Hellevoetsluis,
een stad met perspectief
De meest besproken
man van Polen
WOENSDAGSCHE MIJMERIJ
zegt burgemeester De Geus
Woensdag 24 Maart 1937
Wat er te bereiken is en hoe.
Derde blad
Over 4 jaar is Hellevoetsluis uit dc schuld.
De heer De Geus wenscht te voorkomen, dat
Hellevoetsluis geofferd wordt aan de belangen
van Nieuw Helvoet.
Het leven is niet gemakkelijk; het is
soms hard, en fel kan het noodlot neer-
striemen op plaatsen en personen, die
imen gaarne een beter lot beschoren zou
hebben.
Het leven is burgemeester De Geus
niet voorbijgegaan. Hij heeft zijn deel
van de moeilijkheden, van den ondank,
van verguizing zelfs, steeds ten volle ge
had en het is in hem te prijzen, dat hij
steeds weer sterker bleek te zijn dan het
noodlot. Dat hij steeds wéér begon, van
voren af aan, steen voor steen om zijn
laatste levenstaak: het welzijn van Helle
voetsluis, eervol te besluiten.
Hij zit voor ons, in de kamer aan den
Straatweg .waarin nu de eerste avondscheme
ring binnendringt. Alle voorwerpen verliezen
hun scherpe contouren, doch markant steekt
het wilskrachtige profiel van den bejaarden
magistraat naar voren.
Ergens in de schemerachtige kamer, met
haar vele vertrouwde dingen en het groote
portret van het jonge vorstelijk Bruidspaar
tikt een klok den tijd weg. De wind, komende
van het Haringvliet, ruischt zachtkens in de
boomen aan den weg.
Over 4 jaar uit de schuld.
Dan, met een tinteling in zyn oogen,
gaat de heer De Geus verder: vertelt met
niet te miskennen trots ,dat hy kans ge
zien heeft de schuld van niet minder dan
218.000 gulden, en waaronder zich liefst
maar 118.000 gulden kasgeld bevond, ten
gevolge waarvan de gemeente geen stui
ver crediet meer bezat, terug te brengen
op... 42.000,per 1 Jan. j.1. Het was
een doorn in m'n oog en... zonder dat ik
U met duizend en een details van deze
delging zal vermoeien, kan ik U wel ver
tellen, dat Hellevoetsluis over 4 jaar ge
heel uit de schuld gekomen zal zjjn. Het
is een van myn grootste successen ge
weest, en ik mag my dan ook gelukkig
prijzen, dat dit werk bij de hoogere auto
riteiten de grootst mogelyke waardeering
ondervond en nóg ondervindt.
En we hooren, hoe men burgemeester De
Geus, ondanks het feit, dat hij de laatste
maal reeds den maximum-leeftijd bereikt
had, immers was hy toen reeds bijna 69 jaar,
wederom voor een periode benoemde, welke
thans over 2 jaar verstreken zal zijn.
Het verhaal galat door, een merkwaardige
kronyk van een gemeente, van wier sensa
tioneel verleden men vergeefs in de annalen
van een andere stad in den lande een voor
beeld zal zoeken. Van de duizenden kleine en
groote strubbelingen die deze man in zijn
leven had, van uiterst rumoerige raadsver
gaderingen, van laster en miskenning. En
nog staat hij op de bres voor Hellevoet, en
ondanks zijn 74 jaren denkt hij er niet
aan de teugels reeds nu te laten vieren: een
onvermoeide, een onversaagde. Iemand van
ouderwetsch kaliber.
veel van de inwoners vaji Hellevoet zich zelf
af en toe gaan afvragen „of ze nu nog wer
kelijk leven of eigenlijk al dood zijn"...
Maar hoewel het geen dorado mog. zijn, een
stervende stad is dit niet! Integendeel, Indien
d toestand zich gunstig moge blyven ont
wikkelen en indien eenige gunstige teekenen
inderdaad werkelijkheid zullen worden, dan
ben ik er van overtuigd, dat ook Hellevoet
weer zijn levensvatbaarheid, zyn levens
kracht zal toonen.
En dan hooren we van de plannen en van
de vermoedens.
Allereerst heeft men het plan vanuit het
Burgemeester Gallasplein een weg aan te leg
gen, via de wallen naar de brug van het
Voornsche Kanaal, waarvan het groote nut
zal zijn dat er dan een rechte verbinding is
vanuit het hart van de stad. De kosten zullen
ongeveer 25.000 bedragen, doch he. voorstel
bevindt zich in Den Haag. D&t hangt nu óók
al „e e n i g e ja ren!"
De haven: begin- en eindpunt van
Hellevoet's bloei.
Met het opleven van de scheepvaart zullen
ook diverse inwoners weer in Rotterdam en
andere havens emplooy kunnen verkrijgen,
zoodat ook van dien kant verbetering te ver
wachten is.
Wat de Rijkswerf, in 1943 door minister
Deckers om hals gebracht, betreft, hierover
doen de meest tegenstrijdige geruchten de
ronde.
Wat gebeurt met de Werf?
Zoo was het eenige weken geleden zeer
waarschijnlijk, dat door een particulier
het geheele complex aangekocht zou wor
den. Vermoedelijk betrof het hier een
scheepsbouwonderneming Anderzijds ver
neemt men weer, dat Defensie er niet aan
denkt de Werf aan kant te doen? Integen-
Het mijnenmagazijn, laatste
Vertegenwoordiger van een
roemruchte
Marinehistorie.
De heer De Geus over de event.
samenvoeging met Nieuw Helvoet.
Neg zijn er ontelbare moeilijkheden. Een
ervan is het probleem van de samenvoeging
der 3 gemeenten: Hellevoetsluis Nieuw Hel
voet en Nieuwenhoorn. Het verzoek aan de
Regeering hiervoor werd gedaan door Nieuw
Helvoet, doch steunt, aldus onze zegsman,
louter op materieele motieven. O.a. het
bloeiend waterleidingbedrijf en de thans weer
lage belastingen zijn blijkbaar evenzoovele
atracties voor de ;.ustergemeente om samen
te gaan.
Merkwaardig blijft intusschen dat deze
zelfde gemeente voorheen deze samenvoeging
fel heeft bestreden...
„Hoe Gedeputeerde Staten tegenover
dit voorstel staan is nog niet met eenige
zekerheid te zeggen; het zou echter, m.i.
een groote onrechtvaardigheid z|jn wan
neer thans onze gemeente aan de belan
gen van Nieuw Helvoet „geofferd zou
worden..."
Er is veel geschreven over mrjn gemeente,
aldus de burgemeester, zelfs te veel,
vele onjuiste voorstellingen zijn gede i-
teerd), en daarom is het te verklaren, a
deel, dat men plannen zou hebben deze
weer voor een gedeelte actief te maken.
Daarby zouden er een paar myr.enleg-
gera komen, benevens een nieuw te bou
wen tweede mynenmagazyn.
Positief is er niets, maar de geruchten ge
ven toch in zeker opzicht reden aan te nemen,
dat er toch iets gaande is.
Voorts ...de belasting is laag en waarom
zou dit voor tal van personen geen aanleiding
zijn zich hier te vestigen? Het is een aardig
plaatsje, aldus burgemeester De Geus, de be
volking is geschikt, en tenslotte is men direct
in de nabtjheid van Rotterdam.
Er is nóg een mogelijkheid en wel dat Hel
levoet een centrum wordt, waar de land- en
tuinbouwproducten voor den export verhan
deld worden. Het ligt gunstig aan het water
en bezit een uitstekende haven.
Aldus burgemeester P. de Geus van
Hellevoetsluis, die Inplaats van sombere
verwachtingen, Integendeel verwacht, dat
de Rjd zal komen, dat over zjjn gemeente
de zon weer zal opgaan en er Iets terug
komt van den ouden bloei.
Wy besluiten deze serie artikelen met een
gedicht, hetwelk wij vonden in de „Gids van
Voorne en Putten".
HELLEVOETSLUIS.
Aan groenen zoom van 't Haringvliet
Daar ruischt, daar suist, het wuivend riet;
Daar murmlen golfjes zacht een lied;
Daar gaan en komen de getijden,
Daar ziet ge schepen henen glyden
Herinnering aan glorietijden,
En blanke zeilen, meeuwenvluchten,
Besprenk'len 't ijle waas der luchten...
O, 't is zoo schoon, aan 't Haringvliet!
Aan d'oever van het Haringvliet,
Daar blinken, in nabij verschiet
O, d'aanblik die vergeet ge niet
De toppen van de Voornsche duinen,
Met bruin en groenomkranste kruinen;
Natuurbeschermers van de tuinen,
Bij 't Kwakjeswater, Ronde weide
Met duinroos, struiken, bloemen, heide...
O, nóg is 't schoon aan 't Haringvliet!
Aan d'oever van het Haringvliet,
Daar ligt een Stadje, kent ge 't niet?
't Verhaalt U in een woordloos lied
Van grootsche tijden, lang geleden,
Van krijgers, vloten, die daar streden
Om eer, om macht!... vervloekt,... ombeden,...
Van Willem drie, Vorst van Oranje,
Die Koning werd van 't trotsch Brittanje,
En uitvoer, daér,... van 't Haringvliet.
O, komt en ziet, hoe 't Haringvliet,
Als gij 't met hunkrend oog bespiedt,
Een tooverachtig schoon U biedt;
Bij dag, bij nacht, bij 't licht der maan...
Ziet gy de Zonnesprankels gaan,
Of matten gloor', als zilvren baan;..*
En, schepen varen in den nacht
Voorbij,... en golfjes klotsen, zacht,..*
Zoo Helvoets schoon U tegenlacht!
„VOOR GOED WERK IS TIJD NOODIGI",
ZEGT OVERSTE KOC.
Iedere tijd kent zijn groote man
nen en ook ieder land. In Polen
staat dezer dagen de nieuwe lei
der-kolonel Koe in het brandpunt
der politieke belangstelling.
Zijn proclamaties vormen de
discussie-stof in café's en in de
huiskamers
Aan alle lichtzuilen en op alle muren der
huizen, niet alleen van den grooten boule
vard van Warschau, maar ook in de klein
ste gehuchten van Galicië, overal prijkt op
reusachtige aanplakbiljetten de boodschap
van Overste Koe aan het Poolsche volk, de
boodschap dat de nieuwe stellingen van het
Poolsche regeeringsbiok doorslaggevend zul
len zijn en een maatstaf vormen voor de
politiek van Polen.
Negen maanden heeft het Poolsche volk
en de Poolsche pers en hebben de Poolsche
politici op deze proclamatie gewacht, negen
lange maanden. Koe, die op de slagvelden
van den Russischen oorlog het zwijgen heeft
geleerd, liet zich geenszins in de war bren
gen. „Goed werk heeft veel tijd noodig!",
dat was zijn motto.
De stille, rustige Koe is plotseling de
meestbesproken man van Polen geworden.
Men discussieert over zijn programma, in
café's en clubs en in de politieke salons,
op de trams en in de pauzes van de theater
voorstellingen. Hoe zuiver gesteld en nuch
ter de grondstellingen van den nieuwen
leider-kolonel Koe ook mogen zijn, zij staan
desondanks in het middelpunt van een
hartstochtelijke discussie. Het voor en te
gen is het knooppunt geworden van het po
litieke leven van Polen.
Wie is de man die door Maarschalk Rydz-
Smigly tot dezen zwaren en verantwoorde
lijken taak geroepen werd?
De geestigste der Poolsche over
sten.
Koe is geenszins het type van den op den
voorgrond tredenden doorzetter, zooals zijn
eerste groote chef en held, Maarschalk Pil-
sudsky. Van een rond en zacht, door de
lorgnet getypeerd gezicht leest men rust,
welsprekendheid en gevoel voor humor.
Overste Koe is beroemd door zijn stilzwij
gendheid. Maar wanneer hij dan ook wat
zegt, dan heeft het beteekenis! Hij is stel
lig de geestigste der Poolsche oversten.
Een opmerking, die hij bij een bijzonder
ernstige gelegenheid maakte, typeert hem
volkomen. In den herfst van 1916 werd de
toenmalige luitenant Koe die aan de zijde der
militaire strijdkrachten van Pilsudsky eer
ste brigade streed, door een schot ernstig
gewond. Toen zijn regimentsdokter, de hui
dige Poolsche minister-president Slawoi
Slkadkowski hem een noodverband aanleg
de, vroeg hij waar hij eigenlijk getroffen
was.
„In de lever", antwoordde de dokter,
„Mooi", merkte Koe op, „hopenlijk hebben
de Russen meteen mijn ergernis-zenuw
weggeschoten!"
De carrière van leider-kolonel Koe is een
Odyssea van den wereldoorlog. Ook hij
ging, als alle andere oversten van Pil
sudsky door tallooze gevaren en trotseerde
vele waagstukken.
Geboren in Suwalki, niet ver van den
Oost-Pruisisch-Russischen grens, van den
vooroorlogschen tijd, ijverde hij als scholier
reeds tegen het Tsarisme. Van het gymna
sium werd hij weggestuurd en bezocht la
ter in Warschau een Poolsche school. Sinds
1909 streed hij als activist en had altijd iets
te maken met politieke samenzweringen
tegen het Tsarisme.
Poëtische aanleg.
In 1912 nam hij deel aan de geheime of
ficierscursus van het Poolsche beschermings-
verbond in Krakau. Zijn pseunoniem was
Withild. Onder deze naam schreef hij zich
in de stamboeken der Poolsche militaire
organisaties in. Officieel studeerde hij let
terkunde aan de Krakausche Universiteit,
alsmede de Poolsche taal. Overigens was
zijn literaire studie in zooverre niet ver
geefs, dat hij in zijn spaarzame vrije uren,
Het Eetfront en het Hongerfront.
Sedert jaren golft nu de stryd tusschen
het Eetfront en het Hongerfront heen en
weer.
Welk front er het eerste was, is niet
meer uit te maken. Het is als met de kip
en het ei.
Maar ieder herinnert zich hoe het trom
melvuur van het Eetfront begon:
„Eet meer brood!"
„Eet meer visch!"
„Eet meer fruit!"
„Drinkt meer melk!"
„Eiken dag... één glaasje". Enzoovoort.
Ieder herinnert zich ook het offensief
van het Hongerfront:
„De slanke lyn is modern".
„Onze vermageringstabletten doen u als
herboren worden".
„Laat uw buik geen gevaarlijken omvang
aannemen..."
„Kon zich niet van haar stoel verheffen.
Traint nu voor polsstokhoogspringen in
Tokio".
Dat duurt nu al jaren zoo. En aangezien
niemand kan nagaan wie van de partijen
aan de winnende hand is, gaan ze lustig
verder en bevechten elkaar blindelings en
in het wilde weg. De sigarettenfabrikanten
leeren den vrouwen rooken, omdat ze dan
den smaak voor snoepen heeten te verlie
zen; de chocolade-dictators proclameeren
als représaille een mollig figuur tot het
begeerenswaardigste bezit der vrouw... En
zoo worden die stakkers dan heen en weer
geslingerd tusschen het Scylla der bonbons
en der machtige sausen, en het Charybdis
der Hollywoodkuren.
Nu en dan is er even een felle opflikke
ring in den strijd. Zoo omstreeks de feest
dagen ontketent het Eetfront een offen
sief, waar de Slankelijners niet van terug
hebben. Ook nü maken we weer zoo'n
periode door. De Hongeraars zijn „ner
gens". Ze zyn op de vlucht gedreven met
een spervuur van Paascheieren. Eieren ge
kookt, eieren gebakken en eieren vermomd
als omelet. Honderdduizenden harde eieren
met sla, spinazie, Brusselsch lof, ryst, to
maten, mayonnaise; eieren verstopt in den
tuin en in ballen gehakt; eieren in alle
kleuren van den regenboog, met gezichten
van vader en moeder en met carnavals- j:
mutsen op. In zulke dagen vatten de Eet- j;
fronters moed. Zy trekken in colonnes de
kolommen binnen van de kranten, lancee-
ren, dronken van lenteweelde, pronkerige
Paaschmenu's, die verwarring en afgunst
stichten in de gelederen van de tegenpartij. jj
Nu is hun kans schoon! Hun overmoed i;
kent geen grenzen meer. Van de week j;
ontving ik het volgende verbijsterende
drukwerk:
Volg mjjn tip,
Eet meer kip.
Ha, docht ik, nu gaat het feest weer
beginnen. Nu volgen ook de andere „tips"; i:
Kweek toch dorst:
Eet meer worst.
Wees geen Tines!
Eet Sardines.
Toon Uw durf:
Eet meer turf.
De grootste verlokking
Blijft toch... een bokking.
Komt, Pietlutten,
Eet meer grutten!
't Is nu Maart,
Eet dus taart!!
Als de feestdagen voorbij zijn, is het de
hoogste tijd, dat de Hongerpartij het ver
loren terrein terugverovert. Maar als ze
verstandig is, komt ze dan niet weer aan
met de oude, versleten leuzen; dan neemt
ze de krijgstactiek van den vijand over,
teneinde hem met zijn eigen wapens te
kunnen bestoken, en adverteert:
Wilt ge ieder uur uw honger stiUenf
Eet dan elk uur ontvettingspiUen!
Misschien dat de zinlooze en kostbare
strijd met dit compromis kan worden bij
gelegd..,
die zijn politieke functie hem overliet, een
reeks lyrische gedichten schreef, die door
kenners van Poolsche poëzie hoogelijk ge
waardeerd werden.
De oorlog overviel den 23-jarigen in War
schau. Pilsudsky beval den jongen acti
vist, die achter het Russische front voor de
Poolsche vrijheid streed en werkte, aan de
zijde der Centrale Mogendheden tegen Rus
land te strijden en bijzondere inlichtingen
omtrent de Russische situatie in te winnen
en over te brengen. Op hoogst avontuurlijke
wijze ontkwam hij uit Rusland over de Fin-
sche grens. Bij een streng onderzoek der
douanes was hij gedwongen een geheim be
richt dat hij voor Pilsudsky geschreven had.
in te slikken. Het doel van zijn avontuur
lijke tocht was Dublin, waar de beroemde
eerste brigade van Pilsudsky lag. Zoo kwam
hij in de gezichtsgrens van den maarschalk.
Kort nadat hij van zijn verwonding gene
zen was, werd hij gevangen genomen en
geinterneerd.
OVERSTE KOC.
In April 1918 werd hij in vrijheid ge
steld en direct stelde hij zich ter beschik
king van Rydz-Smigly, die in die dagen de
Poolsche geheime organisaties opnieuw op
bouwde.
De hoogste Poolsche onderscheidingen.
Toen in November 1918 de Poolsche staat
gesticht werd, toen Pilsudsky naar War
schau kwam, meldde zich als chef van het
commando eerste-luitenant Koe bij hem aan
Twee jaar later nadat het roode leger ver
nietigd was, vinden wij den 29-jarigen
Koe als overste terug, geridderd met de
hoogste Poolsche militaire onderscheidingen,
die men ooit iemand verleende.
In 1928 deed hij zijn intrede in het Parle
ment en nam afscheid van zijn post als staf
chef in Lemberg. Hij werd deskundige op
financieel gebied; een heele verandering
dus!
Als staatscommissaris leidde hij ln 1932
de Poolsche bank en ondernam studierei
zen naar Parijs, Londen en Amsterdam,
maar legde zijn functie in het voorjaar 1936
neer, omdat hij voor het vrije betalingsver
keer was en zich uitsprak tegen alle devie
zen-dwangmaatregelen.
Rydz-Smigly, de oude vriend uit de vroe
gere, woelige dagen, beriep hem nu tot
nieuw scheppend werk, dat thans, zooals
gezegd, in het middelpunt der Poolsche dis
cussie staat.
Als organisator heeft Koe reeds vrucht
baar werk gedaan en bovendien als sol
daat, als politicus en als staatsman. Polen
is hem veel verschuldigd.
Palestina verrast de commissie.
Aan den anderen kant moeten toch de door
de Joodsche kolonisten uitgevoerde werken
op de leden van de Commissie grooten in
druk gemaakt hebben; het verging hun al
net zoo, als vele andere belangstellende be
zoekers, zij vonden meer, dan ze verwacht
hadden. Formeel moet ook de verandering
van Palestina in 'n kroondomein besproken
worden, omdat een dergelijk verzoek door
een kleine Joodsche groep aan de regeering
gesteld is, maar kans op succes is niet te
verwachten. Een herhaling van de onlusten
van het vorige jaar verwacht men in het
eerstkomende halve jaar niet. Weliswaar had
men het plotseling afbreken van de Arabi
sche staking en het beëindigen van den krijg
slechts als een wapenstilstand willen be
schouwen. Maar de buitengewoon energieke
houding van het Engelsche kabinet, dat, in
plaats van in de stijl van de Palestijnsche
regeering te handelen, troepen zond, en het
vooruitzicht op het verlies van de sinaasap-
pelenoogst bij voortzetting van de staking,
dwongen de Arabieren er toe, weer aan het
werk te gaan.
Men houdt geen rekening meer
met de Engelsche toegevendheid
Intusschen was ook de algemeene
politieke toestand veranderd. De ver
zachting van de Britsch-Italiaansche
tegenstellingen, en de Engelsche be
wapening, hadden ook hier hun uit
werking. Men houdt geen rekening
meer met de Engelsche toegevend
heid.. De voortdurende militaire be
zetting van het land wordt steeds
grooter.
Vóór de onlusten van 1929 waren er onge
veer 70 Engelsche soldaten in het land. ïn
de herfst van het vorige jaar waren er onge
veer 30.000, en al is er al weer een gedeelte
terug naar Engeland, er blijven er toch nog
steeds genoeg over, om de nieuwe garnizoe
nen te betrekken.
Hiermede gaan ook gepaard persoonlijke
veranderingen in het bestuur. Karakteristiek
is bijvoorbeeld de overplaatsing van den
chef-secretaris der regeering naar Zanzibar.
Men acht hem verantwoordelijk voor de aar
zelende houding van de mandaatregeering
gedurende de laatste onlusten, waardoor ook
uitbreiding over het geheele land mogelijk
werd. Een nieuwe poging tot opstand zou
vermoedelijk niet weer met oproepen en met
de verdeeling van vlugschriften onder de
Arabische bevolking, maar met de onmid
dellijke hulp van alle militaire middelen be
antwoord worden.
Droevig straatbeeld ln Madrid.