Stadsnieuws
r VAN
HOUTEN'S
CACAO
fatsen
Hu
De heer Jac* ter Hall
viert 1 April
zijn gouden jubileum
als musicus
Waar gaan we heen?
uit ben cuibcn ti'jö
Feuilleton
Dinsdag 9 Maart 1937
Heldersche Courant
Tweede Bied
HERMAN NYPELS'
Het laatste
Marine-Concert
Koopt
Nederlandsch fabrikaat!
Aan het smaakvolle
uiterlijk herkent gij
den smakelijken
inhoud l
Autolampen worden
„getest
Licht op voor alle voertuigen
Lachrevue „Zoek de zon op"
HET RAADSEL
VAN HET
ONBEWOONBARE
IS
THEA BLOEMERS
50 jaar geleden kwam hjj bjj de
Stafmuziek in Den Helder en doorliep
alle rangen. Hij was kapelmeester
van „VVinnubst" en van Helders Ste
delijk Muziekcorps.
Ofschoon hij sedert eenige jaren niet meer
in Den Helder woont, zullen er in Jutterstad
toch maar heel weinigen zijn, die den heer Jac.
ter Hall, thans wonende te Rijswijk, niet ken
nen.
De kapelmeesters der Koninklijke Marine
leven in de herinnering van ieder rechtgeaard
Jutter voort.
JAC. TBR HALL,
de gouden jubilaris.
Kapelmeester Koning, Hazebroek, ter Hall.
In gedachten zien we hen voor de taptoe of
voor de landingsdivisie aan het hoofd van hun
corps, de stafmuziek, gaan, of zien we
hen de volksconcerten leiden. Zooals thans de
heer Leistikow een der meest bekende Jutters
is, zoo waren zij het in vroegere jaren.
Kapelmeester Jac. ter Hall heeft zich niet
alleen bij de Marine verdienstelijk gemaakt,
doch zeer zeker ook bij de burgerij.
„Winnubst", de populaire en bekende Hel
dersche muziekvereeniging, heeft hij gedu
rende 19 jaar trouw geleid en als kapelmees
ter voerde hij het corps menigmaal ter over
winning.
Daarna heeft hij 10 jaar lang het Stedelijk
Muziekcorps aangevoerd, terwijl hij tevens ook
de Harmoniekapel in Schagen gedurende 10
jaar dirigeerde. In Anna Paulowna leidde hij
5 jaar, in Alkmaar 10 jaar een muziekcorps.
Is het dus te veel gezegd, wanneer wij be
weren, dat de heer Jac. ter Hall hier in Dien
Helder en in den kop van Noord-Holland dui
zenden kennissen en vrienden verworven heeft,
en dat deze allen met groote belangstelling
zullen vernemen, dat over eenige weken, op
den eersten April, de heer Ter Hall 50 jaar
geleden zijn intrede deed bij de Koninklijke
Marine, dus zijn 50-jarig jubileum als musicus
viert»
Wij zochten den heer Ter Hall dezer dagen
in zijn woning te Rijswijk op voor een inter
view.
Joviaal, vriendelijk als altijd, noodigde hij
ons binnen, om een bak snelvuur te gebruiken.
Er waren al meer journalisten geweest, die
van alles hadden gevraagd. „Of ik geboren
ben?" Ja, dat geloof ik wel, lacht de Helder
sche oud-kapelmeester... maar u wilt weten
waar? Moet ik van wal steken? Ik doe het
niet graag, maar de Heldersche Courant ver-
KLEDINGMAGAZIJNEN DEN HELDER
Uniform-lakens per Meter. Voor
wederverkoopers engrosprijzen.
telt mij zooveel nieuws van dat goeie Helder-
tje, waar ik een menschenleeftijd heb ge
woond, dat ik op mijn beurt ook eens wat wil
vertellen.
Goed zoo, dat de Jutter nu een dagblad is,
vroeger liep ik driemaal in de week in storm
pas naar de bus om de Jutter eruit te halen,
en nu iederen avond kersversch Helders
nieuws
Laten we nu eens van wal steken, mijnheer
Ter Hall.
Onwillekeurig breekt de enthousiaste kapel
meester zijn speech af, dan begint hij:
In Wormerveer werd ik in 1872 in het sta
tion geboren. Mijn vader was stationschef en
werd naar Anna Paulowna overgeplaatst. Ik
kwam bij ouwe meester Heeroma op school.
Mijn broer Henri ter Hall, je kent hem, was
toen stafmuzikant bij de Marine. Ik had mijn
eerste muzieklessen gehad bij den kapelmees
ter van de Marine, Bernard.
Op 15-jarigen leeftijd, 1 April 1887, ging ik
als joggie in een korte broek naar boord. Ik
was zoo blij als een kind man, toen ik op het
Wachtschip werd ingedeeld.
't Marineleven beviel me uitstekend. Ik heb
prettige reizen met de marineschepen ge
maakt. We maakten onder andere muziek bij
het openen van 't Noord-Oostzee kanaal bij
Kiel. Ook in Frankrijk en Portugal lieten we
destijds hooren, dat de Jutters blazen kunnen.
U hebt alle rangen bij het corps door
loopen, mijnheer Ter Hall, van beginneling tot
Kapelmeester toe, dat is zeker een unicum bij
de Heldersche stafmuziek.
Dat was het inderdaad, een unicum,
maar het was mijn gelukkigste tijd, vervolgt
de kapelmeester.
In de mobilisatie hadden wij een belang
rijke taak te vervullen. We formeerden n.1. uit
de gemobiliseerden muziekcorpsen. Iederen
dag rukte ik uit met soldaten en die landrot
ten bliezen reusachtig. In verschillende ka
zernes ging de marine muziek maken.
Veel heb ik te danken aan den in Den Hel
der nog zeer bekenden onderkapelmeester
Schouten en Kapelmeester Hazebroek.
Bij Hazebroek leerde ik discipline en diri-
geeren.
Hebt u ook nog wel in het buitenland
succes gehad als kapelmeester?
Z.M. de koning van Zweden was destijds
over mijn leiding bij de Stafmuziek zoo tevre
den, dat mij de eer te beurt viel ridder in de
Sawa-orde te worden. Kolonel Groen van de
mariniers deed veel voor ons corps.
Ja, ik heb al heel wat gedirigeerd. Toen ik
uit dienst ging, kreeg ik een oproep bij het
bekende muziekcorps der Haagsche Tram
maatschappij, en ik werd ook later Kapel
meester van de Rotterdamsche Harmonie-
kr.,)el. Hier kreeg is 70 man onder me, en
dat corps leid ik nu nog.
Heeft u zelf veel gecomponeerd?
De heer Ter Hall glimlacht.
Een van de meest bekende marschen in
Den Helder is het... Juttertje, de marsch ge
wijd aan de courant die mijn lijfblad is tot op
dezen dag: De Heldersche Courant. Dan heb
ik ook nog de Winnubst-marsch gecompo
neerd, de Haagsche Trammarsch, enz. Een
stuk of 20 marschen bij elkaar.
Zelfs in Duitschland componeerde ik. De
directeur van de Rheinbahn n.1. hield mij bij
een bezoek met mijn corps in het Rijngebied
aan mijn jasknoop vast en vroeg mij voor de
Rheinbahn een marsch te componeeren. Ik
heb het gedaan en nu nog, bij ieder feest staat
deze marsch op het programma.
Het heele corps van de Haagsche Tram
maatschappij werd bij die eerste uitvoering in
de bloemetjes gezet. De Directeur-Generaal
en alle hoofdambtenaren tapten zelf ons bier.
Liet soms het bezoek aan de Volksconcerten
in Casino wel eens te wenschen over, daar
speelden we voor 15000 menschen.
Maar tj>ch... Casino en Den Helder liggen
mij na aan het hart.
Daar in Jutterstad werd ik van jongen
kapelmeester.
Ik had vele vrienden daar, ik heb ze nog,
en hier in Rijswijk mis ik ze toch. Mijn heele
leven woonde ik in Den Helder. Als piston-
nist kwam ik bij de marine, als oudste en
hoogste onderofficier van de heele Marine
verliet ik de Jutterstad, 50 jaar is het geleden,
dat ik er kwam, waar blijft de tijd?
De tijd schijnt gelukkig aan dezen Helder-
schen musicus ongemerkt te zijn voorbijge
gaan. De heer Ter Hall is nog vol levenslust,
wij twijfelen niet of niet alleen van het be
stuur van de „Vette Karper" en de „Gerookte
Pieterman", maar ook van vele anderen, zoo
als Heldersche, Schagensche en Poldersche
muzikanten zullen den heer ter Hall van harte
met deze herdenking van zijn 50-jarig jubi
leum als musicus op 1 April gelukwenschen.
Ferdinand Helman solist.
Wij kunnen tot ons groot genoegen mede-
deelen, dat op het laatste Marineconcert van
dit seizoen niet minder dan Ferdinand Hel
man, de soloviolist en concertmeester van het
Concertgebouworkest, als solist zal optreden.
Wij komen nader hierop terug, o.a. over
het werk, dat deze groote kunstenaar zal uit
voeren.
De Kenau-film en een krachtige
propaganda-rede van den heer K. v.
d. Meer.
Onze stad staat dezer dagen in het teeken
van de propaganda voor het Nederlandsch
Fabrikaat. Gistermiddag- en avond draaide in
Casino de groote propaganda-geluidsfilm
„Kenau op de Brug naar meer Welvaart" en
sprak dan de heer K. v. d. Meer van het
Ned. Fabrikatenhuis een kernachtig propa
gandistisch woord. Daarmede is deze actie
hier ter stede echter niet afgeloopen, want op
het oogenblik is men in Casino druk bezig een
groote tentoonstelling te bouwen, welke als
waardig sluitstuk van deze campagne zal
dienen.
Deze tentoonstelling, waarop uitslui
tend Nederlandsche artikelen geëxposeerd
zullen worden, zal door honderden huis
vrouwen bezocht worden, want mogen wij
den heer v. d. Meer gelooven, dan zal het
een zeer attractieve worden. Men kan er
bij wijze van spreken zonder portemon-
naie heen gaan en toch met een tasch vol
artikelen thuiskomen!
Zij wordt a.s. Woensdag en Donderdag
in Casino gehouden.
Wat de gebeurtenissen van gisteren betreft,
wel, zij mochten zich in een zeer bevredigende
belangstelling van dames zoowel als heeren
verheugen. Zoo sprak de heer v. d. Meer des
middags voor een vrijwel gevulde zaal en
hij heeft zeer veel indruk gemaakt. Het is
inderdaad zoo,dat we in ons landje nog zoo
weinig beseffen, dat de huisvrouwen, bij alles
wat ze koopen, zich zoo weinig rekenschap
geven van waar de artikelen komen. Er
wordt immers zoo veel buitenlandsche makelij
in de Hollandsche huiskamers gebracht! Men
vergeet daarbij volkomen, dat men de Hol
landsche nijverheid en industrie groote schade
berokkent. Groot zijn de voorraden in onze
fabrieken, waarvoor geen afzet gevonden
wordt. De gevolgen weerspiegelen zich op be
klemmende wijze in het aantal werkloozen,
dat in ons land niet minder dan ongeveer
450.000 bedraagt! Het is dus niet alleen om
der wille van de eigen industrie, dat de heer
v. d. Meer zijn waarschuwende stem liet hoo
ren, maar vooral ook om het werkloozen-
legioen te doen afnemen. De Nederlandsche
vrouwen moeten zich meer bewust worden
van de verdiensten van datgene, wat de in-
heemsche industrie biedt; het moet zoo ver
komen, dat zij trots worden op onze
industrie
Wat heeft Kenau Simonsz. Hasselaar nu
met dit alles te maken? Wel, die dappere
vrouw, die in de nooddagen van 1572, sekse-
genooten om zich verzamelde en weerbaar
maakte dm mede te helpen ons land uit zijn
zeer deplorabelen toestand te verlossen, diene
als symbool voor de vrouwen van thans.
Kenau's initiatief maken de vrouwen van
heden, figuurlijk gesproken dan, tot het hare.
Als allen eendrachtig samenwerken en ge
zamenlijk besluiten om het Nederlandsche
fabrikaat te koopen, dan zijn we een stuk op
weg naar verbetering van den toestand in ons
land.
GOUDETIKET
EN
BRUIN ETIK ET
-.w
i V
<,-51 /A'
Y
De figuur van deze roemruchte Haarlem-
sche diende ook als achtergrond voor de film,
waarvan we in den aanhef gewag maakten.
Terwijl de suggestieve beelden van Neder
landsche werkkracht, industrie en nijverheid
aan ons oog voorbijsnellen, klinkt daar steeds
een stem, die de vrouwen oproept om dit alles
te steunen. Prachtige opnamen van vele
fabrieken konden niet anders dan de aan
wezigen de overtuiging bijbrengen, dan dat er
ook in óns land iets geproduceerd wordt, dat
er ook in óns land leven en energie is. Steeds
werd er op hetzelfde aambeeld gehamerd:
ziet wat ons land aan goederen en artikelen
produceert en begrijpt, dat U het buitenland
niet noodig heeft!
Misschien was de film hierdoor wat te een
zijdig, te gerekt en kon zij niet in alle onder-
deelen boeien. Maar alles bijeengenomen heb
ben spreker en film hier ter stede een mach
tig stuk propaganda voor het Nederlandsche
fabrikaat gemaakt. Hopen wij, dat het zijn
uitwerking niet zal missen!
De „Schilte"-schjjf doet voor het
eerst officieel dienst.
Zooals wij eenige dagen geleden bericht
hebben, heeft de plaatselijke afdeeling van je
Vereeniging „Veilig Verkeer" de politie alhier
verblijd met de z.g. Schilte M.R.B.-schijf,
waarmede onderzocht kan worden, of auto
lampen al dan niet verblindend licht uit
stralen. Bij de laatste wijziging van de Motor
en Rijwielwet is het verboden verblindende
lichten te voeren.
Voor het eerst heeft de politie gisteravond
met deze schijf getest. Dat geschiedde in de
ruime garage van het hoofdbureau, o.m. in
aanwezigheid van commissaris A. J. v. d. Hoe
ven, hoofdinspecteur K. Helder, inspecteur
J. Schipper, adjunct-inspecteur P. Vrije, de
„Veilig Verkeer"-bestuursleden Mevr. Van
Driel, de heeren S. Jaring, P. H. L. Maas en
F. Grunwald, terwijl Dr. van Waveren en het
raadslid de heer J. B. F. Meijer van de ge
legenheid gebruik maakten om hun autolam
pen aan een onderzoek te onderwerpen. Ver
schillende wagens werden op de 10-meter-lijn
gereden, waarna de schijf ingesteld werd. Op
vallend was het, dat van vrijwel alle wagens,
die zich aan deze test onderwierpen, de lam
pen goed gesteld bleken te zijn. Van slechts
een enkele wierp het gedimde licht een licht
vlek op de schijf, grooter dan de onderste
helft van de schijf. In dat geval werden de
lampen bijgesteld, zoodat alle automobilisten
de voldoening hadden, dat zij met een in alle
opzichten oirbare verlichting huiswaarts kon
den rijden. De ervaring was hier w«l anders
dan b.v. in Zaandam en Haarlem, waar van de
geteste lichten vele te hoog bleken te schijnen.
Vanzelfsprekend waren commissaris v. d.
Hoeven en zijn mannen zeer tevreden over de
doelmatigheid van het geschenk van „Veilig
Verkeer", waarmee, als we ons niet vergissen,
de bedoeling voorzit, om er binnenkort in het
publiek mee te gaan opereeren.
Dinsdag 9 Mrt18.23 uur
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Dinsdag 9 Maart.
Gebouw Vijzelstraat, 8.15 u. Bijeenkomst
Möttlinger vrienden.
Woensdag 10 Maart.
Café Prins Hendrik, Julianadorp, 8
Uitvoering Ver. Volksonderwijs.
Musis Bacrum, 8.30 u. Feestavond N.R.V,
Donderdag 11 Maart.
Nieuwe Kerk, Weststraat, 8.15 u. Concert
Chr. Mannenkoor.
Op Zaterdag 13 en Zondag 14 Maart 8 uur
zal de N. V. Nationale Revue, Directeur Bob
Peters, in Casino 2 opvoeringen komen geven
van de groote lachrevue „Zoek de Zon op!",
het zesde product van de Nationale Revue,
waarin Lou Bandy, onze populaire komiek,
weer op zoo uitbundige wijze vroolijkheid weet
te brengen en ons voor eenige uren alle
zorgen doet vergeten. Het is de groote ver-,
dienste van dit ernstig werkend gezelschap,
dat het er naar streeft het vertrouwen van
het Publiek waardig te blijven. Dat de directie
van de Nationale Revue er met haar nieuwe
product weer in geslaagd is de revue op een
nog hooger peil te brengen, blijkt wel afdoende
uit de unaniem schitterende persoordeelen.
„Het Vaderland" (Den Haag) schreef o.a.
„Tranen zijn er gestort bij het zien en hooren
van een rijken voorraad kostelijken humor."
„De Haagsche Courant": „De lach is niet uit
de zaal. Er wordt gebruld, er was een feest
stemming.
„De Tijd": „Een daverend reuzensucces is
de Amsterdamsche première geworden.
Berichten uit het „Vliegend Blad",
thans „Heldersche Courant", Dagblad
voor Den Helder en omstreken.
(Op rijm gezet door Jan Mens.)
In dien goeden tijd toen boerde,
Ook een boer nog lang niet slecht,
Kwam er van z'n fokkerij tje,
Heusch een heeleboel terecht.
't Was ook weer in drieënzeventig,
Wel bepaald een reuze tijd,
Dat een boer drie flinke jongen,
Kreeg van slechts één enk'le geit.
Van één varken, acht biggen,
En twee kalv'ren, van één koe,
Ja, U wil het niet gelooven,
Voor drie zonen zorgde Moe!
't Was een Indianen-troep die,
In dien tijd 't tooneel betrad,
Omdat men van blanke broeders,
Enk'le lessen had gehad
't Spel dat vlotte aardig,
't Was beslist een mooi succes,
Maar toen kwam het, een die raakte,
D'ander vluchtig met z'n mes
Deze in zijn wiek geschoten,
Stond al dadelijk gereed,
Waarop hij zijn tegenspeler,
Kalm een armpje afsneed
Ook de and're tooneellisten,
Vonden in dit spel vermaak,
En de regisseur, hij zuchtte,
Kunst is zulk een schoone zaak.
(Wordt vervolgd.)
N.V. VAN SLOOTEN LEEUWARDEN
Naar het Engelsch bewerk» door
37)
Dacht je, dat ze niet naar mevrouw Grey
gingen zoeken? Julian Forsham zal geen
steen op den anderen laten om haar te
vinden."
Bronson deed de deur van de kamer op slot.
Toen liep hij naar den haard, drukte op een
onzichtbare veer en opende een deur in het
paneel, allemaal zóó kalm en onbewogen, dat
het duidelijk was, dat het heel gewone hande
lingen voor hem waren.
„Ik verzeker je, dat hij haar vinden zal, al
moet hij er het huis voor afbreken", waar
schuwde ze.
„Naturlyk vindt hij haar", bevestigde Bron
son, met sinister sarcasme. „Het is van begin
af mijn doel geweest, dat ze haar zouden
vinden."
Anastasia Lemoine, eenmaal Annie Brown,
liep op hem toe, en keek hem met wijdopen
oogen aan.
„Gilbert", drong ze met bevende stem,
„wat bedoel je? Waar zullen ze haar
vinden?"
„In de rivier', klonk het kort. „Wat dacht
je anders."
Annie gaf een kreet en greep zijn arm.
„O, neen, dat nooit, dat niet", roep ze uit.
(,Je meent het toch niet?"
„Natuurlijk meen ik het. En maak er
alsjeblieft geen scène over. Nu zij den door
gang gevonden heeft, kan het niet anders.
We moeten kiezen zij of wij. Wat dacht je
dan?"
Annie Brown was een stap achteruit ge
gaan. Ze keek niet meer naar hem; haar blik
was op den vloer gericht en ze klemde haar
handen in elkaar.
„Ik wil aan moord niet medeplichtig zijn",
zei ze met een vreemde, diepe stem.
Bronson legde zwaar de hand op haar
schouder.
„Dat wordt ook niet van je verlangd. Maar
waarom vraag je naar bijzonderheden, als je
zoo zenuwachtig bent? Geen mensch zal aan
moord denken. Mevrouw Grey vond het
griezelig in de villa; ze werd hoe langer hoe
zwaarmoediger. Dan wordt ze in de rivier ge
vonden en er ligt een opgewonden briefje, dat
ze het niet langer kon uithouden. Ik ben de
laatste, die haar gesproken heeft en verklaar,
dat ze erg stil en neerslachtig was. Er zal
heusch niet aan moord gedacht worden. En"
Annie hief de oogen weer naar hem op,
zag zijn gezicht en huiverde „ik geloof
heusch niet, dat de Forshams ooit nog een
anderen huurder voor de villa krijgen. Je ziet,
dat die onverwachte complicatie toch nog wel
ergens goed voor is."
Hij keerde zich om als wilde hij weggaan;
maar Annie was met een sprong tusschen
hem en de open deur in het paneel.
„Neen, neen", smeekte ze met een heesch,
wanhopig geluid, „neen, Gilbert, doe het niet!
Hij pakte haar ruw beet, maar opeens ver
anderde haar gezicht en haar stem.
„Gilbert, daar komt Angela aan."
Hij liet haar los. Ze sloeg het paneel dicht.
Beiden hoorden ze het jongensachtig fluiten
en den vasten stap van Bronson's dochter.
„Draai den sleutel om", fluisterde Annie.
„Wat moet ze wel denken!"
Bronson deed de deur open en begroette
Angela met een glimlach.
„Nog niet gekleed voor het diner?"
pruilde ze. „Ik krijg standjes over gebrek aan
stiptheid en u geeft zelf zoo'n slecht voor
beeld."
Mademoiselle Lemoine kwam de kamer
door.
„Angela heeft gelijk", beaamde ze. „Het is
al zoo laat, de bedienden zouden denken, dat
er iets niet in orde is. Kunt u uw zaken niet
na het diner afdoen? Men kan tegenwoordig
niet genoeg rekening houden met het per
soneel."
Er lag een diepe bedoeling in de achte-
looze woorden.
Bronson keek haar aan, eerst aarzelend,
toen knikte hij.
„Goed, we zullen eerst dineeren, ik ben in
tien minuten klaar".
Angela stak haar arm door den zijne en
te samen gingen zij de hall door, Annie
volgde.
Aan de trap keerde Bronson terug.
„Wat moet hij nu nog doen?" vroeg An
gela ongeduldig. „Mademoiselle, u bent zoo
wit als een doek, we moeten noodig aan tafel
en dat zal u opknappen. En nu zal het wel
weer een poos duren."
Bronson sloot echter alleen zijn kamer aan
den buitenkant en kwam terug met den sleu
tel in zijn zak.
„Er liggen zooveel papieren," legde h(j uit.
Toen gingen zij naar boven.
„Hij vertrouwt me niet hij heeft de deur
gesloten, omdat hij me niet vertrouwt. O, wat
moet ik doen?" woelde het door Annie's
hoofd.
„Je vader zegt, dat hij tien minuten noo
dig heeft", wendde ze zich tot Angela, „maar
bij mij zal het wel een kwartier duren, voor
ik klaar ben."
Toen ze de deur gesloten had, bleef ze er
tegen staan leunen, besluiteloos, trillend over
haar heele lichaam. Als hij zijn kamer maar
niet had afgesloten de kamer, waarin de
onderaardsche gang naar de kelders van de
villa uitkwam, had ze met Amabel Grey kun
nen overleggen, iets kunnen bedenken, dat
een paar uren tijd gaf, wat wist ze niet
maar ze was niet tot werkloosheid ge
doemd geweest. Maar nu, wat moest ze nu?
Met een radeloos gevoel herinnerde zij zich
Bronson's gezicht, toen hij zei: „Ze zullen
haar in de rivier vinden." Het gezicht van
Bronson en dat van Julian, die twee ge
zichten vervolgden haar.
Een plotselinge gedachte maakte een eind
aan haar bange aarzeling. Ze haalde diep
adem en ging rechtop staan. Gilbert zou min
stens tien minuten in zijn kamer blijven, en
hij verkeerde in de veronderstelling, dat zij
bezig was toilet te maken. Ze ging vlug naar
de badkamer, die bij haar slaapkamer aan
sloot en zette de kraan van het bad open.
De deur van de badkamer sloot ze en den
sleutel stak ze in haar zak. Toen deed ze
voorzichtig haar deur op een kier open en
keek naar buiten. De gang was leeg. In de
kamer tegenover de hare hoorde ze Bronson
heen en weer loopen. Stil sloop ze de gang
door en snelde de groote trap af. Er stond
een bediende in de hall. Ze verbeeldde zich,
dat hij haar wat vreemd aanzag. Door de
voordeur het huis verlaten ging niet de
man zou denken, dat ze gek was.
Onder aan de trap gekomen liep ze met
haar gewone, trage bevalligheid naar de
huiskamer. Er was daar niemand. Flauw
glom het licht van den haard in het donker,
Boven hoorde zij het sluiten van de deur..*
stemmen. Het volgende oogenblik was ze de
kamer door; ze schoof de gordijnen opzij en
deed de glazen deuren daar achter open. Toen
zij op het terras stond, deed ze de deuren
weer achter zich dicht.
Annie Brown ging snel het terras langs
naar den hoek van het huis. Ze sloeg dien
hoek om, en kwam in de oprijlaan. Een mo
ment keek ze nog naar het huis met de ver
lichte vensters, één van die ramen was
het hare. Een gevoel van iets onafwendbaars
kwam over haar. Met haastige voeten vloog
ze de laan af alsof haar angst een gedaante
had aangenomen, die haar op de hielen zat.
HOOFDSTUK XXXIV.
Julian verliet het kasteel in een toestand
van angst, die hem haast belette te denken.
Hij durfde ook niet denken. In zijn verbijste
ring drong het niet eens tot hem door, dat
Miller, dien hij verzocht had hem bij het
kasteel te treffen, er niet was.
In het paviljoen aan het einde van de laan
zag hij licht en het schoot hem te binnen,
dat mevrouw King daar vandaag weer haar
intrek zou nemen. Nita King, van wie hij
op sommige momenten had geloofd, dat zij
Annie Brown kon zijn. Was zij het, dan
kon zij betrokken zijn in dingen, die Amabel
haar noodkreet hadden doen neerschrijven.
Terwijl dit door zijn geest flitste, had hij
al geklopt en hy vroeg aan de vrouw, die
open deed, naar mevrouw King. Een minuut
later was hij in het salonnetje, met de wan
orde van nog niet op hun plaats staande
meubelen.
Nita King sprong verschrikt op, om hem
te begroeten.
(Wordt vervolgd^