IBIS SHAG
Stadsnieuws
nieuwe directeur
Dobbclmann
lekker... man!
T.E.S.O.'s
Vrijdag 23 April 1937
Heldersche Courant
Tweede Blad
Minister Oud naar
Den Helder
Emmabloemcollecte
Beiaardbespeling
Herdenking geboortedag
Willem den Zwijger
LET OP
SERIE
PRIJZEN
TIELEMANS' WIJNHANDEL
Heldersche Weer- en
Sterrenkundige Kring
Feuilleton
Propaganda-feestavond
van de Oranjegarde,
vendel „Den Helder"
AVONDKLEDING
Aanbesteding
Als Kannewasser reclamemaakt
Een geboren Texelaar
Burgerlijke Stand van Den Helder
Tijdens de openbare vergadering van den
Vrijz. Dem. Bond, welke gisteravond in ,,Musis
Sacrum" gehouden werd (zie verslag elders
in dit blad), deelde de plv. voorzitter, de heer
L .v. Loo, mede, dat op 21 Mei a.s. de minister
van Financiën, Ijfr. P. J. Oud, in het Casino
alhier zal komen spreken.
Toespraak over de H. R. C.
Hedenavond zal over de Heldersche Radio
Centrale door den heer Th. Moleman, pastoor
der Oud-Katholieke gemeente alhier, een korte
toespraak gehouden worden ter aanbeveling
van de Emmabloemcollecte, welke morgen
hier ter stede zal plaats vinden. De toespraak
vangt te 7.30 uur aan.
Wij bevelen deze collecte nogmaals bij al
onze plaatsgenooten aan.
Wij strijden allen mee, tegen de T.B.C.!
Klokkenspel Monument Nederlandsch Red
dingwezen gedurende de ter-aarde-bestelling
van wijlen den oud-redder J. Been, op Zater
dag 24 April 1937, van 10.45 u.11.45 u. v.m.,
door den stadsbeiaardier, Tj. Joh. Dito.
1. Hoort gij die wilde golven! St. Glover
2. „Koraal".
3. „Roeit wakkere schepelingen van het wrak
naar de kust" Tj. Joh. Dito
4. .(11 uur tentijde van het uitdragen)
„Gezang 22:
Rust, mijn ziel! uw God is Koning,
Heel de wereld Zijn gebied;
Alles wisselt op Zijn wenken,
Maar Hij zelf verandert niet.
Ieder woelt hier om verandring,
En betreurt ze dag aan dag,
Hunkert naar hetgeen hij zien zal,
Wenscht terug 't geen hij eens zag.
Rust, mijn ziel! Uw God is Koning,
Wees tevreden met Uw lot;
Zie, hoe alles hier verandert,
En verlang alleen naar God.
5. Zeemansliederen en Koralen.
6. „Hij ruste in vrede" Tj. Joh. Dito
Wij voldoen hierbij aan het verzoek van het
bestuur van het Verbond voor Nationaal Her
stel, afdeeling Den Helder, om te verwijzen
naar een advertentie in dit blad. waarin een
oproep wordt gedaan om op Zaterdag 24
April a.s. de vlag uit te steken ter gelegen
heid van de herdenking van den geboortedag
van Willen den Zwijger.
63 JAAR DOET MEE AAN VOLKSDANS.
Oude dame verklapt het geheim
van haar levenskracht
„Kruschen Salts werd mij aanbevolen door
een dame van 62 jaar, die nog aan volks
dansen meedoet als een jong meisje, en wan
neer men vraagt naar de oorzaak van haar
lenigheid, antwoordt ze altijd „Kruschen". Zij
adviseerde mij Kruschen Salts om van de
hevige hoofdpijnen, waaraan ik leed en de
rheumatische pijnen in mijn beide schouders,
af te komen. Kruschen volbracht het kunst
stuk: mijn hoofdpijn verdween, evenals mijn
rheumatische pijnen." Mevr. F.B.W.
Kruschen Salts is een combinatie van 6
natuur-zouten, welke Uw lever, nieren en
spijsverteringsorganen aansporen tot gezonde
werking. De „dagelijksche dosis" zorgt voor
een geregelde inwendige schoonmaak en
houdt Uw bloed zuiver. Kruschen Salts is ver
krijgbaar bij alle apothekers en erkende dro
gisten k 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon.
Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel
als op de buitenverpakking de naam Rown-
tree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt.
(Adv.)
Vanaf a.s. WOENSDAG 28 APRIL
zeer lage
KONINGSTRAAT 85 SLUISDIJKSTRAAT 39
TELEFOON 492 TELEFOON 182
P.S. De prijzen zullen wij U a.s. Woensdag
noemen, U zult hiervan verbaasd staan.
„Halo-verschijnselen".
Woensdagavond hield in het natuurkunde-
lokaal van de Zeevaartschool Dr. M. Pinkhof
uit Amsterdam een lezing over. bovengenoem
de verschijnselen. Deze lezing, waarvoor he
laas de belangstelling niet zeer groot was
was tevens de laatste van het seizoen. De
spr. gaf niet alleen een duidelijke verklaring
van de verschijnselen, maar verduidelijkte het
gesprokene aan de hand van lantaarnplaatjes
en door middel van lichtproeven.
De halo-verschijnselen zijn alleen te zien
als de zon of de maan schijnt en er een be
paalde bewolking is, n.1. een cirrus (veer)- of
cirrostratus-bewolking; zij behooren met
regenboog en kransen tot de z.g. optische
verschijnselen van den dampkring. Soms tre
den ze op als een donkere schijf met lichten
rand, maar heel dikwijls ook worden compli
caties gevormd, waardoor ingewikkelde halo's
ontstaan.
Reeds aan het einde der 17e eeuw gaf een
onderzoeker, Marotte, een verklaring van het
ontstaan der halo's, die tot den huidigen dag
bruikbaar is gebleven. Hij toonde n.1. aan,
dat ze ontstaan tengevolge van de breking
van licht. Breking ontleedt het licht in zijn
kleuren en doet het van richting veranderen.
Voor die lichtbreking zijn kristalletjes noodig,
zoodat het optreden van een halo-verschijnsel
tevens een aanwijzing is voor de aanwezig
heid dezer ijskristallen. In de tropen vindt
men het verschijnsel ook, dus hebben de hoo-
gere luchtlagen daar die kristallen ook. Die
kristallen moeten zeer regelmatig gevormd
zijn, zoodra zich b.v. rijp vormt, is halo
vorming niet meer mogelijk.
Door een serie plaatjes laat spr. ons eenige
van zulke halo-vormingen zien; hij zet uit
voerig het verschijnsel uiteen, vertelt van de
minimum-derivatie en van de veranderingen
die ontstaan in de afwijking en tenslotte
wordt met een prisma en een lamp kunst
matig zoo'n halo-verschijnsel opgewekt, waar
door wij een goed beeld ervan krijgen. Van
de bijzonnen, die eventueel ontstaan, is meest
al alleen het rood zichtbaar; de overige kleu
ren schuiven, tengevolge van de draaiing, over
elkander heen, en worden een witte staart.
Spr. ging daarna nog in op het verschijnsel
van de bijzonnen, die somtijds optreden en
verklaarde ook nog andere verschijnselen, die
wij op de plaatjes en grafieken zagen (o.a.
raakbogen). Hij toonde ons aan, dat zoo'n
raakboog feitelijk het begin is van een twee
den kring, rond den eersten, gaf een verkla
ring van een bijzon, enz.
Na de pauze vertelde de spr. een en ander
over het ontstaan van deze ijskristallen in de
wolken. De Franschman Mariotte stelde hier
voor een theorie op, die door Bravais (le
helft 19e eeuw) werd volmaakt. Echter wa
ren de kristalletjes zelf nooit onderzocht; de
eer hiervan komt toe aan prof. Dobrowolski.
Spr. laat ons zien hoe soms in de meest
verschillende richtingen het licht valt door
de kristallen en dientengevolge kunnen dan
ook de meest gecompliceerde halo's ontstaan.
Speciaal hier te lande wordt zeer veel op
dit terrein onderzocht: het buitenland maakt
zelfs van ons materiaal gebruik. Ook in In-
dië is dit goed georganiseerd.
Nu zal men vragen: waarvoor dient zoo'n
waarneming? Zij heeft groote meteorologi
sche waarde, immers, zij geeft uitsluitsel op
de vraag omtrent den toestand in de hoogere
luchtlagen. Samengestelde halo's b.v. houden
weer verband met depressies en vormen zoo
dus materiaal voor weervoorspelling.
Hoe vaak komen dergelijke verschijnselen
voor? Zonder overdrijving kunnen wij zeggen,
dat jaarlijks gemiddeld 200 dagen zoo'n halo
voorkomt. Een zeldzaam verschijnsel is het
dus geenszins.
Overste van Asbeck, die den spr. had ge
ïntroduceerd, sprak aan het eind een kort
woord van dank voor de interessante lezing.
door
Annie de Hoog—Nooy
37.
„Zie je nu wel...?" zei hij. „Dacht je nu
heusch, dat ik je wat voorjokte?"
„Doet U dat nooit?" vroeg ze, haar kopje
vertrouwelijk tegen zijn jas leggend.
„Neen", zei hij. „Ik houd niet van liegen.
„Mijn Mammie ook niet. Die jokt ook nóóit,
zei ze met overtuiging.
„Nóóit" vroeg hij. Hg sprak meer tot zich
zelf dan tot Marjoleintje. Nooit... dacht hg,
behalve dan waar het het kind betrof...
Marry lichtte even haar hoofdje op. Zijn
vraag had haar zoo vreemd in de ooren ge
klonken. Mammie jokte toch nooit, dat wist
ze zeker. Ofschoon dien éénen keer..., ja
maar dat was toch eigenlijk geen jokken.
Als vanzelf sprak ze haar gedachten uit.
„Eenmaal heeft m'n Mammie zich eens
vergist..." zei ze, „dat was toen over m'n
Pappie..."
„Over wien zeg je?" vroeg hij, plotseling
geïnteresseerd.
„Over m'n Pappie," herhaalde het kind.
„Mammie zei dat-ie dood was en moeder Dek
ker had me zelf verteld, dat-ie naar een heel
ver land was, dat zei Mammie toen later
°°k..."
„Misschien is hij nu toch wel dood, kleine,
zei hij zacht. Wie weet wat Diny in dien tyd
meegemaakt had, dacht hij somber. Het kon
immers best, dat de vader van dat kind ge
storven was.
Maar Marry schudde het kleine kopje.
„Neen," zei ze „dood is-ie niet, want dan
wist mammie immers dat-ie in den hemel was.
Nu weet ze niet waar hij is, want laatst, toen
ze dacht dat ik sliep, zat ze zacht te huilen,
dat doet Mammie wat vaak en toen riep ze
ineens:
„O, Paul, als ik maar wist waar ik je vin
den kon."
Met een ruk stond de auto stil. En Paul
was daar blij om, want hij kon, bij het laatste
gezegde van het kind, zijn ontroering nauwe
lijks verbergen. Diny had dus, bij wat er ook
gebeurd was, naar hèm verlangd. Ze hield
dus nog van hem. Als dat kind nu maar niet
tusschen hen stond... Die kleine had natuur
lijk gedacht, dat degene om wien haar moeder
riep, haar vader was...
De chauffeur opende het portier.
„Drie grilden, tachtig asjeblieft, 't Is me
een dure jongejuffer. Waar of niet, meneer?"
Paul betaalde, gaf een flinke fooi. Ging
toen met het kind naar binnen. De hond vlak
achter hen aan.
„Mijn Mammie jokt nooit..." Het was als
of hij het haar weer hoorde zeggenHij
schudde mistroostig het hoofd.
Toch liet de gedachte daaraan hem niet
los.
In de kamer gekomen had hij het plotseling
heel druk gekregen. Hij stookte het vuur wat
op en zette het huiverende kind vlak voor
den haard. Marry zag hoe de blauwe vlam
metjes als vurige tongetjes tusschen de kolen
uitstaken. Een leuk gezicht vond ze dat.
Thuis kon ze dat nooit zien, want daar had
den ze een gewone ronde kachel en niet zoo'n
leuke als deze, met die aardige glazen
deurtjes.
„Dat is geen glas, dat is mica," zei Paul,
toen ze hem er op wees. Ze lachte om het
vreemde woord, Mie-ka, net twee meisjes
namen. Ze voelde zich zoo behagelijk, dat ze
wel om alles zou kunnen lachen.
„Ben je misschien koud?" vroeg Paul, toen
ze onwillekeurig rilde.
„Een beetje maar," antwoordde ze, maar
haar tandjes klapperden. Hij keek glim
Een gevarieerd en goed uitge
voerd programma.
Voor een goed bezette Casino-zaal hield de
Oranje-garde gisterenavond haar propaganda-
feestavond. Er heerschte een gezellige Oranje
stemming en hiernaar te oordeelen beloofde
het een geslaagde avond te worden.
Het was reeds acht uur geweest, toen het
doek voor de eerste maal opging en de
Oranje-gardisten keurig in de houding op
het tooneel stonden opgesteld. Op de piano
werd het Wilhelmus gespeeld, dat door de aan
wezigen staande werd aangehoord.
Het was hierna Ds. Tollenaar, de voorzitter
van den raad van toezicht, die de vergade
ring met gebed opende, waarna hij de aan
wezigen, in het bijzonder kapitein Kalkman,
die den garnizoenscommandant vertegenwoor
digde, hartelijk welkom heette, 't Is een ver
heugend feit, zoo zeide Ds. Tollenaar, dat wij
een avond als deze kunnen houden. Eenige
jaren geleden was dit niet mogelijk geweest.
Elk spoor van vaderlandsliefde moest worden
geweerd, want dit was toch een uiting van
je reinste militarisme. Gelukkig zijn de tijden
een beetje veranderd. We leven in zoo'n ge
zegend land en weten bijna niet wat er over
onze grenzen gist en kookt en broeit.
God, Nederland en Oranje moeten wij met
hand en tand verdedigen. Onze duurgekochte
vrijheid kunnen we toch niet zoo maar weer
vrijgeven. Oranje is een kostbaar geschenk,
ons door God geschonken, dat zoo oneindig
veel aan ons land en volk heeft gedaan. Wij
moeten medewerken om Oranje hoog te
houden.
Na dit spontane openingswoord, wordt een
begin gemaakt met de afwerking van het
uitgebreide programma. Het is de mandoline
club, onder leiding van den stafmuzikant den
heer Donkers, die als eerste eenige nummers
ten gehoore brengt. Vooral de „Chant des
Gondoliers", uitgevoerd door de gardisten H.
Bakker en B. Revier, werd op uitstekende
wijze vertolkt. Dan is het de fluitistenafdee-
ling, die zich hoofdzakelijk wijdt aan eenige
Nederlandsche volksliederen, waarna een van
de beide historische spelen, en wel „Onder de
vanen van Prins Frederik Hendrik", wordt
opgevoerd. Dit spel, in 5 tafereelen, uit het
beleg van 's-Hertogenbosch, werd op aardige
wijze door de declamatie-afdeeling van de
Oranjegarde opgevoerd. De kleurige klee
ding uit den jare 1600 deed het uitstekend en
vooral de hoofdrolvertolkers waren geknipt
voor hun rol.
Na de pauze volgde een rhythmische oefe
ning van enkele „damesgardisten". Hier was
meer sprake van de uitvoering van enkele
volksdansen dan van een rhythmische oefe
ning. Het dansen, door de dames zelf begeleid
met gezang, was werkelijk aardig.
Het is hierna, dat een van de beste num
mers van den avond volgde en wel een fluit
en piccolo-solo van den heer Donkers, begeleid
door den Casino-pianist, den heer Visser.
Vooral het „Larks' Festival" van Brewer en
,The loves birds" van Franck Brocket, waar
bij de solist over een geweldige vingervlug
heid moet beschikken, ontlokten een over
weldigend applaus. De zuiverheid van toon,
die de heer Donkers aan zijn instrumenten
wist te ontlokken en de wijze waarop hij deze
zware nummers uitvoerde, waren dan ook
subliem.
Het laatste nummer van het programma is
Het laatste nummer van het programma
is dan aan de beurt en wel „Kaat Mossel",
een historisch spel uit den Franschen tijd,
uit den tijd van Keezen en Oranjeklanten.
Vooral de visch vrouwen, Kaat en haar
trawanten oogstten succes met haar rol.
Voor dit nummer hield de stafleider, de heer
De Jong, nog een korte propaganda-rede. Ik
acht het wenschelijk, zoo zeide de spreker,
dat ook op dezen avond een enkel propa-
gandawoord wordt gesproken. Het is twee
jaar geleden, dat de Oranjegarde werd op
gericht. en we hadden gedacht, dat er veel
grooter toeloop van leden zou zijn, als het
geval is geweest. We hebben momenteel ruim
80 leden, maar dat is nog lang niet wat het
zijn moet. Wat wij willen? Jong Holland voor
VOOR DE PIJP.
neet
Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp.
Bij Uw winkelier verkrijgbaar.
HERMAN NYPELS' Kledingmagazijnen
Oen Helder
Onberispelijke pasvorm Billijke prijzen
Oranje winnen en voor de vlag. Vele jonge
menschen worden door ongemotiveerde be
zwaren teruggehouden. Men denkt, dat de
Oranjegarde andere jeugdvereenigingen con
currentie aandoet of men beschuldigt ons van
militarisme. Geen van beiden is het geval.
Evengoed zou men de padvindersbeweging
militaristisch kunnen noemen. Wat wij willen
is de kennis van onze vaderlandsche geschie
denis onder de jongelui te verlevendigen. Het
wezen van dr Oranjegarde berust op denzelf
den grondslag als van de Christelijke Oranje
verenigingen. Met de woorden: 't was, 't is
en 't moet altijd blijven, Oranje boven, besluit
de heer De Jong dit propaganda-woord.
Het mag door de Oranje-gardisten zeker
als een geslaagden avond beschouwd worden.
Rest ons nog te vermelden, dat het schmink-
werk door den heer Veldhuyzen van den
Polderweg, gratis en op een uitstekende wijze
werd verricht.
In café „De Pool" werd gistermorgen pu
bliek aanbesteed, door den heer J. J. Schoef-
felenberger, het bouwen van twee buiten
huisjes aan den Strooweg.
De uitslag was al." volgt:
D. Kooger
6188
G. Groot
6866
Venema
II
6787
Modder Guperus
II
6800
G. J. A. Geus
II
6853
L. A. Plaatsman
II
6898
G. v. d. Wal
II
6930
Labout
II
6980
W. Giltjes, Broek op Langendijk
II
6983
H. Doorn
II
7000
Minneboo Walboom
11
7040
J. Steeman
II
7050
Noppert Oort
II
7200
Gebr. Riemers
II
7393
S. van Scheyen
11
7620
Gunning aangehouden.
Een hand-wandelaar.
Dat de wereld op zijn kop staat mogen wij
als een bekend feit vaststellen, zelfs zóó
bekend, dat het de moeite niet meer waard
is, hierop de aandacht te vestigen.
Wat minder bekend is, en waarop wij wel
de aandacht willen vestigen, dat is het won-
dermensch, dat wij gistermorgen in de Ko
ningstraat ontmoetten, dat als bewegings
medium niet zijn 2 voeten gebruikte doch,
zeer ongewoon, zijn handen.
Het was een merkwaardige gebeurtenis,
deze hand-looper, die daar voortstapte met
z'n beenen vroolijk in de lucht gestoken.
En juist toen we ons afvroegen, wat dit te
beteekenen had, bleek ons, dat dit een origi-
neele reclameopzet was van de firma Kanne
wasser, die over enkele dagen haar nieuwe
pand in de Keizerstraat hoopt te openen.
De handlooper zal ook dezer dagen nog
wel te zien zijn en een kijkje er bij of ernaar
zij aanbevolen.
Zooals we in het vorig nummer reeds heb
ben vermeld, is in een druk bezochte verga
dering van aandeelhouders van de N.V. Texels
Eigen Stoomboot-Onderneming als Directeur-
Administrateur dezer vennootschap benoemd
de heer J. J. van der Vlies.
De keuze uit pl.m. 340 sollicitanten was
voor het Bestuur zoo moeilijk, dat men zelfs
voor een op te maken drietal eerst de uit
spraak van een algemeene vergadering
wenschte, daarbij werd evenwel bepaald, dat
de keuze moest worden gedaan uit 7 Texel-
sche sollicitanten.
De heer J. J. v. d. Vlies
De nieuw-benoemde is dan ook een Texe
laar, hg werd geboren te Oudeschlld op 10
December 1895, verhuisde evenwel later naar
Terschelling, waar zijn vader, de heer L. v. d.
Vlies, uitvoerder was van een groot werk (het
aanleggen van den grootën weg). Op Ter
schelling bezocht de heer v. d. Vlies dan ook
de M.U.L.O.-school en later de Zeevaartschool.
Voor het behalen v. d derden en tweeden rang
studeerde hij evenwel aan de Texelsche Zee
vaartschool, daar zijn familie zich toen weder
op Texel had gevestigd, te De Koog. Voor het
behalen van den rang van eersten Stuurman
studeerde hij echter aan de Zeevaartschool te
Amsterdam. Als eerste stuurman is de heer
v. d. Vlies ook thans nog in dienst bij de Rot
terdamZuid-Amerikalijn (Van Nievelf-Gou-
driaan Co. te Rotterdam). Bij deze Maat
schappij is hij reeds vanaf 1915 werkzaam,
eerst als 3e, later als 2e en sinds 1927 als
eerste stuurman, en staat bekend als een der
beste stuurlieden dezer maatschappen. Het
beroep van den heer Van der Vlies is oorzaak,
dat niet iedere Texelaar hem persoonlijk kent,
doch de ijver, waarmede voor zijn benoeming
is gewerkt op zijn geboorteplaats en te De
Koog dezer dagen, bewijst wel, dat hij zich
daar bemind heeft weten te maken.
Bizonder aangenaam is deze benoeming voor
zijn-echtgenoote, mevr. Van der VliesKoop
man, die nu haar man niet telkens weer voor
langen tijd zal moeten zien afrijzen en die
als dochter van den voor enkele jaren over
leden stuurman onzer booten, den heer N.
Koopman, altijd in nauw contact me: T.E.S.O.
heeft gestaan. Ook later, toen mevr. Van der
Vlies bij het onderwijs werkzaam was, bleef
dit contact bestaan, omdat haar een bestuurs
functie werd opgedragen in de Jeugdherberg,
die aanvankelijk eigendom was van Texels
Eigen Stoomboot-Onderneming, welke functie
zij tot heden nog vervult.
van 22 April 1937.
GETROUWD: J. C. van den Aakster en E.
van der Made. L. Broekhuizen en A. van Die.
J. P. Heijblok en J. C. Wolters. M. Stroosnij-
der en R. van der Zandt. H. Veldman en M.
Roozendaal.
BEVALLEN: J. G. de BeursSchreuder,
z. A. C. SmitHin, d. M. G. W. Weykamp
Hommerson, z.
lachend op haar neer. Je vond haar haast niet
terug in dien grooten leeren clubfauteuil.
Hij zou haar schoentjes uitdoen, dan wer
den haar voetjes misschien wat gauwer
warm. Hij voelde door haar kousjes heen, dat
ze steenkoud waren. Hij warmde ze tusschen
zijn groote handen. Toen ging hij naar zijn
slaapkamer en kwam met een dikke kamer
jas terug. Hij pakte het kind er heelemaal in.
„Zoo", zei hij. „Nu zullen we eens zien of
we jou niet warm kunnen krijgen."
„Ik lijk wel dat eskimo-tje uit m'n prenten
boek," lachte ze. „Daar zie je ook alleen maar
de neus en de oogen van."
En zich toen totf Bobby overbuigend, die
zich vlak naast haar stoel een plaatsje ge
zocht had, vroeg ze:
„Wil ik van jou nou ook een eskimo-tje
maken?" En haar manteltje, dat over de
stoelleuning hing, over hem heenslaande,
voegde ze er, met een knipoogje naar Paul
aan toe:
„Nou zullen we eens kijken of we hem ook
niet warm* kunnen krijgen."
Toen lachten ze beiden. Paul had het won
derwel naar zijn zin. Het was of iets in zijn
binnenste hem zei, dat het zoo goed was. Hij
verzon van alles om het kind bezig te houden.
Hij begon grappige figuren te knippen uit het
avondblad, dat hij nog maar half uitgelezen
had. Marry wou het nadoen, maar het lukte
haar niet. Toen dat spelletje verveelde, haalde
hij oude vergeten boeken uit zijn kindertijd
te voorschijn. Er stonden allerlei dieren in af
gebeeld en van de meesten kon hij het geluid
nabootsen. Bobby begon er van te blaffen...
Dan probeerden ze het allebei heel zachtjes
om Bobby te misleiden. Maar het dier liet
er zich niet tusschennemen. Het lag als het
ware op de loer en begon al te blaffen als een
van beiden het gezicht vertrok.
Opeens vroeg Marry:
„Kan U ook geluiden nabootsen van dieren
die niet in dit boek staan?"
„O, jé, ja!"
„Doet U het dan eens".
„Zeg jij dan maar van welk dier,*
Marry zat na te denken. Opeens klapte ze
in haar handjes van pleizier.
„Ik weet er een die U vast niet na kunt
doen..."
„Dat bestaat niet."
„Tóch! Wil ik het zeggen?"
„Ja,"
„Een... gerookte paling..."
Ze schaterden het allebei uit. Marjoleintje
probeerde Bobby, die vroolijk meeblafte, tot
bedaren te brengen. Paul keek lachend op
hen neer. Hij voelde zich eigenlijk een beetje
vreemd in zijn anders zoo rustige kamer, waar
hij uren en uren in eenzaamheid doorbracht
op de lange avonden, waarop hij, te moe van
den ingespannen arbeid, geen lust had om uit
te gaan. Hij wist, dat door de terugkomst
van Diny een groote verandering in zijn leven
zou plaatsgrijpen, hij had zich daar als het
ware al op ingesteld, maar dit, dit was iets
nieuws, iets ongekends voor hem. Zijn pein
zende blik trof Marry.
„Waarom kijkt U ineens zoo streng. Bent
U boos of hebt U verdriet?"
„Weineen, pop," zei hij en probeerde te
glimlachen. „Ik dacht even ergens aan."
„O, ik ook."
„Waar dacht jij dan aan?"
„Ik dacht dat... eh... Bobby misschien wel
honger zou hebben..."
Hij schrok op.
„Ach hemel, dat is waar ook. Ik vergeet
heelemaal dat je wat te eten moet hebben.
Had het maar gevraagd
„Ik mag niet vragen van Mammie. Maar...
eh... denkt U dat Bobby óók wat krijgt? Dat
is geen vragen, hè?"
„Neen hoor," lachte hij. „En natuurlijk
krggt hg ook wat."
„Een kluif?"
„Die krijgt hij morgen."
„Zoo dik als mijn arm?"
„Nog dikker."
„Bobby, hoor je dat?" riep ze, aan z'n kop
schuddend.
De hond gromde.
„Hij zegt „lekker," hoort U wel?"
Paul liep- lachend naar de deur. Riep dan:
„Bertal!"
De oude gedienstige kwam aansfoffen.
„Wat hebt U nou in huis gebracht?" vroeg
ze. „Een kind?"
„En een hond, Berta. Hét gezin breidt
zich hoe langer hoe meer uit. Bedwing je
nieuwsgierigheid en maak eens gauw wat
voor hun te eten."
Berta schudde, niet begrijpend, het hoofd.
„Waar houd je van, Marjoleintje?" vroeg
Paul.
„Ik blief alles en Bobby ook."
„Dat is gemakkelijk. Nu. Berta, je hoort
het. Breng dus maar wat je hebt."
Berta verliet schoorvoetend de kamer.
Terwijl Marry zich druk met Bobby onder
hield, keek Paul peinzend neer op het kleine
figuurtje in den grooten stoel. Hij vond haar
het merkwaardigste kind dat hij ooit gezien
had. Hij hield van kinderen. In het zieker-
huis wisten ze net al, dat hij altijd de meeste
aandacht aan de kleine patiëntjes schonk. Kin
deren voeldqn zich ook spoedig tot hem aan
getrokken. En terwijl hij zoo in gedachten
naar haar expressieve gezichtje keek, sloe"
Marry de oogen naar hem op.
De toewijding die daarin lag, ontroerde
hem. En meer dan tevoren werd het hem dui-
delgk, dat hij het plan, hetwelk hij Diny voor
gelegd had. om de kleine naar een kostschool
te sturen, niet ten uitvoer zou brengen, om
dat hg dit levendige kind zelf nu wel graag
bg zich wou houden. Hij moest al het andere
daar maar om vergeten.
Marry had haar aandacht alweer bij Bobby
die nu op zijn achterpootjes ging zitten.
„O, kijk-es," riep ze verrukt uit. „Hij ken
kunstjes...!"
Onwillekeurig hinderde hem haar slordige
uitspraak. Daar had hij haar straks ook al
een paar maal op betrapt. Hij moest haar
daar eens op wijzen.
„Hij kén kunstjes, moet je zeggen, niet hij
kén... Je zegt een heeleboel woorden ver
keerd jongedame. Weet je dat wel'"
Zij schudde het hoofd. (Wordt vervolgd).