De noodtoestand op Wieringen
Een interview met
burgemeester Kolff
Het
Wielerseizoen in N.R
is aangebroken
Amsterdam's
heimonopolie gebroken
Crocusjes
Donderdag 11 Maart 1937
Derde blad
De plant als strijdbaar
wezen
Als men, teneinde eenige hon
derden menschen werk te ver
schaffen, middenin de Sahara
eens een olieput liet aanboren
en na afloop zei: „Ziezoo, dat
is een prachtig nuttig werk ge
weest, arbeiders, blijven jullie
nu maar hier!" Wat zouden de
menschen dan zeggen?
Dit is de vraag, die burgemeester Kolff
den minister wel eens gesteld heeft, als hij
den noodtoestand op Wieringen, ontstaan
door de aanwezigheid der werklooze ex-
polderwerkers, de Regeering voordroeg.
Ja, wat zouden de menschen dan zeggen?
In ieder geval zou op zóó n toestand méér
Commentaar los komen dan op de kwestie
;van „noodclooze bevolking van Wieringen"
het geval is. En toch is er hier sprake van
een overbevolking, wier ontstaanswijze ze
ker uniek genoemd mag worden. Daar was
jaren geleden, een Regeering, die een
grootsch plan van landwinning en werk
verschaffing ten uitvoer bracht, doch toen
de duizenden arbeiders jaren lang gewerkt
hadden, de nieuwe weiden „uit den grond
gestampt" waren, de nieuwe dorpjes verre
zen, bleek die Regeering niet gedacht te
hebben aan de kolonie werkloozen, die met
het nieuwe land mee was opgerezen, daar
door de woelige Zuiderzee a. h. w. was „op
gespoten"
Hadden de klachten der broodeloos wor
dende visschers de ooren der Regeering ver
stopt voor de belangen dezer droogleggings
slachtoffers?
Laat ons billijk wezen en nauwkeurig na
gaan, hoè de situatie was en is.
Daartoe moeten we eerst een onderscheid
maken tusschen de arbeiders, die aan de
grondslagen van het nieuwe land werkten,
O.a. steenwerkers en rijsvlechters en hen, die
het werk van later datum verrichtten, de
polderwerkers. Van de eerste groep zijn de
meesten weer naar hun woonplaatsen terug
getrokken; het is echter de tweede groep,
welke zorg baart. Een 520 werklooze man
nen zitten daar figuurlijk en letterlijk aan
den grond. Ze zijn, in tegenstelling met de
eerst genoemde arbeiders, die hun gezin
achterlieten en dus alleen voor het werk
overkwamen, met gezin-en-al in Wieringen
komen wonen. En nadat de inpolderingen
gereed waren gekomen, leven zij daar als
een schare, nutteloozen, een troostelooze ko
lonie stempelaars. Tenminste, deze betiteling
is op het grootste gedeelte vart hen toepas
selijk. Het mag zijn, dat een zestig man tij
delijk werk vindt aan de Cultuur-Mij. Wie-
ringermeer (kleispitten, boompjes planten,
enz.), en een ander gedeelte aan de onder
houdswerken van den afsluitdijk van tijd tot
tijd een boterham verdient, de mpesten zijn
steuntrekkers. En waren zij nu uit de on
middellijke omgeving van Wieringen af
komstig, niemand zou aanleiding vinden
aan hun aanwezigheid een extra woord te
wijden. Doch het merkwaardige is, dat deze
menschen uit alle deelen van Nederland af
komstig zijn, voornamelijk uit Drente en
Brabant, doch ook Zeeland en Groningen
leverden hun contingent.
Waarom kwamen zij naar hier? Sommi
gen, wier wieg in de Noord-Oostelijke
veenkoloniën van ons land stond, hebben al
tijd in Duitschland gewerkt, doch toen zij
daar geen emplooi meer vonden, verplaat
sten zij hun home heel gemakkelijk naar
het Westen.
Anderen zijn goed- of kwaadschiks ook
öm der wille van het brood hierheen ver
trokken. En daar wonen zij nu, meeren deels
nog in de keten, die zij destijds met de hun
nen betrokken. Aan den Geesterweg, Smerp,
Stroe, Noordstroe, Westerklief, Koningsweg,
West.erland en Elft staan de ritsen keten,
onderbroken door talrijke oude boerderijen,
door verschillende boeren voor woning ver
huurd en vaak door 3 a 4 gezinnen bezet.
Ook hebben verscheiden polderwerkers hun
intrek genomen in woonwagens, welke, van
hun wielen ontdaan, een betere huisvesting
bieden dan de keten. Wat die laatste be
treft, doet zich hier het eigenaardige feit
Voor, dat het Rijk zijn eigen wetten, het zgn.
„ketenverbod"' overtreedt! Immers dienen
deze tijdelijke optrekjes na het beëindigen
der werkverschaffing te worden opgeruimd.
Doch de dreigende dakloosheid maakt aan
elk wettelijk gezag ten dien aanzien een
einde, dus bléven de keten. Alleen te Anna
Paulowna is men tot het sloopen van een
aantal overgegaan. De bewoonbaarheid van
zoo'n keet moet echter niet onderschat wor
den. Er zijn arbeiders geweest, die er een
bedrag van f 1000.— (aan de Zuiderzeewer
ken werd door hen goed verdiend), aan ten
koste legden! Slechter staat het met de boer
derijbehuizing. Het zijn zooals wij reeds zei
den, oude boerderijen, aan welke de eige
naars geen onderhoudskosten meer besteden
en die hun op deze wijze zelfs nog iets op
brengen. Vele van deze stulpen moesten
eigenlijk onbewoonbaar verklaard worden,
doch zij worden door de steuntrekkend en nog
boogelijk gewaardeerd! Aan de Haukes-ha-
ven en te Den Oever heeft de vindingrijk
heid der woningzoekenden weer een andere
■uitkomst gevonden: verschillende kleine ar
ken liggen daar gemeerd en het zijn heuscb
de slechtste huisjes nog niet!
Wij waren van epn en ander wel eenigszins
op de hoogte, toen wij Burgemeester L. c.
Kolff, in zijn woning te Hippolytushoef in
terviewden over de toekomst van deze men
schen. Mochten wij echter tot. nog toe eenigs
zins vervuld zijn geweest van het lot diei
Wieringer werkloozen an-sich, thans verne
men wij iets over de andere zijde van het
vraagstuk en wel over den last. die de ge
meente Wieringen door deze toestand onder-
vindt.
Wij hoorden verbazingwekkende cijfers. He
„vreemdelingen-legioen" moet, in aanmer-
king genomen, dat 410 van de 520 „vreemde
lingen" gehuwd zijn en hun gezinnen gem'
deld 3 kinderen tellen, met het cijfer vij
De
meldt:
regeeringspersdienst
ARBEIDSBEMIDDELING
VOOR DEN NOORDOOS
TELIJKEN POLDER.
De directeur van den Rijks
dienst der werkloosheidsver
zekering en arbeidsbemidde-
ling deelt mede, dat, in over
leg met de directie der Zui
derzeewerken, bijzondere
voorzieningen zijn getroffen
voor de arbeidsbemiddeling
voor de werken, welke wor
den uitgevoerd in verband
rnet de drooglegging van den
Noordoostelijken polder. In
of nabij de belangrijkste werk
punten t.w. Kampen, Vollen-
hove, de Lemmer en Urk, zijn
tijdelijk eenvoudige rijksor
ganen der arbeidsbemiddeling
gevestigd, welke in het bij
zonder met de arbeidsbemid
deling voor bovengenoemde
werken zijn belast, In de be
stekken voor den Noordoos
telijken polder is voorgeschre
ven, dat de voor de werken
noodige arbeiders uitsluitend
door tusschenkomst van deze
organen in dienst zullen mo
gen worden genomen, Ter
voorkoming van misverstand
wordt er nadrukkelijk op ge
wezen, dat arbeiders uit an
dere gemeenten dan die, waar
genoemde rijksorganen zijn
gevestigd, zich alleen bij het
orgaan der arbeidsbemidde
ling in de gemeenten, in wel
ke zij woonachtig zijn, als
werkzoekende kunnen laten
inschrijven. Rechtstreeksche
inschrijving bij bedoelde rijks
organen is dus niet mogelijk.
vermenigvuldigd worden, zoodat wij tot een
getal van 2000 zielen komen.
„Weet U, dat dit een derde gedeelte
is van de inwoners van Wieringen?", aldus
de burgemeester.
Hoe burgervaders ook in het algemeen op
uitbreiding van hun gemeente gesteld zijn,
hoe gretig zij annexeeren, in dit geval ont
moeten wij een ten aanzien van zijn zielen
tal sceptisch gestemd burgervader, die ons
al spoedig de lasten van zijn ambt. op dit
punt met groote openhartigheid uiteenzet.
„Begrijpt U, dat deze gemeente-vermeerde
ring geen succesvolle groei genoemd kan
worden?", zegt hij.
„Belastingbetalers zijn het niet!" opperen
wij begrijpend.
„Als het dat nog alleen was! Maar zij
kosten onzie gemeente jaarlijks twee ton!"
„Zorgt het Rijk dan niet voor steun?"
„Ja Maar U begrijpt, dat deze rijks
subsidie, waaraan zeer speciale eischen
voor steunverleening zijn verbonden, de ge-
meentebegrooting nog niet sluitend maakt."
„We zijn armlastig", zegt de heer Kolff.
„We doen véél voor de werkloozen. doch
kunnen het. gevoel, dat deze last niet op
onze schouders thuis hoort, niet van ons
afzetten. De gemeenten, waar deze men
schen thuishooren, immers gaan vrij uit.
Wat erger is, zij wenschen de verloren zo
nen niet meer binnen hun vesten te ontvan
gen. En daar zitten wij nu, als mensch
begaan met het. lot der werkloozen, doch als
gemeente verongelijkt door hun aanwezig
heid".
„Geeft de Regeering dan geen blijk, ver
antwoordelijkheid ten opzichte van Uw ge
meente te gevoelen?" vragen wij.
„Och, de Regeering vindt den toestand
normaal", is het antwoord.
„En toch, burgemeester, meenden wij een
optimistische noot te hooren tijdens de laat
ste raadsvergadering
„Daar is reden voor," repliceert de heer
Kolff. „Mijn herhaalde bezoeken aan Den
Haag zijn niet zonder resultaat, gebleven.
De Regeering is thans bezig, bij wijze van
proef, wekelijks 1 a 2 gezinnen af te voeren
naar'hun vroegere woonplaatsen. Het is
natuurlijk een druppel aan den emmer.
Toch hopen wij op deze wijze een 1'50 ge
zinnen kwijt te raken. Dat deze afvoer zoo
langzaam gaat, is te wijten aan het verzet
der andere gemeenten. Doch wanneer deze
blijven ageer en, dan zal de Regeerwg tot
dwingende maatregelen overgaan. Zij blijkt
dus thans voldoende doordrongen van de
ongewenschte positie, waarin Wieringen
reeds zoo lang verkeert."
„Meent U, dat de drooglegging van den
Noord-Oostelijken Polder hier een kans
biedt?"
„Natuurlijk is de toekomstige N.-O Pol
der een lichtpunt geworden voor allen, die
zich den donkeren toestand aantrokken.
Het is helaas echter gebleken, dat wij voor
de te werkstelling van krachten in deze
nieuwe werkgelegenheid, geen aanspraken
van voorrang kunnen maken. Alles zal hier
den gewonen, officieelen weg gaan.
Het wordt logisch geacht dat de sollici
tanten uit het ruime achterland van den
nieuwen polder, uit Lemmer en Urk. den
vóórrang hebben. Enkelen van „onze" men
schen zullen wellicht mede een kansje krij
gen, indien zij het gelijk hebben, door on
derbazen uit deze streek te worden aange
nomen, doch verder moeten zij dit licht
puntje maar als gedoofd beschouwen".
Een juist ontvangen bericht van den re
geeringspersdienst hetwelk wij hierboven
afdrukken, bevestigt de sombere voorspel
ling van den heer Kolff Red.
„Daarbij komt, dat velen van onze be
schermelingen voor de eerste bezigheden
aan den nieuwen polder niet in aanmerking
komen. Het zijn lang niet allen materiaal
werkers; de meesten zijn grondwerkers."
Wél geven wij cursussen teneinde hen
maatschappelijk verder te brengen, doch
doen daarbij de treurige ervaring op, dat
het dikwijls boter aan den galg gesmeerd
is; de goeden niet te na gesproken. Er
wordt méér cultureel werk verzet dan het
publiek wel denkt, doch er is, en dit hangt
ten nauwste samen met den aard èn de jjo-
litieke vorming der garde, zoo weinig ani
mo."
In dit verband herinneren wjj ons een op
roep in 1936 voor een tewerkstelling onder
do bewuste werkloozen, welke een groote
teleurstelling werd! Hetgeen een eigenaar-
digen kijk geeft op het genre menschen dat
hier het onderwerp van bestpreking uit
maakt.
Van den moreelen kant bezien, levert de
nederzetting volgens den burgemeester, geen
ongewenschten invloed. Zij assimileert zich
n.1. niet met de Wieringer bevolking en het
is hier het economisch belang, dat het
zwaarst weegt. „Weliswaar verschaffen zij
de neringdoenden onder ons wat meer ne
gotie, doch dit wéégt niet ojj tegen de las
ten, waarmede zij de begrooting ènde
belastingbetalers bezwaren!
„Zélf ben ik benieuwd, wèt de laatste
actie van de Regeering ten gevolge zal
hebben", besluit de heer Kolff.
Deze nieuwsgierigheid zal ongetwijfeld
door alle Wieringers worden gedeeld.
WIELRENNEN.
De renners zijn klaar voor de start.
De Alkmaarder Jan Groot favo
riet in de Amateursklasse. Wat
zal Jaap Kuiper presteeren? Een
Internationale wedstrijd te Pur-
m erend.
De lichte racekarretjes zijn weer in orde
gemaakt, all anger dan een maand trainen
de jonge Noordhollandsche renners zich
reeds, om toch vooral maar vroegtijdig in
vorm te zijn, alles hebben zij voor dit sei
zoen op het spel gezet om toch maar niet te
leur te stellen algemeen heeft men im
mers groote verwachtingen van onze ren
ners en dat mag ook, want aan de hand
van hetgeen zij vooral aan het einde van
het vorige seizoen presteerden doet dit
jaar het allerbeste verwachten. Bij de Ama
teurs is het de veelbelovende Jan Groot uit
Alkmaar, van wie men verwacht dat hij dit
jaar tot de groote klasse zal gaan behoo-
ren. In tal van wegwedstrijden heeft hij
immers reeds bewezen werkelijk een ren
ner met veel aanleg te zijn die echter
alleen een felle eindsprint mist en dat is
jammer want daardoor zijn hem reeds tal
van overwinningen ontgaan. Regelmatig
wist hij gelijk toe te komen met renners
als Saarloos, Schulte en Van Hoven (die
alle drie tot de Olympische ploeg van weg
renners behoorden) en slechts in de eind
spurt moest Groot dan het onderspit delven.
Ook op de banen te Wieringen en Alkmaar
bewees hij meerdere malen onverwoest
baar sterk te zijn en al deze factoren te
samen hebben er toe bijgedragen dat Jan
Groot momenteel door heel Noordhollands
Noorderkwartier favoriet is en in een on
derhoud dat wij met hem hadden, deelde
hij ons mede alles in het werk te zuljen
stellen om zijn aanhangers niet te leur te
stellen. De sympathieke renner Jaap Kui
per uit Julianadorp, over wie wij al reeds
eerder hebben geschreven, heeft zich dit
jaar speciaal in België getraind voor de
komende wegwedstrijden en niet zonder re
sultaat. Jaap is momenteel in staat om er
zoo'n 250 K.M. uit te draaien zonder inzin
kingen te krijgen en dat zegt ons heel wat
als een renner in het, vroege voorjaar reeds
tot zulk een prestatie in staat, is. Inmiddels
kunnen wij melden dat Kuiper in de Ronde
van Vlaanderen zal meerijden, hij start bij
de categorie Onafhankelijken. De Ronde
van Vlaanderen is één van de meest be
langrijke wedstrijden van het jaar in Bel
gië en dat daarvoor de Julianadorper heeft
ingeschreven bewijst dat hij zich bewust
voelt van zijn kracht en dat, is een heel
belangrijke factor. Onze wielermedewerker
heeft inmiddels Jaap Kuiper ook doen in
schrijven voor de Ronde van Purmerend,
die in April wordt verreden, de ronde van
Purmerend is een wegwedstrijd die door
tal van groote coureurs zal worden be
twist en Jaap wil voor eigen publiek een
zeer sterk figuur slaan.
Speciaal in deze Lenterit van Noord-Hol
land zal hij alles op alles zetten om een
goede plaats te bezetten, dit rekent hij zich
als een eer aan en tevens wilde hij gaarne
Hef Spaansche stoomschip „Mar Cantabrica", dat geladen met oorlogsmateri-
aal, onderweg was van Amerika naar Barcelona, en In de Golf van Biscaye
door een kruiser der nationalisten werd beschoten. Het Spaansche deel der
bemanning werd terstond gefusilleerd.
wat binnenhalen van de f 300.- prijzen die
er dien dag worden verreden. De ronde van
Purmerend zal wel de grootste course wor
den die dit jaar in onze provincie wordt
verreden en vandaar ook dat er belangstel
ling voor bestaat van Maastricht tot Den
Helder. Met wie of Kuiper zijn diverse baan
wedstrijden zal rijden is nog niet officieel
bekend omdat hij van de bekende renner
B. van Stek een uitnoodiging heeft ontvan
gen om samen een vast koppel te vormen.
Eerst zou hij rijden met den bekenden Alk-
maarschen sprinter J. Derksen maar omdat
deze voorloopig nog Amateur blijft levert
dit tal van bezwaren op en het zou ons dan
ook niet verwonderen als hij zich met van
Stek verbond hoofdzakelijk uit financieel
oogpunt bekeken.
Inmiddels zijn we zeer benieuwd aan
welken renner hij de voorkeur zal geven.
Zooals U dus ziet, we gaven maar enkele
voorbeelden van de tallooze die er in ons
gebied zijn te noemen, hebben onze wiel
renners tal van goede voornemens en we
wenschen van harte dat zij volkomen zul
len slagen want zij verdienen het. Weken
lang hebben zij serieus geleefd, op tijd naar
bed gegaan, niet gerookt of gedronken, goed
geoefend en de spullen zijn goed in orde
het kan echter zijn dat ze in de wedstrijd
toch niet in de „buurt" komen en dat zijn
van die typische verschijnselen in het le
ven van de wielrenners. De wielersport is
zoo moeilijk te begrijpen en men moet het
als het ware kunnen aanvoelen waar het
zitde moraal moet er zijn, de groote en
sterke wil om te winnen!
Inmiddels hebben ook de baandirecties
van Alkmaar en Wieringen voorbereidende
maatregelen getroffen om het komende jaar
weer zoo goed mogelijk voor den dag te
korpen. Aan de renners uit eigen omgeving
zal weer veel mogelijkheid geboden worden
om hun kunnen te laten zien. Alles is klaar
voor de start.
Vanmorgen ontving onze sportmedewer-
ker juist bericht dat Jaap Kuiper derde is
geworden in een wegwedstrijd te België, in
de eindsprint werd hij geklopt. Voorts zal
Kuiper noch met Derksen noch met van
Stek rijden.
IN HET HARTJE VAN BERLIJN
SISSEN DE HEIMACHINES.
Men schrijft ons uit Berlijn:
Neen, Amsterdammers, verbeeld je niets
meer! Jullie hei-monopolie is gebroken. En
hoe!
Op het oogenblik sissen op den Potsdamer
Platz, dus in het hartje van Berlijn, twee
heimachines. Zij spuiten het heele plein vol'
met stoom en rook. De palen, die in den
grond moeten worden gestampt, zijn ijzeren
staven, die een lengte van eventjes 30 meter
hebben! Amsterdams Centraal-Station en
Beurs van Berlage, waar blijft gij! Zelfs de
caissons van het Amsterdamsch Westelijk
viaduct drongen niet zoo diep in het inge
wand van Moeder Aarde. En dan te beden
ken, dat de zandplaat, het Scandinavisch
diluvium, dat het Amsterdamsch heiersgilde
zoekt, gelijk de gouddelver zijn edele metaal,
in Amsterdam circa 10 tot 20 meter onder
de aarde ligt, maar te Berlijn aan de opper
vlakte te vinden is.
Het Berlijnsche publiek begrijpt er niets
van. Het had nog nooit een hei-stelling ge
zien, en het zware hei-blok, dat van 30 me
ter hoogte op het metalen hoofd van Jut
valt, maakt op de Berlijners een vreemden
indruk. Dan dat, suizen van den stoom, de
lucht van natte aarde en rook, en die bergen
zand midden op de straat! Terwijl de twee
heimachines met elkaar wedijveren in vlijt
en kracht,.
Niet, dat Berlijn thans huizen op palen
gaat bouwen. Het. raadsel is slechts, dat, er
een ondergrondsche spoorweg-verbinding
tusschen „Potsdamer Bahnhof" en „Anhalter
Bahnhof" midden door het hartje van Ber
lijn wordt, tot stand gebracht. Het is een tra
ject. van de nieuwe „SU-Bahn", een onder-
grondschen spoorweg, die de verschillende
kopstations van Berlijn (Stettiner Bahnhof,
Potsdamer Bahnhof, Anhalter Bahnhof en
Görlitzer Bahnhof) met de „Stadtbahn", d.i.
de viaducten-spoorweg, die dwars door Ber
lijn gaat, zal verbinden, en die tevens aan
sluiting heeft op den „Ondergrond", de „U-
Bahn". Twee trajecten van deze nieuwen on-
dergrondschen spoorweg zijn klaar; er wordt
reeds op gereden. Men kan thans, met de
zen nieuwen „ondergrond", van Stettiner
Bahnhof, Bahnhof Friedrichstrasse, het be
langrijkste station aan de „Stadtbahn", be
reiken en kan dan nog verder rijden tot aan
Unter den Linden, in de onmiddellijke na
bijheid van Adlon-Hotel en Brandenburger
Tor. Een aansluitend traject is over enkele
weken in gereedheid gebracht en verbindt
het Brandenburger Tor met Potsdamer
Bahnhof aan den Potsdamer Platz. Dan zal
de trein uit Potsdam en het Wannseegebied
ondergronds tot aan Stettiner Bahnhof door
rijden en vervolgens koers naar het Noor
den zetten, naar Velten, Oraniënburg of
Bernau.
Het moeilijkste gedeelte van dezen nieu
wen ondergrondschen spoorweg is wel de
verbinding tusschen Potsdamer Bahnhof en
Anhalter Bahnhof. De tunnel loopt hier on
der de drukke Saarlandstrasse, die niet al te
breed is. Aan weerszijden van de Saarland
strasse verheffen zich huizen van 5, 6, 7 ver
diepingen tot paleizen van 10 verdiepingen
en wolkenkrabbers tot 16 verdiepingen toe!
Op den Potsdamer Platz moet deze nieuwe
lijn onder den ouden ondergrond, die den
Wilhelmplatz met Gleisdreieck verbindt,
worden doorgeleid. Het overstapstation krijgt
hier onderaardsche perrons onder elkaar,
zooals wij dat nu reeds op den Nollendorf-
platz hebben. Daar zijn deze ijzeren staven
van 30 meter lengte voor noodig. Daar heb
ben de Berlijnsche „Tiefbauingenieure" hei
machines voor laten aanrukken!
Maar treurt niet, gij Amsterdamsche
heiers, want uw monopolie mag nu gebro
ken zijn, een heierslied wordt te Berlijn nog
niet gezongen. Het Duitsche volk mag
poëtisch zijn en graag zingen, maar een
Duitsch heierslied is nog niet getoonzet. En
het, zal ook wel niet getoonzet worden. Want
straks, als de nieuwe ondergrondsche spoor
weg klaar is, worden de heimachines terzijde
gesteld. En over enkele jaren zal geen enkele
Berlijner zich nog herinneren, dat er te Ber
lijn ook eens geheid werd.
ALS DE PLANTEN ZICH NIET
KONDEN VERWEREN, ZOU
ONZE AARDE ER HEEL AN
DERS UITZIEN.
„Waar de mensch zich blijvend geves
tigd heeft is de natuur sterk verarmd", zei
prof. Quanjer in een dezer dagen gehouden
voordracht voor de Landbouwhoogeschool re
Wageningen. „Want de mensch kan slechts
een 'beperkt aantal plantensoorten ter be
vrediging zïjner levensbehoeften gebruiken.
Bovendien is het een feit, dat met de toe
neming van het aantal individuen der ge
kweekte soorten óók het aantal individuen
van enkele dieren en bladgroenlooze orga
nismen toeneemt die zich in den aanplant
vestigen en den mensch het bezit ervan be
twisten."
Hoe ziet de kweeker de planten
wereld?
Verder liet de hoogleeraar uitkomen, dat
in de wijze, waarop de mensch de plan
tenziekten bestrijdt, diens persoonlijke op
vatting van de plantenwereld tot uitdruk
king komt. Er zijn specialisten in cultuur
onder glas en fruittelers, die hun planten,
alsof het passieve wezens waren. met. be
strijdingsmiddelen op de been houden. Dit
is het ééne uiterste.
Een ander uiterste vormen de bosch"-
bouwers, die het meest oog hebben voor de
natuurlijke gezondheid der planten.
Tusschen deze twee typen bewegen ziclï
de landbouwkundigen.
De planten zijn echter geen passieve we
zens, maar voeren zelf den strijd. Het on
derzoek leert ons, dat de weerstand der
planten in haar protoplasten (dat zijn de
levende, eiwitachtige stoffen) zetelt.
Wel is waar kunnen stoffen, die in de
planten reeds voor de aantasting aanwezig
waren de infectie begunstigen of vertragen,
soms zelfs verhinderen. Maar pas als de
vijand binnen de muren der vesting is door
gedrongen, en zich aan daarachter bewaard!
voedsel heeft, tegoed gedaan, komt het tot
een handgemeen met de bezetting: de pro
toplasten en de celkernen. Dikwijls' is waar
genomen dat de kern. zich beweegt naar
den kant van de cel, die door het naderend
organisme wordt bedreigd.
In niet-vatbare rassen reageenen de proto
plasten veel heviger dan in vatbare rassen.
De plantencel verdraagt deze hevige re
actie niet en sterft af, waarop ook de bin
nengekomen parasiet te gronde gaat.
De landbouwwetenschap is op weg de
plant als strijdbaar wezen steeds beter te
leeren kennen.
„Als de planten zich niet konden ver
weren, zou onze aarde er heel anders uit
zien", aldus de urofessor.
De crocusjes kijken van tusschen het gras
De wereld verbaasd tegemoet,
Bet zonnetje brengt ze uit 't blauw van
de lucht
Een feest'lijken, stralenden groet!
Ze zijn zoo bescheiden, die crocusjes klein,
En beuren wat schuchter hun kopjes zoo fijn
Ze melden het voorjaar, het eerste begin,
Als alles nog sluimert en wacht,
Dan wordt door hun kleuren, gestrooid
langs ons pad,
Een groet van de lente gebracht!
Dan staan we soms'stil in het jonge
plantsoen},
Kijk...crocusjes...crocusjes tusschen het
groen1,
Dan weten we, 'f licht en het leven komt
weer
En al, wat de aarde vermooit,
Straks zijn weer de velden, zoo wijd en
zoo ver,
Met groen en met bloemen getooid!
Dan tintelt het zonnetje over den plas,
Dat melden de crocusjes tusschen het grasJ.
En 'f donker der buien, het deert hun
niet meer,
Hun kleurige blijheid verwón,
De crocusjes beuren hun kopjes omhoog,
En brengen hun groet aan de zon!
Hun groet aan het leven, dat kiemende
groeit,
En straks in zijn volheid weer openbloeit!
O, crocusjes...crocusjes tusschen het groen,
Zoo need'rig, bescheiden en klein,
Hoe leert ge ons telkens in t voorjaars
seizoen
Vol eenvoud gelukkig te zijn!
Gelukkig met al, wat de schepping ons
geeft.
Wanneer het naar 't licht en de zonneschijn
streeft.!!
KROES.
Maart 1937. (Nadruk verboden.)