Stadsnieuws Prélude Maandag 22 Maart 1937 Benoeming De mail voor Hr. Ms. „Hertog Hendrik" Bij het laatste Marine-Concert Een origineele prijsvraag Feestavond M-S.V. „Zeemacht" Louis Bannet and his adventurers Heldersche Courant Intellectvoorstelling Tweede Blad Bij de zonnewende Marine kampioens-wedstrijden HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de meeste andere. Bij beschikking van den Minister van Defen sie, is onze vroegere stadgenoot, de heer C J Böhm, met ingang van 1 April a.s., benoemd tot Administrateur bij de Militaire Verole gings-Inrichtingen te Middelburg. Vanavond 20.55 uur de laatste verzending. Wij maken er onze lezers op attent, dat de laatste postverzending voor Hr. Ms. „Hertog Hendrik" vanuit Den Helder zal plaatsvinden hedenavond 20.55 uur. Alle stukken moeten worden gefran keerd met het buitenlandsch tarief. Een programma, dat een volle zaal vereischt. Een nieuwe marsch van den heer Leistikow. Woensdag a.s. zal in Casino het laatste en dus laatste Marine-Concert door het Symphonie-orkest van het Stafmuziek korps der Koninklijke Marine plaats vin den en bij het naslaan van het pro gramma kunnen wij niet anders schrijven, dan dat dit concert een der mooiste van de geheele serie belooft te worden. Voor de pauze gaat als eerste nummer de Ouverture naar motieven van het zangspel „Olysses" M. Petri, L. H. F. Leistikow en vervolgens het Viool-Concert van Max Bruch, bestaande uit de deelen allegro moderato, adagio, finale en allegro energico. In dit concert zal men Ferdinand Helmann op zijn best kunen hooren, al is het niet de eerste maal, dat hij hier ter stede optreedt. Het lijkt ons, gezien de buitengewone reputatie, die Helmann geniet, overigens onnoodig te wijzen op zijn verdiensten. Hun, die Woensdagavond aanwezig zijn, wacht in ieder geval een avond van groot kunstgenot. Na de pauze krijgt men te beluisteren het prachtige symphonische gedicht van Franz Liszt „Les Préludes", waarover wij in ons nummer van Vrijdag reeds een beschouwing opnamen. Vervolgens Mascagni's fantasie „Cavalleria Rusticana", een even oud als geliefd nummer en waaraan de liefhebber van schoone medo- dieën en bekende aria's z'n hart ruimschoots ophalen kan. No. 5 is de marsch „De Vice-Admiraal", Marche Militaire van L. H. F. Leistikow. Dezer dagen is de kapelmeester in audiën tie ontvangen bij vice-admiraal Kruys, welke met bijzondere belangstelling van de compositie heeft kennis genomen an deze welwillend heeft aanvaard. Het laatste nummer, waarmede reeds ge durende vele jaren de serie besloten wordt, is het „Oude Wilhelmus" van Valerius. Een programma alzoo, dat zeker voor een volle zaal uitgevoerd zal worden. De Beva-Fabrieken te Almelo hebben de aardige gedachte gehad aan den verkopo van haar vakkleeding een zeer interessante prijs vraag te verbinden. „Een week vacantie voor U en Uw gezin" luidt de aanhef van haar mededeeling, en geheel op kosten van de Beva-Fabrieken. Voorwaar een buitenkansje voor diegenen, die hiervoor in aanmerking mogen komen. In elke provincie zal één gezin een prettige vacantie kunnen verwachten. Elf hoofdprijzen en meer dan 100 troostprijzen zijn ter beschikking. Wat men moet doen om tot de gelukkigen te behooren? Hiervoor verwijzen wij U naar de in dit Diaa voorkomende advertentie van de Beva Fabrie ken. In alle .opzichten geslaagd mag zeker ge noemd worden de jaariyksche feestavond van ^n"e-sP°rtvereeniging „Zeemacht", welke Zaterdagavond gehouden werd. in de^ gezellige en met smaak versierde „Lasino"-zaal werd een fleurig programma op vlotte wijze afgewerkt. Geen lange pauze's tusschen de nummers, maar een ononderbro ken handeling, zooals we dat van de Ameri- kaansche revue-films kennen. Aan het wel slagen va.n den avond droeg mede bij, een uit 9 muzikanten bestaand ensemble van leden der Marinekapel o.l.v. den heer J. J. Bijster. Door een en ander was en bleef de stemming er in, wat ook de bedoeling was. Dat zaal en balcon dicht bezet waren, het behoeft haast geen betoog. Het Heldersche kwartiertje was reeds lang verstreken, toen de heer J. J. De Rooij, de voorzitter, den avond opende door een hartelijk woord van welkom uit te spreken. In de eerste plaats aan Z.E. Vice-Admiraal Kruijs, den Commandant der Marine; verder aan Burge meester Ritmeester, wiens eerste kennismaking dit was met^de M.S.V.; verschillende comman danten van maritieme inrichtingen en schepen en tenslotte een speciaal woord aan het eere lid Stam, die een reeks van jaren de vereeni- ging op zoo voortreffelijke wijze geleid heeft. Het programma werd begonnen met een plastischen stand, die mede door kleurige lichteffecten niet naliet te imponeeren. Aan rek en brug gaven toen een 3-tal leden een kranig staaltje van hun kunnen. Was het gymnastiek of acrobatiek In elk geval waren de verrichtingen bewonderenswaardig door durf, kracht en lenigheid. De heer Vellerman met zijn oolijke snuit zorgde daarna „in een praatje en een liedje" voor de vroolijke noot, wat hem best toevertrouwd was. Later verscheen hij nog eens ten tooneele. Het edele en artistieke sabelschermen werd gedemonstreerd door 2 linksche schermers: sergt.-adelborst Hordijk, drievoudig kampioen floret, degen en sabel (op de laatstgehouden Marine-kampioenswedstrijden), contra sergt.- adelborst Van Leeuwen. Deze partij werd ge secondeerd door 4 adelborsten en o.l.v. den sergt.-majoor der mariniers Overweg, hoofd- scheidsrechter. Het was uitstekend werk, wat we zagen, waarin behendigheid en concentra tie den boventoon voerden. Dit gold ook voor een bokspartij over 3 ronden, welke daarop volgde. Het laatste nummer voor de pauze luidde: Antipoden (tegenvoeters), een no. gymnastiek, welke het auditorium van de eene lachbui in de andere deed vallen. Aardig bedacht en ten volle geapprecieerd. Na de pauze: „Weetikwatskie Redivious", een muzikale spectakelscène in 1 acte, of te wel een repetitie van een orkest onder leiding van directeur Maatstok, wat de gemoederen een half uur lang bezig hield. Wat deze dames en heeren, gekleed in meerendeels on gewone costuums. en dwaas geschminkt, het publiek aanboden, kan men waarschijnlijk wel begrijpen. De arme Maatstok had het hard te verduren en slaagde er maar ten halve in zijn opstandige musici tot reden te brengen. Het was een waardig slot van een echte Zeemacht"avond en de medewerkenden had den dan ook een hartelijk woord van dank in ontvangst te nemen. Het was omstreeks 11 uur, toen de zaal ge ruimd werd voor het bal, dat de aanwezigen ongetwijfeld nog geruimen tijd bijeen zal heb ben gehouden. Men schrijft ons: De naam Louis Bannet, we herinneren hem nog als de tweede trompetist van Louis de Vries, was reeds voldoende om ons, met de hoogste verwachtingen vervuld, naar Casino te begeven. En onze verwachtingen zijn zelfs overtroffen! Wat Louis Bannet ons bood, was jazz in de uiterste perfectie! De standaard-bezetting van de band, piano, trompet, saxophone trio, string bas, guitaar en drum, zouden reeds voldoende geweest zijn om van een uitstekend ensemble te spreken. Doch daarby kwam ook nog, dat alle bandleden ver schillende instrumenten opvallend goed wisten te bespelen, waardoor een afwisselend geheel verkregen werd. Louis Bannet stak persoonlijk boven de overige bandleden uit door zijn fenomenale trompetvertolking. Het groote shownummer van den avond vormde een „Ajourney round the world", waarbij op komische wijze gedemonstreerd werd, hoe de bekende schlager „The music goes round and around" in de verschillende landen gespeeld zou worden. Hierbij was het Ooster- sche gedeelte, waarbij de le alt, Henk Koning, enkele heel goede goocheltrucs demonstreerde, wel het meest geslaagde. Louis Bannet and his adventurers hebben door hun eerste optreden in Den Helder een uit stekenden indruk achtergelaten en zij vormen één van de beste bands, die wij den laatsten tijd gehoord hebben. „Instinct en Verstand". Zondagmorgen heeft in het Rialto-theater de intellect-voorstelling plaats gevonden, ge titeld „Instinct en Verstand", een film, ver vaardigd door de afdeeling documentaire films der UFA, onder regie van Dr. Ullrich K. T. Schutz en Wolfram Junghans. Wij hebben meermalen op deze plaats onze verwondering geuit over het feit, dat als in tellect-film aangekondigde rolprenten, achter af slechts films bleken te zijn, die weliswaar min of meer buiten het gewone genre vielen (d.w.z. buiten het kader van den garde-luite nant, de juffrouw met de mooie beenen en slijmerige romantiek), doch die anderzijds niets, maar dan ook niets met Intellect films te maken hadden. Evenwel, deze zoogenaamde vertegenwoor digers van dit soort bleken hoogelijk in den geest van het publiek te vallen. Herhaaldelijk waren de bioscoop-zalen tot de laatste plaats bezet, zoodat men zich als objectief waarne mer gaat afvragen wat ons plaatselijk intel lect nu wel eigenlijk op deze Zondagmorgen voorstellingen zoekt. Gistermorgen, als uitzondering, een 100 Intellectvoorstelling en wij meenden oprecht, dat de belangstelling van dien aard zou zijn, dat Rialto te klein zou blijken. Doch o peillooze problematiek van den hedendaagschen kino-bezoeker; daar waren welgeteld enkele honderden bezoekers, zoodat deze intellect voor den desbetreffenden exploi tant een strop werd. In gemoede vragen wij echter: sliep ons plaatselijk intellect? Was het verhinderd door duizend-en-één omstandigheden Was het de Lente, die men was gaan zoeken? Ook nu kostte het een kwartje, maar dit bedrag was niet in staat de kleine duizend bekende ge zichten bij elkaar te brengen. Er is maar één mogelijkheid: dat men voor een kwartje w e 1 een film wil zien, doch geen film, waar men inderdaad iets van leeren kan. Een eenigszins droeve ervaring, als wij her inneren aan het feit, dat eenige jaren geleden een intellect-voorstelling, getiteld „Geheimen uit het Kloosterleven" liep en dat twee thea ters hiervoor bijna te klein bleken... Om 't „intellect" te herbergen. Een-'eenigszins. lange injeiding, doch ..die. ons noode van het hart moest. Wat de film betreft, de aanwezigen, waar schijnlijk de ware liefhebbers der natuur, heb ben anderhalf uur genoten van een productie, die waarlijk tot in ieder detail leerzaam was en dat zoowel voor den leek als voor hem, die er reeds iets meer van wist. Im groszen Ganzen krijgt men een uitbeel ding van datgene, wat bij het dier instinct ge noemd wordt, doch dat uit menschelijk oog- put dikwijls het zuiver-verstandelijk op frap pante wijze benadert. Zooals wij reeds schre ven, hebben tal van dieren inderdaad besef vap schoonheid en doelmatigheid van hun be wegingen en bestaat er tusschen lichaams bouw en functie een innig verband. Dit nu krijgt men in deze UFA-film te zien en dat op een wijze, die alleszins eervol te noemen is voor de beide mannen, die haar op namen. Daar moet een grenzenloos geduld ge weest zijn en... een grenzenlooze liefde voor het onderwerp. Men moet zien met welke hartstocht voor het metier daar honderden en honderden die ren gefilmd zijn, hoe zij leven en hoe zij zich handhaven. En steeds weer treft het, hoe juist men dit alles demonstreert, hoe men het In den nacht van Zaterdag op Zondag is de Lente gekomen. Lente, een woord, wat haast niet meer past in dezen tijd, die ten onder gaat aan zijn gemis aan poëzie, en zijn hiaat van eenigerlei geeste lijke verdieping, dédr, waar het de dingen van Gods eigen natuur betreft. Lente... die kwam in den nacht: een Maart - sche nacht, zacht van geuren, duister als een fluweelen mantel, die over de huizen gewor pen was, mild van belofte, teeder van onuit gesproken verlangens naar het leven. Daar was stilte over alle straten. Hoog aan het hemeldak hingen de sterren. De sterren die er altijd zijn en op hun wijze kwamen vertellen van het oude sprookje, waarover wij in de oude boeken lezen. De sproke van het nieuwe leven, het verhaal van den mensch, die zich zelve weer gaat vinden, en die afrekent met al het neerdrukkende, al het droeve en al het on waardige van den langen, langen winter. En des morgens kwam de zon door, maar het werd geen feest van over de landen en straten wegscheerende lichtfacetten. Het werd geen bachanaal van dronken gelukskinderen, die zich in het kostelijk lentelicht konden wer pen en zich verzadigen aan het langgemiste. Daar waren de nevels, die uit de vochtige aarde kwamen rooken, die als vale sluiers uit de weilanden trokken, over de duinen zweefden, en zich verloren boven een grijze zee. En er was eenzaamheid, waar men kwam. De eenzaamheid, die men zoekt in deze dagen en die, wonder van het leven, zoo ein deloos melancholiek kan maken. Dan komt het licht van den morgen, ijl en diffuus. Het speelt in de sloten naast de wei landen, het verft het jonge gras met de eerste streken groen en geel en het stoeit in den groe- zeligen walm van een nawinterschen schoor steen. Het licht, dat uitbarst van achter de wolken, die nu laag hangen over de aarde, dat als een lieflijke hand het jonge leven daar buiten komt streelen, het opbeurt, het den moed geeft om het begin van de schepping te aanvaarden. Er is geen zon, maar er is licht. Een ont zaglijk licht, dat van horizon tot horizon uit gegoten wordt, waarin de mensch zich duizelig gaat voelen, waarin hij vreest verder te gaan. Zóó groot is de overdaad. Het leven ontwaakt. Bij den mensch, die zich nu gaat ontworste len aan den klemmenden band van de licht- looze dagen, die hem maanden en maanden in zijn ban hield. Het is de verheffing van den mensch boven het pessimisme, dat zoo zeer van dezen tijd is, het is zijn overwinning van al het onschoone, al het zwoele van den eindeloozen winternacht, het is het begin van den moed, die met het licht en met de Lente gekomen zijn, de moed om het leven lief te hebben, en het niet te misbruiken. Zoo vergaat de dag. Een grijze dag, in den middag triest en zon der zon. Over de duinen liggen nog steeds de sluiers, van top tot top, in ieder dal. Ze bedekken het jonge groen, dat de grauwe valleien in een len- telijk kleed al had gestoken, en ze maken van de heuvels onbestemde, vormlooze reuzen, waarop het helm staat te zwaaien. Het zijn als angstaanjagende reuzen, die opstaan uit een schimmenrijk. Aan het strand is de eenzaamheid volkomen. Aan de horizon een onbekend schip, waarvan de rook een veeg aan den kim geeft, die niet verdwijnt, want het is windstil. Kilometer na kilometer rijen zich de duinen. Grauw dichtbij, en zich verliezend in grijze verten. Meeuwen cirkelen langs de strandlijn, blank en sierlijk. Zij zwierven den heelen dag daar, van de duinen naar de zee, onvermoeid. Zij hebben het w 1 gevoeld, de belofte van dezen dag, en zij drinken zich w 1 vol aan den overdaad van puur licht, dat de wereld overstroomt. De golven komen aanruischen. Het schuim raffelt in doorzichtige vlokken weg, even op genomen door de zeebries, die teeder speelt in de millioenen doorzichtige kristallen van de vlokken. Een enkele maal speelt het licht er in: dan trillen daar de vele kleuren in, en de schuimflarden worden zeldzame diamanten slingers, die zich aan den zeezoom hechten. In de stad is het in den namiddag stil. Er zijn er niet veel geweest, die de Lente, de schoone zonnewende, tegemoet gegaan zijn, iets hebben trachten te ontwarren van het eeuwige raadsel, het eeuwig aangrijpende in de natuur. Vanuit een open raam komen de klanken van muziek: muziek, juichend, stralend, aan grijpend van klaarte. Muziek, die vertelt op dezen Palm-Zondag van den grootsten Mensch van deze wereld, van Zijn lijden en overwinning, zóó diep-men- schelijk, zóó vol van het schoonste idealisme, dat slechts enkelen uitverkoren zijn ten volle te beseffen het universeele van deze bood schap. Maar zij, die het gehoord hebben en be grepen, voor hén was deze verloren Lente dag geen verlies. duidelijk maakt ook voor den outsider. Een goede film, die ons het dier toont niet als een minderwaardig wezen, doch als een bewoner der schepping, die op zeker niet min der doeltreffende wijze zijn plaats op dit ondermaansche inneemt. Jammer, dat het plaatselijk intellectualisme, dat is het overheerschen van 't verstandelijk element in de waardeering van den mensch, niet van dien aard bleek te zijn, dat het acte de présence gaf. In geweer-, sabel-, degen- en floret- schermen en voetballen. Tegen den tijd, dat de winter ten einde loopt, de dagen dus langer, worden, en het weer gunstiger wordt en de sport in de buitenlucht de aandacht komt vragen, wordt het winter seizoen bij de Marine besloten met het houden van wedstrijden in de bovengenoemde num mers. Tegelijkertijd organiseert de M.S.V. „Zee macht" boks- en worstelwedstrijden. Deze wedstrijden kunnen zich in een groeiende belangstelling verheugen. Elk jaar neemt het aantal deelnemers toe. Hieronder volgen de uitslagen: SCHERMEN. Floret (Finale) 13 deelnemers. 1. (Marine-kampioen 1937) Serg.-adelb. R. J. Hordijk met 5; 5. 2. Serg. d. Marns. Etteger 4; 7. 3. S.-maj. der Marns. Oles 3; 8. 4. Korpl d. Marns. Baven 2; 10; 5. Sergt.-adelb. N. L. v. Leeuwen 1; 12 en 6 milicien Koopman met 0 gewonnen partijen; 15 ontvangen treffers. Degen. Klasse A. (12 deelnemers). 1. (Marine-kamp. 1937) Sergt.-adelb.h. R. J. Hordijk 8; 3. 2. Luit. ter zee 2e kl. G. P. de Lange 8; 3. 3. Serg. d. Marns. Etteger 7; 4. na barrage met 4. Serg.-adelb. v. Leeuwen 7; 4. Klasse B. 15 deelnemers. 1. Luit. ter zee 2e kl. F. W. van Duim 11; 19. 2. Luit. ter zee 2e kl. G. P de Lange 11; 22. 3. Korp.-adelb. J. Gobée 10; 22. Sabel. Klasse A (finale). 9 deelnemers. 1. "(Marine-kamp. 1937) Serg.-adelb. R. J. Hordijk 8; 19. 2. Luit. ter zee 2e kl. C. F. v. Amsterdam 7; 17. 3. Serg. d. Marns. v. Ette ger 6; 23. Klasse B. 30 deelnemers. 1. Sergt. d. Marns. Stam 7; 8. 2. Korp.-adelb. Vermeyden 5; 15. 3. Korp.-adelb. Leeksma 5; 17. Geweer. Klasse A. 10 deelnemers. 1. Sergt. d. Marns. B. Stam (Marine-kamp. 1937). 2. S. Molenkamp 6; 13. 3. Korp. d. Marns. Baven 6; 16. Klasse B. 9 deelnemers. 1. Marinier E. Ooft 7; 10; 2. J. H. Vloswin kel 7; 12 3. L. H. Geluk 7; 13. De door den Marine-Commandant extra uitgeloofde prijs voor den best geplaatsten schermer werd gewonnen door den sergeant- adelb. R. J. Hordijk, die op overtuigende wijze kampioen werd op sabel, degen en floret. Een uitstekend schermer. 9) Ze pakte haar koffertje uit het bagagenet. Eenige reizigers stapten gehaast de coupé bin nen. Moest ze er nog uit? Dan mocht ze wel voortmaken, de trein stond op het punt om weer te vertrekken. s Besluiteloos stond ze een oogenblik daarna op het steeds stiller wordende perron. De trein zette zich stootend en ronkend in beweging. Even keek zij het wegrijdende ge vaarte na alsof het iets, dat haar heel dier baar was, van haar meenam... Toen zocht ze naar den uitgang. IV. Wanneer je jong. vol overmoed. Graag zélf de wereld regeert Leef je in waan en de werk lijkheid komt Als het leven 't je ènders leert Dat zijn wensch zoo spoedig in vervulling zou gaan, dat had de oude bankier Beerens niet durven hopen. Het had hem onbegrijpe lijk toegeschenen wat zijn jongen hem. een paar dagen na het onaangename onderhoud, dat ze te zamen hadden, was komen mede- deelen. Zijn vrouw was weggegaan om hem de gelegenheid te geven, zich met zijn vader te verzoenen...? Zijn zoon had hem, toen hij hem zijn inzicht kenbaar maakte, dat dit natuur lijk niets anders dan een handige comedie was, het door haar achtergelaten briefje getoond... Maar hij liep daar niet in en wat de goed- geloovigheid van Paul betrof, die zou wel overslaan in begrip, als hij vandaag of mor gen hoorde, dat ze het met den een of ander aangelegd had. De hoofdzaak was, dat hg voorloopig van haar af was en als ze op zou komen dagen, zou hij haar wel aan het ver stand weten te brengen, dat ze al haar rech ten op zijn zoon verspeeld had. Vrijwillige ver lating, kon je nog mooier hebben? Paul had zich weer met hart er. ziel aan zijn studie gewijd, maar toch ontging het zijn vader niet, dat zijn gedachten zich onop houdelijk bezighielden met de vrouw, die hem, toen hun ellende het hoogtepunt bereikt had, alleen gelaten had. Hij liet geen oogenblik ongebruikt voorbijgaan om zijn jongen dit laatste onder het oog te brengen, in de hoop daar uiteindelijk mee -te bereiken, dat hij de ijverige nasporingen naar zijn vrouw zou staken. Hoe meer de tijd verstreek, des te geringer de kans immers werd dat ze terugkwam. Ze had waarschijnlijk een andere bestaansmoge lijkheid gezocht en was het avontuurlijke hu welijk met zijn zoon misschien reeds vergeten. Totdat de een of ander haar zou aanraden daar goede munt uit te slaan... Hij hoopte bijna dat dit zou gebeuren, dan kon zijn zoon eens zien met wat voor een soort vrouw hij te maken had gehad. Misschien zou daarna de goede verstandhouding, die er jaren lang tusschen hen beiden bestaan had, weer terugkeeren. Nu liet die heel wat te wenschen over. De jongen was voor geen enkele toenadering vat baar. Het eenige oogenblik van den dag dat h(j hem zag, was aan tafel en dan zei hij zoo goed als geen woord. Nooit had hy hem zoo stil, zoo terugtrokken gekend. Er was in dat jaar veel veranderd. Het was natuurlijk alleen door de misrekening die hij gemaakt had, want het was moeilijk aan te nemen dat hy zóóveel van die vrouw gehouden had. Hg was immers nauwelijks vijf en twintig geweest toen hij die dwaze streek uithaalde 'n student op dien leeftijd werd toch niet serieus verliefd, gek heid! Als hij maar eenmaal afgestudeerd was, zou hy hem er wel met een zoet lyntje toe weten te brengen, dat hij zijn huwelijk liet ontbinden. En dan moest hg maar eens een poosje op reis, wat nieuwe indrukken op doen. Als hij eenmaal een praktijk had, kwam daar niet zoo veel meer van. Hij bereidde reeds een groot promotie-diner voor, want de resultaten van Paul's studie van deze maanden, wezen er op dat de groote dag spoedig in aantocht was. Voor Diny was de tijd niet al te gemakkelijk voorbijgegaan. Weliswaar had ze een der eerste dagen reeds een betrekking gevonden, zoodat ze op bescheiden wijze in haar onderhoud kon voorzien, doch de nieuwe omgeving, het haar vreemd geworden boek, het voortdurend ca- moufleeren van de omstandigheden, waarin ze verkeerde, drukte haar zoo terneer, dat haar gezondheid daaronder begon te lgden. Veel hartelijkheid ondervond ze van de menschen, een telegraafbeambte met vrouw en vier kin deren, bij wie ze, door middel van een adver tentie, in huis gekomen was. In haar behoefte om iemand te hebben, bg wie ze haar hart koi uitstorten, had ze juffrouw Dekkers alles uil haar leven verteld en zich getroost en opge lucht gevoeld toen deze haar de verzekering gaf, dat ze, zoo noodig, ook nè. de geboorte van haar kindje, bij haar een veilig tehuis zou hebben. Diny hoopte dan echter allang weer bij Paul terug te zgn. Door tusschenkomst van een harer vroegere collega's, die er voor bekend stond een „studenten-vriendinnetje" te zijn, kreeg ze haar informaties over hem. Zoo wist ze, dat hg dacht en nacht studeerde en binnenkort zgn doctoraal kon doen. Een dank baar gevoel doorstroomde haar toen ze die laatste mededeeling ontving. Nu restte haar nog maar een korten tgd van alleen-zgn nu had ze bgna de moeilijke taak, die zij zichzelf opgelegd had, volbracht. Wat had ze er niet voor gegeven om te kunnen weten of Paul ook zooveel aan haar dacht. Of hg met evenveel verlangen haar terugkomst verbeidde... Opeens kreeg ze een beklemmend gevoel. Hij verwachtte toch wel, dat ze terug zou ko men? Hij zou toch niet denken, dat ze voor goed... Ze had hem eigenlgk door niets dui delijk gemaakt, dat het maar voor korten tgd zou zijn, dat ze "wegging. Ze had dat met zichzelf uitgemaakt en er geen oogenblik aan gedacht, dat hij haar heengaan wel eens heel anders op zou kunnen vatten. Hoe had ze het op dat kleine briefje ook weer precies geschre ven? Dat ze hem niet langer tot last wou zijn, dat kon evengoed beteekenen, dat ze geheel en al uit zijn leven wou verdwijnen. Waarom had ze er ook niet aan toegevoegd, dat ze terug zou komen, als... als... Dat ze daar niet^ eerder aan gedacht had. Ze moest hem schrgven, dadelgk óf morgen naar hem toegaan? Neen, dat laatste niet, dat zou alles misschien bederven. Daar was het de tgd nog niet voor. Maar hem schrgven kon ze wel, zonder ver melding van adres natuurlijk. Dat hg zou we- -en, dat ze hier in Den Haag was, bracht hem liet veel verder als hg haar zoeken wou, kis lij dat wou... Niets wees er op, dat hg daar ogingen toe aangewend had. Misschien had hij er ook niet aan gedacht, Jat zij haar meisjesnaam weer zou aanne men. Dit had het vinden van een betrekking vergemakkelgkt omdat op haar getuigschrift „Diny Stalker" vermeld stond. Op het kleine atelier, waar ze werkte, zou hg haar immers niet zoeken en uitgaan deed ze niet... Maar al die overwegingen werden overstemd door het steeds meer en meer toenemende angst gevoel, dat Paul niet meer op haar terug komst rekende Dien avond schreef ze hem. Het was maar een klein briefje van enkele zinnen: Paul, lieveling. Vergeet niet, dat ik terug keer. Ik ben gezond. Als ik kom, jongen, zullen we... met z'n drieën zijn... Daar stond het, dacht ze. Nu zou hg het wetenZe vergat het briefje te ondertee kenen, dat bedacht ze eerst later. Ze had zich gehaast het te posten, bang dat ze, als ze het langer onder haar bereik hield, iets aan den inhoud zou veranderen. Waarom zou ze het het eigenlgk niét laten weten? Het was immers hun kindje, dat ze verwachtte, van haar en van hem... Waarom had ze het toch, toen ze samen zoo gelukkig waren, voor hem geheim willen houden? Was dat wel goed geweest? Ze was destijds bang, dat het zijn zorgen zou vergrooten, maar hoe zou hg er nü tegenover staan? Zou hij er nu wél vreugde over gevoelen? Zij wist niet of ze er goed of slecht aan gedaan had het hem te schrgven. Ze kon het onbestemde voorgevoel van nade rend onheil maar niet van zich afwenden. Drie dagen daarna schreef ze hem weer, nü met vermelding van haar adres... Na veertien dagen had ze nog geen antwoord. In den uitersten hoek van de kraamzaal, vlak bg het groote raam, waardoor de zon kwistig haar stralen wierp, stond het bed van Diny en aan het voeteneinde daarvan, het kleine bedje, waarin de zuster zoojuist een klein, levend popje gelegd had. Met moede oogen volgde Diny de bewe gingen van de zuster en glimlachend luisterde ze naar de zacht uitgesproken woorden waar mee deze het kindje, héAr kindje, in hun midden verwelkomde. „Nou, dat is een aanwinst op de zaal, hoor! Wat ben jg een mooi kind. En wat een oogen..." En toen tot Diny: „Ze mag er zgn hoor moedertje v/at een schat van een meid." Diny knikte haar dankbaar toe. Ze kon geen woord uitbrengen. Ze wist, dat als ze wat zou zeggen, ze meteen in tranen uit zou barsten en de dokter had haar nadrukkelgk gezegd, dat ze zich kalm moest houden. Oogen- schgnlgk was ze dat ook, maar van binnen was er een opstand in haar losgebroken, een opstand tegenover zichzelf maar ook tegen over Paul... (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5