Visscherij
uit tien onbrn ti'jb
SAFETY FIRST
WIE IN DIT BLAD
ADVERTEERT
Waar gaan heen?
fiSTO-TAX
TELEF.
Rijkspostspaarbank
Zeekrijgsraad
Willemsoord
bereikt alle gezinnen van
iaa alle gezindten.
Een belangrijke kwestie
Uit het politierapport
Licht op voor alle voertuigen
Marineberichten
De „Gelderland" weer
in dienst gesteld*
Een Britsch oordeel over
de Nederlandsche Marine
ELm.s* flottieljevaartuig
„Edi"
f lltöCll
Speciale
anti-vliegtuigkruisers
Ruijghweg38
ven. Deze biljetten zjjn aan de navolgende
stations verkrijgbaar: Zwolle, Deventer, Hen
gelo, Den Helder, Dordrecht, Gouda. Arn
hem, Nijmegen, Den Bosch, Breda, Tilburg,
Eindhoven, Enschede, Apeldoorn. Groningen,
Leeuwarden, Heerenveen, Venlo, Roermond.
Opgave betreffende het kantoor der pos
terijen te Den Helder.
In den loop der maand Februari 1937 werd
aan bovengenoemd kantoor op spaarbank
boekjes ingelegd 110.454.42
en terugbetaald 79.412.99
Derhalve meer Ingelegd dan te
rugbetaald 31.041.43
Het aantal nieuw uitgegeven boekjes be
droeg 133.
Een matroos le kl. wegens diefstal
tot een maand gevangenisstraf ver
oordeeld Beleediging van een
meerdere.
Gisterenmiddag kwam de Zeekrijgsraad
Willemsoord onder presidium van Mr. Arn.
Veldman, in openbare zitting, welke bijkans
een half uur te laat aanving, bijeen.
Op de rol stond een tweetal zaken, waarvan
die van den matroos der le klasse P. P. wel
de voornaamste was.
Diefstal.
Deze matroos, welke van Indischen bloede
is, kwam op het beklaagdenbankje te zitten,
omdat hij zich op verschillende tijdstippen van
het vorig jaar schuldig gemaakt had resp. aan
diefstal van een bezem en van een rijwiel.
Die diefstallen waren nu niet bepaald gepleegd
uit louter hebzucht, doch omdat P. danig in
moeilijkheden zat. In den breede schilderde zijn
verdediger, de kapitein der mariniers W. A. J.
Roelofsen, de omstandigheden, waarin P. hier
te lande geraakt was. Hij leefde in concubi
naat, de vrouw schonk hem een kind, waarvan
P veel ging houden. Er kwam geldgebrek, de
man van de vrouw, waar P. mee in concubi
naat leefde, staat op het punt thuis te varen,
hemzelf dreigt ontslag wegens afkeuring, en
hij wenscht de vrouw niet te verlaten. Ziedaar
in a nutshell 's mans moeilijkheden. Helaas
heeft P. noch met zijn divisiechef, noch met
Soicale Zaken over zijn moeilijkheden gespro
ken. Voorts betreurde kapitein Roelofsen het,
dat de marineleiding nog steeds niet verhin
dert, dat marinemannen trouwen met vrouwen
waarvan bekend is, dat zij hen naar den
afgrond brengen.
Door te wijzen op den uitstekenden staat
van dienst van beklaagde en op de omstandig
heid, dat P. niet als een karakteristieke dief
is te kwalificeeren, drong de verdediger op
een voorwaardelijke veroordeeling, c.q. uiter
ste clementie aan.
In zijn dupliek zei de fiscaal, officier der
administratie 1ste klasse, Mr. D. B. A. Fran
ken, die in eerste instantie resp. vrijspraak
(voor het stelen van den bezem) en 2 maanden
(voor het stelen van de fiets) gevraagd had,
dat in de tegenwoordige rechtspraak zooveel
meer de aandacht gevestigd wordt op den
persoon van den beklaagde dan op de daad,
welke door dezen gepleegd is. De concubine
was en is oorzaak van P's val en daar hjj
deze niet wil verlaten, maar haar ook niet
wenscht te trouwen, zal een gevangenisstraf
wellicht afschrikwekkend op P. inwerken,
zoodat hij niet spoedig recidivist zal worden.
De heer Franken persisteerde dan ook bij zijn
eisch, waarna de heer Roelofsen nogmaals op
uiterste clementie voor P. aandrong.
De Krijgsraad, uitspraak doende, veroor
deelde P. tot een gevangenisstraf van één
maand.
Beleediging van een meerdere.
Op een der zalen van de Marinekazerne
alhier is het op den derde van deze maand
gebeurd, dat in bijzijn van eenige andere mili
tairen, door den zeemilicien-matroos der 3e kl.
F. A. v. d. M. een uitlating aan het adres van
den bootsman E. S. was gelanceerd, welke
nu niet bepaald op de qualificatie „vriende
lijk" aanspraak mag maken. V. d. M. had kort
te voren streng arrest opgeloopen voor een
ander feit en die straf zat hem dwars, want
hij vond die onverdiend.
Het gevolg van zijn onbezonnenheid was,
dat hij nu op het beklaagdenbankje zat. Zijn
zaak scheen aanvankelijk niet slecht te staan,
want de fiscaal was van oordeel, dat deze aan
gelegenheid wel krijgstuchtelijk kon worden
afgedaan.
De Krijgsraad dacht er echter anders over
en achtte „in het openbaar beleedigen van een
meerdere" bewezen en veroordeelde derhalve
den zeemilicien tot 3 weken gevangenisstraf.
Een belangrijke kwestie, die speciaal Den
Helder geldt, maar ook van beteekenis kan
zijn voor Texel en Wieringen, is hetgeen aan
den dag is getreden op de vergadering van
den Bond van Kleinhandelaren in het visch-
en haringbedrijf, welke in Den Helder is ge
houden.
Daar is niet meer of minder gezegd, dan
dat men zich in Den Helder geen illusies
moet maken over de mogelijkheid daar weer
een markt te krijgen en dat men te Den
Helder slechts doode visch kan krijgen, die
men van IJmuiden moet betrekken.
Als dat inderdaad zoo is, dan dient er alles
op gezet te worden, dat dit kan geloochen-
straft worden. Den Helder zou dus als aan-
voerplaats van visch ten doode zijn opge
schreven.
Niet alleen de traditie verzet zich daar
tegen, maar juist de geografische ligging ten
opzichte van de vischgronden en de schitte
rende gelegenheid om uit en in te varen,
heeft de natuurlijke vereischten, die aan een
bloeiend vischbedrijf gesteld kunnen worden.
Dat daarvan geen voldoende gebruik wordt
gemaakt, heeft dus andere oorzaken. Van
visscherszijde wordt vaak aangevoerd, dat de
markten elders hun betere prijzen waarbor
gen, hetgeen van andere zijde wel is bestre
den. Feit is echter, dat vaak door de vaar
tuigen elders wordt gemarkt en dat de hier
binnenvallende schepen ook wel hun visch
met vrachtauto's naar elders laten vervoeren.
omdat gemeend wordt, dat daar betere resul
taten zullen worden bereikt.
Men schrijft dat hier aan toe, dat het aan
tal handelaars, die veel visch kunnen gebrui
ken beperkt is, zoodat deze spoedig „vol" ge
kocht zijn en er dus geen plaats is voor
groote aanvoeren.
Wringt daar inderdaad de schoen, dan kan
er naar gestreefd worden deze bezwaren weg
te werken.
Vernieuwing van de vloot zou waarschijn
lijk een der eerste dingen moeten zijn, waar
naar gestreefd moet worden.
Het is gebleken, dat met moderne motor-
kotters bedrijfssucces is te behalen. De vloot
zou dan in die richting moeten worden opge
bouwd. Daarvoor is alweer kapitaal noodig.
En nu komen we weer aan het punt, hetwelk
reeds zooveel malen is besproken, n.1., dat
er van overheidswege een credietfonds worde
gevormd, waaruit door belanghebbenden op
aanvaardbare voorwaarden, zal kunnen wor
den geput.
Daarmee is echter niet opgelost of deze
vaartuigen dan hier hun visch aan de markt
zouden brengen. Ook daarvoor dient dan een
weg te worden gevonden.
Het probleem hiervoor is moeilijker. Maar
is het onoplosbaar?
De Bond van Kleinhandelaren, die zich in
ledental ontwikkelt, maar financieel uit den
aard der zaak, niet sterk is, streeft ernaar
coöperatief visch voor hun leden in te slaan.
De behoefte aan visch voor die talrijke ven
ters en winkeliers is zeer beduidend.
Gevormd zou dus kunnen worden een asso
ciatie tusschen het belang van Den Helder
en dezen Bond.
Den Helder zou (in groote lijnen geteekend)
kunnen zorgen voor aanvoer van de benoo-
digde visch en make het aan de leden van
den Bond (gedekt door dien bond) gemak
kelijk hun visch in te slaan.
Een soort belangengemeenschap zou kun
nen worden gesticht. Er ontstaat dan een
basis, die eenige stelligheid waarborgt van
aanvoer, voldoende waarborg voor loonende
prijzen voor de visschers en bestaansmoge
lijkheid voor de talrijke venters in den lande,
die nu een pover bestaan lijden.
In het kort herhaald, denken we ons dus
de zaak zóó in:
Opbouw van een kottervloot; verplichting,
indien gesteund door credietfonds, hier te
markten, met waarborg van prijzen gelijk
staande minstens aan die op de IJmuider
markt.
Overeenkomst met den Bond van Kleinhan
delaren voor coöperatieven inkoop, met ver
plichting hier den inkoop te doen plaats heb
ben, tegen minstens de prijzen van den af
slag te IJmuiden.
Maar de financiën?
Hoeveel geld wordt er uitgegeven door de
opbrengsten der visscherij aan de nevenbedrij-
ven? Men schat dit op zeker 70 a 80% van
de besommingen.
Sterker kapitaalkracht van de nevenbedrij-
ven werpt voor de plaats groote voordeelen
af.
Hoe groot zijn de bedragen der uitkeerin-
gen aan noodlijdende visschers?
Hoe groot in den lande de uitkeeringen aan
noodlijdende vischventers
Verkapitaliseert men deze bedragen, hoe
groot kan dan de som zijn, die ter beschik
king gestéld kan worden om een opzet, als
bedoeld, te verwerkelijken?
Deze vragen uit te werken zal moeizaam
zijn, maar kan voor de toekomst misschien
een zeer loonende arbeid blijken.
Den Helder ten doode opgeschreven, wat
betreft de visscherij, dat wil er bij ons niet
zoo grif in, vooral omdat we een mogelijk
heid zien om het tot bloei te brengen. Maar
dan moeten alle krachten worden ingespan
nen en vooral stevige samenwerking gezocht
met den Bond van Kleinhandelaren.
Dit zou dan tevens een oplossing kunnen
zijn van de kwestie, die te IJmuiden zooveel
stof doet opwaaien, n.1. die van den groot-
en kleinhandel.
De groothandel dan voor IJmuiden en de
kleinhandel zijn basis te Den Helder.
De animositeit tusschen beide groepen, die
ook voor de overheid thans zulk een probleem
is, kan daarmee worden teniet gedaan.
Men overwege dit ernstig; een beduidend
plaatselijk belang is hiermee gemoeid.
Sterk varieerende vischprjjzcn.
De tongprijzen mogen dan niet het niveau
hebben bereikt, waarop indertijd A.N.P. wees,
n.1., dat deze' visch ook onder ieders bereik
zou vallen, hoog kunnen ze nog steeds niet
worden genoemd, ofschoon er Donderdag
eenige verbetering intrad, maar de prijs toch
nog heel wat beneden den gulden bleef per
kilo.
De scholprijzen, die weer zeer omhoog wa
ren gegaan, toonden een sterke verlaging.
En zoo blijft de schommeling in de prijzen
van het zeeproduct steeds gaande, zooals het
trouwens immer is geweest.
Visscherij blijft een echt avontuur-bedrijf,
dat daardoor natuurlijk ook zijn eigen be
koorlijkheid heeft, maar dat veel spanning
eveneens te voorschijn roept.
De besommingen van de trawlers waren
goed; die van de loggers best. Er waren ook
een drietal Denen aan de markt, die even
eens goede besommingen konden boeken.
Waarschijnlijk is het contingent nog niet uit
geput voor deze maand, hetgeen anders reeds
in het begin van elke maand placht te ge
schieden. Of men doet een klein oogje toe!
Eindelijk bracht een stoombeuger het tot
een besomming van 600.Daarmee is het
resultaat nog niet loonend, helaas. Deze be
somming geeft nog weinig hoop, dat der
gelijke visscherij op ruimer schaal zal worden
toegepast.
Nog steeds geen groote Invasie
van haring.
Steeds blijven de vangsten nog uiterst ge
ring. De prijzen zijn daardoor hoog, maar
deze kan, door de schrale vangsten, niet loo
nend worden.
Zelden zal men een dergelijk voorjaar heb
ber. gehad. Maar misschien kan er nog ver
betering in de vangsten optreden.
F A R1 KA AT I N.V. „ONDER ON»" D* KRIM <0.>
Een belangrijke kwestie, die reeds jaren
lang hangende is, en waarvoor veel moeite
is gedaan haar tot een goed einde te brengen;
schijnt nu haar oplossing te naderen.
We bedoelen die van den steun aan de ge
dupeerden der afsluiting van de Zuiderzee.
Deze gedupeerden werdi/.i tot dusverre alleen
geacht te zijn de personen, wonende aan den
rand van de voormalige Zuiderzee, tot den
afsluitdijk als grens.
Wie daar benoorden woonden, werden er
niet toe gerekend.
Nu, eindelijk, schijnt men tot het inzicht
te komen, dat deze grens verder diende te
worden getrokken. De vergadering, op Texel
gehouden, heeft de hoop gevoed, dat er ten
gunste van ook deze gedupeerden zal worden
beslist.
Veel onbevredigends zal daardoor worden
weggenomen, al krijgt men er niet door terug
datgene, hetwelk aan productie in de
Waddenzee door de afsluiting is teloor
gegaan.
Naast dezen directen steun komt dan op
den voorgrond te staan, dat gepoogd dient te
worden in de Waddenzee de productie van dat
watergebied op te voeren.
In de eerste plaats denken we dan weer
aan de oesterteelt.
Het is in Zeeland gebleken, dat er met het
zaaien van Fransche oesters, veel is te be
reiken. Men heeft een meer gezonden oester
stand ermee verkregen, zoodat het geenszins
ondenkbaar is, dat de oestercultuur weer den
stand van vroeger in Zeeland zal bereiken.
Is er nu niet een mogelijkheid de overheid
ook te interesseeren voor den oesterstand in
de Waddenzee?
Waarschijnlijk dat deze overheid er meer
voor zal voelen nu er in Zeeland, door haar
bemoeiing, zulk een .uitstekend resultaat is
verkregen
Het zal dan toch de autoriteiten een groote
genoegdoening zijn geweest, dat hun initia
tief zoo'n succes heeft gehal, zoodat er voor
haar nu ook een dankbaar arbeidsveld ligt in
de Waddenzee, waardoor misschien bereikt
kan worden, dat aan velen rond dat gebied
een bestaan kan worden verschaft.
Het kan een eerezaak zijn om niet alleen
direct te steunen, maar voor de toekomst het
geslacht, dat van dien steun niet meer zal
profiteeren, een mogelijkheid te hebben ge
schapen in eigen onderhoud te voorzien.
Zou het bezwaar ontmoeten, dat de Wadden
oester te veel concurrentie zou geven aan
den Zeeuwschen oester?
Na dezen depressietijd, die het critieke
punt schijnt te zijn gepasseerd, komt er
waarschijnlijk weer koopkracht in die landen,
die grootafnemers zijn van de oesters en dan
zal er ook plaats zijn voor de Waddenoester,
zoodat van concurrentie nauwelijks meer zal
kunnen worden gesproken.
In de tweede plaats denken we aan den
waddenmossel. Nog altijd is het mosselzaad
uit de Waddenzee een sterk gevraagd artikel
om den mosselstand in de Zeeuwsche stroo
men op peil te houden. Belangrijke afzet van
den Waddenmossel is er in den handel niet.
Daarvoor zou dus terrein gevonden moeten
worden.
Verleden jaar is er aan den waddenmossel
een kansje gegeven zich op den binnenland-
schen afzet te werpen. Immers voor dezen
mossel waren de acht noordelijke provinciën
gereserveerd, terwijl de drie zuidelijke provin
ciën als terrein voor den Zeeuwschen mossel
waren toegewezen.
Nu zijn ook deze acht provinciën weer voor
den Zeeuwschen mossel opengesteld.
Maar het zou toch mogelijk zijn, dat de be
paling van verleden jaar weer van kracht zou
worden.
Natuurlijk kan men in een jaar tijd geen
terrein exploreeren zoodanig, dat er 100 pet.
succes wordt bereikt. Dit eischt nu eenmaal
veel tijd, moeite en kosten. Het komt er dus
op aam, dat tijd wordt gelaten en dat er gel
den ter beschikking staan om den wadden
mossel in deze provinciën te introduceeren.
De moeite zal men er rond de Waddenzee
wel voor over hebben.
De voorbereidende tijd kan worden verleend
door de overheid; het benoodigde kapitaal kan
misschien door de overheid worden verstrekt
op een basis, die geen zware lasten op de
overheidskas zal leggen. Het geld zou
immers kunnen worden verstrekt als leening
op langen termijn met bepalingen van gelei
delijke aflossing en heel lage rente.
De grondstof om een mosselcultuur in de
Waddenzee op te bouwen is aanwezig. Men
dient dus de genoemde bezwaren tegemoet te
komen. En, waar overheidsbemoeiing voor
velerlei zaken wordt toegepast, is het geen
ongeoorloofde wensch om voor de Wadden
zee randbewoners eveneens hulp te vragen.
De zaak zelf lijkt ons voor verwezenlijking
vatbaar.
Wis en zeker, juffrouw Kalker
Door een bewoonster van de Tuinstraat is
bij de politie de klacht geuit, dat door een
buurvrouw lasterpraatjes over haar zijn rond
gestrooid.
De politie zal onderzoeken in hoeverre dit
op waarheid berust.
Openbare dronkenschap.
Gistermiddag werd de Nieuwstraat opge
luisterd door de verschijning van een man, die
in kennelijken staat van dronkenschap ver
keerde.
Hij werd ter ontnuchtering tijdelijk in het
politiebureau opgesloten.
Vrjjdag 12 Mrt. is.28 uur
Vergund om naar Nederland terug tekee-
ren aan den luitenant ter zee der 3de klasse
W. van Son.
Bevel opgedragen aan Overste
Van Straelen.
Bjj Koninklijk Besluit van 10 Maart 1937 is
bepaald, dat Hr. Ms. pantserdekschip „Gelder
land", thans in dienst opgelegd te Willems
oord, op den 18en Maart in actieven dienst
zal worden gesteld. Met ingang van dien da
tum is het bevel over dezen bodem opgedra
gen aan kapitein-luitenant ter zee P. B. N.
van Straelen.
Wij lezen in „Onze Vloot":
Een onzer leden, de heer P. Mulder, te Rot
terdam, zendt ons een beschouwing van den
bekenden schrijver over marinezaken, Hector
C. Bywater, ontleend aan no. 51 van het En-
gelsche tijdschrift „Shipping-Wonders of the
World", en getiteld:
„THE DUTCH EASTINDIES SQUADRON
HET NEDERLANDSCH-INDISCH
ESKADER",
hetwelk wij hier vertaald weergeven:
„Het Nederlandsch-Indische Eskader is
niet krachtig genoeg om de uitgestrekte en
waardevolle Oostersche gebieden onder Ne
derlandsche vlag zooals Java, Sumatra en
Borneo zonder hulp te verdedigen tegen
een eersterangszeemogendheid. De strategi
sche functie van dit eskader in geval van oor
log zou moeten zijn een vijandelijke aanvals-
macht te belemmeren en zoo mogelijk van
het lijf te houden, totdat hulp van een sterke
bondgenoot verschijnt.
Eigenlijke slagschepen bezit de Nederland
sche marine niet, de eenige pantserschepen
zijn drie kustverdedigingsschepen van pl.m.
5000 ton en bewapend met 28 en 24 cm ka
nonnen. Deze schepen zijn verouderd en wor
den hoofdzakelijk gebezigd voor oefenings
doeleinden. De grootste schepen der vloot zijn
de kruisers „Java" en „Sumatra", zustersche
pen van 6.670 ton, met een snelheid van 31
zeemijlen en een bewapening van 15 cm. ka
nonnen. Kort geleden is daar een nieuwe
kruiser aan toegevoegd, „De Ruyter", met
iets minder tonnage, doch met grooter snel
heid, welke 7 15 cm kanonnen bezit.
Een belangwekend schip, dat nog in bouw
is, is de flottieljeleider „Tromp", die een ge
heel nieuw ontwerp belichaamt. Dit schip
heeft een gewicht van 3350 ton, een gecon
tracteerde snelheid van 32.5 zeemijlen en is
bewapend met 6 15 cm kanonnen, tien stuk
ken automatisch antiluchtvaartgeschut en zes
torpedolanceerbuizen.
Voorts zijn er acht moderne torpedoboot-
jagers en een zelfde getal torpedobooten, be
nevens een aantal kleine, maar goed bewa
pende flottieljevaartuigen en kanonneerbooten
en negen mijnenleggers.
De onderzeebootflottielje is buitengewoon
sterk, immers deze bestaat uit 29 booten,
waarvan de meeste modern van constructie
zijn. De grootste onderzeebooten werden op
stapel gezet in 1935 en hebben een opper
vlaktewaterverplaatsing van bijna 1100 ton,
een snelheid van 20 zeemijlen en een torpe
dobewapening van 8 lanceerbuizen.
Het Europeesche personeel der marine telt
aan officieren en minderen 7700 koppen en
bovendien een groot aantal „inheemsche"
schepelingen die dienen op het Oost-Indische
Eskader.
Nederlandsche zeelieden behooren tot de
beste van de wereld en om deze reden moet
de defensieve waarde van de Nederlandsche
Marine niet uitsluitend worden berekend be
rekend naar het getal en de bewapening
harer schepen".
Uit het bovenstaande oordeel blijkt: le. dat
men in het buitenland de Nederlandsche Ma
rine niet beschouwt als te verwaarloozen fac
tor en 2e. dat de volgorde in urgentie voor
wat de uitbreiding van het zeegaand mate
rieel betreft, eerst de kruisers aan de beurt
komen, daarna jagers en daarna onderzee
booten.
26 Juni 1897—1937.
1 Juli a.s. zal het veertig jaar geleden zijn,
dat Hr. Ms. „Edi' 'te Vlissingen in dienst werd
gesteld, gebouwd bij de Kon. Mij. „De Schelde"
aldaar.
Op 26 Juni d.o.v. vertrok Hr. Ms. „Edi" uit
Hellevoetsluis met een bemanning van 70 kot>-
pen. r
Niets bijzonders zult ge allicht zeggen, doch
het comfort aan boord van een tegenwoordige
onderzeeboot biedt meer gemakken dan zoo'n
scheepje. Het leven destijds van een .vierde
klasse zooals de „Edi", was dan ook geluk
aan het leven van een thans modern oorlogs
schip, verre van dat.
Voornamelijk de voeding, betaling en de
verzorging liet veel te wenschen over Ver-
versching werd ingenomen als het schip een
haven aandeed, voor de rest werd volstaan
met blikkenkost en hard brood. Ofschoon er
een bakkerij aan boord was, werd één of twee
maal per week versch brood verstrekt zoo
ver dat genietbaar was; van passagieren op
reis geen sprake, enz., 'b.v. meer dan een half
jaar op Noord Nieuw-Guinea doorgebracht
was van verversching nimmer sprake
Tenzij de Zendeling van Hasselt voor Rn
Zilverlingen den Secretaris een kapstok (san
pie) verkocht. Gewoonlijk kwam de geheele
bemanning er aan te pas om eerst het sapp e
met de noodige waschljjnen te vangen Het
werd dan onmiddellijk plaatselijk geslacht en
gebracht"1 de S'°ep boord
Nochtans trots dat harde en geestdoodende
leven waardoor je niet verwend werd in
tegendeel vierde vriendschap en de kameraad"
schap onderling van hoog tot laag, h00gt
Men kon op elkander vertrouwen, een kostelhk'
goed. Dat vergoedde veel, zelfs zeer veel.
Natuurhistorisch Museum. Elke weelp
eiken Woensdagmiddag van 3—6 uur, eiketJ
Zaterdagavond van 7—10 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 8lo UUr
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Zaterdag 15 Maart.
Musis Sacrum, 8 u. Bal-Masqué. Dansinatl-
tuut „Polak".
Casino, 8 u. Revuevoorstelling „Zoek de zo«
op".
Zondag lk Maart.
Casino, 8 u. Revuevoorstelling „Zoek de zon
op".
Maandag 15 Maart.
Casino. Tentoonstelling Wereldbibliotheek,
Berichten uit het „Vliegend Blad",
thans „Heldersche Courant", Dagblad
voor Den Helder en omstreken.
(Op rijm gezet door Jan Mens.)
In de oude tijden kwamen,
Ook de buren bij elkaar,
Om een beetje te gaan roddelen,
En de koffie stond dan klaar.
Heel gezellig werd gebabbeld,
Voor de koffie zorgde Griet,
Maar hoe schuin ze ook de pot hield,
Dezen keer toch schonk ze niet.
Griet probeerde met een haarspeld,
Stak deez' even in den tuit,
Om de dik iets te verwerken,
Maar er kwam geen druppel uit.
Toen de deksel van de kan af,
Wat ze toen zag was een strop,
Want haar fijn gezette koffie,
Dreef een dikke kikker op.
Alle buren werden bleekjes,
Met een lachje sprak buur Griet:
Als je zoo nauw kijkt, geloof me,
Heusch, dan komen wij er niet
Uit Nieuwediep:
Een paar nette jonge mannen,
Van 't machine personeel,
Vragen een paar nette dames,
Zacht humeur, en liefst niet scheel.
Om het Kroningsfeest te vieren,
't Zou beslist gezellig zijn,
Maar de Nieuwediepsche schoonen,
Vonden 't aanbod minder fijn.
En het antwoord van de damës,
Dat behelsde dan ook dit.
Dat ze zich niet lieten lijmen,
Door een gewone Oliepit.
Zou in dezen tijd, bij 'n aanbod,
Door een Oliepit gedaan,
't Antwoord ook door onze schoonen,
In hetzelfde teeken staan?
Op dezelfde Kroningsfeesten,
Waar ik eerder over sprak,
Klom een man van tachtig jaren,
Eventjes op zijn gemak,
In een mast, die voor een wedstrijd,
Speciaal was neergezet,
Kwam beneden en sprak lachend,
Is die even voor zijn pet?
Het publiek was vol verbazing,
En men sprak, dat is toch grijs,
Maar de „Ouwe" zei, dat kan wel,
Maar ik heb den eersten prijs.
(Wordt vervolgd.)
Op verzoek heeft zich een commissie ge
vormd, bestaande uit W. C. Waalwijk, Vincent
van Goghstraat 17, Amersfoort en onderge-
teekende.
Zij stelt zich voor, dit vertrek 40 jaar geleden
onderling te herdenken, door alle opvarenden
ongeacht rang of stand samen te doen komen
in het midden van ons land en wel op huize
„Oranjehof" te Soestdijk, op Zaterdag 26 Juni
a.s. om dat vertrek en de belevenis aan boord
van dien bodem nog eens voor den geest terug
te roepen, onder ernst en luim.
Velen zullen reeds zijn overleden, gesneuveld
of door ouderdom of ziekte zijn verhinderd.
Met het bovenstaande, doe ik een dringend
beroep op alle oude „Marineklanten" welke
destijds op de „Edi" hebben gediend ons de
noodige adressen te verschaffen.
Zij die voor dit samenzijn op dien dag iets
gevoelen, kunnen zich daartoe opgeven bij W.
C. Waalwijk voornoemd, K. Kimstra, Brou-
wersdijk 183a, Dordrecht, J. Reidsma, Coosjes
Buskenstraat 42, Vlissingen, C. P. Korndörf-
fer, Langestraat 114, Den Helder en onderge
tekende, allen opvarende destijds van Hms.
,Edi 40 jaar geleden.
J. VAN BAERLE,
Middelwijkstraat 42 Soest.
De „Coventry" en „Curley" zij"
In drijvende luchtdoelbatterijen her
schapen.
h P™ woral in de Middellandsche Zee over
van h ucbtdoelgeschut ter bescherming
beschiuJl vteg:en luchtaanvallen te kunnen
ventrv" heeft Engeland de kruisers „Co-
luchtdoelbattëriÏÏey" V6randerd 111 dnjV6nde
knnnnf'k !dezer knjisers van 4300 ton, die 30
van ai! open, zijn 30 luchtdoelkanonnen
knnna„ sPeciale constructie opgesteld. Zij
kelen (.een..^eer Sroote vuursnelheid ontwik-
muniH» erwy' over een enorme hoeveelheid
sers vnn beschikt. Tevens zijn deze krui-
ten hinnrZ'en van toeetellen om onderzeeboo-
steiien er.eeï, bePaald rayon te kunnen vast-
maf Ha j Engelsche vlootdeskundigen zijn
sul ta fan r de beide kruisers verkregen re-
zullen „Zee,r tevreden. Behalve in open zee
wiizen vf« °j Zeer £oede diensten kunnen be
rinebases verdediging van havens en ma-
kruuPPStWaarsc'li-'nIi-'k zullen de genoemde
vlootrav,aaü de 20 Mei te Spithead te houdea
vlootrevue deelnemen.