebaseerd was, maar te ver was doorgevoerd. Vervol gens bespreekt Schacht de noodzakelijkheid van het vrijhouden der circulatiebank van invloeden van buiten, en van de geldbe hoeften van den „staatsfiscus" en de wijze waarop hierin door de Duitsche wet wordt voorzien. De wet echter beschermt slechts zoolang als het financieele beleid van den staat solide blijft, Is dat niet meer het geval, dan helpt ook geen enkele onafhankelijkheidsclausule. Wanneer een minister van finan cien met begrootingstekorten wil werken, krijgt hij altijd en overal crediet, tot het deficit te groot is geworden en dan moet de circulatie bank, zij mag nog zoo onafhanke lijk zijn, inspringen, anders zou de Staat bankroet gaan en daarmede zou dan ook de valuta bankroet moeten gaan. In de bankwet nu is in plaats van de aan de werkelijkheid vreemde onafhanke lijkheidsclausule iets beters gekomen, door dat de Rijksbankdirectie rechtstreeks on dergeschikt is gemaakt aan de hoogste staatsleiding. Dit beteekent practisch dat de Staatsfis cus geen mogelijkheid heeft, gebruik te maken van de bankbiljettenpers aange zien bij een poging daartoe de circulatie bank de mogelijkheid heeft van een recht streeksch beroep op het Staatshoofd. „Dit beroep nu, aldus Schacht, zou ech ter noodzakelijk tot een succes moeten lei den aangezien de hoogste staatsleiding in haar persoon de gedachte van het nationaal socialisme belichaamt, waaraan het volks bedrog van 'n inflatie in zijn wezen vreemd moet blijven". Schacht ziet hierin de beste waarborg voor het behoud van de valutastabiliteit. Slechts terwille van de volledigheid ver meldt Schacht dan nog dat de Rijksbank in den vervolge niet meer het recht heeft te weigeren, een bankzaak uit te voeren, wan neer deze het algemeene rijksbestuur be treft en toelaatbaar is volgens de bepalin gen van de bankwet. Tenslotte wordt in de bankwet duidelijk gemaakt dat de rijksbank een juridische openbare rechtspersoon is. Enquête van de Gepoe. Naar de „K.W.P." uit Riga verneemt is aan alle officieren en soldaten van het Rus sische roode leger een vragenlijst uitgereikt waarin aan alle militairen gevraagd wordt hoe hun houding is tegenover den godsdienst Er worden allerhande inlichtingen geëischt. Een der vragen luidt: Zijt gij, uw vrouw of huisgenooten godsdienstig? zoo ja, geef dan aan om welke redenen want gij zult toch ook wel weten, dat de godsdienst zich steeds gekeerd heeft tegen de sovjet-macht en te gen Stalin? Kunt gij uw goedkeuring hechten aan den strijd tegen den godsdienst in Spanje, aan het in brand steken van kerken en kloos ters? Zoo neen, waarom niet? Hoe is uw verhouding tegenover de be strijding van den godsdienst in sovjet-Rus land? Zijt gij lid der godloozenbeweging? De politieke politie van het roode leger en de gepoe willen precies weten, uit welke elementen leger, vloot en luchtstrijdkrach ten zijn samengesteld. Soldaten van het roode leger, matrozen en politie die nog geloovig zijn, worden niet langer in dienst gehouden dan de diensttijd voorschrijft. Deze enquête welke in het roode leger op krachtdadige wijze wordt doorgevoerd, is het begin van een groote zuiveringsactie: alle elementen, die ooit vijandig kunnen worden tegenover de sovjets, worden ver wijderd. Tegelijk met deze zuiveringsactie is ook een z.g. „anti-godsdienstige week" in het leger ingevoerd, waarbij Woroschiloff, Tu- chatschewsky, Alknis, Orloff, Garmarnik en anderen als sprekers optraden. Alle gasten zijn verplicht een kroontje te dragen. De Londensche kleermakers hebben het In verband met de aanstaande kroning bui tengewoon druk. Dagelijks hebben confe renties plaats tusschen hofbeambten en kleermakers, om de snit en het maaksel van de te dragen costuums te bepalen. Ook de kappers hebben zich vereenigd en een offi cieel kroningskapsel ontworpen, dat het dragen van een kroon of diadeem vergemak kelijken moet. De lijst van voorwerpen, die een graaf of hertog moet aanschaffen, is buitengewoon groot. Iedere „peer" of vrouw van een „peer", van baron tot hertog toe, moet een kleine kroon dragen, die bestaat uit ver guld koper en ongeveer 2 pond kost. Wie een echt gouden kroon heeft, mag deze wel dragen, want niemand is verplicht het goud- merk te toonen, en een vergulde kroon ziet er op het hoofd niet anders uit dan een echt gouden kroon. Deze kronen zijn niet met edelsteenen versierd en toonen alleen door den vorm de waardigheid van den drager. De kroon van een hertog is door de groo- tere eenvoud goedkooper dan die van een graaf. De hertogelijke kroon bestaat uit een band, waarop acht metalen aardbeien-bla deren gezet zijn. De kroon van een baron draagt op den verzilverden metaalband zes tien verzilverde ballen. De kronen van de dames zijn niet zoo duur, omdat ze smaller Wonderlijk mooi harmoniëeren de veermo- tieven in de japon met de zacht-gebogen lijnen van de struisveeren waaier en eenvoudiger in uitvoering zijn. Daarentegen zijn de japonnen der dames twee of drie keer zoo kostbaar als de toi letten der heeren. z Wie nog kroningsjaponnen in de oude kasten vindt, moet ze grondig laten veran deren. Bij de kroning van George V was de gladde lijn mode, de japonnen vielen in strakke lijnen en gaven de draagster niet veel vorm. Thans zijn nauwe, getailleerde japonnen modern, die het figuur veel beter doen uitkomen. Hiernaast ziet men een volgens dezen snit speciaal voor de Engelsche kroning ontworpen toilet. Wonderlijk mooi harmo niëeren de veer-motieven in de japon. De dames denken er ernstig over na, mid delen en wegen te vinden, de dure japon nen ook nog bij andere gelegenheden dan kroningen, die men gewoonlijk maar een keer in zijn leven meemaakt, te kunnen dragen. In het gewone leven kan men na tuurlijk niet in dit geweldige kleed met de mantel in gezelschap verschijnen. De stof zal evenwel zoo geknipt worden, dat de japon gemakkelijk in een avondjapon ver anderd zal kunnen worden, terwijl het bont in den vorm van een avondcape gemaakt kan worden. Kostbare tiara's. De diadeemen van de dames, die zij even wel niet bij de kroning, maar eerst bij de ontvangst aan het hof mogen dragen, kos ten een vermogen. Zoo als een hofjuwelier die zich reeds sedert jaren bezig houdt met het vervaardigen van deze kronen, vertel de, is een diadeem van 3000 pond, zooals hij zemaakt, nog slechts een middelmatige prijs. Hij heeft reeds tiara's van 5000 en 10.000 pond gemaakt en ook onlangs zulk een opdracht gekregen. Een stevig kapsel is gewenscht. Voor heeren, behalve de rechters, zijn de pruiken reeds lang afgeschaft. Ook de dames dragen ze nog slechts op een gemaskerd bal. De kappers hebben evenwel besloten, dat in dit bijzondere geval ook wat kunstmatig haar gebruikt zal moeten worden. Een kroon of diadeem staat op een mooi hoofd met haar veel mooier, dan op dun haar. Maar ook in de gevallen, dat de dames wel vol doende haar hebben, moeten de kappers toch overeenkomstig de omstandigheden en voorschriften een kapsel maken, waarbij kunstmatig haar gebruikt wordt, en waar van het maken een geheelen dag in beslag neemt. Ook moeten deze kapsels opgewassen zijn tegen de inspanningen van eenige da gen. Want de gasten bij de kroning moeten hun plaatsen reeds vroeg in de Abdij in nemen, daar reeds om negen uur de toe gang gesloten wordt. De kroning vindt eerst tegen den middag plaats en men mag de kerk eerst verlaten, wanneer de koninklijke stoet weggereden is. Dit duurt ongeveer weer een uur, zoodat men er rekening mee moet houden, dat men van 's morgens acht uur tot 's middags drie uur op een stoel moet zitten. DE EIS CR EN VAN DE „DESTOER". HANDEL IN VERDOOVENDE MIDDELEN NEEMT ONRUSTBARENDEN OMVANG AAN. De vraag, hoe men de huidige moeilijkhe den in Tunis kan overwinnen, houdt de Fransche openbaarheid steeds sterker bezig. Sinds vier weken duiken er van alle kanten onrustbarende berichten over den toestand in dit deel van Noord-Afrika op. De kolo niale deskundigen bestudeeren. de verschil lende problemen en komen daarbij tot con clusies, die weliswaar duidelijk aantoonen, dat het zoo eigenlijk niet verder kan gaan, maar helaas geen uitsluitsel geven over dat gene, wat gedaan zou moeten worden, om aan den wantoestand een einde te maken. De „Destoer". Het grootste Fransche geïllustreerde week blad, de „Illustration", brengt sinds eenigen tijd in ieder nummer een artikel, dat zich met het probleem Tunis bezighoudt en in die artikelen duikt steeds weer de naam van een organisatie op, waarop zich de zor gen van de Franschen eigenlijk concentree- ren. Deze organisatie is de „Destoer". Het is een vereeniging van jonge Tunesiërs, wier actie hoofdzakelijk gericht is tegen de Fran sche voogdij in het binnenlandsch bestuur. Ook hier dus hetzelfde probleem, waartegen over Frankrijk zich ook in Indo-China ge plaatst ziet: de intellectueelen onder de in boorlingen dringen er steeds sterker op aan, dat er plaatsen in het binnenlandsch be stuur voor hen vrijgemaakt worden, waar bij tegelijkertijd een steeds krachtiger uit schakeling van den Franschen invloed het doel van hun actie is. Het is onder deze omstandigheden Slechts een logisch gevolg, dat juist de „Destoer' zich zeer scherp verzet tegen diegenen onder de inboorlingen, die het Fransche burger recht verwerven. De „Illustration" vermeldt de geschiedenis van een vroegeren Franschen kolonialen soldaat, die, na zijn militairen dienst verricht te hebben, op zijn verzoek het Fransche burgerrecht verwierf. Toen deze man stierf, konden zijn familieleden onmogelijk voor een behoorlijke begrafenis zorgen. De Mohammedaansche geestelijkheid verklaarde onomwonden, dat zij een Tune siër, die het Fransche burgerrecht had ver worven, niet op het Mohammedaansche kerkhof wilde laten bijzetten. Aan de familie leden bleef dus niets anders over, dan den doode, zonder medewerking van een geeste lijke, ergens op het open veld te begraven. Dat de Fransche autoriteiten niet in staat waren, hieraan ook maar iets te verande ren, is voor de rol en de beteekenis van de „Destoer" misschien kenschetsender dan iets anders. Een Interview met Habib Boergiba. Thans heeft de „Intransigeant" den leider van de „Destoer" Habib Boergiba, door een correspondent te Tunis laten interviewen. Op zijn verschillende vragen kreeg de cor respondent ten antwoord, dat het Tunesi sche volk, op het oogenblik de indruk heeft dat het door een vreemd volk overheerscht wordt. De „Destoer" eischt deelname aan het binnenlandsch bestuur van het land in het kader van de verdragen, wat een Tune- sisch parlement beteekent, dat ook over de uitgaven controle zou kunnen uitoefenen. De „Destoer" zou in dezen zin tot mede werking bereid zijn, maar zou niet voor de gevolgen kunnen instaan, indien er niet spoedig hervormingen zouden worden door gevoerd. De correspondent meent persoon lijk, dat deze laatste verklaring als een ul timatum aan Frankrijk moet worden be schouwd. Habib Boergiba deelde tenslotte nog mede, dat op den dag, dat de „Destoer" tot de overtuiging zou moeten komen dat het regime niet te veranderen zou zijn, men ook voor de meest radicale middelen niet Program van de chemische oor logvoering. Uit Tokio wordt gemeld, dat de ministers van oorlog en marine in het Japansche La gerhuis een program hebben ingediend ten aanzien van de chemische oorlogvoering, be nevens plannen, die ten doel hebben het hoofd te bieden aan „de bedreiging", gelegen in de vergrooting van het aantal Amerikaan- sche luchteenheden in den Stillen Oceaan. De minister van Marine, Yonai, verklaarde daarbij, dat de Vereenigde Staten in de eer ste drie jaar niet gevreesd behoeven te wor den en dan zullen de Japansche lucht- en vlootprograms voltooid zijn. De minister van oorlog, Soegiyama deelde mede, dat het Ja pansche leger zijn inspanning concentreert op gassen en andere chemische producten. In een comentaar op de verklaringen van den Japanschen minister van marine verkla ren hooggeplaatste Amerikaansche marine officieren, dat zij daarin geen nieuwe elemen ten zien. Zij voegen hieraan echter toe, dat de Amerikaansche regeering altijd bereid is voorstellen in overweging te nemen betref fende vermindering der vlootbewapeningen in den Stillen Oceaan. Indien u op een voorrangi- weg rijdt of bij indere kruisingen van rechts nadert. Wie denkt, dat hl] daarom alleenheerscher Is op den weg, krijgt meestal In 't ziekenhuis allen tijd om tot kndere (voorzichtiger!) gedach ten te komen! meer zou terugschrikken. Hij en zijn vrienden wenschten oprecht, de voor noodzakelijk gehouden poli tieke vrijheden langs den legalen weg te verkrijgen. Indien echter le gale methoden niet tot het doel zou den leiden, bleef hun niets anders over dan andere middelen te baat te nemen. De correspondent van het Fransche blad kreeg den indruk, dat hij hier geenszins met leege woorden en platonische verklaringen te doen had.. In geheel Tunis bestaat er geen dorp meer, dat zijn „Destoer" afdee- ling niet heeft. Bovendien is reeds herhaal delijk gebleken dat er in de organisatie een militaire discipline heerscht. Hoever deze discipline gaat, is wel uit de hierboven vei> melde geschiedenis van den vroegeren Fran schen kolonialen soldaat gebleken. De Fransche argumenten. Met welke argumenten bestrijdt nu Frank rijk de eischen van de Tunesiërs? Voor alles wijst men er op, dat Juist in Tunis de handel in en het gebruik van ver- doovende ipiddelen een schrikbarenden om-, vang heeft aangenomen. Intusschen kan men in Frankrijk niet be strijden, dat Tunis hoofdzakelijk van Mar- seille uit van deze verdoovende middelen wordt voorzien! Het is natuurlijk niet zonder zekere be doeling, dat men er in Frankrijk den na druk op legt, dat het misbruik van verdoo vende middelen juist in de kringen die een betere opleiding hebben genoten, zeer in zwang is. Men geeft daarbij intusschen on omwonden toe, dat de strijd van de autori teiten tegen de verdoovende middelen tot nog toe lang niet krachtig genoeg is ge weest. In de groote steden vindt men b.v. zaken, war men zich openlijk aan het genot van dergelijk vergif kan overgeven Bij de zorgen komt dus ook nog een portie slecht geweten! DUITSCH SCHIP IN ZWEEDSCH TERRITORIAAL WATER. Volgens berichten in de bladen is de Duit sche torpedojager „Moewe" Dinsdagmiddag in de Zweedsche territoriale wateren van den Archipel bij Goeteborg doorgedrongen. Het bevaren van deze wateren is voor bui tenlandsche oorlogsschepen verboden. De „Moewe" voer langs in de nabijheid van den vuurtoren van Vinga zonder te groeten. Het incident is ter kennis gebracht van de Zweedsche autoriteiten. Een officier van het vlootstation Goete borg heeft in een interview met Dagens Nyheter verklaard, dat hij niet veel belang hechtte aan het incident. DE ARGENTIJNSCHE KINDERMOORDE NAAR TREKT ZIJN BEKENTENIS IN. Jose Gancedo, de Peon, die, zooals wij de zer dagen meldden, na honderd uur achter een verhoord te zijn, bekend had het twee jarig zoontje van den veefokker Pereyra Iraola te hebben ontvoerd, heeft gisteren avond tijdens een reconstructie van de mis daad op de ranch La Sorpresa ontkend zich aan de ontvoering schuldig te hebben ge maakt. ROOSEVELT UIT VISSCHEV. Vacantie aan de golf van Mexico. President Roosevelt heeft verklaard, dat hij voornemens is een uitstapje te maken naar de golf van Mexico, buiten Texas, in de laatste helft van April. Hij wil kich daar aan de vischsport wijden. DE SOWJET IN DE BLOEMETJES. Teneinde het afzetgebied voor bloemen, zaden en groenten te vergrooten, heeft de afd. Assendelft van den Ned. Tuindersbond. haar blikken gericht op Sowjet-Rusland- Zij verzoekt den bond er bij de regeering op aan te dringen, dat deze de Sowjet-Unie er kent als rechtsstaat. Hierdoor zou het ge makkelijker worden met haar in handelsver binding te komen. Ruil met producten welke wij thans uit andere landen betrekken, zoo als b.v. hout, zou een programma-punt vor men. De trap la een onmisbaar stuk gereedschap van de giraffen-oppasser.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 11