Stadsnieuws UNICUM Abonneert II op dit blad Hu PUROLO V isscheri j SNEEUW Groenten in sneeuw Waar gaan heen? Feuilleton Woensdag 10 Maart 1937 Tweede Blad Schoolwerktuinnieuws Japan en z'n intieme leven HERMAN NYPELS' „Zoek de zon op" Geen kunstmatige Jongen in de Fabrieksgracht Licht op voor alle voertuigen r>r MDOLVIT rCTG lü^r IS HET RAADSEL ONBEWOONBARE Zaterdag j.1. om half drie heeft in de hall van de Tuindorpsehool de keuring nia£s gehad van door een aantal leerlingen der school m bloei getrokken bolgewassen. De School- en Werktumvereeniging had namelijk aan een vijftigtal kinderen elk 2 potten met hyacinthenbollen uitgereikt. Deze potten waren in de hall uitgestald op tafels, voor welker plaatsing de Afdeeling Tuindorp der Sneel tuinvereeniging had zorg gedragen. De be oordeeling geschiedde doordeheeren Lunshof het gewezen hoofd der school, en Groen, leider van den tuin. Het resultaat van de verzorging liep nogal uiteen, maar was over het algemeen bevredigend. Door genoemde vereeniging wa ren 4 prijsjes beschikbaar gesteld, benevens 5 toegangsbewijzen voor 1937 tot het Natuur historisch Museum, welke instelling daar zelf nog 5 kaarten bijvoegde. De heer Groen maakte de namen der prijswinnaars bekend en vestigde meteen de aandacht der kinderen op het naderende tuinseizoen. De vereenigin°- welke de laatste jaren steeds haar tuin op Zaterdagmiddag openstelde, zal dit jaar een proef nemen met het verplaatsen naar den Vrijdagnamiddag en wel omdat tegen den avond het planten en gieten als regel meer succes heeft dan op het heetst van den dag vooral in den midzomer. Mevr. De Graaf reikte daarop de prijsjes uit aan de gelukkige winnaars en de deelnemers konden hun pot ten weer mee naar huis nemen. Gaarne zou de vereeniging een volgend jaar meer scholen van verschillende richting van bollen voor den trek voorzien met mede" werking van de verschillende oudercommis sies, opdat alle leerlingen kunnen meedoen en niemand door finantiëele omstandigheden thuis daarvan verstoken blijft. Helaas lieten haar geldmiddelen dit voor het afgeloopen winterseizoen nog niet toe. Een centrale ex positie aan het eind van den winter in een centraal gelegen gebouw, b.v. het Museum in de Vroonstraat, is haar ideaal. En dan een wisselprijs voor de school, die het fraaiste resultaat bereikt. Hoofden van scholen of voorzitters van oudercommissies, die voor het bovenstanade iets gevoelen, kunnen zich ten allen tijde er over verstaan met den hr. Groen, Javastraat 82. En willen welmeenende Hel- dersche ingezetenen het werk steunen, hij zal ze gaarne als lid doen inschrijven 0.50 per jaar. De Provinciale Staten geven dan op dit bedrag nog 60 subsidie. U geeft dus eigenlijk dubbel. Japan, het land van de geisha's en de ker senbloesem, daar wilden de ca. 70 Helder- sche Esperantisten, die ondanks de sneeuw in de groote zaal van Centraal waren bij eengekomen, wel iets meer van weten. Daar was dan de voorzitter van de Noord-Ameri- kaansche Esperantovereeniging, de heer Scherer, journalist en globetrotter, die op gezellige wijze z'n samideanoj over dit onder werp heeft beziggehouden. Nadat de heer J. Heres, uit naam van de drie plaatselijke Esperantoclubs, de aanwezi gen had verwelkomt, verkrijgt de buitenland- sche gast dadelijk het woord. Deze begint met te zeggen, dat deze lezing in Den Helder de tweede is van een serie lezingen, die hij in ons land zal houden alvorens hij weer naar Uw NIEUWE PAK VRAAGT STALENCOLLECTIE 1937 bij HERM. DE HAAN DE ZAAK VOOR BETER MAATWERK, Koningstraat 92. - Tel. 666 de Ver. Staten terugkeert. Meer dan 1100 lezingen heeft spreker al gehouden in zes ten, maar van die zes talen is Esperanto de oeste. Zeker 't Engelsch heeft ook z'n waarde ais men souvernirs wil koopen of wanneer men in een hotel z'n intrek wil nemen. Spoe dig zal men dan echter merken, dat niet het -tngelsch, maar de dollar de ware wereldtaal !s. In de meer dan 40 landen, die spreker be zocht heeft, werd hij echter ontvangen aan station of boot door menschen, die Esperanto geleerd hadden, niet om er geldelijk voordeel van te hebben, maar om vrienden te krij gen in de geheele wereld. Juist dit heeft Scherer in staat gesteld om met het intieme, huiselijke leven van de Ja panners kennis te maken. De prachtige serie lantaarnplaatjes, die nu volgt, laat ons zien det eigenaardige tegen strijdigheid van Japan, dat aan den eenen kant een hoogst modern land is met moderne fabrieken, moderne scholen en met moderne vervoermiddelen, maar dat aan den anderen kant z'n antieke Oostersche zeden handhaaft. Prachtig waren de foto's van de schitte rende tempels, die even een klein idee gaven van de kunstzinnigheid van dit volk, waar van de mentaliteit voor ons westerlingen toch zoo heel moeilijk te begrijpen is. Een klein idee daarvan gaf bijvoorbeeld de voorzitter van de Esperantoclub 'in een of ander Ja- pansch stadje, die eenige dagen voor de aan komst van den heer Scherer gestorven was, maar wiens laatste woorden een verzoek 'aan z'n familieleden was geweest om hem tegen over den Amerikaanschen geestverwant te willen verontschuldigen, dat hij hem niet aan het station kon verwelkomen Het is heel moeilijk om een nauwkeurige opsomming van al het vertoonde te geven, maar zeker is, dat het geen beleefdheids frase was, toen de heer Heres tot slot, na ook nog even op de groote propagandistische waarde van het komende congres voor de Esperantobeweging in onze stad te hebben gewezen, den dank van alle aanwezigen aan den heer Scherer overbracht voor z'n interes sante lezing. KLEDINGMAGAZIJNEN DEN HELDER Heren-ondergoederen, van bekend solide fabrikaat. Goedkoop in aanschaffing, uiterst solide in het gebruik. Het is opvallend hoe eenparig de persorga nen in hun gunstige beoordeelingen zijn ge weest over Bob Peters' revue: Zoek de Zon op. Elk orgaan, van welke richting men het ook neemt, schrijft er enthousiast over. Laten we hier nog eens enkele critieken laten volgen: „Alg. Handelsblad". Deze vertooning is in derdaad zonnig, opwekkend, vroolijk; en het is vroolijkheid van de goede soort, een on schuldig en onderhoudend schouwspel, dat van begin tot eind in vlotte vaart en onder feil- looze discipline wordt afgewerkt. „De Telegraaf": „Ruim drie uren lang heeft het publiek zich prettig zitten koesteren en nog lang daarna voelde het de weldadige warmte van het pas genoten verkwikkende zonnebad." Maar ook de smaakvolle décors en costumes worden geprezen. Zoo schrijft de Nwe. Rott. Courant o.a.: „De monteering is bijzonder fraai, telkens zijn er nieuwe décors, die het oog boeien. De cos tumes zien er keurig, frisch en gezellig uit en doen duidelijk zien, dat men ook aan dit ge deelte van de aankleeding allerminst moeite en kosten heeft gespaard." „Het Volk": „De kijkscènes getuigden van meer smaak dan gewoonlijk." 2 OBLIGATIES Inderdaadeen Maartsch staartje, om niet te spreken van een „staart". De buitjes van Zaterdag en Zondag waren maar waar schuwende boden van datgene wat nog ko men zou en gistermiddag 1 uur begon het lieve leven. Een lucht, zoo grijs als lood. Egaal over den geheelen hemelkoepel heen. En het be gon... eerst langzaam aan, kleine witte vlok jes, nietig dwarrelend uit het grijze hemel daktien, honderd tegelijk Dantienduizenden en ineens: daar vallen geruischloos terneder millioenen en millioenen flokken. Wit, smetteloos, en die de aarde gaan bedekken. Maar daar is de Ooster, wild en rauw, die kreunt om de hoeken van de straten, dié op de ramen der huizen perst en door de kale boomtakken raast. En hij is het, die een wild spel gaat spelen met de vlokken. Hen beet pakt en voortzweept van straat tot straat, van plein naar plein. Sneeuwdie zich nu op de hoeken gaat ophoopen, in stuivende bergen, die door den wind tot compacte massa's gedrukt worden. En ze zijgen neer de vlokken. Uren en uren achtereen. Den heelen mid dag. Totdat de schemering gaat vallen en de vlokken in feeërieke cadanz uit dien nog al tijd grijzen hemelkoepel komen dwarrelen. Lantaarns floepen aan, en binnen de hui zen gaan de lichten op. En de sneeuw komt neer, zonder geluid, en valt neer op den al lang bedekten grond. Kinderen maken gebruik van dit laat en onverwacht festijn. Komen uit de scholen en springen, als dar tele veulens in voorjaarsweiden, door de witte laag. Sommigen blijven staan en zien verbaasd die witte wereld aan. Blank staan de boomen nu langs de wegen, wit zijn de daken, smetteloos zijn de velden. Op de vorsten der daken zitten de vogels. Zwarte kraaien, die bewegingloos naar bene den zitten te turen. Zwarte ballen veeren. Op hun ruggen komen de vlokken nu te vallen en schilderen ze wit. Door de straten der stad kun je de wagens en auto's haast niet meer hooren. Die ko men heel zachtkens aanrollen, en het is in eens of alle wielen een gummi-omkleeding gekregen hebben. De hoeven der paarden hoor je niet. Zoo vergaat deze later, winterdag, een der laatsten, die nog sneeuw bracht, witte blanke sneeuw, die de heele grauwe wereld, die de doffe atmosfeer van den stervenden winter opfleurde met een kleed, dat schoonheid bracht aan de stad. Des avonds schieten de sleeën over de stra ten en de jongens en meisjes maken van de gelegenheid gebruik elkaar in te wrijven. Het is een waar feest van vroolijkheid en lawaai en gelach. En de sneeuwballen vliegen op alle straat hoeken, witte harde ballen, die als winter- sche projectielen door de lucht snorren. Des avonds is de sneeuw in de hoofdstraten vertrapt en zwart geworden. Niets is er meer over van het kleed van eenige uren daarvoor. Maar daarbuiten, op de landerijen buiten de stad: daar is het blank gebleven en ligt het als een eindeloos lange witte deken over de velden. De huizen steken er als dreigende vuisten bovenuit. Een wintersch landschap. Het is bijna half Maart moor de natuurlijke char me van een gave, gezon- de huid, dank zij de ge regelde behandeling met de heilzame, genees krachtige PUROl. Deze voedt,versterkten zuivert i de huidweefsels en houdt j handen en gelaat zacht als fluweel. Naast goud gele is thans ook witte Purol verkrijgbaar. Deze wrijft onzicht baar uit en is daarom voor Dames en Meisjes zoo aangenaam bij de verzor ging van handen en gelaat. zuivert - verzacht - geneest Doos 50,Tube 45ct. Bij Apoth.en Drogisten De gevolgen van een aanrijding. Groenten in blik zijn dingen van allen dag, maar groenten in sneeuw komen niet zoo dik wijls voor. Gisteren hebben de menschen, die om een uur of vier het kruispunt Juliana- parkPrins Hendriklaan passeerden, dit schouwspel echter kunnen meemaken als ge volg van een aanrijding, welke hier plaats had gehad. Volgens onze berichtgever is waarschijnlijk een verkeersfout gemaakt. De taxi was van de Garage Planjé uit de Wee- zenstraat, en de groente-auto van de firma Thöne uit de Langestraat. Er klonk een kort maar krachtig gekraak in den stillen middag en... daar rolde een der wielen van de groente-auto in de zachte sneeuw. De as vleide zich er naast en de auto schoot over één kant. De wagen was flink beladen met allerlei soorten groenten, fruit enz. En veel van dat kostelijk goed rolde over de besneeuwde vlakteOok de deur van de cabine was opengevlogen en on der meer de zitplaats van den chauffeur, kwam gezwind naar buiten. Het geheele tooneeltje was er een van een grondige ravage, waar de voorbijgangers wél belangstelling voor had den. Vooral de jeugd had schik in het geval en staakte het edele spel, dat sneeuwballen gooien heet. Het liep voorts alles goed af, want van kwetsuren der opvarenden was geen sprake. Wel heeft Thöne heel wat werk gehad om zijn sinaasappeltjes en kooien weer allemaal op te laden en duurde het nogal wat alvorens het wiel weer op de bestemde plaats was aan gebracht. Gistermorgen, te ongeveer half 12, kwam een 16-jarige jongeman over de brug van de Fabrieksgracht, toen hij een hulpgeroep hoorde. Het bleek, dat een 9-jarig knaapje «it de Oranjestraat, dat niet zwemmen kon, spelen derwijze in het water was getuimeld en der halve in ernstig gevaar verkeerde. De jongen op de brug verloor evenwel zijn tegenwoordigheid van geest niet, doch greep direct den haak, die steeds aan de brug beves tigd is .Hiermede gelukte het hem den dren keling naar den wal te sleepen, die van hier weder op het droge arriveerde. Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Woensdag 10 Maart. Café Prins Hendrik, Julianadorp, 8 u. Uitvoering Ver. Volksonderwijs. Musis Sacrum, 8.30 u. Feestavond N.R.V. Donderdag 11 Maart. Nieuwe Kerk, Weststraat, 8.15 u. Concert Chr. Mannenkoor. Woensdag 10 Mrt. 18.24 uur Garnalen visscherij om den Zuid, Te Ouddorp mochten de zeilers verleden week slechts 27 kilo garnalen aan de pelle rijen per dag leveren en de motoren het dub bele, tegen 14 cent per kilo. De motoren brachten nog enkele kilo's dro gerijgarnalen aan tegen 2 cent per kilo, maar dat alles kan natuurlijk geen loonend bedrijf geven. De verzending van gezouten garnalen naar Frankrijk kan ook niet op gang komen, omdat omzetbelasting hier en inkomende rechten ginds te belemmerend werken voor loonenden afzet. Te Stellendam werden de vorige week aan gevoerd 11.600 kilo consumptiegarnalen en 22.000 kilo drogerijgarnalen. Urker Noordzeevloot. De uitkomsten van deze visscherij waren verleden week ook weer matig, daar in de eerste plaats het bedrijf niet ten volle kon worden uitgeoefend door het slechte weer en ten tweede, omdat er nogal inzinking is ge weest van de fijnvischprijzen. De kleinere vaartuigen van deze vloot, die in hoofdzaak het garnalenvisschen bij IJmul- den beoefenen, kwamen tot een besomming van gemiddeld honderd gulden. De treilvischers visschende tusschen Texel en Terschelling hadden een uitkomst van iets daarboven, terwijl de grootste vaartuigen, visschende verder uit den wal, gemiddeld de tweehonderd gulden haalden. Dan zijn er ook verschillende visschers van Urk, die, nu de aalvisscherij nog niet is be gonnen, hun netten, fuiken en kommen gaan uitzetten buiten den afsluitdijk voor de vis scherij op haring. Maar daar de vangsten tot dusverre bijster tegenvallen, zijn de uitkom sten daarvan ook nog niet hoog geweest. De fuikvisschers hadden nog het grootste resultaat, beter dan de komvisschers. Voor deze IJselmeervisschers was in andere jaren de haringvisscherij in de Waddenzee een goede tusschenperiode van de aalvisscherij in het voorafgaande najaar en het komende nieuwe seizoen in het voorjaar. Doch evenals voor alle haringvisschers brengt deze vis scherij dit jaar groote teleurstelling. VAN HET Naar het Ecgelsch bewerkt door THEA BLOEMERS 38) „Ik zie er zóó uit, mijnheer Forsham Julian brak haar excuses kort af. „Mevrouw Kingbegon hij schor. „Mijnheer Forsham, wat is er? Is er iets gebeurd?" „Als u Annie Brown bent," viel Julian uit, „wéét u wat er gebeurd is; als u het niet weet, zult u waarschijnlijk denken, dat ik gek ben." Nita King gaf een gilletje. „O, wat bedoelt u? Mijnheer Forsham, ik geloof heusch, dat u niet goed bent Julian keek haar lang en scherp onder zoekend aan. „Neen, bent Annie niet," zei hij eindelijk. „De gelijkenis is maar oppervlakkig" Hij liep gejaagd heen en weer, kwam toen weer naar haa.r toe en hernam opeens heftig: „Als u Annie Brown niet bent, waarom hebt u Agaath Moreland dan bepraat om naar dat medium te gaan? Wat had u daar mee voor?" Nita King deinsde achteruit. Alle kleur trok uit haar gezicht weg. Ze strekte de han den uit, als om een slag af te weren en zei flauwtjes: „Kijk me niet zoo aan!" Toen barstte ze in tranen uit. „Spreekt u dan! Waarom stuurde u haar naar die mevrouw Thompson?" „Omdat mijnheer B... Bronson me een g... gouden broche had beloofd als ik het deed. Hij zei, dat het om een w... wedden schap ging". Nita King sprak dikwijls onwaarheid, maar nu was ze te verschrikt om te veinzen cn Julian voelde dit. Zonder een woord vloog hij ht huis uit. Bronson... Bronson had haar om gekocht. Hij had Agaath naar dat mensch gestuurd... Zou hij teruggaan naar het kasteel... Hij begreep, dat hij vóór alles moest zien verbinding met Miller te krijgen. Toen hoorde hij eensklaps het geluid van snelle voet stappen. Er liep iemand hard de laan door. Hij deed zijn lantaarn oplichten, een kreet het schijnsel viel op het gezicht van made- moiselle Lemoine, blootshoofd, zonder mantel of shawl. „Wat is er?" riep hij en op hetzelfde oogenblik greep ze zijn arm. „Julian! Mijnheer Julian!" „Wat is er?" „Wilt u haar redden? Kom dan direct mee!" Ze trok hem voort naar de poort, den weg op. Ze rende naar de villa. „Wat is er?" drong hij nogmaals. „Wat is er gebeurd?" „Ze is in de villa, ze heeft den doorgang gevonden, den doorgang naar de dichtgemet selde kelders, Jenny en ik hadden het vroeger ontdekt, toen we kinderen waren." Er ging Julian een licht op; er was nu geen twijfel meer aan de identiteit van Annie Brown. „Annie! Jg bent Annie!" stelde hij vast. Haar gang werd trager. Zij kwam dichter bij hem en hoorde haar zeggen: „Ja... Jenny en in vonden de geheimen gang, jaren geleden, toen we verstoppertje speelden. Jenny dorst er niet door, maar ik wel... En vandaag heeft mevrouw Grey hem gevonden... O, mijnheer Julian, kom vlug alsjeblieft." Hij dwong haar tot spoed. Ze waren nu in den tuin van de villa. „Ik begrijp het niet. Waar is mevrouw Grey?" Ze liet zijn arm los. „Dat is het eenige, waar u naar vraagt..iiétig Ja, ik... ik weet het wel... ik zal er u hetjjjen brengen, ik doe het voor u en omdat niet zoo maar een moord... kan laten..." ;e a]s „Een moord! Om 's hemels wil..." „Neen, we komen nog wel op tijd! moet!" Toen ze den hoek van het huis om kwamen, vonden ze de hall open en helder verlicht. Er stond een groepje opgewonden menschen. Annie Miller, Jenny, bitter schreiend, en de heer Miller, die het meisje streng en drin gend ondervroeg. „Je hebt een gang gevonden, toen je een kind was, vlug, waar? Waar ging die gang heen? Naar het kasteel? Vlug, zeg op!" Toen Julian binnenkwam, maakte Jenny van de gelegenheid gebruik om naar de keu ken te glippen. Miller deed een stap vooruit. Annie Brown liep recht de trap op naar de deur van de kamer waar miss Harriet, waar Amabel verscheidene nachten geslapen had en verschrikt was door de spokerij. Daar keek ze om en zag Julian en Miller vlak achter haar. Ze draaide het licht aan, ging de kamer in en deed de groote kast open. „Mijnheer Julian, uw lantaarn!" verzocht ze. Hij gaf Julian die, en zag wat Amabel ge zien had: de open ruimte en te trap. Annie daalde die af, de mannen volgden. Ze kwamen in een kelder, waar alleen een paar pakkisten stonden. Annie ging naar deur in den muur. „Hier," wees ze. Ze gooide de deur open: een andere kelder, met witte steenen muren en steenen vloer. Drie lampen verlichtten het interieur. Een scherpe uitroep kwam over Miller's lippen. De invenaris liet den politieman niet in het on zekere omtrent het doel, waarvoor de onder- aardsche ruimte werd gebruikt. Na twaalf maanden ingespannen, maar vrijwel vruchte- loozen arbeid van vele scherpzinnige gasten was het probleem der valsche bankbiljetten opgelost... „Ik heb het!" riep hij triomfantelijk. Noch Julian, noch Annie hoorden het, Annie was lijkbleek tegen den muur gevallen. Er stond een stoel midden-ifci.<* "V'imte, maar die stoel was 1 e«r behandeling. waarhill(Jer la„ je*..-en van amendementen onmogelijk ol- F afl eg- mijl en) 'doosten ppe van Miller echter zag de deur in den anderen muur half opengaan en het gezicht van Bron son verschijnen. Annie Brown gilde. De deur werd dichtgeslagen en gesloten. Julian keek op. „Wat was dat?" „Bronson. Laat hem maar gaan, ik heb mijn mannen op den uitkijk". Hij wendde zich tot Annie, die tegen den muur stond te snikken. „Waar komt die gang uit?" „Zoek maar", antwoordde ze. Miller keek donker. „We moesten hier maar gauw weg zien te komen. Hoe moeten we met mevrouw Grey?" „Ik kan wel loopen", zei Amabel zacht. Nu ze den arm van Julian om zich heen voelde, trok de wolk om haar geest op maar die wolk was héél zwart geweest! Ze gingen den terugweg naar de zitkamer en Amabel keek met een zonderlingen blik naar het vuur, dat ze drie uren tevoren had opgestookt. Het scheen eeuwen geleden, dat ze dat had gedaan, met de gedachte, hoe nat Julian zou zijn. als hij kwam. Julian zette haar in een stoel en knielde naast haar. Annie Brown legde nog steeds schreiend haar hoofd op haar armen. Miller, op den drempel staande, blies op 'n fluitje. Politie-agenten kwamen de trap op. Hij gaf bevelen. Na een poosje hief Annie het hoofd op. „Mijnheer Julian", riep ze. Hij keek op en zag hoe vaal haar gezicht stond, hoe smeekend haar oogen. „Ik heb haar gered", zei Annie. „Maar ik... kunt u niets voor mij doen?" Miller kwam naar hen toe met een somber gezicht. „Ik heb bevel mademoiselle Lemoine te ar resteeren", zei inspecteur Miller. Ze hief het hoofd op en keek hem aan. „Als ik haar niet had willen redden, had ik gemaakt en Tom Jones zeide onder luie plans der oppositie dat de arbeiderspar. eigenlijk gek was om een dergelijke kluch\ lang weg kunnen zijn. bij te wonen en beter deed met al haar le den de zaal te verlaten en het debat aan de conservatieven onder elkaar over te laten. Attlee en Greenwood zeiden echter dat daar mee de zaak van de noodlijdende gebieden niet gediend zou zijn en ofschoon enkele af gevaardigden Tom Jones naar de koffieka mer volgden, bleven de meesten in de zaal. r kwam een man binnen, die Miller iets luisterde. e hebben Bronson", zei deze toen. „Dat is P-oost, Wat mademoiselle Lemoine betreft -e,e zooeven gedaan heeft, zal natuurlijk !la:rschil maken." JU! ni: -■ Ze greep zich vast aan Julian's arm en snikte krampachtig. „Gilbert zal 't me nooit vergeven", bracht ze uit. „We hadden kunnen vluchten, maar ik kon hem geen moord laten doen, is 't wel? ik heb hem verraden en hij weet het ik ben zijn vrouw maar toch zal hij me vermoorden..." „Zijn vrouw?" stiet Julian uit. „Ja... we zijn getrouwd, omdat hij vond, dat hij dan veiliger was... en ik deed het om moedermaar hg wou het niet eens voor Angela weten... ik was niet goed genoeg voor Angela... en om mij dacht hij niet... O!" Haar gezicht veranderde. Ze keek naar de deur. Julian en Miller keerden zich om. De deur was geopend. Op den drempel, in een flanellen nachtkleed, leunend tegen den deurpost, stond juffrouw Brown. Julian snelde naar haar toe en ondersteunde haar. „Ik hoorde de stem van mijn Annie", zei de oude vrouw zwak, „en toen ben ik gekomen." In de gang stond Jenny te snikken, maar in de kamer zelf waren allen stil. Amabel had de oogen vol tranen, Miller beet op zijn lip. Annie Brown kwam rustig naar voren. „Hier ben ik, moeder," zei ze. En plotse ling, op haar knieën, omvatte ze de oude vrouw, bitter snikkend. „Ssst, Annie", zei de oude vrouw. „Huil maar niet, kindje... Moeder is nergens boos om, schat." „Ze willen me naar de gevangenis brengen, moeder", zei Annie, als een kind. „De gevangenis?" zei juffrouw Brown. Haar lippen trilden. Ze zag Julian aan, maar vond geen troost. „De gevangenis, An nie? Wat heb je gedaan?" Zwijgen... niemand gaf haar antwoord. „Wat heeft ze gedaan? Als ze er spg't van heeft, kunt u dan niet een goed woordje voor haar doen, mijnheer Julian? U zult haar niet in den steek laten, hè Wil niemand me zeg gen wat ze gedaan heeft?" „Brownie," zei Julian, „ik zal al 't mogelijke doen dat weet je wel. Trek het je maar niet te erg aan. Het ishet zijn eigenlijk de zaken van haar man (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5