Stadsnieuws
UNICUM
Abonneert II op dit blad
Hu
PUROLO
V isscheri j
SNEEUW
Groenten in sneeuw
Waar gaan heen?
Feuilleton
Woensdag 10 Maart 1937
Tweede Blad
Schoolwerktuinnieuws
Japan en z'n intieme leven
HERMAN NYPELS'
„Zoek de zon op"
Geen
kunstmatige
Jongen in de Fabrieksgracht
Licht op voor alle voertuigen
r>r MDOLVIT rCTG
lü^r
IS
HET RAADSEL
ONBEWOONBARE
Zaterdag j.1. om half drie heeft in de hall
van de Tuindorpsehool de keuring nia£s
gehad van door een aantal leerlingen der
school m bloei getrokken bolgewassen. De
School- en Werktumvereeniging had namelijk
aan een vijftigtal kinderen elk 2 potten met
hyacinthenbollen uitgereikt. Deze potten waren
in de hall uitgestald op tafels, voor welker
plaatsing de Afdeeling Tuindorp der Sneel
tuinvereeniging had zorg gedragen. De be
oordeeling geschiedde doordeheeren Lunshof
het gewezen hoofd der school, en Groen, leider
van den tuin. Het resultaat van de verzorging
liep nogal uiteen, maar was over het algemeen
bevredigend. Door genoemde vereeniging wa
ren 4 prijsjes beschikbaar gesteld, benevens
5 toegangsbewijzen voor 1937 tot het Natuur
historisch Museum, welke instelling daar zelf
nog 5 kaarten bijvoegde. De heer Groen
maakte de namen der prijswinnaars bekend en
vestigde meteen de aandacht der kinderen op
het naderende tuinseizoen. De vereenigin°-
welke de laatste jaren steeds haar tuin op
Zaterdagmiddag openstelde, zal dit jaar een
proef nemen met het verplaatsen naar den
Vrijdagnamiddag en wel omdat tegen den
avond het planten en gieten als regel meer
succes heeft dan op het heetst van den dag
vooral in den midzomer. Mevr. De Graaf
reikte daarop de prijsjes uit aan de gelukkige
winnaars en de deelnemers konden hun pot
ten weer mee naar huis nemen.
Gaarne zou de vereeniging een volgend
jaar meer scholen van verschillende richting
van bollen voor den trek voorzien met mede"
werking van de verschillende oudercommis
sies, opdat alle leerlingen kunnen meedoen en
niemand door finantiëele omstandigheden
thuis daarvan verstoken blijft. Helaas lieten
haar geldmiddelen dit voor het afgeloopen
winterseizoen nog niet toe. Een centrale ex
positie aan het eind van den winter in een
centraal gelegen gebouw, b.v. het Museum in
de Vroonstraat, is haar ideaal. En dan een
wisselprijs voor de school, die het fraaiste
resultaat bereikt. Hoofden van scholen of
voorzitters van oudercommissies, die voor het
bovenstanade iets gevoelen, kunnen zich ten
allen tijde er over verstaan met den hr. Groen,
Javastraat 82. En willen welmeenende Hel-
dersche ingezetenen het werk steunen, hij zal
ze gaarne als lid doen inschrijven 0.50 per
jaar. De Provinciale Staten geven dan op dit
bedrag nog 60 subsidie. U geeft dus
eigenlijk dubbel.
Japan, het land van de geisha's en de ker
senbloesem, daar wilden de ca. 70 Helder-
sche Esperantisten, die ondanks de sneeuw
in de groote zaal van Centraal waren bij
eengekomen, wel iets meer van weten. Daar
was dan de voorzitter van de Noord-Ameri-
kaansche Esperantovereeniging, de heer
Scherer, journalist en globetrotter, die op
gezellige wijze z'n samideanoj over dit onder
werp heeft beziggehouden.
Nadat de heer J. Heres, uit naam van de
drie plaatselijke Esperantoclubs, de aanwezi
gen had verwelkomt, verkrijgt de buitenland-
sche gast dadelijk het woord. Deze begint
met te zeggen, dat deze lezing in Den Helder
de tweede is van een serie lezingen, die hij
in ons land zal houden alvorens hij weer naar
Uw NIEUWE PAK
VRAAGT STALENCOLLECTIE 1937
bij HERM. DE HAAN
DE ZAAK VOOR BETER MAATWERK,
Koningstraat 92. - Tel. 666
de Ver. Staten terugkeert. Meer dan 1100
lezingen heeft spreker al gehouden in zes
ten, maar van die zes talen is Esperanto de
oeste. Zeker 't Engelsch heeft ook z'n waarde
ais men souvernirs wil koopen of wanneer
men in een hotel z'n intrek wil nemen. Spoe
dig zal men dan echter merken, dat niet het
-tngelsch, maar de dollar de ware wereldtaal
!s. In de meer dan 40 landen, die spreker be
zocht heeft, werd hij echter ontvangen aan
station of boot door menschen, die Esperanto
geleerd hadden, niet om er geldelijk voordeel
van te hebben, maar om vrienden te krij
gen in de geheele wereld.
Juist dit heeft Scherer in staat gesteld om
met het intieme, huiselijke leven van de Ja
panners kennis te maken.
De prachtige serie lantaarnplaatjes, die nu
volgt, laat ons zien det eigenaardige tegen
strijdigheid van Japan, dat aan den eenen
kant een hoogst modern land is met moderne
fabrieken, moderne scholen en met moderne
vervoermiddelen, maar dat aan den anderen
kant z'n antieke Oostersche zeden handhaaft.
Prachtig waren de foto's van de schitte
rende tempels, die even een klein idee gaven
van de kunstzinnigheid van dit volk, waar
van de mentaliteit voor ons westerlingen toch
zoo heel moeilijk te begrijpen is. Een klein
idee daarvan gaf bijvoorbeeld de voorzitter
van de Esperantoclub 'in een of ander Ja-
pansch stadje, die eenige dagen voor de aan
komst van den heer Scherer gestorven was,
maar wiens laatste woorden een verzoek 'aan
z'n familieleden was geweest om hem tegen
over den Amerikaanschen geestverwant te
willen verontschuldigen, dat hij hem niet aan
het station kon verwelkomen
Het is heel moeilijk om een nauwkeurige
opsomming van al het vertoonde te geven,
maar zeker is, dat het geen beleefdheids
frase was, toen de heer Heres tot slot, na
ook nog even op de groote propagandistische
waarde van het komende congres voor de
Esperantobeweging in onze stad te hebben
gewezen, den dank van alle aanwezigen aan
den heer Scherer overbracht voor z'n interes
sante lezing.
KLEDINGMAGAZIJNEN DEN HELDER
Heren-ondergoederen, van bekend solide
fabrikaat. Goedkoop in aanschaffing,
uiterst solide in het gebruik.
Het is opvallend hoe eenparig de persorga
nen in hun gunstige beoordeelingen zijn ge
weest over Bob Peters' revue: Zoek de Zon op.
Elk orgaan, van welke richting men het ook
neemt, schrijft er enthousiast over. Laten we
hier nog eens enkele critieken laten volgen:
„Alg. Handelsblad". Deze vertooning is in
derdaad zonnig, opwekkend, vroolijk; en het
is vroolijkheid van de goede soort, een on
schuldig en onderhoudend schouwspel, dat van
begin tot eind in vlotte vaart en onder feil-
looze discipline wordt afgewerkt.
„De Telegraaf": „Ruim drie uren lang heeft
het publiek zich prettig zitten koesteren en
nog lang daarna voelde het de weldadige
warmte van het pas genoten verkwikkende
zonnebad." Maar ook de smaakvolle décors en
costumes worden geprezen.
Zoo schrijft de Nwe. Rott. Courant o.a.:
„De monteering is bijzonder fraai, telkens zijn
er nieuwe décors, die het oog boeien. De cos
tumes zien er keurig, frisch en gezellig uit en
doen duidelijk zien, dat men ook aan dit ge
deelte van de aankleeding allerminst moeite
en kosten heeft gespaard."
„Het Volk": „De kijkscènes getuigden van
meer smaak dan gewoonlijk."
2 OBLIGATIES
Inderdaadeen Maartsch staartje, om
niet te spreken van een „staart". De buitjes
van Zaterdag en Zondag waren maar waar
schuwende boden van datgene wat nog ko
men zou en gistermiddag 1 uur begon het
lieve leven.
Een lucht, zoo grijs als lood. Egaal over
den geheelen hemelkoepel heen. En het be
gon... eerst langzaam aan, kleine witte vlok
jes, nietig dwarrelend uit het grijze hemel
daktien, honderd tegelijk
Dantienduizenden en ineens: daar
vallen geruischloos terneder millioenen en
millioenen flokken. Wit, smetteloos, en die
de aarde gaan bedekken.
Maar daar is de Ooster, wild en rauw, die
kreunt om de hoeken van de straten, dié op
de ramen der huizen perst en door de kale
boomtakken raast. En hij is het, die een wild
spel gaat spelen met de vlokken. Hen beet
pakt en voortzweept van straat tot straat,
van plein naar plein.
Sneeuwdie zich nu op de hoeken gaat
ophoopen, in stuivende bergen, die door den
wind tot compacte massa's gedrukt worden.
En ze zijgen neer de vlokken.
Uren en uren achtereen. Den heelen mid
dag.
Totdat de schemering gaat vallen en de
vlokken in feeërieke cadanz uit dien nog al
tijd grijzen hemelkoepel komen dwarrelen.
Lantaarns floepen aan, en binnen de hui
zen gaan de lichten op. En de sneeuw komt
neer, zonder geluid, en valt neer op den al
lang bedekten grond.
Kinderen maken gebruik van dit laat en
onverwacht festijn.
Komen uit de scholen en springen, als dar
tele veulens in voorjaarsweiden, door de witte
laag.
Sommigen blijven staan en zien verbaasd
die witte wereld aan.
Blank staan de boomen nu langs de wegen,
wit zijn de daken, smetteloos zijn de velden.
Op de vorsten der daken zitten de vogels.
Zwarte kraaien, die bewegingloos naar bene
den zitten te turen. Zwarte ballen veeren. Op
hun ruggen komen de vlokken nu te vallen
en schilderen ze wit.
Door de straten der stad kun je de wagens
en auto's haast niet meer hooren. Die ko
men heel zachtkens aanrollen, en het is in
eens of alle wielen een gummi-omkleeding
gekregen hebben.
De hoeven der paarden hoor je niet.
Zoo vergaat deze later, winterdag, een der
laatsten, die nog sneeuw bracht, witte blanke
sneeuw, die de heele grauwe wereld, die de
doffe atmosfeer van den stervenden winter
opfleurde met een kleed, dat schoonheid
bracht aan de stad.
Des avonds schieten de sleeën over de stra
ten en de jongens en meisjes maken van de
gelegenheid gebruik elkaar in te wrijven.
Het is een waar feest van vroolijkheid en
lawaai en gelach.
En de sneeuwballen vliegen op alle straat
hoeken, witte harde ballen, die als winter-
sche projectielen door de lucht snorren.
Des avonds is de sneeuw in de hoofdstraten
vertrapt en zwart geworden. Niets is er meer
over van het kleed van eenige uren daarvoor.
Maar daarbuiten, op de landerijen buiten de
stad: daar is het blank gebleven en ligt het
als een eindeloos lange witte deken over de
velden.
De huizen steken er als dreigende vuisten
bovenuit.
Een wintersch landschap.
Het is bijna half Maart
moor de natuurlijke char
me van een gave, gezon-
de huid, dank zij de ge
regelde behandeling met
de heilzame, genees
krachtige PUROl. Deze
voedt,versterkten zuivert i
de huidweefsels en houdt j
handen en gelaat zacht
als fluweel. Naast goud
gele is thans ook witte
Purol verkrijgbaar. Deze wrijft onzicht
baar uit en is daarom voor Dames en
Meisjes zoo aangenaam bij de verzor
ging van handen en gelaat.
zuivert - verzacht - geneest
Doos 50,Tube 45ct. Bij Apoth.en Drogisten
De gevolgen van een aanrijding.
Groenten in blik zijn dingen van allen dag,
maar groenten in sneeuw komen niet zoo dik
wijls voor. Gisteren hebben de menschen, die
om een uur of vier het kruispunt Juliana-
parkPrins Hendriklaan passeerden, dit
schouwspel echter kunnen meemaken als ge
volg van een aanrijding, welke hier plaats
had gehad. Volgens onze berichtgever is
waarschijnlijk een verkeersfout gemaakt. De
taxi was van de Garage Planjé uit de Wee-
zenstraat, en de groente-auto van de firma
Thöne uit de Langestraat.
Er klonk een kort maar krachtig gekraak in
den stillen middag en... daar rolde een der
wielen van de groente-auto in de zachte
sneeuw. De as vleide zich er naast en de
auto schoot over één kant. De wagen was
flink beladen met allerlei soorten groenten,
fruit enz. En veel van dat kostelijk goed
rolde over de besneeuwde vlakteOok de
deur van de cabine was opengevlogen en on
der meer de zitplaats van den chauffeur, kwam
gezwind naar buiten. Het geheele tooneeltje
was er een van een grondige ravage, waar de
voorbijgangers wél belangstelling voor had
den. Vooral de jeugd had schik in het geval
en staakte het edele spel, dat sneeuwballen
gooien heet.
Het liep voorts alles goed af, want van
kwetsuren der opvarenden was geen sprake.
Wel heeft Thöne heel wat werk gehad om
zijn sinaasappeltjes en kooien weer allemaal
op te laden en duurde het nogal wat alvorens
het wiel weer op de bestemde plaats was aan
gebracht.
Gistermorgen, te ongeveer half 12, kwam
een 16-jarige jongeman over de brug van de
Fabrieksgracht, toen hij een hulpgeroep
hoorde.
Het bleek, dat een 9-jarig knaapje «it de
Oranjestraat, dat niet zwemmen kon, spelen
derwijze in het water was getuimeld en der
halve in ernstig gevaar verkeerde.
De jongen op de brug verloor evenwel zijn
tegenwoordigheid van geest niet, doch greep
direct den haak, die steeds aan de brug beves
tigd is .Hiermede gelukte het hem den dren
keling naar den wal te sleepen, die van hier
weder op het droge arriveerde.
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Woensdag 10 Maart.
Café Prins Hendrik, Julianadorp, 8 u.
Uitvoering Ver. Volksonderwijs.
Musis Sacrum, 8.30 u. Feestavond N.R.V.
Donderdag 11 Maart.
Nieuwe Kerk, Weststraat, 8.15 u. Concert
Chr. Mannenkoor.
Woensdag 10 Mrt. 18.24 uur
Garnalen visscherij om den Zuid,
Te Ouddorp mochten de zeilers verleden
week slechts 27 kilo garnalen aan de pelle
rijen per dag leveren en de motoren het dub
bele, tegen 14 cent per kilo.
De motoren brachten nog enkele kilo's dro
gerijgarnalen aan tegen 2 cent per kilo, maar
dat alles kan natuurlijk geen loonend bedrijf
geven.
De verzending van gezouten garnalen naar
Frankrijk kan ook niet op gang komen, omdat
omzetbelasting hier en inkomende rechten
ginds te belemmerend werken voor loonenden
afzet.
Te Stellendam werden de vorige week aan
gevoerd 11.600 kilo consumptiegarnalen en
22.000 kilo drogerijgarnalen.
Urker Noordzeevloot.
De uitkomsten van deze visscherij waren
verleden week ook weer matig, daar in de
eerste plaats het bedrijf niet ten volle kon
worden uitgeoefend door het slechte weer en
ten tweede, omdat er nogal inzinking is ge
weest van de fijnvischprijzen.
De kleinere vaartuigen van deze vloot, die
in hoofdzaak het garnalenvisschen bij IJmul-
den beoefenen, kwamen tot een besomming
van gemiddeld honderd gulden.
De treilvischers visschende tusschen Texel
en Terschelling hadden een uitkomst van iets
daarboven, terwijl de grootste vaartuigen,
visschende verder uit den wal, gemiddeld de
tweehonderd gulden haalden.
Dan zijn er ook verschillende visschers van
Urk, die, nu de aalvisscherij nog niet is be
gonnen, hun netten, fuiken en kommen gaan
uitzetten buiten den afsluitdijk voor de vis
scherij op haring. Maar daar de vangsten tot
dusverre bijster tegenvallen, zijn de uitkom
sten daarvan ook nog niet hoog geweest.
De fuikvisschers hadden nog het grootste
resultaat, beter dan de komvisschers.
Voor deze IJselmeervisschers was in andere
jaren de haringvisscherij in de Waddenzee een
goede tusschenperiode van de aalvisscherij in
het voorafgaande najaar en het komende
nieuwe seizoen in het voorjaar. Doch evenals
voor alle haringvisschers brengt deze vis
scherij dit jaar groote teleurstelling.
VAN HET
Naar het Ecgelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS
38)
„Ik zie er zóó uit, mijnheer Forsham
Julian brak haar excuses kort af.
„Mevrouw Kingbegon hij schor.
„Mijnheer Forsham, wat is er? Is er iets
gebeurd?"
„Als u Annie Brown bent," viel Julian uit,
„wéét u wat er gebeurd is; als u het niet
weet, zult u waarschijnlijk denken, dat ik gek
ben."
Nita King gaf een gilletje.
„O, wat bedoelt u? Mijnheer Forsham, ik
geloof heusch, dat u niet goed bent
Julian keek haar lang en scherp onder
zoekend aan.
„Neen, bent Annie niet," zei hij eindelijk.
„De gelijkenis is maar oppervlakkig"
Hij liep gejaagd heen en weer, kwam toen
weer naar haa.r toe en hernam opeens heftig:
„Als u Annie Brown niet bent, waarom
hebt u Agaath Moreland dan bepraat om
naar dat medium te gaan? Wat had u daar
mee voor?"
Nita King deinsde achteruit. Alle kleur
trok uit haar gezicht weg. Ze strekte de han
den uit, als om een slag af te weren en zei
flauwtjes:
„Kijk me niet zoo aan!"
Toen barstte ze in tranen uit.
„Spreekt u dan! Waarom stuurde u haar
naar die mevrouw Thompson?"
„Omdat mijnheer B... Bronson me een
g... gouden broche had beloofd als ik het
deed. Hij zei, dat het om een w... wedden
schap ging".
Nita King sprak dikwijls onwaarheid, maar
nu was ze te verschrikt om te veinzen cn
Julian voelde dit. Zonder een woord vloog hij
ht huis uit. Bronson... Bronson had haar om
gekocht. Hij had Agaath naar dat mensch
gestuurd... Zou hij teruggaan naar het
kasteel...
Hij begreep, dat hij vóór alles moest zien
verbinding met Miller te krijgen. Toen hoorde
hij eensklaps het geluid van snelle voet
stappen. Er liep iemand hard de laan door.
Hij deed zijn lantaarn oplichten, een kreet
het schijnsel viel op het gezicht van made-
moiselle Lemoine, blootshoofd, zonder
mantel of shawl.
„Wat is er?" riep hij en op hetzelfde
oogenblik greep ze zijn arm.
„Julian! Mijnheer Julian!"
„Wat is er?"
„Wilt u haar redden? Kom dan direct
mee!"
Ze trok hem voort naar de poort, den weg
op. Ze rende naar de villa.
„Wat is er?" drong hij nogmaals. „Wat
is er gebeurd?"
„Ze is in de villa, ze heeft den doorgang
gevonden, den doorgang naar de dichtgemet
selde kelders, Jenny en ik hadden het vroeger
ontdekt, toen we kinderen waren."
Er ging Julian een licht op; er was nu
geen twijfel meer aan de identiteit van Annie
Brown.
„Annie! Jg bent Annie!" stelde hij vast.
Haar gang werd trager. Zij kwam dichter
bij hem en hoorde haar zeggen:
„Ja... Jenny en in vonden de geheimen
gang, jaren geleden, toen we verstoppertje
speelden. Jenny dorst er niet door, maar ik
wel... En vandaag heeft mevrouw Grey hem
gevonden... O, mijnheer Julian, kom vlug
alsjeblieft."
Hij dwong haar tot spoed. Ze waren nu in
den tuin van de villa.
„Ik begrijp het niet. Waar is mevrouw
Grey?"
Ze liet zijn arm los.
„Dat is het eenige, waar u naar vraagt..iiétig
Ja, ik... ik weet het wel... ik zal er u hetjjjen
brengen, ik doe het voor u en omdat
niet zoo maar een moord... kan laten..." ;e a]s
„Een moord! Om 's hemels wil..."
„Neen, we komen nog wel op tijd!
moet!"
Toen ze den hoek van het huis om kwamen,
vonden ze de hall open en helder verlicht. Er
stond een groepje opgewonden menschen.
Annie Miller, Jenny, bitter schreiend, en de
heer Miller, die het meisje streng en drin
gend ondervroeg.
„Je hebt een gang gevonden, toen je een
kind was, vlug, waar? Waar ging die gang
heen? Naar het kasteel? Vlug, zeg op!"
Toen Julian binnenkwam, maakte Jenny
van de gelegenheid gebruik om naar de keu
ken te glippen. Miller deed een stap vooruit.
Annie Brown liep recht de trap op naar de
deur van de kamer waar miss Harriet, waar
Amabel verscheidene nachten geslapen had
en verschrikt was door de spokerij. Daar keek
ze om en zag Julian en Miller vlak achter
haar. Ze draaide het licht aan, ging de kamer
in en deed de groote kast open.
„Mijnheer Julian, uw lantaarn!" verzocht ze.
Hij gaf Julian die, en zag wat Amabel ge
zien had: de open ruimte en te trap.
Annie daalde die af, de mannen volgden. Ze
kwamen in een kelder, waar alleen een paar
pakkisten stonden. Annie ging naar deur in
den muur.
„Hier," wees ze.
Ze gooide de deur open: een andere kelder,
met witte steenen muren en steenen vloer.
Drie lampen verlichtten het interieur. Een
scherpe uitroep kwam over Miller's lippen. De
invenaris liet den politieman niet in het on
zekere omtrent het doel, waarvoor de onder-
aardsche ruimte werd gebruikt. Na twaalf
maanden ingespannen, maar vrijwel vruchte-
loozen arbeid van vele scherpzinnige gasten
was het probleem der valsche bankbiljetten
opgelost...
„Ik heb het!" riep hij triomfantelijk.
Noch Julian, noch Annie hoorden het, Annie
was lijkbleek tegen den muur gevallen. Er
stond een stoel midden-ifci.<* "V'imte, maar die
stoel was 1 e«r behandeling. waarhill(Jer
la„ je*..-en van amendementen onmogelijk
ol-
F afl eg-
mijl en)
'doosten
ppe van
Miller echter zag de deur in den anderen
muur half opengaan en het gezicht van Bron
son verschijnen. Annie Brown gilde. De deur
werd dichtgeslagen en gesloten. Julian keek
op.
„Wat was dat?"
„Bronson. Laat hem maar gaan, ik heb
mijn mannen op den uitkijk".
Hij wendde zich tot Annie, die tegen den
muur stond te snikken.
„Waar komt die gang uit?"
„Zoek maar", antwoordde ze.
Miller keek donker.
„We moesten hier maar gauw weg zien te
komen. Hoe moeten we met mevrouw Grey?"
„Ik kan wel loopen", zei Amabel zacht. Nu
ze den arm van Julian om zich heen voelde,
trok de wolk om haar geest op maar die
wolk was héél zwart geweest!
Ze gingen den terugweg naar de zitkamer
en Amabel keek met een zonderlingen blik
naar het vuur, dat ze drie uren tevoren had
opgestookt. Het scheen eeuwen geleden, dat
ze dat had gedaan, met de gedachte, hoe nat
Julian zou zijn. als hij kwam.
Julian zette haar in een stoel en knielde
naast haar.
Annie Brown legde nog steeds schreiend
haar hoofd op haar armen.
Miller, op den drempel staande, blies op 'n
fluitje. Politie-agenten kwamen de trap op.
Hij gaf bevelen.
Na een poosje hief Annie het hoofd op.
„Mijnheer Julian", riep ze.
Hij keek op en zag hoe vaal haar gezicht
stond, hoe smeekend haar oogen.
„Ik heb haar gered", zei Annie. „Maar ik...
kunt u niets voor mij doen?"
Miller kwam naar hen toe met een somber
gezicht.
„Ik heb bevel mademoiselle Lemoine te ar
resteeren", zei inspecteur Miller.
Ze hief het hoofd op en keek hem aan.
„Als ik haar niet had willen redden, had ik
gemaakt en Tom Jones zeide onder luie
plans der oppositie dat de arbeiderspar.
eigenlijk gek was om een dergelijke kluch\ lang weg kunnen zijn.
bij te wonen en beter deed met al haar le
den de zaal te verlaten en het debat aan de
conservatieven onder elkaar over te laten.
Attlee en Greenwood zeiden echter dat daar
mee de zaak van de noodlijdende gebieden
niet gediend zou zijn en ofschoon enkele af
gevaardigden Tom Jones naar de koffieka
mer volgden, bleven de meesten in de zaal.
r kwam een man binnen, die Miller iets
luisterde.
e hebben Bronson", zei deze toen. „Dat is
P-oost, Wat mademoiselle Lemoine betreft
-e,e zooeven gedaan heeft, zal natuurlijk
!la:rschil maken."
JU!
ni: -■
Ze greep zich vast aan Julian's arm en
snikte krampachtig.
„Gilbert zal 't me nooit vergeven", bracht
ze uit. „We hadden kunnen vluchten, maar ik
kon hem geen moord laten doen, is 't wel?
ik heb hem verraden en hij weet het
ik ben zijn vrouw maar toch zal hij me
vermoorden..."
„Zijn vrouw?" stiet Julian uit.
„Ja... we zijn getrouwd, omdat hij vond, dat
hij dan veiliger was... en ik deed het om
moedermaar hg wou het niet eens voor
Angela weten... ik was niet goed genoeg voor
Angela... en om mij dacht hij niet... O!"
Haar gezicht veranderde. Ze keek naar de
deur. Julian en Miller keerden zich om.
De deur was geopend. Op den drempel, in
een flanellen nachtkleed, leunend tegen den
deurpost, stond juffrouw Brown. Julian snelde
naar haar toe en ondersteunde haar.
„Ik hoorde de stem van mijn Annie", zei de
oude vrouw zwak, „en toen ben ik gekomen."
In de gang stond Jenny te snikken, maar
in de kamer zelf waren allen stil. Amabel
had de oogen vol tranen, Miller beet op zijn
lip. Annie Brown kwam rustig naar voren.
„Hier ben ik, moeder," zei ze. En plotse
ling, op haar knieën, omvatte ze de oude
vrouw, bitter snikkend.
„Ssst, Annie", zei de oude vrouw. „Huil
maar niet, kindje... Moeder is nergens boos
om, schat."
„Ze willen me naar de gevangenis brengen,
moeder", zei Annie, als een kind.
„De gevangenis?" zei juffrouw Brown.
Haar lippen trilden. Ze zag Julian aan,
maar vond geen troost. „De gevangenis, An
nie? Wat heb je gedaan?"
Zwijgen... niemand gaf haar antwoord.
„Wat heeft ze gedaan? Als ze er spg't van
heeft, kunt u dan niet een goed woordje voor
haar doen, mijnheer Julian? U zult haar niet
in den steek laten, hè Wil niemand me zeg
gen wat ze gedaan heeft?"
„Brownie," zei Julian, „ik zal al 't mogelijke
doen dat weet je wel. Trek het je maar
niet te erg aan. Het ishet zijn eigenlijk
de zaken van haar man
(Slot volgt.)