IBIS SHAG Stadsnieuws nieuwe directeur Dobbclmann lekker... man! T.E.S.O.'s Vrijdag 23 April 1937 Heldersche Courant Tweede Blad Minister Oud naar Den Helder Emmabloemcollecte Beiaardbespeling Herdenking geboortedag Willem den Zwijger LET OP SERIE PRIJZEN TIELEMANS' WIJNHANDEL Heldersche Weer- en Sterrenkundige Kring Feuilleton Propaganda-feestavond van de Oranjegarde, vendel „Den Helder" AVONDKLEDING Aanbesteding Als Kannewasser reclamemaakt Een geboren Texelaar Burgerlijke Stand van Den Helder Tijdens de openbare vergadering van den Vrijz. Dem. Bond, welke gisteravond in ,,Musis Sacrum" gehouden werd (zie verslag elders in dit blad), deelde de plv. voorzitter, de heer L .v. Loo, mede, dat op 21 Mei a.s. de minister van Financiën, Ijfr. P. J. Oud, in het Casino alhier zal komen spreken. Toespraak over de H. R. C. Hedenavond zal over de Heldersche Radio Centrale door den heer Th. Moleman, pastoor der Oud-Katholieke gemeente alhier, een korte toespraak gehouden worden ter aanbeveling van de Emmabloemcollecte, welke morgen hier ter stede zal plaats vinden. De toespraak vangt te 7.30 uur aan. Wij bevelen deze collecte nogmaals bij al onze plaatsgenooten aan. Wij strijden allen mee, tegen de T.B.C.! Klokkenspel Monument Nederlandsch Red dingwezen gedurende de ter-aarde-bestelling van wijlen den oud-redder J. Been, op Zater dag 24 April 1937, van 10.45 u.11.45 u. v.m., door den stadsbeiaardier, Tj. Joh. Dito. 1. Hoort gij die wilde golven! St. Glover 2. „Koraal". 3. „Roeit wakkere schepelingen van het wrak naar de kust" Tj. Joh. Dito 4. .(11 uur tentijde van het uitdragen) „Gezang 22: Rust, mijn ziel! uw God is Koning, Heel de wereld Zijn gebied; Alles wisselt op Zijn wenken, Maar Hij zelf verandert niet. Ieder woelt hier om verandring, En betreurt ze dag aan dag, Hunkert naar hetgeen hij zien zal, Wenscht terug 't geen hij eens zag. Rust, mijn ziel! Uw God is Koning, Wees tevreden met Uw lot; Zie, hoe alles hier verandert, En verlang alleen naar God. 5. Zeemansliederen en Koralen. 6. „Hij ruste in vrede" Tj. Joh. Dito Wij voldoen hierbij aan het verzoek van het bestuur van het Verbond voor Nationaal Her stel, afdeeling Den Helder, om te verwijzen naar een advertentie in dit blad. waarin een oproep wordt gedaan om op Zaterdag 24 April a.s. de vlag uit te steken ter gelegen heid van de herdenking van den geboortedag van Willen den Zwijger. 63 JAAR DOET MEE AAN VOLKSDANS. Oude dame verklapt het geheim van haar levenskracht „Kruschen Salts werd mij aanbevolen door een dame van 62 jaar, die nog aan volks dansen meedoet als een jong meisje, en wan neer men vraagt naar de oorzaak van haar lenigheid, antwoordt ze altijd „Kruschen". Zij adviseerde mij Kruschen Salts om van de hevige hoofdpijnen, waaraan ik leed en de rheumatische pijnen in mijn beide schouders, af te komen. Kruschen volbracht het kunst stuk: mijn hoofdpijn verdween, evenals mijn rheumatische pijnen." Mevr. F.B.W. Kruschen Salts is een combinatie van 6 natuur-zouten, welke Uw lever, nieren en spijsverteringsorganen aansporen tot gezonde werking. De „dagelijksche dosis" zorgt voor een geregelde inwendige schoonmaak en houdt Uw bloed zuiver. Kruschen Salts is ver krijgbaar bij alle apothekers en erkende dro gisten k 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rown- tree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt. (Adv.) Vanaf a.s. WOENSDAG 28 APRIL zeer lage KONINGSTRAAT 85 SLUISDIJKSTRAAT 39 TELEFOON 492 TELEFOON 182 P.S. De prijzen zullen wij U a.s. Woensdag noemen, U zult hiervan verbaasd staan. „Halo-verschijnselen". Woensdagavond hield in het natuurkunde- lokaal van de Zeevaartschool Dr. M. Pinkhof uit Amsterdam een lezing over. bovengenoem de verschijnselen. Deze lezing, waarvoor he laas de belangstelling niet zeer groot was was tevens de laatste van het seizoen. De spr. gaf niet alleen een duidelijke verklaring van de verschijnselen, maar verduidelijkte het gesprokene aan de hand van lantaarnplaatjes en door middel van lichtproeven. De halo-verschijnselen zijn alleen te zien als de zon of de maan schijnt en er een be paalde bewolking is, n.1. een cirrus (veer)- of cirrostratus-bewolking; zij behooren met regenboog en kransen tot de z.g. optische verschijnselen van den dampkring. Soms tre den ze op als een donkere schijf met lichten rand, maar heel dikwijls ook worden compli caties gevormd, waardoor ingewikkelde halo's ontstaan. Reeds aan het einde der 17e eeuw gaf een onderzoeker, Marotte, een verklaring van het ontstaan der halo's, die tot den huidigen dag bruikbaar is gebleven. Hij toonde n.1. aan, dat ze ontstaan tengevolge van de breking van licht. Breking ontleedt het licht in zijn kleuren en doet het van richting veranderen. Voor die lichtbreking zijn kristalletjes noodig, zoodat het optreden van een halo-verschijnsel tevens een aanwijzing is voor de aanwezig heid dezer ijskristallen. In de tropen vindt men het verschijnsel ook, dus hebben de hoo- gere luchtlagen daar die kristallen ook. Die kristallen moeten zeer regelmatig gevormd zijn, zoodra zich b.v. rijp vormt, is halo vorming niet meer mogelijk. Door een serie plaatjes laat spr. ons eenige van zulke halo-vormingen zien; hij zet uit voerig het verschijnsel uiteen, vertelt van de minimum-derivatie en van de veranderingen die ontstaan in de afwijking en tenslotte wordt met een prisma en een lamp kunst matig zoo'n halo-verschijnsel opgewekt, waar door wij een goed beeld ervan krijgen. Van de bijzonnen, die eventueel ontstaan, is meest al alleen het rood zichtbaar; de overige kleu ren schuiven, tengevolge van de draaiing, over elkander heen, en worden een witte staart. Spr. ging daarna nog in op het verschijnsel van de bijzonnen, die somtijds optreden en verklaarde ook nog andere verschijnselen, die wij op de plaatjes en grafieken zagen (o.a. raakbogen). Hij toonde ons aan, dat zoo'n raakboog feitelijk het begin is van een twee den kring, rond den eersten, gaf een verkla ring van een bijzon, enz. Na de pauze vertelde de spr. een en ander over het ontstaan van deze ijskristallen in de wolken. De Franschman Mariotte stelde hier voor een theorie op, die door Bravais (le helft 19e eeuw) werd volmaakt. Echter wa ren de kristalletjes zelf nooit onderzocht; de eer hiervan komt toe aan prof. Dobrowolski. Spr. laat ons zien hoe soms in de meest verschillende richtingen het licht valt door de kristallen en dientengevolge kunnen dan ook de meest gecompliceerde halo's ontstaan. Speciaal hier te lande wordt zeer veel op dit terrein onderzocht: het buitenland maakt zelfs van ons materiaal gebruik. Ook in In- dië is dit goed georganiseerd. Nu zal men vragen: waarvoor dient zoo'n waarneming? Zij heeft groote meteorologi sche waarde, immers, zij geeft uitsluitsel op de vraag omtrent den toestand in de hoogere luchtlagen. Samengestelde halo's b.v. houden weer verband met depressies en vormen zoo dus materiaal voor weervoorspelling. Hoe vaak komen dergelijke verschijnselen voor? Zonder overdrijving kunnen wij zeggen, dat jaarlijks gemiddeld 200 dagen zoo'n halo voorkomt. Een zeldzaam verschijnsel is het dus geenszins. Overste van Asbeck, die den spr. had ge ïntroduceerd, sprak aan het eind een kort woord van dank voor de interessante lezing. door Annie de Hoog—Nooy 37. „Zie je nu wel...?" zei hij. „Dacht je nu heusch, dat ik je wat voorjokte?" „Doet U dat nooit?" vroeg ze, haar kopje vertrouwelijk tegen zijn jas leggend. „Neen", zei hij. „Ik houd niet van liegen. „Mijn Mammie ook niet. Die jokt ook nóóit, zei ze met overtuiging. „Nóóit" vroeg hij. Hg sprak meer tot zich zelf dan tot Marjoleintje. Nooit... dacht hg, behalve dan waar het het kind betrof... Marry lichtte even haar hoofdje op. Zijn vraag had haar zoo vreemd in de ooren ge klonken. Mammie jokte toch nooit, dat wist ze zeker. Ofschoon dien éénen keer..., ja maar dat was toch eigenlijk geen jokken. Als vanzelf sprak ze haar gedachten uit. „Eenmaal heeft m'n Mammie zich eens vergist..." zei ze, „dat was toen over m'n Pappie..." „Over wien zeg je?" vroeg hij, plotseling geïnteresseerd. „Over m'n Pappie," herhaalde het kind. „Mammie zei dat-ie dood was en moeder Dek ker had me zelf verteld, dat-ie naar een heel ver land was, dat zei Mammie toen later °°k..." „Misschien is hij nu toch wel dood, kleine, zei hij zacht. Wie weet wat Diny in dien tyd meegemaakt had, dacht hij somber. Het kon immers best, dat de vader van dat kind ge storven was. Maar Marry schudde het kleine kopje. „Neen," zei ze „dood is-ie niet, want dan wist mammie immers dat-ie in den hemel was. Nu weet ze niet waar hij is, want laatst, toen ze dacht dat ik sliep, zat ze zacht te huilen, dat doet Mammie wat vaak en toen riep ze ineens: „O, Paul, als ik maar wist waar ik je vin den kon." Met een ruk stond de auto stil. En Paul was daar blij om, want hij kon, bij het laatste gezegde van het kind, zijn ontroering nauwe lijks verbergen. Diny had dus, bij wat er ook gebeurd was, naar hèm verlangd. Ze hield dus nog van hem. Als dat kind nu maar niet tusschen hen stond... Die kleine had natuur lijk gedacht, dat degene om wien haar moeder riep, haar vader was... De chauffeur opende het portier. „Drie grilden, tachtig asjeblieft, 't Is me een dure jongejuffer. Waar of niet, meneer?" Paul betaalde, gaf een flinke fooi. Ging toen met het kind naar binnen. De hond vlak achter hen aan. „Mijn Mammie jokt nooit..." Het was als of hij het haar weer hoorde zeggenHij schudde mistroostig het hoofd. Toch liet de gedachte daaraan hem niet los. In de kamer gekomen had hij het plotseling heel druk gekregen. Hij stookte het vuur wat op en zette het huiverende kind vlak voor den haard. Marry zag hoe de blauwe vlam metjes als vurige tongetjes tusschen de kolen uitstaken. Een leuk gezicht vond ze dat. Thuis kon ze dat nooit zien, want daar had den ze een gewone ronde kachel en niet zoo'n leuke als deze, met die aardige glazen deurtjes. „Dat is geen glas, dat is mica," zei Paul, toen ze hem er op wees. Ze lachte om het vreemde woord, Mie-ka, net twee meisjes namen. Ze voelde zich zoo behagelijk, dat ze wel om alles zou kunnen lachen. „Ben je misschien koud?" vroeg Paul, toen ze onwillekeurig rilde. „Een beetje maar," antwoordde ze, maar haar tandjes klapperden. Hij keek glim Een gevarieerd en goed uitge voerd programma. Voor een goed bezette Casino-zaal hield de Oranje-garde gisterenavond haar propaganda- feestavond. Er heerschte een gezellige Oranje stemming en hiernaar te oordeelen beloofde het een geslaagde avond te worden. Het was reeds acht uur geweest, toen het doek voor de eerste maal opging en de Oranje-gardisten keurig in de houding op het tooneel stonden opgesteld. Op de piano werd het Wilhelmus gespeeld, dat door de aan wezigen staande werd aangehoord. Het was hierna Ds. Tollenaar, de voorzitter van den raad van toezicht, die de vergade ring met gebed opende, waarna hij de aan wezigen, in het bijzonder kapitein Kalkman, die den garnizoenscommandant vertegenwoor digde, hartelijk welkom heette, 't Is een ver heugend feit, zoo zeide Ds. Tollenaar, dat wij een avond als deze kunnen houden. Eenige jaren geleden was dit niet mogelijk geweest. Elk spoor van vaderlandsliefde moest worden geweerd, want dit was toch een uiting van je reinste militarisme. Gelukkig zijn de tijden een beetje veranderd. We leven in zoo'n ge zegend land en weten bijna niet wat er over onze grenzen gist en kookt en broeit. God, Nederland en Oranje moeten wij met hand en tand verdedigen. Onze duurgekochte vrijheid kunnen we toch niet zoo maar weer vrijgeven. Oranje is een kostbaar geschenk, ons door God geschonken, dat zoo oneindig veel aan ons land en volk heeft gedaan. Wij moeten medewerken om Oranje hoog te houden. Na dit spontane openingswoord, wordt een begin gemaakt met de afwerking van het uitgebreide programma. Het is de mandoline club, onder leiding van den stafmuzikant den heer Donkers, die als eerste eenige nummers ten gehoore brengt. Vooral de „Chant des Gondoliers", uitgevoerd door de gardisten H. Bakker en B. Revier, werd op uitstekende wijze vertolkt. Dan is het de fluitistenafdee- ling, die zich hoofdzakelijk wijdt aan eenige Nederlandsche volksliederen, waarna een van de beide historische spelen, en wel „Onder de vanen van Prins Frederik Hendrik", wordt opgevoerd. Dit spel, in 5 tafereelen, uit het beleg van 's-Hertogenbosch, werd op aardige wijze door de declamatie-afdeeling van de Oranjegarde opgevoerd. De kleurige klee ding uit den jare 1600 deed het uitstekend en vooral de hoofdrolvertolkers waren geknipt voor hun rol. Na de pauze volgde een rhythmische oefe ning van enkele „damesgardisten". Hier was meer sprake van de uitvoering van enkele volksdansen dan van een rhythmische oefe ning. Het dansen, door de dames zelf begeleid met gezang, was werkelijk aardig. Het is hierna, dat een van de beste num mers van den avond volgde en wel een fluit en piccolo-solo van den heer Donkers, begeleid door den Casino-pianist, den heer Visser. Vooral het „Larks' Festival" van Brewer en ,The loves birds" van Franck Brocket, waar bij de solist over een geweldige vingervlug heid moet beschikken, ontlokten een over weldigend applaus. De zuiverheid van toon, die de heer Donkers aan zijn instrumenten wist te ontlokken en de wijze waarop hij deze zware nummers uitvoerde, waren dan ook subliem. Het laatste nummer van het programma is Het laatste nummer van het programma is dan aan de beurt en wel „Kaat Mossel", een historisch spel uit den Franschen tijd, uit den tijd van Keezen en Oranjeklanten. Vooral de visch vrouwen, Kaat en haar trawanten oogstten succes met haar rol. Voor dit nummer hield de stafleider, de heer De Jong, nog een korte propaganda-rede. Ik acht het wenschelijk, zoo zeide de spreker, dat ook op dezen avond een enkel propa- gandawoord wordt gesproken. Het is twee jaar geleden, dat de Oranjegarde werd op gericht. en we hadden gedacht, dat er veel grooter toeloop van leden zou zijn, als het geval is geweest. We hebben momenteel ruim 80 leden, maar dat is nog lang niet wat het zijn moet. Wat wij willen? Jong Holland voor VOOR DE PIJP. neet Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. HERMAN NYPELS' Kledingmagazijnen Oen Helder Onberispelijke pasvorm Billijke prijzen Oranje winnen en voor de vlag. Vele jonge menschen worden door ongemotiveerde be zwaren teruggehouden. Men denkt, dat de Oranjegarde andere jeugdvereenigingen con currentie aandoet of men beschuldigt ons van militarisme. Geen van beiden is het geval. Evengoed zou men de padvindersbeweging militaristisch kunnen noemen. Wat wij willen is de kennis van onze vaderlandsche geschie denis onder de jongelui te verlevendigen. Het wezen van dr Oranjegarde berust op denzelf den grondslag als van de Christelijke Oranje verenigingen. Met de woorden: 't was, 't is en 't moet altijd blijven, Oranje boven, besluit de heer De Jong dit propaganda-woord. Het mag door de Oranje-gardisten zeker als een geslaagden avond beschouwd worden. Rest ons nog te vermelden, dat het schmink- werk door den heer Veldhuyzen van den Polderweg, gratis en op een uitstekende wijze werd verricht. In café „De Pool" werd gistermorgen pu bliek aanbesteed, door den heer J. J. Schoef- felenberger, het bouwen van twee buiten huisjes aan den Strooweg. De uitslag was al." volgt: D. Kooger 6188 G. Groot 6866 Venema II 6787 Modder Guperus II 6800 G. J. A. Geus II 6853 L. A. Plaatsman II 6898 G. v. d. Wal II 6930 Labout II 6980 W. Giltjes, Broek op Langendijk II 6983 H. Doorn II 7000 Minneboo Walboom 11 7040 J. Steeman II 7050 Noppert Oort II 7200 Gebr. Riemers II 7393 S. van Scheyen 11 7620 Gunning aangehouden. Een hand-wandelaar. Dat de wereld op zijn kop staat mogen wij als een bekend feit vaststellen, zelfs zóó bekend, dat het de moeite niet meer waard is, hierop de aandacht te vestigen. Wat minder bekend is, en waarop wij wel de aandacht willen vestigen, dat is het won- dermensch, dat wij gistermorgen in de Ko ningstraat ontmoetten, dat als bewegings medium niet zijn 2 voeten gebruikte doch, zeer ongewoon, zijn handen. Het was een merkwaardige gebeurtenis, deze hand-looper, die daar voortstapte met z'n beenen vroolijk in de lucht gestoken. En juist toen we ons afvroegen, wat dit te beteekenen had, bleek ons, dat dit een origi- neele reclameopzet was van de firma Kanne wasser, die over enkele dagen haar nieuwe pand in de Keizerstraat hoopt te openen. De handlooper zal ook dezer dagen nog wel te zien zijn en een kijkje er bij of ernaar zij aanbevolen. Zooals we in het vorig nummer reeds heb ben vermeld, is in een druk bezochte verga dering van aandeelhouders van de N.V. Texels Eigen Stoomboot-Onderneming als Directeur- Administrateur dezer vennootschap benoemd de heer J. J. van der Vlies. De keuze uit pl.m. 340 sollicitanten was voor het Bestuur zoo moeilijk, dat men zelfs voor een op te maken drietal eerst de uit spraak van een algemeene vergadering wenschte, daarbij werd evenwel bepaald, dat de keuze moest worden gedaan uit 7 Texel- sche sollicitanten. De heer J. J. v. d. Vlies De nieuw-benoemde is dan ook een Texe laar, hg werd geboren te Oudeschlld op 10 December 1895, verhuisde evenwel later naar Terschelling, waar zijn vader, de heer L. v. d. Vlies, uitvoerder was van een groot werk (het aanleggen van den grootën weg). Op Ter schelling bezocht de heer v. d. Vlies dan ook de M.U.L.O.-school en later de Zeevaartschool. Voor het behalen v. d derden en tweeden rang studeerde hij evenwel aan de Texelsche Zee vaartschool, daar zijn familie zich toen weder op Texel had gevestigd, te De Koog. Voor het behalen van den rang van eersten Stuurman studeerde hij echter aan de Zeevaartschool te Amsterdam. Als eerste stuurman is de heer v. d. Vlies ook thans nog in dienst bij de Rot terdamZuid-Amerikalijn (Van Nievelf-Gou- driaan Co. te Rotterdam). Bij deze Maat schappij is hij reeds vanaf 1915 werkzaam, eerst als 3e, later als 2e en sinds 1927 als eerste stuurman, en staat bekend als een der beste stuurlieden dezer maatschappen. Het beroep van den heer Van der Vlies is oorzaak, dat niet iedere Texelaar hem persoonlijk kent, doch de ijver, waarmede voor zijn benoeming is gewerkt op zijn geboorteplaats en te De Koog dezer dagen, bewijst wel, dat hij zich daar bemind heeft weten te maken. Bizonder aangenaam is deze benoeming voor zijn-echtgenoote, mevr. Van der VliesKoop man, die nu haar man niet telkens weer voor langen tijd zal moeten zien afrijzen en die als dochter van den voor enkele jaren over leden stuurman onzer booten, den heer N. Koopman, altijd in nauw contact me: T.E.S.O. heeft gestaan. Ook later, toen mevr. Van der Vlies bij het onderwijs werkzaam was, bleef dit contact bestaan, omdat haar een bestuurs functie werd opgedragen in de Jeugdherberg, die aanvankelijk eigendom was van Texels Eigen Stoomboot-Onderneming, welke functie zij tot heden nog vervult. van 22 April 1937. GETROUWD: J. C. van den Aakster en E. van der Made. L. Broekhuizen en A. van Die. J. P. Heijblok en J. C. Wolters. M. Stroosnij- der en R. van der Zandt. H. Veldman en M. Roozendaal. BEVALLEN: J. G. de BeursSchreuder, z. A. C. SmitHin, d. M. G. W. Weykamp Hommerson, z. lachend op haar neer. Je vond haar haast niet terug in dien grooten leeren clubfauteuil. Hij zou haar schoentjes uitdoen, dan wer den haar voetjes misschien wat gauwer warm. Hij voelde door haar kousjes heen, dat ze steenkoud waren. Hij warmde ze tusschen zijn groote handen. Toen ging hij naar zijn slaapkamer en kwam met een dikke kamer jas terug. Hij pakte het kind er heelemaal in. „Zoo", zei hij. „Nu zullen we eens zien of we jou niet warm kunnen krijgen." „Ik lijk wel dat eskimo-tje uit m'n prenten boek," lachte ze. „Daar zie je ook alleen maar de neus en de oogen van." En zich toen totf Bobby overbuigend, die zich vlak naast haar stoel een plaatsje ge zocht had, vroeg ze: „Wil ik van jou nou ook een eskimo-tje maken?" En haar manteltje, dat over de stoelleuning hing, over hem heenslaande, voegde ze er, met een knipoogje naar Paul aan toe: „Nou zullen we eens kijken of we hem ook niet warm* kunnen krijgen." Toen lachten ze beiden. Paul had het won derwel naar zijn zin. Het was of iets in zijn binnenste hem zei, dat het zoo goed was. Hij verzon van alles om het kind bezig te houden. Hij begon grappige figuren te knippen uit het avondblad, dat hij nog maar half uitgelezen had. Marry wou het nadoen, maar het lukte haar niet. Toen dat spelletje verveelde, haalde hij oude vergeten boeken uit zijn kindertijd te voorschijn. Er stonden allerlei dieren in af gebeeld en van de meesten kon hij het geluid nabootsen. Bobby begon er van te blaffen... Dan probeerden ze het allebei heel zachtjes om Bobby te misleiden. Maar het dier liet er zich niet tusschennemen. Het lag als het ware op de loer en begon al te blaffen als een van beiden het gezicht vertrok. Opeens vroeg Marry: „Kan U ook geluiden nabootsen van dieren die niet in dit boek staan?" „O, jé, ja!" „Doet U het dan eens". „Zeg jij dan maar van welk dier,* Marry zat na te denken. Opeens klapte ze in haar handjes van pleizier. „Ik weet er een die U vast niet na kunt doen..." „Dat bestaat niet." „Tóch! Wil ik het zeggen?" „Ja," „Een... gerookte paling..." Ze schaterden het allebei uit. Marjoleintje probeerde Bobby, die vroolijk meeblafte, tot bedaren te brengen. Paul keek lachend op hen neer. Hij voelde zich eigenlijk een beetje vreemd in zijn anders zoo rustige kamer, waar hij uren en uren in eenzaamheid doorbracht op de lange avonden, waarop hij, te moe van den ingespannen arbeid, geen lust had om uit te gaan. Hij wist, dat door de terugkomst van Diny een groote verandering in zijn leven zou plaatsgrijpen, hij had zich daar als het ware al op ingesteld, maar dit, dit was iets nieuws, iets ongekends voor hem. Zijn pein zende blik trof Marry. „Waarom kijkt U ineens zoo streng. Bent U boos of hebt U verdriet?" „Weineen, pop," zei hij en probeerde te glimlachen. „Ik dacht even ergens aan." „O, ik ook." „Waar dacht jij dan aan?" „Ik dacht dat... eh... Bobby misschien wel honger zou hebben..." Hij schrok op. „Ach hemel, dat is waar ook. Ik vergeet heelemaal dat je wat te eten moet hebben. Had het maar gevraagd „Ik mag niet vragen van Mammie. Maar... eh... denkt U dat Bobby óók wat krijgt? Dat is geen vragen, hè?" „Neen hoor," lachte hij. „En natuurlijk krggt hg ook wat." „Een kluif?" „Die krijgt hij morgen." „Zoo dik als mijn arm?" „Nog dikker." „Bobby, hoor je dat?" riep ze, aan z'n kop schuddend. De hond gromde. „Hij zegt „lekker," hoort U wel?" Paul liep- lachend naar de deur. Riep dan: „Bertal!" De oude gedienstige kwam aansfoffen. „Wat hebt U nou in huis gebracht?" vroeg ze. „Een kind?" „En een hond, Berta. Hét gezin breidt zich hoe langer hoe meer uit. Bedwing je nieuwsgierigheid en maak eens gauw wat voor hun te eten." Berta schudde, niet begrijpend, het hoofd. „Waar houd je van, Marjoleintje?" vroeg Paul. „Ik blief alles en Bobby ook." „Dat is gemakkelijk. Nu. Berta, je hoort het. Breng dus maar wat je hebt." Berta verliet schoorvoetend de kamer. Terwijl Marry zich druk met Bobby onder hield, keek Paul peinzend neer op het kleine figuurtje in den grooten stoel. Hij vond haar het merkwaardigste kind dat hij ooit gezien had. Hij hield van kinderen. In het zieker- huis wisten ze net al, dat hij altijd de meeste aandacht aan de kleine patiëntjes schonk. Kin deren voeldqn zich ook spoedig tot hem aan getrokken. En terwijl hij zoo in gedachten naar haar expressieve gezichtje keek, sloe" Marry de oogen naar hem op. De toewijding die daarin lag, ontroerde hem. En meer dan tevoren werd het hem dui- delgk, dat hij het plan, hetwelk hij Diny voor gelegd had. om de kleine naar een kostschool te sturen, niet ten uitvoer zou brengen, om dat hg dit levendige kind zelf nu wel graag bg zich wou houden. Hij moest al het andere daar maar om vergeten. Marry had haar aandacht alweer bij Bobby die nu op zijn achterpootjes ging zitten. „O, kijk-es," riep ze verrukt uit. „Hij ken kunstjes...!" Onwillekeurig hinderde hem haar slordige uitspraak. Daar had hij haar straks ook al een paar maal op betrapt. Hij moest haar daar eens op wijzen. „Hij kén kunstjes, moet je zeggen, niet hij kén... Je zegt een heeleboel woorden ver keerd jongedame. Weet je dat wel'" Zij schudde het hoofd. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5