Stadsnieuws De Bellamy- Gedachte Waar gaan we heen? Hr* Ms* 012 en 014 naar de West vertrokken Speeltuinwerk Tweede Blad Donderdag 15 April 1937 Stipt op tijd HERMAN NYPELS' Doel en streven van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm Burgerlijke Stand van Den Helder Licht op voor alle voertuigen De Openbare Ledenvergadering van de afdeeling „Centrum" der Speeltuinvereeniging Annie de Hoog— Noojr r pa—p Gisteren, precies op den vastgestelden tijd: half 12, zijn Hr. Ms. „O 12 en „O 14" uit de haven van Nieuwediep ver trokken, ter aanvanging van hun trip naar West-Indië. Reeds vóór 11 uur waren tal van belang stellenden op de Buitenhaven aanwezig, om afscheid te nemen van de opvarenden, die een 3-weeksche reis over den Atlantischen Oceaan gaan maken. Het is als vanouds: precies zoo als het was bij het vertrek van Hr. Ms. „O 16, precies zooals bij dat van Hr. Ms. „O 13" en „O 15". Wéér de jonge marinekerels, die afscheid nemen van hun vrouwen en kroost, wéér de officieren, die staan te rillen op de brug, ook al is het inmiddels al aardig naar Mei ge- loopen. Mei... het leek wel December: zóó dik was de mist, zóó guur sneed de wind door je kleeren en zóó unheimisch kabbelde het havenwater onder aan de steigers. Maar desalniettemin: het afscheid was warm en hartelijk, vooral om kwart over 11, toen het sein voor het inschepen over de steigers gilde. Het is dan nog maar een kwestie van enkele minuten, want 5 voor half 12 worden de trossen losgesmeten en even later drijft Hr. Ms. „O 12" reeds midden in het havenwater. Vroolijk wappert de gele divisie-wimpel in de bries, vroolijk ook de vlag op den boeg. 2 minuten later gooit Hr. Ms. ,,0 14" los. Beide schepen liggen achter elkaar in de haven; een fier gezicht deze twee ranke schepen. Dan boren ze hun spitse koppen in het havenwater en met snelle vaart loopen ze M arsdiep - waarts Het is wat rumoerig in de haven en de golven spatten reeds over het achterdek heen. Maar dat is nog niets vergeleken bij het spel van 10 minuten later, als Hr. Ms. „O 12" en „O 14" het Marsdiep injagen, grijze silhouetten in den nevel, en met het water bruischend langs de flanken en wittig erover spattend. De reis van 3 weken is aangevangen. Feestavond afd. „Wandelsport". Wij vestigen de aandacht op een in dit nummer opgenomen advertentie van de Afd. „Wandelsport" der Speeltuinvereeniging, waar in een „Knal-avond" op a.s. Zaterdagavond in Musis-Sacrum aangekondigd wordt. Er staat een gevarieerd programma te wachten, terwijl een bal het feest zal be sluiten. De opening der tuinen. Zooals wij reeds vermeldden, zullen a.s. Za terdagmiddag de tuinen der diverse afdeelin- gen van de Speeltuinvereeniging geopend worden. Hierbij is het de bedoeling, dat al vorens deze opening plaats vindt, een optocht met alle kinderen door de stad gemaakt wordt. In verband hiermede zij nog opgemerkt, dat de kinderen zich moeten opstellen om 2 uur bij de clubhuizen en dat zooveel mogelijk in hun speeltuinpakjes. GESLAAGD: Op 13 April slaagde op het te Rotterdam gehouden examen voor Verlos kundige Mej. G. Huigen. KLEDINGMAGAZIJNEN DEN HELDER Voor stad en omgeving hét aangewezen adres om betrouwbaar in te kopen. B.V.L.-ers byeen in het Chr. Mili tair Tehuis. Toespraken van vlootaalmoezenier Bangert en bur gemeester Ritmeester. De plaatselijke afdeeling van den Bij zonderen Vrijwilligen Landstorm heeft gis teravond in de bovenzaal van het Christe lijk Militair Tehuis aan den Kanaalweg een bijeenkomst gehouden, waarin een hartig woordje gesproken is over doel en streven van dat instituut. De opkomst was niet groot en dat werd door verschillende sprekers om beurten betreurd, maar na al datgene wat er gezegd is, mag men aan nemen, dat het enthousiasme van hen, die er wel waren, zóó groot geworden zal zijn, dat volgende bijeenkomsten een drukker bezoek ten deel zullen vallen. De bijeenkomst werd geopend door den wnd. voorzitter, den heer J. de Jong, die het welkom speciaal toeriep aan den voorzitter van het gewest Alkmaar, den heer Middelhof, burge meester van Oudkarspel, aan overste Van Hou ten, commandant van het gewest, aan kapitein J. D. W. Kalkman, vertegenwoordiger van den garnizoenscommandant, aan vlootaalmoezenier Bangert en aan de leden van de gewestelijke commissie. De heer De Jong deelde mede, dat de afdee ling Den Helder momenteel ongeveer 230 leden telt en dat zij steeds groeiende is. Trouwens de B.V.L. in zijn geheel mag zich daarin verheu gen: er zijn momenteel ongeveer 88.000 mannen bij aangesloten! Verheugend is ook, dat de waardeering voor den B.V.L. zoo groeiende is, ook in het buitenland. We kunnen dan ook trotsch zijn op ons instituut, maar dat wil niet zeggen, dat we thans op onze lauweren kunnen gaan rusten. We moeten ons terdege voorbe reiden, opdat, als het onverhoopt noodzakelijk mocht blijken onze moeizaam verworven vrij heid te verdedigen, wij daartoe in staat zullen zijn. Installatie plaatselijke commissie. De volgende spreker was de heer Middelhof, burgemeester van Oudkarspel, tevens voorzit ter van het gewest Alkmaar van den B.V.L. Het was zijn taak om de nieuwe plaatselijke commissie te installeeren, hetgeen hij dan ook met eenige hartelijke woorden deed. Zitting in de commissie nemen: burgemeester Ritmeester als eere-voorzitter, de heer J. de Jong als voor zitter, de heer S. de Böck als secretaris en voorts de heeren Terra. Vonk, Schreuder, Mr. Mulder, A. J. v. d. Hoeven en Zijp als leden. In een korte toespraak zeide de heer Middelhof, voorts o.m.: Laat ons trouw beloven aan het wettig gezag, aan ons dierbaar Vaderland en aan ons dierbaar Oranjehuis. Landdag te Medemblik. De secretaris van het gewest, de heer Otten- bros, heeft daarna eenige mededeelingen ge daan over den Landdag, welke dit, jaar in Medemblik gehouden zal. worden en wel op 9 Juni a.s. Het doel van dezen landdag zal zjjn: door massale demonstratie een waarschuwing te richten tegen de extremistische richtingen, die ons Staatsbestel bedreigen. Het is bekend, dat Wieringen door een massalen opkomst uiting zal geven aan haar warme gevoelens jegens het instituut van den B.V.L. De heer Ottenhoff hoopte, dat Den Helder niet minder zal doen. Op den landdag zullen als sprekers optreden: generaal Duymaer van Twist, pater Peters, baron Mackay en de heer Middelhof. De burgemeester komt. Verwelkomd door een hartelijk applaus be trad daarop de heer Ritmeester, burgemeester onzer gemeente, de vergadering. De heer De Jong heette onzen burgervader hartelijk wel kom, waarin hij hem dadelijk daarop installeer de als eere-voorzitter van de afdeeling Den Helder van den B.V.L. De heer De Jong zei het, maar het zou later op den avond ook blijken, dat de heer Ritmeester den B.V.L. een warm hart toedraagt. Daarop werd de heer J. C. Boomsluiter Jr. door den heer De Jong als plaatselijk leider ge ïnstalleerd, hetgeen natuurlijk met een harte lijk applaus gepaard ging. Rede van vlootaalmoezenier Bangert. Vlootaalmoezenier H. J. Bangert heeft daar op een stylistisch prima verzorgde, van enthou siasme gloeiende en van geestigheden door spekte toespraak gehouden, waarin hij begon met den B.V.L, voor een soort krankzinnigen instituut uit te maken. Waarom? Omdat dit instituut hoopt, dat het zijn doel nooit zal be reiken, dat het nooit zal behoeven te vechten, te dooden. Naast dit negatieve doel heeft de B.V.L. echter verschillende positieve doelstel lingen. Het instituut trekt jonge mannen tot zich en wekt hen daardoor op tot een grootere vaderlandsliefde. Dan wil het instituut ook aarzelende jonge mannen in zich opnemen, op dat dezen opgevoed worden in den geest, waar mee alle B.V.L.ers bezield zijn en waardoor zij gevrijwaard zuilen blijven van „vreemde smet ten". Dan heeft de B.V.L. een sterk preventieve taak. Hij vormt een waarschuwing tegen alles en allen, die de geldende macht willen „onder ste boven kieperen". Maar bovendien vormt de B.V.L. een machtig stuk volksvertrouwen, dat H. M. de Koningin ongetwijfeld tot troost ge diend zal hebben, toen Zij Gods harde slagen te dragen kreeg. Spr. hekelde de „slabber-de-watski"-kerels, die nog geen lid van den B.V.L. zijn, maar roemde hen, die den kern van den B.V.L. en als het ware de schreeuwende propagandisten van den B.V.L. zijn. Den Helder zal en moet een veel grootere afdeeling worden dan zij thans is en in deze riep spr. ook de medewer king van de dames in, die tegen hun mannen moeten „haaibaaien" en hen naar den B.V.L. moeten slaan, als zij niet willen! Het instituut moge geld kosten al is het dan niet veel, maar het vormt een „slapersdijk" van je welste: 88.000 zandzakken liggen gereed om er een eventueelen breuk in den dijk, welke ons Vorstenhuis en ons Vaderland beschermt, mee dicht te plempen! Nog meerdere beeldspraken werden door majoor Bangert gebruikt, we zul len ze niet reciteeren, maar volstaan met te zeggen, dat hij het den aanwezigen als het ware inpompte, dat de B.V.L. een machtig bol werk vormt, waarop onze Koningin en ons land kunnen vertrouwen. Een spontaan en hartelijk applaus klonk op, toen de heer Bangert gesproken had. Het orkest van den heer D. Makelaar, dat den geheelen avond op zulk een beschaafde en verdienste lijke wijze zijn medewerking verleende, zette het „Wilhelmus" in, allen verhieven zich van hun zetels en zongen de eerste twee coupletten uit volle borst mee. Toen zat er enthousiasme en electriciteit in de atmospheer en het was in deze sfeer, dat de de burgemeester de prijsuitreiking van de schiet wedstrijden. ging verrichten. Doch alvorens daartoe over te gaan, verontschuldigde de magistraat zich voor zijn laten komst met de verzekering, dat hij „er vroeger bij zou zijn, ja zelfs de eerste als een zekere klap toegediend moest worden". In het vervolg van zijn toespraak heeft de heer Ritmeester met klem gewaarschuwd tegen den geest van verwording, welke over ons volk dreigt vaardig te worden: daar kan groot on heil uit voortvloeien. In dit verband herinnerde hij aan de gebeurtenissen in 1933. Ook waar schuwde hij voor het opzweepen van het volk, zooals dat geschiedt door „Volk en Vaderland" en door het „Nationale Dagblad". Dat is zeer gevaarlijk, zie naar Duitschland. Facisme en nationaal-socialisme hooren niet in ons land, zij passen niet bij den Nederlandschen volks aard. Wij zullen niet dulden, dat de Koning (grond wettelijk gesproken) iemand wordt, die in wezen geen heerscher is: bij ons is de Koning de Man, die het voor het zeggen heeft en Die bijgestaan wordt door dé Volksvertegenwoordi ging. De B.V.L. heeft tot taak, dat hij zicl^ge- reed houdt voor alle eventualiteiten, hij moet een sterke eenheid vormen voor de verdediging van ons land. Tot slot heeft de burgemeester zijn beste wenschen geschonken aan de plaat selijke commissie en aan den B.V.L. in zijn ge heel Door den bloei van den B.V.L. zal geen onheil over ons land komen. Leve de B.V.L., afdeeling Den Helder. (Spontane bijvalsbetui gingen). Daarna werden de prijzen uitgereikt aan de winnaars van de schietwedstrijden. Deze winnaars zijn: Scherpschuttersklasse: 1. P. Duivenvoorden, 91 punten. 2. A. Den Hartog, 89 punten. Eerste klasse: 1. C. Ory, 81 punten. Tweede klasse: 1. L. M. Schouwenaars, 86 punten. Niet ingedeelden: 1. J. H. de Jong, 94 punten. 2. G. J. de Wit, 94 punten. Onderlinge wedstrijd: 1. Ran. 2. A. den Hartog. Daarna is men nog genoeglijk eenigen tijd bijeen gebleven en heeft men geluisterd naar de muziek van het ensemble-Makelaar en naar een vroolijke voordracht van den heer A. Welbie. Het was reeds half twaalf toen de heer De Jong met een dankwoord aan de autoriteiten en de overige aanwezigen de welgeslaagde bijeen komst sloot. Propaganda-rede van Mr. Dr. P. Yssel de Schepper in „Centraal". Gisteravond heeft in café „Centraal" een openbare propaganda-vergadering plaatsge vonden van de internationale vereeniging „Bellamy", afdeeling Den Helder, en waar het woord gevoerd is door den bekenden rede naar Mr. Dr. P. Yssel de Schepper uit Den Haag, oud-vice-President van de Rechtbank te Rotterdam, over het onderwerp „De Bel- lamy-Gedachte". In verhouding tot de vorige maal kon dit maal de opkomst, een 35-tal personen, bevre digend genoemd worden. De voorzitter der afdeeling, de heer H. Schouwvlieger, sprak een kort woord van welkom, in het bijzonder tot den spreker en hooote, dat zich, evenals de vorige maal, een groot aantal der aanwezigen als lid zou op geven. Mr. Dr. Yssel de Schepper: Hierna kwam de spreker van den avond aan het woord, die aanving met te wijzen op de buitengewoon groote ellende en armoede, die momenteel in de wereld heersc'nen. Een uitkomst hiervan geeft Bellamy, de bekende Amerikaansche schrijver van de werken „In het Jaar 2000" en „Gelijkheid voor allen". Bij de verschijning van het eerstgenoemde boek leek het alles wat té idealistisch, wat té uto pistisch, doch al de bezwaren die rezen en al de opmerkingen weerlegde hij in het tweede werk. Bellamy was een geweldig profeet, en be gaafd met een zeer groot verstand. Het grootste deel van zijn voorspellingen is thans reeds verwezenlijkt en men behoeft er geens zins aan te twijfelen, dat ook 't overige spoe dig gerealiseerd zal worden. Dan geeft spreker uitvoerig aan, hoe de huidige constellatie van de wereld ontstaan is: de grootste fouten zijn het ongelimiteerde aanbod en het koopen naar koopkracht, waardoor de wet van vraag en aanbod volko men werd verstoord. Men zal nu trachten het failliete stelsel op te lappen, doch dit is vol gens spr. niet meer mogelijk. Noch de vrij handel noch de protectie bieden thans meer een uitweg. Men is ingesloten in een vicieuzen cirkel. Bellamy is de man die zegt: schaft het winstsysteem af en men komt tot de ideale broederschap en inderdaad zal dit alles bij verwezenlijking zoodanig worden. Dan zul len andere normen gesteld worden: dan zal men zich telken jare afvragen: wat zijn de behoeften van alle menschen tezaam in het land. Dan krijgt men de productie naar be hoefte, dus ieder staatsburger een gelijke portie van het voortgebrachte. Alle arbeid zal gelijkwaardig zijn en er wordt geen verschil meer gemaakt tusschen de belangrijkheid van de beroepen onderling. De opvoeding zal ge schieden naar den zuiveren aanleg. De Bellamy-staat is de staat der volkomen vrijheid, de staat der groote verdraagzaam heid. Economische verwarring zal hier onbe kend zijn en dus zijn de oorlogen uitgesloten. Spr. twijfelt niet aan den goeden wil van den mensch: integendeel, in ieder schuilt de vonk van het goede en het is slechts zaak deze vonk aan te wakkeren tot een vlam. Mr. Dr. Yssel de Schepper eindigt zijn be toog met de hoop uit te spreken, dat men het gesprokene van den avond zal overdenken. En het goed zal overdenken. Opdat de mensch- heid zal gegeven worden: vrede, broeder schap, geluk en welvaart. Na de pauze wordt van de gelegenheid tot vragenstellen door een 5-tal personen gebruik gemaakt en welke vragen door den spreker beantwoord worden. De heer Schouwvlieger dankt hierna den redenaar en sluit de vergadering. 14 April 1937. ONDERTROUWD: J. Vries en A Jimmink, J. Kapitein en A. Bremer; R. van der Meulen en J. Bakker; W. F. van der Vlies en A. Bakker; J. G. H. Walleboom en C. C. Snel; C. S. de Wit en G. Oreel. BEVALLEN: E. LeijnseChristiaanse, z. A. van DoornGlas, z.; F. F. W. Bakker van Vliet, z.E. van MourikHam, z.; L. PijpersDömges, z.; G. ProostJager, d.; S. J. BlokhoffJanssens, z.; P. ScheerKen ter, d. Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Donderdag 15 April. Musis Sacrum, 8 u. Wetenschappelijke lezing met lichtbeelden. Onderwerp: „Doel en beteekenis van het zweefvliegen". Casino, 8 u. Operette-uitvoering „Harmo nie", voor leden, donateurs en genoodigden. Vrijdag 16 April. Chr. Militair Tehuis, Kanaalweg, 8 u. Open- bare vergadering met debat. A. R. Kiesver. Spr. Mr. G. A. Diepenhorst. Zaterdag 17 April. Musis Sacrum, 8 u. Propaganda-feestavond Speeltuinvereeniging, afd. Wandelsport. Casino, 8.15 u. Cabaretavond Operettever. „Harmonie". Donderdag 15 April19.27 uur Minimale belangstelling. Zooals wij in ons nummer van j.1. Zater dag schreven, is de afdeeling „Centrum" van de Speeltuinvereeniging „Den Helder" thans zoover, dat men over eenigen tijd een eigen tuin hoopt te openen, waarmede dan een reeds lang gekoesterd ideaal verwezenlijkt zal zijn. In verband met deze plannen had men be sloten gisteravond in het Militair Tehuis aan de Spoorstraat een openbare ledenvergade ring te beleggen en waarvoor zoowel leden als niet-leden uitgenoodigd waren. De bedoe ling was, zich hulp te verschaffen, zoowel financieel als op het gebied van assistentie bij den straks in te richten tuin. Men hoopt dit doel te bereiken door een commissie uit de leden te benoemen. Aldus waren de plannen van „Centrum" en gezien de publiciteit, die men aan een en an der gegeven had (zoo waren er o.a. 2000 cir culaires verspreid) mocht redelijkerwijze ver wacht worden, dat er minstens van een be vredigende opkomst sprake zou zijn. Helaas, noch genoemde publiciteit, noch het uiteindelijk bereikte resultaat van het be stuur zijn in staat geweest de leden der afdee ling wakker te schudden uit hun apathie voor dit werk. Welgeteld was de vergaderzaal gevuld met... 20 man. Commentaar o.i. overbodig. Aanwezig was het voltallige afdeelings- bestuur, en het Dag. Bestuur van het Cen traal. De leiding der vergadering had de heer D. Steeman, voorzitter van „Centrum". Deze was het, die als eerste de plannen van de afdeeling uiteenzette en waaraan door den heer Lucker, voorzitter van de vereeni ging, nog het noodige aan toegevoegd werd. Ook de penningmeester, de heer Boogaard, onderstreepte enkele punten. Uit den aard der zaak miste deze verga dering door het volkomen gebrek aan belang stelling alle effect en was men in feite aan het einde van den avond even ver als aan het begin. Er waren nochtans twee lichtpunten: een 6-tal aanwezigen deed tóch de toezegging, dat het afdeelingsbestuur op hun medewer king zou kunnen rekenen, terwijl zich voorts 4 nieuwe leden opgaven. Men meene niet, dat het „Centrum" zich bij dezen onverwachten tegenslag zal neer leggen. Integendeel, men zal doorgaan met de verwezenlijking van het plan, al zal het thans iets langer duren dan men aanvankelijk gehoopt had. En... alsnog rekent men op de interesse der dames en heeren leden der afdeeling en tevens op die van niet-leden. F euilleton door 30) Vragen wil ik het hem niet. Maar nou heb ik laatst gemerkt, dat hij, als er een ander bij is, graag de royale Piet uithangt. De rest begrijp je zeker al, hè? Ik vertel jou straks, zoo heel terloops, maar natuurlijk zóó, dat hij het hoort, dat ik het daar gezien heb en dat Set spotgoedkoop is. dan vraag jij den prijs, snapje? Ik noem dien en dan zeg jij, „ach, wat goedkoop!" En dan moet het al heel raar zijn als hij dan niet uit zijn slof schiet. En doet-ie dat, dan krijg jij die zwarte mantel van mij, je weet wel, met die bont kraag, die vind je toch zoo leuk?" „Ik wou, dat je daar niet over begon waar ik bij was," zei Diny, uit haar humeur. „Kind, dat is juist de heele opzet. Ieder mensch moet zoo op z'n eigen manier aange pakt worden. En als je dat eenmaal weet, nou, dan regel je een en ander daarnaar. Tien tegen een dat-ie hapt... Maar stil, daar ko men de anderen. Laat niet merken hoor. dat hij ons wacht, anders klampt Ina hem weer aan. Die dwarrelt me toch al een beetje teveel naar m'n zin om hem heen. En van avond kan ik haar heelemaal niet hebben." De anderen kwamen met veel lawaai de kleedkamer binnenstormen. „Zeg, waar was jij gebleven? De baas heeft je gemist bij het laatste deel van de finale", riep er een tot Lottie. „Heeft-ie me gemist?" vroeg ze. zonder de aan haar gestelde vraag te beantwoorden- „Dat is een goed teeken. Als ze je missen is het een bewijs, dat je opvalt." „Je moet zeker weer naar je rijken vriend, dat je zoo'n haast hebt," riep Ina sarcas tisch uit. „Kind, je hebt je roeping gemist, je had helderziende moeten worden. Dan had je mis schien méér succes gehad dan nu!" Met een nonchalant gebaar wipte zij haar zilveren dansschoentjes uit. „Ik heb in ieder geval meer routine dan jij. Ik heb al aan zeven of acht revues mee gedaan, daar kan jij nog niet aan tippen," riep de andere geraakt en vervolgde als ant woord op Lottie's smalend lachen: „Weet je waar jij alleen goed voor bent...?" „Of ik dat weet. Voor hetzelfde, waar jij graag goed genoeg voor zou zijn, maar waar je de kans niet voor hebt! Nou weet je het! En nou, bonsoir ladies, als ik straks achter de champagne zit, zal ik nog eens aan jullie denken. Ga je mee Diny?" Ina keek hen spotlachend na. „Die kleedster moet nog eens doen alsof ze de onschuld in persoon is. Als ze dat was, zou ze niet zoo dik met héér zijn, riep ze verbol gen uit. De anderen spraken verward door een. Die onderlinge ruzies waren te vaak voorkomend, dat ze zich er nog erg druk om maakten. Bovendien had ieder haar eigen be sognes. De eenige, die er zich ook nu weer aan ergerde was Diny, en ze liet niet na er Lottie, in de gang die naar den artisten-uit- gang voerde, over onder handen te nemen. Maar Lottie haalde de schouders op. Wou ze soms, dat zij zich een beetje op d'r kop liet zitten? Ze zouden nog wel anders op hun neus kijken als zij in de volgende revue een rol kreeg. Dan zouden ze nog veel harder schelden. Daar stond de wagen, die blauwe... Had Diny nu nog spijt? Tegen haar zin stapte ze in de luxueuze auto's na eerst door Lottie als haar beste vrien den aan Van Dalen voorgesteld te zijn. Ze zat achterin en had zoodoende gelegenheid Lottie's vriend eens goed op te nemen. Hij maakte geen aangenamen indruk. Hoe wel niet onknap, had hij toch iets in zijn ge zicht, dat Diny al direct tegenstond. Na en kele oogenblikken wist ze wat het was. Hij was het type man, dat veel dronk. Zijn oogen verrieden dat nog meer dan zijn overmatig roode kleur. Hij was misschien wel eens zoo oud als Lottie en Diny begreep niet goed wat zij in dien man zag. Beider gesprek ging al direct over waar ze naar toe zouden gaan. Lottie prefereerde een gelegenheid waar ze konden dansen. Goed, dan gingen ze naar de „Atlantic". Diny had het liefst direct naar huis gegaan. Met den dag viel Lottie haar meer tegen en was het niet dat zij zich in zekeren zin aan haar ver plicht gevoelde, zou zij er niet over gedacht hebben haar zin te doen. Zij ergerde zich aan haar eigen zwakheid, die haar weerhouden had het pertinent te weigeren. Ze voelde maar al te duidelijk, dat ze, door nu mee te gaan op den verkeerden weg was. Lottie trok haar hoe langer hoe meer naar haar leven tje toe en dat wou ze niet. Ze zou het haar morgen meteen zeggen. Lottie moest toch zelf ook inzien, dat hun levensopvattingen te veel uiteenliepen. Een geregelde omvang tus schen hen beiden was daardoor op den duur onmogelijk. Ook op Marry had het een verkeerde in vloed. Ze was 's Zondag;s niet langer tevreden met een flinke wandeling. Tante Lottie had haar gewend altijd een winkel binnen te gaan om te snoepen. Neen, dat ging niet langer. Lottie mocht het ondankbaar vinden of niet, ze zou morgen meteen den knoop doorhakken. Eerst had ze nog gedacht om het voor die paar weken maar zoo te laten, dan vertrok Lottie immers naar Amsterdam en vandaar naar Rotterdam voor enkele maanden. Misschien zag ze haar dan wel nooit meer, dan zou ze geen kwestie behoeven te maken ook Maar nu ze haar zoo naast die van Dalen zag zitten en haar poeslieve ma«iertjes gade sloeg, kon ze een gevoel van walging niet onderdrukken en had ze er voorgoed genoeg van. Waarom was ze .niet flink en zei ze het meteen Maar dan zou ze Lottie kleineeren tegenover dien van Dalen. Wie weet wat die in haar zag... En dat ze door haar in narig heid zou komen, dat had ze nu ook niet aan haar verdiend. Neen, dezen eenen avond moest ze nu maar meemaken. In het drukbezette, mondaine lokaal waar zij binnenkwamen, werd, toen men van Dalen herkende, direct een plaatsje vrij gemaakt. Hij scheen hier dus een geziene gast te zijn. „Toevallig hetzelfde tafeltje van straks, mijnheer," zei de gedienstige ober. Hij was hier dus al geweest. Nu Diny, tegen over hem gezeten, hem goed in het gezicht keek, zag ze ook dat hij al veel gedronken had. Hij nam weinig notitie van haar, wijdde, verliefd doende, al zijn aandacht aan Lottie. Op kennersmanier had hij eenige uitge zochte spijzen besteld. Lottie had haar zin gekregen, er kwam champagne op tafel. Ze danste en lachte en amuseerde zich kostelijk en zij, Diny, cteed alsof. Ze wilde niet ondankbaar schijnen, maar zou toch blij zijn als het sluitingsuur aangekondigd werd, al was het alleen maar omdat ze constateerde dat van Dalen steeds maar doordronk. Met angst bedacht ze dat hij hun straks, in dien toestand, naar huis zou moeten rijden. Lottie raadde haar gedachten en lachte haar vrees weg. Hij dronk altijd zooveel en dan had hij het stuur nog vaster in zijn hand dan anders. Vond Diny hem niet geweldig? En dat van dien mantel, dat was in orde, dat had ze hem al onder het dansen gevraagd. Hij was ook in zoon reuze-bui! Toen de lichten werden getemperd stonden ze op. Van Dalen vond het jammer dat het al tijd was, juist nu het gezellig werd, moest je weg. Maar hij wist nog een aardige nacht gelegenheid... Maar nu protesteerde Diny toch. Ze konden gerust gaan, maar zij ging niet mee. Ze hoefden haar niet thuis te bren gen ook, zoo ver was het niet en anders nam ze wel een taxi. Maar daar wou van Dalen niet van hooren. Als ze niet mee wou, goed, hij zou zich met Lottie alleen ook wel amu seeren, maar naar huis brachten ze haar, daar ging niets van af... Toen ze even daarna wegreden stonden de portier van de „Atlantic" en een auto-wacht den wagen hoofdschuddend na te staren. „Schande is het," riep de auto-wacht ver ontwaardigd uit, „dat iemand in zoo'n toe stand achter het stuur durft te gaan zitten." Diny was verre van gerust. Met spanning volgde ze iedere zwenking van den wagen. Zelfs Lottie maande van Dalen tot voorzichtig heid aan toen ze door de smalle straten der binnenstad reden. Hij spotte met hun angst, maakte gewaagde grappen met het stuur, liet dan den wagen ineens snel, veel te snel voor uitschieten. Lottie, die hem kende, zag hoe hij zich inspande. Ze begreep dat hij in geen geval wilde laten merken dat hij het stuur met geheel en al in zijn macht had. Nu stond ook héér gezicht ernstig. Opeens zag ze een wagen met vrij groote snelheid uit een zij straat komen. Een botsing dreigde... Van Dalen probeerde te remmen. Het lukte hem niet... Lottie greep doodelijk verschrikt zijn arm... Dan plotseling, een harde stoot, een knal, een angstig gillen... Van alle kanten snelden menschen toe. Zij vormden ef" dichte haag om den gekantelden wagen. De aan gereden taxi stond een eind verder, zwaar be schadigd, maar de chauffeur was ongedeerd. Veel erger was het met de anderen gesteld! Van Dalen lag bewusteloos achter het stuur. Lottie, zonder letsel, maar buiten zichzelf van schrik, schreeuwde zenuwachtig-gillend om hulp... Op dat oogenblik verloor Diny het bewustzijn... Een ziekenauto naderde. (Wor<4t vervolgd").

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 7