Stadsnieuws IBIS SHAG UNICUM Dobbelmann lelt leer... man! Het „stratenprobleem Het bruidspaar Marjoleintje Vrijdag 12 Maart 1937 Heldersche Courant Tweede Blad van de Timmersteeg onze nieuwe Feuilleton HERMAN NYPELS' kledingmagazijnen den helder Feuilleton Concert Christelijk Mannenkoor Burgelijke Stand van Den Helder Uitvoering Matthaus-passion door het Concertgebouworkest I Dinsdag a.s. hoopt het echtpaar Moor—Annart den 55-jarigen huwe- lijksdag te bereiken. Er zal geen feest zijn, tenzy In een van de kleine huisjes van de Timmersteeg, een aftakking van de Laan woont, reeds drie-en-twintig jaren lang' het echtpaar A. Moor j. m. Moor— Annart. Beide echtelieden zijn geboren Helderschen, zij zijn er getrouwd en zijn er vergrijsd... Volgende week Dinsdag, den 16en Maart dus, hopen zij een mijl paal in hun leven te bereiken, die het slechts weinigen gegeven is, te bereiken. Dan zullen zij n.1. 55 jaar getrouwd zijn! Eigenlijk is dat geen officieel jubileum, geen echte feestdatum, het is „maar" tusschen de gouden en de diamanten bruiloft in. Maar tóch zijn we de oudeluidjes eens gaan opzoe ken daar in hun smalle steeg, waar het leven van allen dag bijna niet vermag door te drin gen... We vonden ze thuis, de bruid en den bruide gom. Ze hadden juist visite van een zuster. Zij, 75 jaar oud, zat met haar zwarte wollen muts op het mooi-grijze haar en de handen gevouwen op de heldere boezelaar achter haar theepotje, dat onzegbaar gezellig op een pe troleumstelletje op tafel stond te pruttelen. Hij, 10 jaar ouder dan zijn vrouw, was juist even onder de wol gekropen in een eenper soons ledikant, dat in een hoek van de kamer stond. „Dat doet hij eiken middag een uurtje, meneer," verontschuldigde de bruid haar man tegenover den vreemden gast, „hij heeft al wat last van z'n beenen en dan wordt ie gauw moe." In den anderen hoek staat een pot kachel, die het vertrekje iri de warmte houdt, zoover dat in haar vermogen ligt met het halve mud anthraciet, dat zij per week maar te ver teren krijgt. Een kanariepiet in een kooitje zingt het hoogste lied als preludeert hij ter eere van het feest van zijn baas en bazin... Portretten van kinderen en kleinkinderen in heele tritsen langs den wand, een groote vier kante tafel, een ouderwetsche maar stevige Eigen coupeur en ateliers. Helpt U mede de plaatselijke industrie te bevorderen VOOR DE PIJP Gisteren dan is de laatste sluier van het mysterie, dat om het „Onbewoon bare Huis" hing, verdwenen en heden zullen onze lezers op deze plaats een nieuw feuilleton vinden en wel een, luis terende naar den klankvollen naam van „Marjoleintje". Wij meenen met dit „Marjoleintje" een goede keus gedaan te hebben. Niet alleen dat reeds de naam van de schrijfster een waarborg is voor voortreffelijk werk, doch ook het verhaal zélf is bijzonder aardig. Men zou 't nog 't best kunnen kwalificeeren als „een ouderwetsche feuilleton": een mixture van tragiek, romantiek en niet in de laatste plaats... spanning. Wij vertrouwen, dat onze lezers de keuze kunnen waardeeren en wenschen hun een reeks van aangename uren bij het volgen van Marjoleintje's avonturen. 2 OBLIGATIES linnenkast en zoowaar ook een geluidsinstal latie van de radio. Ziedaar zoo ongeveer de inventaris van woon- en voorkamer van per ceel no. 5, het huis der Mooren. Als men 55 jaar getrouwd is, heeft men wel het een en ander achter den rug, veronder stellen we, daarmede trachtende juffrouw Moor aan het praten te krijgen. Want zij is het, die ons te woord staat, haar man is daar niet toe in staat... Daar zit ze vóór ons, moeder Moor, 75 jaar oud, het brilletje met het ijzeren garnituur parmantig op den neus, de oogen nu stralend bij de herinnering aan de weinige mooie dingen, die haar leven op- vroolijkten, dan dof bij het denken aan al de zorgen en kommer, die zij en haar man door gemaakt hebben... Want dit huwelijk, hoe rijk het ook gezegend werd met kinderen, 9 in getal, is niet gemakkelijk geweest, is dat ook nü nog niet... Vader Moor was kleerma ker; als hij véél verdiende, bracht hij 10 gul den in de week thuis... Soms verdiende hij er nog wel eens wat bij... hij ging in vroegere jaren trouw naar de schepen, die in de haven kwamen en van waar hij wel eens een stukje harde kaas of een stukje brood mee naar de zijnen bracht... Maar veel meer kwam er in het huishouden niet binnen. Het was dus geen vetpot, integendeel, vader en moeder moesten zich dikwijls het avondeten ontzeg gen terwille van het kroost... Moeder Moor kwam zelden of nooit de deur uit, de zorg voor haar kinderen hielden haar thuis... In de 55 jaar, dat zij getrouwd is, herinnert zij zich niet, ooit een paar schoenzolen versleten te hebben! Zij liet haar kinderen niet graag alleen... Eens op een avond, toen ze het toch deed, om even in de buurt een half kannetje petroleum te halen, stonden de gordijnen in brand toen ze weer thuis kwam... En dat hield haar voor goed thuis, altijd thuis... Het is een verhaal van schrijnende armoede, van kwellende zorgen, dat wij te hooren krij gen... Daar was verdriet over het verlies van 3 hunner kinderen, die achter elkaar, binnen een jaar, stierven... Daar was woede over den marineman, die zijn pak, dat zoo netjes door vader Moor gemaakt was, niet betaalde... Daar was veel zorg, weinig vertier... Nu, nu zijn alle kinderen van honk, zij zijn getrouwd en wonen hier en daar't Is allemaal goed met ze, maar we zien ze zoo weinig", ver zucht het kwieke vrouwtje. „Maar ze hebben 't dan ook niet best, de meesten zijn werkloos en de anderen hebben een inkomentje, dat zij best voor zich en hun kinderen kunnen ge bruiken. En m'n man en ik? Wij krijgen 20 ouderdomsrente eens in de vier weken". We kijken het vrouwtje eens aan: het is haar waarlijk niet aam te zien, dat zij zóóveel achter den rug heeft. We peinzen... 20 in de vier weken... 5 in de week... daar gaat 2.50 huur af, blijft over een rijksdaalder, waar twee oude menschen een heele week van moeten leven... In welke omstandigheden gaan die twee hun 55-jarigen huwelijksdag tegemoet! Feest? Het vrouwtje lacht even als schiet haar een herinering aan lang vervlogen dagen, toen zij nog jong was en ongehuwd, in de gedachten. ,,W ij kunnen geen menschen ontvangen" en een gebaar, dat de bescheidenheid van haar huisraad moet uitdrukken, vergezelt deze woorden, „en de kinderen kunnen niks mis sen. Gisterenavond heb ik 't nog even tegen m'n man gezegd: we gaan de zestiende maar lekker vroeg naar bed en dan viere we de bruiloft slapende..." Dat is het bruidspaar van de Timmersteeg! Nu het beiden gegeven is om den 55sten hu welijksdag te bereiken, nu gaan zij op dien gedenkwaardigen dag vroeg naar bed, omdat zij inzien, dat hun feest geen echt feest kan zijn. Bij de gouden bruiloft kwam een garage houder met een auto voor de deur en die liet hen een ritje door de stad maken. Dat was de eerste keer en tot nu toe ook de laatste keer, dat zij in een auto zaten! Hoe zal het Dinsdag, als er weer 5 jaren verstreken zijn, gaan? Zal het „feest" blijven bij het halve mudje anthraciet, dat ze als cadeau, door de bruid zelf gekozen, van een kleinkind zullen krijgen? We hopen, dat het heel anders zal zijn en dat 16 Maart voor deze oude menschen, wier eenige, doch gerechtvaardigde trots het is, dat ze steeds zoo „knappies en fatsoendelijk door het leven gekomen zijn, tot een onver getelijke gemaakt zal worden! door Annie de Hoog—Nooy Lot van je leven, van je bestaan, Ligt vaak in twee kleine handen Al heel vroeg viel de schemer dien October- middag in het kleine bedompte vertrek, waar Paul Beerens zat te werken. Zonder ophouden schreef hij groote vellen vol. Hij scheen zeer gehaast te zijn en was zóó verdiept in zijn werk, dat hij het opengaan van de deur niet bemerkte. Zeer langzaam en zacht werd die geopend, «ven voorzichtig kwam Diny, zyn jonge vrouw, de kleine kamer binnen. Ze bleef een oogenblik staan, alsof ze bang was, dat ze, door nader te komen, zou storen. Ofschoon nij met den rug naar de deur gekeerd zat, scheen hy haar aanwezigheid toch te bemeiken. „Wel Diny...?, vroeg hij, zonder van zpn werk op te zien. Zijn toon was onvriendelijk, maar toch begreep ze onmiddellijk daarui dat haar komst hem zeer ongelegen kwam. Niettegenstaande dat, liep ze zacht op hem toe en terwijl ze, achter zijn stoel staande, haar hand op zijn schouder lei, vroeg ze zacht. „Moet je nóg langer werken, Paul Hg fronste onwillekeurig het voorhoofd, toen hij antwoordde: TT „Ja kind dit artikel moét af. Het is... de eenige kans om voor de volgende dagen aan wat geld te komen, maar, ik ben bijna," voegde hij er op wat luchtiger toon aan toe. En als ze het nu eens... weigeren? Hij haalde met ongeduldig gebaar de schou ders op. „Dan zullen we wel wéér zien. Ze keerde zich mistroostig af. Hij tikte geënerveerd met z'n potlood op de tafel, alsof hij haar daardoor te kennen wou geven, dat haar aanwezigheid hem bij zijn werk hinderde. Maar zij scheen dat niet te bemerken, ve vuld als ze was van haar eigen gedachten. „Wat hadden we ons alles toch heel anders voorgesteld," zei ze. Haar stem klonk zacht en verdrietig. Hij keerde zich snel om. Zijn blik rustte een oogenblik op haar mooi, vermoeid ge zichtje, waarvan de bleekheid hem nu plotse ling heel sterk opviel. Hij trad op haar toe. „Diny...", zei hij teeder, de armen naar haar uitstrekkend. Een weemoedig trekje kwant om haar lippen hadden het nooit moeten doen, Paul," zei ze. „Wat niet?" „Tegen den zin van vader trouwen. Er... schijnt geen zegen op te rusten." Ach wat! Vader was toch immers niet voor rede vatbaar. Hij veroordeelde jou, zonder je te kennen, wijt het aan jou, dat ik m'n studie er aan gegeven heb Dat laatste was immers niet noodig geweest, als hg met m'n gevoelens voor jou rekening had willen houden, als hij in jou m'n aanstaande vrouw had willen zien maar dat wou hg immers niet. Het was op zijn herhaaldelijk aandringen om afstand van je te doen, dat ik mnkop in den wind gooide. Standverschil... Wat is standverschil in onzen democratischen tijd. Fatsoen, dat is de hoofdzaak, dat is een stand op zichzelf, een stand die tenminste niet door een bankrekening gepaald wordt. Niemand Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. Gistervond heeft in de Nieuwe Kerk aan de Weststraat een concert plaatsge vonden van het Christelijk Mannenkoor, onder leiding van den heer J. A. van der Vliet en waaraan medewerking verleend werd door de Amsterdamsclie sopraan zangeres Mevr. Marthe van Werven Nip en Mej. A. Kamp; de laatste als begeleid ster op orgel en piano. De belangstelling voor dit concert had den wij grooter gewenscht, des te meer, daar met name de kwaliteit van het grootste deel der door het Koor gezongen nummers de gestelde verwachtingen over trof. Het Koor. Als eerste nummer, door het Koor uit te voeren, vermeldde het programma „Avond" van F. Otto. Het bleek dat de heeren direct goed op dreef waren; van „inzingen" was geen sprake en met een opmerkelijke sonori teit werd deze ouverture gezongen. Daar was stemming, daar was sfeer, en hoewel het niet te ontkennen valt dat ook dit koor hoog noo dig eenige versterking van zijn partijen eischt, kunnen wij toch niet anders dan het gepres teerde roemen. Vervolgens „Het is Volbracht" van Bos- schieter en „Beati Mortui" van Mendelssohn. Wat het eerste betreft, ook hier werden de accenten goed gelegd, terwijl in nagenoeg alle onderdeelen zeer harmonisch gezongen werd. Een enkele maal klonken de tenoren een ietsje te schel, doch dat werd weder goedge maakt door enkele (en speciaal de slotstro- phen) bijzonder geslaagde onderdeelen. Het prachtige latijnsche „Beati Mortui" werd eveneens met karakter vertolkt, waar aan de leiding van den heer Van der Vliet in niet geringe mate bijdroeg. Daar ging wijding van dit lied uit, en daar was bij het koor een groote mate van gevoeligheid. „Ons Nederland" van Van Herwaarden liet enkele fouten hooren. Hier was eenige malen de eenheid zoek, vermoedelijk door een niet a.1 te groote mate van aandacht voor den diri gent. Frisch en spontaan daarentegen klonk „Het Kerkje" van Becker. Een kort, zoo bij den eersten indruk pretentieloos liedeke, dat evenwel kwaliteiten bezit en dat het koor voor diverse moeilijkheden plaatst, die even wel glansrijk omzeild werden. Het laatste optreden van het koor bracht Uw NIEUWE PAK VRAAGT STALENCOLLECTIE 1937 bij HERM. DE HAAN DE ZAAK VOOR BETER MAATWERK, Koningstraat 92. - Tel. 666 een „Hymne" van C. C. A. de Vliegh, een prachtig stuk vocaal werk, dat met piano- begeling van Mej. Kamp een voortreffelijke weergave vond. Hier beluisterde men het koor op z'n best. Alle partijen gaven zich op kra nige wijze en het was dit nummer, dat onte genzeggelijk bewees, dat het Christelijk Man nenkoor onder leiding van den heer Van der •Vliet inderdaad tot prestaties in staat is. Na genoeg zonder fouten werd het zware num mer gegeven en de groote aandacht van het auditorium bewees, dat men het gebodene in derdaad op prijs wist te stellen. Een woord van lof in het bijzonder voor de slotpassages, waarin de climax op een voortreffelijke ma nier gezongen werd. Ook de pianobegeleiding bij mej. Kamp, was, zooals men dat trouwens gewend is, in goede handen. Zeker van haar zaak, was zij een krachtige steun voor het koor. De soliste. Wat de soliste, mevr. Marthe van Werven Nip betreft, deze zong allereerst van Bach „Meinem Hirten bleib' ich treu" en vervol gens van Handel „Doch du liessest Ihm im Grabe nicht" (uit „Der Messias"). Hoewel deze sopraan ongetwijfeld over een goed orgaan beschikt en zuiver blijft, zoo wel in het hooge als lagere register, klon ken deze eerste nummers ietwat onzeker, er was geen overtuiging, zij zocht als het ware nog naar het juiste evenwicht. Belangrijk be ter klonk „Wandelt wie die Kinder des Lichts" van Nössler. Hier gaf de zangeres zich, en hier ook was het, dat wij met genoe gen naar haar geluisterd hebben. Een zuivere stem, met een gevoelig timbre en een voor treffelijke uitspraak. Van Cornelius zong zij „Geheiligt werde Dein Name" en „Unser taglich Brot gib uns heute". Bezat het eerste wederom enkele zwakke passages, het volgende daarentegen blonk uit, en liet een heel fijne, en transpa rante weergave hooren. Een weergave, waar voor wij zeker respect kunnen hebben. Tenslotte nog zong zij Schubert's lieflijke „lm Abendrot", een uitgezocht nummer, dat de soliste op haar best deed hooren. Vooral dit laatste optreden deed ons veel van het eerste, minder geslaagde, vergeten. Al deze nummers werden geaccompagneerd door mej. Kamp op het orgel en dat op zeer correcte wijze. Het bleek wederom, dat deze stadge- noote als orgeliste haar plaats op eervolle wijze inneemt. Vermelden wij volledigheidshalve, dat de heer Goudswaard, de voorzitter van het Christelijk Mannenkoor, den avond opende, en daarbij meedeelde, dat burgemeester Rit meester wegens ambtsbezigheden verhinderd was dit concert bij te wonen. Welkom heette hij de vertegenwoordigers der zustervereni gingen, terwijl door hem aan het slot der uit voering een woord van dank aan de medewer kenden, en in het bijzonder aan de soliste, mej. Kamp en den heer Van der Vliet, ge bracht werd. van 11 Maart 1937. GETROUWD: D. J. Beek en A. Landman. K. van der Beek en D. J. de Vries. D. Haak van Overloop en J. Breuseker. C. R. Kruk en F. Hoving. OVERLEDEN: Th. H. Doves, (m), 7 mnd. WERD BIJNA DOL VAN DE HOOFDPIJN. Voelt zich nu weer jong en fit. De heer M. A. L. keerde, na eenige jaren in de tropen geweest te zijn, terug, lijdende aan voortdurende hoofdpijn en constipatie. Na het gebruik van Kruschen Salts schreef hij ons o.a. het volgende: „Ik leed voortdurend aan hoofdpijn, die mij bijna dol maakte en voelde mij ellendig. Ik begon toen Kruschen Salts te nemen en reeds na 10, 12 dagen hielden mijn hoofdpijnen op en voelde ik mij weer jong en fit". Hoofdpijnen ontstaan bijna altijd doordat het organisme verontreinigd is door opge hoopte afvalstoffen. De kleine dagelijksche dosis „Kruschen Salts" zorgt er voor, dat gij deze afvalstoffen kwijt raakt en deze zich niet meer kunnen vormen, waardoor ge voor goed van Uw pijnen verlost zult zijn en U bovendien energieker en krachtiger zult voelen. Een Kruschen kuur maakt U jaren jonger. Kru schen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bg alle apothekers en erkende drogisten 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Hand. My. A'dam voor komt. (Adv.) Wg ontvingen dezer dagen weer een twee tal ingezonden stukken over „het straten- probleem", zooals een der schrijvers het noemde en waarin critiek werd geoefend op den slechten toestand, waarin verschillende van onze straten verkeeren. De vorige week nog hebben we onder een ingezonden stukje, over ditzelfde onderwerp, een onderschrift geschreven, waarin we be vestigden, dat de bestrating hier en daar nogal wat te wenschen overlaat, dat een en ander inderdaad verbetering behoeft, doch dat dit de aandacht van het College van B. en w. reeds heeft. Dat we deze stukken dus niet plaatsen, vindt zijn oorzaak allereerst in het feit, dat het vraagstuk reeds eenige malen in onze krant naar voren gebracht is, en ook omdat we het verkeerd vinden er over „door te zeuren". Het is o zoo gemakkelijk gebreken aan te wijzen, maar men moet er in de eerste plaats rekening mee houden welke factoren rem mend werken op de verbetering. En dat zijn hier in eerste instantie de financiën. Het zou van een onverstandig beleid getuigen, als het College groote bedragen beschikbaar ging stellen voor stratenverbetering, want dat zou onvermijdelyk leiden tot belastingverhooging en dat mag zeker niet in een tijd, dat het leven duurder wordt en de loonen zich daarbjj nog niet aangepast hebben. De financieele toestand van onze gemeente is waarlijk niet van dien aard, dat men zich extra uitgaven kan veroorloven, waarvan men de wenschelijkheid wel voelt, maar die toch niet verantwoord zijn nu de gemeentelijke in komsten nog in dalende lijn zijn. De behan deling van de begrooting zal straks waar schijnlijk wel aantoonen, dat er van opti misme nog geen sprake kan zijn. Het gebrek aan tal van onze straten is niet van het laatste jaar, maar reeds van de laat ste jaren. De fout is, dat er al sedert jaren te weinig aandacht aan het onderhoud is be steed en dat men nu voor de consequentie van „nieuwe" straten staat. De toestand is in ver schillende straten zoodanig, dat men de oude steenen niet meer kan gebruiken, omdat ze kapot gereden zijn en dat vernieuwen kost geld, meer dan men oppervlakkig denkt. Nemen we b.v. een straat als de Schagen- straat, die nogal eens het onderwerp van critiek is geweest, het bestraten hiervan, met nieuwe steenen, kost ongeveer 8000 gulden. En er zijn heel wat straten te noemen, die er nog slechter aan toe zijn. We behoeven hier weinig aan toe te voegen. Dit zijn cijfers en feiten, die voor zichzelf spreken. Laat ons er ter geruststelling nog aan toe mogen voegen, dat verschillende straten op het programma staan om dit jaar onderhanden genomen te worden. Men zij toch voorzichtig met zijn critiek. Vertrouwen is in onzen tgd meer dan noodig en dat vertrouwen kan het huidige College geschonken worden. De burgemeester, die, zooals bij de laatste raadsvergadering nog bleek, zich terdege op de hoogte stelt van al wat er in de stad ge beurt, doorkruist de stad nogal eens te voet of per fiets en weet dus waarlijk wel waar het in de gemeentelijke huishouding mangelt. De moeilijkheid is echter: de dubbeltjes. Teneinde de muziekvrienden uit andere deelen van ons land in de gelegenheid te stellen de uitvoering van den Matthaus- Passion te Amsterdam, op Palm-Zondag a.s., onder leiding van Professor Dr. Willem Men gelberg bij te wonen wordt in samenwerking met de Directie van de Nederlandsche Spoor wegen door het Concertgebouw N.V. een be perkt aantal „gecombineerde spoor-entree- biljetten" (tweede en derde klasse) uitgege- weet beter dan ik zelf, hoe moeilijk het me valt niet verder te kunnen studeeren en toch ben ik er in m'n hart van overtuigd, dat ik het beste deel gekozen heb, want... zeg eens eerlijk... Marjoleintje, zijn we niet gelukkig?" vroeg hij, op haar toetredend. Een zachte blos kleurde haar wangen, even kwam de oude schittering in haar oogen, toen ze antwoordde: „Nu je weer „Marjoleintje" tegen me zegt, jè!" „Je oüwe lievelingsnaampje," zei hij glim lachend, en haar gezicht tusschen zijn beide handen nemend vervolgde hij op bemoedigen den toon: „Kom vrouwke, we moeten niet teveel aan onze misère toegeven. Vroeg of laat zal Vader wel tot andere gedachten komen, en zoo niet, zullen we het op een andere manier zien klaar te spelen. Als ik maar eerst zooveel verdien, dat ik op eigen gelegenheid mijn studie kan voltooien. Aan werklust noch energie ontbreekt het me, het is alleen geld... Altijd weer dat beroerde geld... Maar kom. laat ik nu maar gauw dit artikel afmaken," besloot hij, weer aan zijn schrijftafel plaats nemend. „Ik zal je met rust laten, Paul," zei ze, hem over de haren streelend, „en... je hebt misschien gelijk, we moeten den moed niet al te spoedig verliezen. Eenmaal zul je je doel bereiken, daar ben ik zeker van." En terwijl z'n pen alweer krassend over het papier vloog, verliet ze, bijna onhoorbaar, Paul's kleine werkkamer. Het was niet meer dan een uur later, dat Paul Beerens met een groote gele enveloppe onder den arm, het huis verliet, om zich met opgewekten pas naar het Redactie-bureau te begeven. Als hg het geluk had, dat dit artikel opgenomen werd, dan zouden er nog wel meerdere van zijn hand kunnen volgen. Werd den laatsten tijd niet meer en meer de alge- meene aandacht gevestigd op de vele tropische ziektegevallen bij gerepatrieerde landgenooten Al van jong student af was zijn belangstelling in hooge mate naar het wezen van deze ziekten uitgegaan en het was altijd zijn innigste wensch geweest zich daar op nog eens te kunnen specialiseeren. De felle tegenstand, die hij alleszins van zijn vader ondervond, toen hij weigerde zijn omgang met Diny Stalker te verbreken, had hem er toe gebracht om hals over kop met haar te trouwen, niet vermoedend, dat zijn Vader na het vernemen van die onbezonnen daad, er onmiddellijk toe zou overgaan, zijn maande- lijksche toelage in te houden. Zoo zou hij spoedig aan den lijve ondervinden, wat het zeggen wou, zich tegen den wil van zijn vader te verzetten. Hij was zoo gauw mogelijk aan den slag gegaan en zijn heldere geest alsook de liefde voor het beroep, hetwelk hij toch eens hoopte uit te oefenen, gepaard aan een onmiskenbaren journalistieken aanleg, hadden hem aanvankelijk al eenig succes doen boeken. Zoo waren de eerste maanden van hun huwe lijk, hoewel zorgelijk, dan toch zonder directe armoede voorbijgegaan. Nu was al zijn hoop gevestigd op een nieuw verschenen tijdschrift, waarin aan ouderejaars studenten gelegen heid werd gegeven hun beschouwingen uiteen te zetten, en dat tegen een behoorlijk honora rium. Het was dan ook met eenigen trots, dat hij zijn vader, als antwoord op diens besluit betreffende het inhouden van zijn toelage, mededeelde, dat hg in z'n eerste pogingen om zelf geld te verdienen, geslaagd was. Nadien had hg niets meer van zich laten hooren. Hij was er in zijn hart van overtuigd, dat dit bericht zijn vader in deze omstandig heden geen genoegen gedaan had, omdat daardoor een vaste wil om zich onafhanke lijk te maken, heel sterk tot uiting kwam. De opgewekte stemming waarin hg, bij het van huis gaan verkeerde, werd nog aanmer kelijk verhoogd toen men op het Redactie bureau zijn verzoek, den volgenden dag reeds het antwoord te mogen vernemen, niet van de hand wees. Het scheen of de avond ineens minder triest, de regen minder druilerig was. Hij had het nu ook niet zoo koud meer al3 zooeven, in zijn niet al te dikke winterjas. Ook Diny was in een gelukkiger stemming dan waarin ze de laatste weken verkeerd had, toen ze zich, even na Paul's vertrek, met haar naaiwerk in het hoekje bij het raam zette. Ze had in haar man vandaag weer eens de oude opgewekte Paul gezien, die evenals vóór hun huwelijk, met een enkel woord al haar zwaarmoedige gedachten wist te verdrijven. Ze hadden elkande* een oogen blik teruggevonden in dat doolhof van zorgen, waarin ze sedert eenige weken geraakt waren en waarin ze, ieder op eigen manier naar een uitweg zoekend, steeds verder van elkaar wegdwaalden. Hun liefde was nog even groot als op den dag, dat hun harten elkaar vonden, alleen de spontaneïteit waarmede ze tezamen het leven tegemoettraden, was verdwenen. Paul had destijds alle angstige voorgevoelens van narigheid en ellende, waarmee zij hun geforceerde huwelijk bedreigd zag, wegge redeneerd. Hij hield van haar en zij van hem was dat niet de hoofdzaak? En zijn studie... Zij wist nu, dat alleen een drang tot verzet hem zoo had doen handelen. Nu hij moedwillig zgn carrière vergooid had, wist hij pas wat zijn werk voor hem beteekende. Zjj merkte dat aan honderd kleine dingen. Het was niet aan haar voorbijgegaan, ook al zou ze niet geweten hebben hoe hij altijd met geheel zijn hart aan z'n werk hing. En met den dag ging zij zich meer schuldig voelen... Ze had niet moeten toestemmen, toen Paul met het onverwachte voorstel kwam, om bin nen enkele weken te trouwen. Ze had hem tijd moeten laten om tot andere gedachten te komen, hun huwelijk in geen geval zoo op stel en sprong door moeten laten gaan. (Wordt vervolgd.),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5